Ruim een jaar geleden hield ik voor de derde keer in mijn leven op met bestaan. Ik onderging een kleine operatie en een anestheticum vulde mijn brein. Ik herinner me een gevoel van onthechting en uiteenvallen en kou. Toen was ik terug, slaperig en gedisoriënteerd, maar wel degelijk aanwezig. Als je ontwaakt uit een diepe slaap, weet je wellicht niet hoe laat het is, en of je je verslapen hebt, maar altijd weet je ergens wel dat er tijd verstreken is, van een verbinding tussen toen en nu. Ontwaken uit narcose is heel anders. Was ik vijf minuten, vijf uur, vijf jaar of 50 jaar weg geweest? Ik was er gewoon niet bij. Het was volstrekte vergetelheid. Anesthesie -- een moderne soort magie. Mensen worden objecten, en daarna, zo hopen we, weer mens. Het hart van dit proces is een van de laatste grote mysteries van wetenschap en filosofie. Hoe ontstaat bewustzijn? Binnen ons brein genereert de gezamenlijke activiteit van vele miljarden neuronen, elk een minuscule biologische machine, een bewuste ervaring. Niet zomaar een bewuste ervaring -- jouw bewuste ervaring in het hier en nu. Hoe kan dat? Een antwoord op die vraag is zo belangrijk omdat bewustzijn voor iedereen alles is wat bestaat. Zonder dat is er geen wereld, is er geen zelf, is er helemaal niets. Als we lijden, lijden we bewust, zij het door mentaal lijden of fysieke pijn. Als wij vreugde en lijden kunnen ervaren, hoe zit het dan met andere dieren? Hebben die ook bewustzijn? En zelfbewustzijn? En nu computers sneller en slimmer worden, komt er misschien een punt, in de nabije toekomst misschien, wanneer mijn iPhone zich van zichzelf bewust wordt. Ik acht zelf de kans op een bewuste kunstmatige intelligentie niet groot. Dat denk ik omdat mijn onderzoek mij toont dat bewustzijn minder van doen heeft met pure intelligentie en meer met onze aard als levende, ademende organismen. Bewustzijn en intelligentie zijn verschillende dingen. Je hoeft niet slim te zijn om te lijden, maar waarschijnlijk wel in leven. Ik ga je vertellen over onze bewuste ervaringen van de wereld rondom ons, en van onszelf daarbinnen, als een soort gecontroleerde hallucinaties die plaatsvinden met, door, en vanwege onze levende lichamen. Je hebt misschien gehoord dat we niets weten over hoe ons brein en lichaam bewustzijn doen ontstaan. Volgens sommigen ligt het zelfs buiten het bereik van de wetenschap. Maar in feite zien we al 25 jaar een explosie van wetenschappelijk werk op dit gebied. In mijn lab aan de universiteit van Sussex vind je wetenschappers uit alle mogelijke disciplines en soms zelfs filosofen. Gezamenlijk trachten we te begrijpen hoe bewustzijn ontstaat en wat er gebeurt als het mis gaat. De strategie is heel eenvoudig. Denk aan bewustzijn zoals we zijn gaan denken over leven. Ooit dachten mensen dat de essentie van het leven niet fysisch en chemisch kon worden verklaard. Leven moest meer zijn dan slechts een mechanisme. Maar dat denken mensen niet meer. Toen biologen verklaringen bleven vinden voor de werking van levende systemen in fysische en chemische termen -- dingen als stofwisseling, reproductie, homeostase -- begon het grote mysterie van het leven te vervagen en droegen mensen geen magische oplossingen meer aan, zoals een levenskracht of een élan vital. Net zo gaat het met bewustzijn. Zodra we zijn eigenschappen gaan verklaren in termen van activiteit in hersenen en lichamen, zal het ogenschijnlijk onoplosbare mysterie van het bewustzijn ook beginnen te vervagen. Dat is althans het plan. Laten we beginnen. Wat zijn de eigenschappen van bewustzijn? Wat zou de studie naar bewustzijn moeten verklaren? Voor nu stel ik voor dat we op twee manieren aan bewustzijn denken. Er zijn ervaringen van de wereld rondom ons, vol zicht, geluid en reuk, de multi-zintuiglijke, panoramische, 3D, volledig omringende innerlijke film. En er is