Ik was 17 toen ik mijn carrière koos. Ik stond buiten op een zomeravond in Florida en slechts een paar mijl van de oceaan. Ik wachtte op een wonder. Die zomer had ik het voorrecht om als stagiaire te werken bij NASA's Kennedy Space Center en het wonder waar ik op wachtte was de lancering van de Columbia Space Shuttle met de Chandra X-ray Observatory, een telescoop die wetenschappers laat kijken naar zwarte gaten. De gehele hemel lichtte op. Het was alsof het overdag was midden in de nacht. Al snel voelden we onze lichamen trillen door het geluid van de motoren. Het was geen wonder. Het was de inspanning van een team van duizenden mensen die allemaal samenwerkten om het onmogelijke mogelijk te maken. Ik wilde ook bij dat team horen. Ik schreef mij in aan een universiteit voor lucht- en ruimtevaarttechniek. Het jaar daarop begon ik met mijn technische opleiding bij MIT en deed ik mee aan een project om ruimterobots te bouwen. Alles ging zoals ik had gedacht, behalve dat ik in de war was over iets belangrijks. De verwarring kwam tijdens de zomervakantie. Ik reisde naar een school in Kenia. Daar werd ik vrijwilliger bij meisjes van 5 tot 17 jaar en gaf ik hen les in Engels, wiskunde en wetenschap. Zij leerden mij liedjes in Swahili. Maar het meeste tijd nam ik om de meisjes te leren kennen, te genieten van hun aanwezigheid. Ook zag ik dat deze meisjes en de leiders van hun gemeenschap grootte obstakels overwonnen om ze de beste kansen in hun leven te geven. Daar wilde ik bij horen. Ik wilde deelnemen aan een team dat obstakels overwon en de levens van meisjes over heel de wereld verbeterde. Maar ik was bang dat de studie van lucht- en ruimtevaarttechniek daar niet veel bij zou helpen. Ik was bang dat dit team in Kenia niets aan deze ruimtetechnologie had. Maar gelukkig leerde ik dat ik het fout had. Ik kwam terug, liep opnieuw stage bij NASA en deze keer leerde een mentor mij dat landen als Kenia al decennia ruimtevaarttechnologie gebruiken om het leven in hun eigen landen te verbeteren. Toen wist ik dat ik een carrière kon hebben in de ruimte en in ontwikkeling. Dit idee was niet nieuw. In 1967 kwamen alle landen van de wereld samen om het Outer Space-verdrag te schrijven. Dit verdrag was een gewaagde verklaring. Het zei: "Het onderzoeken en gebruik van de ruimte moet worden gedaan ten behoeve van alle mensen, ongeacht hun niveau van economische of wetenschappelijke ontwikkeling." We hebben dit ideaal niet waargemaakt, ondanks de decennia dat mensen hebben gewerkt om dit waar te maken. Krachten zoals kolonialisme, racisme en genderongelijkheid hebben veel mensen uitgesloten van de voordelen van de ruimte en hebben ons doen geloven dat de ruimte er is voor de enkelen, de rijken of de elite. Maar deze houding kunnen we ons niet permitteren, want de wereld zit in een vitale missie om het leven van iedereen te verbeteren. Onze richtlijnen van deze missie komen van de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. Alle lidstaten van de Verenigde Naties zijn het erover eens dat dit prioriteiten zijn tussen nu en 2030. Deze doelen geven ons onze belangrijkste drijfveren en kansen van onze tijd: kansen om extreme armoede te beëindigen, om te garanderen dat iedereen toegang heeft tot voedsel en schoon water. We moeten deze doelen nastreven als een wereldwijde gemeenschap. Technologie vanuit de ruimte ondersteunt duurzame ontwikkeling. In feite zijn er zes ruimteservices die kunnen helpen de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling waar te maken. In de komende paar minuten gaan we deze doelstellingen onderzoeken en zien we een paar voorbeelden van de doelen die ze helpen ondersteunen. Ben je er klaar voor? Oké. Communicatiesatellieten zorgen voor toegang tot telefoon- en internetservice op bijna elke locatie op de aarde. Dit is zeer belangrijk tijdens noodsituaties. Toen de tyfoon Haiyan de Filipijnen trof, moesten de lokale communicatienetwerken worden gerepareerd en teams brachten opblaasbare antennes mee om verbinding te maken met satellieten. Dit was nuttig tijdens de reparatie en het herstel. Positiebepalende satellieten zeggen ons waar wij zijn door te zeggen waar zij zijn. Wetenschappers kunnen met deze technologie bedreigde diersoorten volgen. Deze schildpad is uitgerust met een systeem waarmee ze haar