Ik zal nooit vergeten hoe het klonk
als ik lachte met mijn vriendinnen.
Ik zal nooit de klank vergeten
van de stem van mijn moeder
vlak voordat ik in slaap viel.
En het zal me altijd bijblijven
hoe het geluid van een murmelend beekje
je kan troosten.
Je snapt dus wel de angst die mij overviel
toen ik als kind van 10
hoorde dat ik mijn gehoor zou verliezen.
Dat gebeurde in de loop van 5 jaar,
totdat ik uiteindelijk stokdoof was.
Maar ik geloof dat mijn gehoor kwijtraken
zo ongeveer het grootste cadeau is geweest
dat ik ooit heb gekregen.
Daardoor ervaar ik namelijk de wereld
op een unieke manier.
En ik geloof dat die unieke beleving
van mensen met een handicap
juist datgene is wat ons gaat helpen
om onze wereld te verbeteren
voor iedereen -- voor mensen
met én zonder beperking.
Als jurist maakte ik me sterk
voor de naleving en handhaving van
de wettelijke rechten van gehandicapten,
en voor het realiseren van voorzieningen.
Later moest ik me ineens gaan verdiepen
in internationale beleidsregels,
omdat ik gevraagd was
voor de Conventie van de VN
die opkomt voor gehandicapten.
Als leider van deze ngo
besteedde ik de meeste energie
aan het overtuigen van mensen
van de capaciteiten
van mensen met een handicap.
Maar ergens in die tijd,
na vele baanveranderingen
waar mijn ouders niet zo blij mee waren --
(Gelach)
kwam er ineens een idee bij me op
dat volgens mij
een krachtige oplossing biedt
voor een aantal grote problemen
die iedereen aangaan,
mensen met én zonder handicap.
En dan heb ik het over design thinking.
Design thinking is een denkkader
voor innovatie en aanpak van problemen.
Er zijn vijf stappen.
Eerste stap: het probleem definiëren
en de beperkingen in beeld brengen.
De tweede stap is: mensen observeren
in hun dagelijkse bestaan
en empathie voor hen opvatten.
Stap drie: ideeën opwerpen --
honderden, hoe meer hoe beter,
hoe wilder hoe beter.
Stap vier: een prototype maken --
zoveel mogelijk bij elkaar zoeken,
alles wat je kan helpen,
om jouw oplossing
uit te proberen, te testen
en te verfijnen.
En als laatste: implementeren --
zorgen dat jouw oplossing
ook op de lange duur goed werkt.
Warren Berger zegt dat design thinking
ons leert om opzij te kijken,
te herkaderen, te verfijnen,
te experimenteren
en, waarschijnlijk het belangrijkst,
om allerlei domme vragen te stellen.
Design thinkers gaan ervan uit
dat iedereen creatief is.
Ze geloven in het bijeenbrengen
van mensen van allerlei disciplines,
omdat ze allerlei invalshoeken
met elkaar willen delen,
naast elkaar willen leggen
en tenslotte samenvoegen
om iets nieuws tot stand te brengen.
Design thinking is zo'n succesvolle,
veelzijdige methodiek
dat het al is toegepast
in bijna ieder denkbaar werkveld.
Ik zag de potentie ervan
voor de problemen die ik tegenkwam,
dus besloot ik weer te gaan studeren
en wel voor een masterdiploma
in sociaal-design.
Daar leer je om met behulp van design
een positieve verandering
te bewerkstelligen.
Toen ik daar was,
stortte ik mij op houtbewerken.
Maar ik merkte al snel
dat er steeds iets bepaalds misging.
Werk je met gereedschap,
dan kun je vlak voordat
het een terugslag geeft
-- het stuk hout of je gereedschap
schiet uit je handen --
dat horen aankomen.
Dat geluid kon ik niet horen.
Dus ik besloot:
dit ga ik oplossen.
Mijn oplossing was een veiligheidsbril
die met een visueel signaal aangaf
dat het toerental
van het gereedschap terugliep
nog voordat een mens het kon horen.
Waarom waren de werktuigbouwers
daar niet opgekomen?
(Gelach)
Twee redenen: één, ik was een beginner.
Ik werd niet gehinderd door ervaring
of conventionele wijsheid.
Reden twee: ik was doof.
Mijn unieke beleving van de wereld
leidde mij naar deze oplossing.
Later kwam ik steeds vaker
oplossingen tegen
die oorspronkelijk waren bedacht
voor mensen met een handicap,
maar uiteindelijk dankbaar door iedereen
werden opgepakt en in gebruik genomen,
los van elke handicap.
Dit is een OXO aardappelschiller.
Oorspronkelijk ontworpen
voor mensen met reuma,
maar hij schilde zo fijn
dat iedereen hem wilde.
Sms'en was oorspronkelijk
ontwikkeld voor dove mensen.
En zoals jullie weten
vindt iedereen sms'en leuk.
(Gelach)
Dat zette me aan het denken:
als we nu eens andersom gingen werken
en gingen ontwerpen voor gehandicapten
in plaats van voor normale mensen.
Wanneer we direct voor
de gehandicapte ontwerpen,
stuiten we vaak op oplossingen
die niet alleen breder toepasbaar zijn
maar ook vaak beter zijn
dan ontwerpen voor standaard mensen.