het bewuste zelf. De specifieke ervaring van jou zijn of mij zijn. De hoofdrolspeler in de innerlijke film en waarschijnlijk het bewustzijnsaspect waaraan we het meest hechten. Allereerst: ervaringen van de wereld rondom ons, en met het belangrijke idee van het brein als voorspellingsmachine. Stel je bent een brein. Opgesloten in een benige schedel tracht je uit te vissen hoe de wereld eruitziet. Er is geen licht in die schedel. Geen geluid. Je enige aanwijzingen zijn stromen elektrische impulsen die slechts indirect verband houden met dingen in de wereld, wat die ook zijn. Perceptie -- uitvissen wat er is -- zal daarom een proces zijn van geïnformeerd gokwerk waarbij het brein die zintuiglijke signalen voegt bij zijn verwachtingen of aannames over de wereld om te kunnen gokken wat die signalen teweegbracht. Het brein hoort of ziet niets. Wat we waarnemen is zijn vermoeden over wat er is. Ik zal een paar voorbeelden geven. Je kent deze illusie wellicht, maar kijk er even met een verse blik naar. Als je die twee vakjes ziet, A en B, lijken het verschillende gradaties grijs. Feitelijk echter, is hun toon identiek. Dat kun je zien als ik een tweede versie bijvoeg waarin ik de twee vlakken verbind. Je ziet: geen verschil. Precies dezelfde grijstoon. En als je me nog niet gelooft: ik zal de grijze staaf verplaatsen. Het vormt één blok grijs, zonder enig verschil. Dit is dus geen goocheltruck. Het is dezelfde grijstint, maar zodra je het weghaalt, lijkt het weer anders. Wat hier dus gebeurt, is dat het brein zijn aannames gebruikt die diep verankerd liggen in het netwerk van de visuele cortex: dat een slagschaduw een oppervlak donkerder maakt. Daarom zien we B als lichter dan het echt is. Hier nog een voorbeeld, dat toont hoe vlug het brein nieuwe voorspellingen kan gebruiken om onze bewuste ervaring te veranderen. Luister maar. (Vervormde stem) Klonk vreemd, niet? Luister nog eens en probeer het te verstaan. (Vervormde stem) Nog steeds vreemd. Luister nu hiernaar. (Opname) Anil Seth: Ik vind Brexit een vreselijk slecht idee. (Gelach) En dat vind ik. Nu hoorde je het als woorden. Beluister weer het eerste geluid. Ik speel het nog eens af. (Vervormde stem) Ja? Nu hoor je de woorden. Nog eens. (Vervormde stem) Oké, wat gebeurt er hier? Het verbluffende is dat de zintuiglijke informatie naar het brein ongewijzigd is. Het enige dat verandert, is de gok die je brein doet over de bron van die informatie. Dat verandert wat je bewust hoort. Dat allemaal werpt een ander licht op de mentale basis van perceptie. Perceptie berust niet grotendeels op binnenkomende signalen uit de buitenwereld, maar evenzeer, zo niet meer, op waarnemingsvoorspellingen die de andere kant uit vloeien. We nemen de wereld niet alleen passief waar. We genereren haar actief. De wereld die we beleven komt minstens zoveel van binnen als van buiten. Ik geef nog een voorbeeld van perceptie als een actief, constructief proces. Hier combineren we immersieve virtuele realiteit met beeldbewerking om te simuleren wat het effect is van te sterke waarnemingsvoorspellingen op de ervaring. In deze panoramische video transformeerden we de wereld -- hier de universiteitscampus -- in een psychedelische speeltuin. We bewerkten de beelden met behulp van een algoritme gebaseerd op Googles 'Deep Dream' om de effecten te simuleren van overmatige waarnemingsvoorspelling. In dit geval: om honden te zien. Dat pakt dus behoorlijk vreemd uit. Bij te sterke waarnemingsvoorspellingen, zoals hier, lijkt het resultaat nogal op het soort hallucinaties die mensen beschrijven die trippen of misschien zelfs in psychose. Denk daar even over na. Als hallucinatie een soort ongecontroleerde perceptie is, dan is onze huidige perceptie ook een soort hallucinatie, gecontroleerde hallucinatie, waarbij de voorspellingen van het brein in toom worden