locatie kan ontvangen van positioneringssatellieten en die stuurt dan haar locatie-info naar de wetenschappers via communicatiesatellieten. Wetenschappers kunnen met deze kennis beter beleid formuleren en beter bepalen hoe deze dieren in leven te houden. Aardobservatiesatellieten vertellen ons wat er gebeurt in ons milieu. Op dit moment worden ongeveer 150 satellieten beheerd door meer dan 60 overheidsinstanties, en dat zijn alleen diegene die de aarde observeren. Ondertussen voegen bedrijven er daar nog aan toe. De meeste overheden geven deze data van de satellieten vrij online. Sommige van deze satellieten tonen beelden als dit, die laten zien wat je normaal op een camera ziet. Dit beeld toont agrarisch land in Kansas. De meerderheid van de aardobservatiesatellieten neemt echter helemaal geen foto's. Ze doen metingen. Ze combineren die met complexe computermodellen en maken mooie, mondiale visualisaties zoals deze, die oceaanstromingen laat zien, en de temperatuur van de oceaan, mondiaal. Of we kunnen naar zout, rook en stof in de atmosfeer kijken, of de mondiale regen- en sneeuwval, evenals de jaarlijkse cyclus van vegetatie op het land en in de oceaan. Wetenschappers kunnen deze informatie over de regenval en de vegetatie gebruiken om te begrijpen op welke delen van de aarde hongersnood of droogte dreigt en die informatie vrijgeven om organisaties te helpen tijdig klaar te staan met voedselhulp voor de honger te erg wordt. In de ruimte hebben we een laboratorium op het Internationale Ruimtestation. Het toestel en alles erin zijn in een soort vrije val rondom de Aarde en ze ervaren het effect van de zwaartekracht niet. Daarom noemen wij het 'microzwaartekracht'. Astronauten reageren op een microzwaartekrachtomgeving door een versnelde veroudering van hun lichaam. Hun botten en spieren worden zwakker en hun cardiovasculaire systeem en immuunsysteem verandert. Terwijl wetenschappers leren astronauten gezond te houden in de ruimte, kunnen wij diezelfde oefeningen en technieken gebruiken om de gezondheid van de mensen op aarde te verbeteren. Terwijl we technologie ontwikkelen voor astronauten en verkenning, of voor ruimtevaartuigen, kunnen we die ontdekkingen ook voor het leven op aarde gebruiken. Dit is een van mijn favorieten. Het is een waterfiltratiesysteem. Een belangrijk onderdeel ervan is gebaseerd op de technologie om afvalwater te filtreren in het ruimtestation. Het wordt nu over de hele wereld gebruikt. De ruimte is ook een oneindige bron van inspiratie door onderwijs, door onderzoek en astronomie en die eeuwenoude ervaring van naar sterren te kijken. Landen over de hele wereld boeken vooruitgang in hun eigen ontwikkeling door hun lokale kennis te vergroten van techniek, wetenschap en ruimte. Hier zie je enkelen van 's werelds nieuwste satellietingenieurs. Dit is Elyka Abello uit Venezuela. Elyka is in opleiding als satelliettechnicus bij het satellietprogramma in Venezuela. Ze heeft een softwaretool ontworpen waarmee haar team voedingssystemen beter kan ontwerpen. Dit is Adel Castillo-Duran van de Filipijnen. Adel is zowel metroloog als satellietingenieur en de data van satellieten gebruikt ze voor het weer. Dit is Hala. Hala komt uit Soedan. Toen ze elektrotechniek studeerde in Khartoum bouwde ze samen met een paar studenten een eigen satelliet. Daardoor verdiende Hala een studiebeurs voor satelliettechniek op eindejaarsniveau. Deze verhalen die ik jullie heb verteld, illustreren dat ruimte echt nuttig is voor duurzame ontwikkeling ten behoeve van alle mensen. Maar we hebben meer werk te doen, omdat er nog barrières zijn die mensen uitsluiten van de ruimte en die de impact van deze technologie beperken. Voor veel mensen zijn observatiedata van de aarde te complex en zijn diensten van satellietcommunicatie veel te duur. Microzwaartekrachtonderzoek lijkt gewoonweg ontoegankelijk. Dit motiveert mijn werk als professor aan het Media Lab van MIT. Ik richtte net de onderzoeksgroep Space Enabled op. We proberen deze barrières te slopen die de voordelen van de ruimte beperken. We gaan ook toekomstige toepassingen ontwikkelen die blijven bijdragen tot duurzame ontwikkeling. We gaan door met dit werk totdat we kunnen zeggen dat de ruimte er is voor alle mensen en we allemaal voordeel hebben van de ruimte. Dank je wel. (Applaus)