Kijk, daar word ik blij van,
want het betekent dat de energie
die nodig is om voor een gehandicapte
een probleem op te lossen,
als we er doortastend, slim en flexibel
mee aan het werk gaan,
een creatieve, innovatieve kracht is.
We stoppen met mensen aan te moedigen
om alles waarin ze tekort komen
maar te verdragen,
en we worden als de alchemist,
de magiër waar deze wereld
zo wanhopig op zit te wachten
om haar nijpende problemen op te lossen.
Maar ik geloof bovendien
dat mensen met een handicap
uitstekende ontwerpers kunnen zijn
als ze werken vanuit design thinking.
Zonder het te weten
ben ik al van jongs af aan
een design thinker geweest
en ben ik er steeds beter in geworden.
Design thinkers zijn
geboren probleemoplossers.
Als zo iemand naar een gesprek luistert
en maar de helft verstaat
van wat er wordt gezegd,
moet je hem niet vragen
om het woord voor woord te herhalen.
Daar raakt hij maar gefrustreerd van.
Zonder dat ik het besefte
loste ik dit op door uit te gaan
van het gedempte geluid dat ik hoorde,
als de maat van muziek,
en dat om te zetten in een ritme
dat ik overbracht op de lipbewegingen.
Jaren later zei iemand tegen mij
dat mijn geschreven teksten ritme hadden.
Dat komt dus doordat ik
gesprekken als ritmisch ervaar.
Ik werd ook heel erg goed in fouten maken.
(Gelach)
Echt waar.
Voor mijn eerste semester Spaans
scoorde ik maar een 5.
Maar ik nam mijzelf
eens goed onder handen,
veranderde hier en daar wat
en uiteindelijk slaagde ik.
Zo word je bij design thinking
gestimuleerd om fouten te maken --
vaak fouten te maken --
want uiteindelijk zul je succes hebben.
Er zijn maar weinig grote innovaties
waarbij iemand al succes had
bij de eerste poging.
Dit heb ik ook in de sport ervaren.
Ik vergeet nooit dat mijn trainer
tegen mijn moeder zei:
"Als ze dat hoorprobleem niet had gehad,
zou ze in het nationale team zitten."
Maar mijn trainer wist toen nog niet
-- en ik al evenmin als hij --
dat mijn hoorprobleem mij juist hielp
om in sport uit te blinken.
Want als je je gehoor verliest,
pas je niet alleen je gedrag aan,
maar je andere zintuigen veranderen ook.
Zo ben ik alerter geworden
over de volle breedte
van mijn gezichtsveld.
Stel je eens een voetballer voor
die van links op mij, de keeper, afkomt
en verplaats je dan in mijn positie.
De bal komt van links op je af.
Het actieve gezichtsveld van iemand
met een normaal gehoor zou zó zijn.
Ik had het voordeel van zó'n gezichtsveld,
dus ik merkte de spelers hier op
die zich over het veld bewogen
en op mij afkwamen.
En ik zag ze eerder,
zodat ik als ze een pass gaven
mijn positie kon wijzigen
om klaar te staan voor het schot.
Je ziet wel
dat ik al bijna mijn hele leven
een design thinker was.
Mijn visuele alertheid is gescherpt,
zodat ik dingen oppik
die anderen nooit zouden opmerken.
Ik moest me altijd de hele dag aanpassen
en nu kan ik uitstekend ideeën genereren
en problemen oplossen.
Ik heb dit vaak moeten doen
binnen grenzen en met beperkingen.
Dat is iets waar ontwerpers
ook vaak mee te maken hebben.
Onlangs moest ik naar Haïti.
Ontwerpers zoeken vaak
extreme situaties op,
want die leiden vaak
tot de beste ontwerpen.
En Haïti -- was net een perfecte storm.
Ik woonde en werkte samen
met 300 dove mensen
die daar waren ondergebracht
na de aardbeving van 2010.
Maar na vijfeneenhalf jaar
was er nog steeds geen elektriciteit;
er was nog geen veilig drinkwater;
er was nog steeds geen werkgelegenheid;
er was nog steeds veel criminaliteit
die onbestraft bleef.
Internationale hulporganisaties
kwamen, de een na de ander.
Maar ze kwamen
met kant-en-klare oplossingen.
Ze kwamen niet om te kijken
en te luisteren en hun plannen te baseren
op wat er ter plekke nodig was.
Eén organisatie kwam aanzetten
met geiten en kuikens.
Maar men had niet door
dat daar zoveel honger was
dat wanneer de doven,
die niets horen, naar bed gingen
de mensen in hun tuinen kwamen
en bij hen inbraken
om hun kippen en geiten te stelen,
en op het laatst waren ze allemaal weg.
Had die organisatie de tijd genomen
om dove mensen te observeren
en naar hun leefomgeving te kijken,
dan hadden ze beseft wat het probleem was
en waren ze misschien
met een andere oplossing gekomen,
zoals een schijnwerper op zonne-energie
om een goed afsluitbaar nachtverblijf
voor de dieren in het licht te zetten
voor de veiligheid.
Je hoeft geen design thinker te zijn
om de ideeën toe te passen
die ik vandaar met jullie heb gedeeld.
Jullie zijn creatief.
Jullie zijn ontwerpers --
net als iedereen.
Laat mensen als ik jullie mogen helpen.
Laat mensen met een handicap
je helpen om opzij te kijken
en daarbij gaandeweg
grote problemen op te lossen.
Dat was het. Dankjewel.
(Applaus)