gehouden door zintuiglijke informatie uit de wereld. In feite hallucineert iedereen voortdurend, met inbegrip van nu. Alleen, als we het eens zijn over onze hallucinaties, noemen we dat de realiteit. (Gelach) Nu ga ik je vertellen dat jouw ervaring van een zelf zijn, de specifieke ervaring van jou zijn, ook een gecontroleerde hallucinatie is, gegenereerd door het brein. Dat lijkt een zeer vreemd idee, nietwaar? Ja, gezichtsbedrog bedriegt mijn ogen, maar hoe kan ik nou misleid worden over de aard van mijn identiteit? Voor de meesten van ons is de ervaring een persoon te zijn zo vertrouwd, eenduidig en continu dat we haar vrijwel onvermijdelijk voor lief nemen. Maar dat zouden we niet moeten doen. We ervaren onszelf op vele wijzen als een zelf. Er is de ervaring van een lichaam hebben en een lichaam zijn. Er zijn ervaringen van de wereld waarnemen vanuit een eerstepersoonsperspectief. Ervaringen van voornemens om dingen te doen en oorzaak zijn van gebeurtenissen in de wereld. En er zijn ervaringen van een continue hoedanigheid als afzonderlijk persoon, opgebouwd uit een rijk scala aan herinneringen en sociale interacties. Veel experimenten tonen aan, en psychiaters en neurologen weten dit heel goed, dat deze diverse wijzen waarop we ons als 'zelf' ervaren, weg kunnen vallen. Dat betekent dat de basale achtergrondervaring een coherent zelf te zijn, een nogal fragiele constructie is van het brein. Een ervaring die, net als alle andere, uitleg behoeft. Terug naar het lichamelijke zelf. Hoe genereert het brein de ervaring een lichaam te zijn en een lichaam te hebben? Hier gelden dezelfde principes. Het brein doet een gok over wat wel en niet deel uitmaakt van zijn lichaam. Een schitterend neurologisch experiment illustreert dit. En dit neurologische experiment zou je zelfs thuis kunnen doen. Dan heb je wel deze nodig ... (Gelach) ... en wat penselen. In de rubberen-hand-illusie wordt iemands hand aan het zicht onttrokken en die rubberen nephand voor hen geplaatst. Dan worden beide handen tegelijk geaaid met een penseel terwijl de persoon kijkt naar de nephand. Bij de meeste mensen ontstaat zodoende de unheimliche gewaarwording dat de nephand deel uitmaakt van hun lichaam. Het idee is dat het gelijktijdige zien en voelen van die aanraking op een object dat lijkt op je hand en zich grofweg bevindt waar je hand is, genoeg bewijs is voor het brein om erop te gokken dat de nephand daadwerkelijk deel uitmaakt van het lichaam. (Gelach) Je kan natuurlijk alle mogelijke dingen meten, zoals geleiding van de huid, of schrikreacties. Maar dat is overbodig. Die jongen had duidelijk die nephand geassimileerd. Dat betekent dat zelfs ervaringen van wat ons lichaam is, op een soort gok berusten. Een gecontroleerde hallucinatie van het brein. Maar dan nog iets. We ervaren onze lichamen niet alleen extern als objecten in de wereld, maar ook van binnenuit. We worden allemaal ons lichaam van binnenuit gewaar. En zintuiglijke signalen uit het lichaam vertellen het brein voortdurend over de toestand van de interne organen, hoe het hart het maakt, hoe hoog de bloeddruk is, allerhande dingen. Dit soort waarneming, interoceptie genoemd, is nogal onderbelicht. Maar ze is van groot belang, want perceptie en regulering van de interne staat van het lichaam is wat ons in leven houdt. Hier is een andere versie van de rubberen-hand-illusie, uit ons lab in Sussex. Hier zien mensen een virtuele versie van hun hand, die rood pulseert, synchroon dan wel asynchroon met hun hartslag. Als het synchroon met hun hartslag pulseert, ervaren mensen dit eerder als deel van hun lichaam. Ervaringen een lichaam te hebben, zijn dus diep verankerd in het ervaren van ons lichaam van binnenuit. Ik wil nog een ding onder jullie aandacht brengen: gewaarwording van het lichaam van binnenuit verschilt sterk van gewaarwording van de buitenwereld. Als ik om me heen kijk, zie ik een wereld vol objecten -- tafels, stoelen, rubberen handen, mensen, jullie -- zelfs mijn eigen lichaam in de wereld kan ik extern gewaarworden als object. Maar mijn interne lichamelijke gewaarwording is volstrekt anders. Ik ervaar mijn nieren niet hier, mijn lever hier, mijn milt ... ... ik weet niet waar die zit. Vast ergens. Ik ervaar mijn binnenkant niet als objecten. In feite ervaar ik er weinig van tenzij er iets mis mee is. Dat is belangrijk, denk ik. Perceptie van de interne staat van het lichaam draait niet om uitvogelen wat er is, maar om controle en regulatie -- de fysiologische variabelen binnen de nauwe marges houden waarbinnen voortbestaan mogelijk is. Als het brein middels voorspellingen wil achterhalen wat er is, ervaren we objecten als de oorzaken van sensaties. Als het brein middels voorspellingen dingen wil controleren en reguleren, ervaren we hoe goed of slecht alles onder controle is. Dus onze meest basale ervaringen als zelf, als lichamelijk manifesterend organisme, wortelen diep in de biologische mechanismen die ons in leven houden. Als we dit idee helemaal volgen, zien we dat al onze bewuste ervaringen, die immers alle berusten op dezelfde mechanismen van voorspellende perceptie, alle stammen uit die fundamentele overlevingsdrang. We ervaren de wereld en onszelf met, door, en vanwege onze levende lichamen. Ik vat even stapsgewijs samen. Wat wij bewust zien, hangt af van wat ons brein gokt dat er is. Onze waargenomen wereld ontstaat van binnenuit, niet alleen andersom. De rubberen-hand-illusie toont aan dat dit geldt voor onze ervaringen van wat wel en niet ons lichaam is. En deze zelfgerelateerde voorspellingen berusten sterk op zintuiglijke signalen van diep binnen ons lichaam. Tot slot, de ervaring een belichaamd zelf te zijn, draait meer om controle en regulatie dan om achterhalen wat er is. Dus onze ervaringen van de wereld rondom ons en wij daarbinnen -- dat zijn een soort gecontroleerde hallucinaties die gevormd zijn gedurende miljoenen jaren van evolutie, om ons in leven te houden in werelden vol gevaar en kansen. Wij 'voorspellen onszelf in leven'. Ik geef je drie implicaties van dit alles. Net zoals we de wereld verkeerd kunnen waarnemen, kan dat ook met onszelf als de voorspellingsmechanismen falen. Begrip hiervan opent nieuwe kansen in psychologie en neurologie, want we kunnen eindelijk bij de mechanismen, in plaats van de symptomen te behandelen, van aandoeningen als depressie en schizofrenie. Ten tweede: wat het betekent om mij te zijn kan je niet reduceren tot, of uploaden naar een softwareprogramma dat een robot bestuurt, hoe slim of geavanceerd ook. We zijn biologische, vlees-en-bloed-dieren wier bewuste ervaringen op alle niveau's gevormd worden door de biologische mechanismen die ons in leven houden. Computers slimmer maken zal ze niet bewust maken. Tot slot: ons eigen individuele innerlijk universum, onze manier om bewust te zijn, is slechts één manier om bewust te zijn. Zelfs menselijk bewustzijn in het algemeen is slechts een kleine regio in een enorme ruimte van mogelijke bewustzijnen. Onze individuele zelven en werelden zijn voor ieder uniek, maar ze zijn alle geworteld in biologische mechanismen die we gemeen hebben met vele andere schepsels. Dit zijn fundamentele veranderingen in hoe we onszelf begrijpen, maar die zouden gevierd moeten worden, want, zoals zo vaak in de wetenschap, van Copernicus -- 'wij zijn niet het middelpunt' -- tot Darwin -- 'we zijn verwant aan alle schepsels' -- tot vandaag de dag ... ... hoe meer we begrijpen, des te groter onze verwondering en een dieper besef dat we deel uitmaken van, en niet los staan van de natuur. En ... wanneer het bewustzijn ten einde loopt, is er niets om bang van te zijn. Helemaal niets. Dank je wel. (Applaus)