0:00:00.420,0:00:05.540 We moeten 5/6 vermenigvuldigen met 2/3[br]en het antwoord vereenvoudigen 0:00:05.570,0:00:07.450 Laten we gewoon deze twee getallen vermenigvuldigen. 0:00:07.450,0:00:13.090 We hebben dus 5/6 x 2/3. 0:00:13.090,0:00:16.967 Het vermenigvuldigen van breuken is eigenlijk simpel 0:00:17.039,0:00:20.190 De nieuwe teller, dus de teller van het produkt, is 0:00:20.190,0:00:22.880 gewoon het produkt van de twee tellers, of het nieuwe getal boven 0:00:22.880,0:00:25.340 is het produkt van de andere twee getallen boven. 0:00:25.340,0:00:29.240 De teller van ons produkt is dus gewoon 5 x 2. 0:00:29.240,0:00:37.250 Het is dus gelijk aan 5 x 2 gedeeld door 6 x 3, wat gelijk is 0:00:37.250,0:00:43.490 aan -- 5 x 2 = 10 en 6 x 3 = 18 -- dus 0:00:43.490,0:00:44.710 het is gelijk aan 10/18. 0:00:44.710,0:00:49.712 Dat kun je zien als 2/3 van 5/6 of 0:00:49.773,0:00:53.640 als 5/6 van 2/3. 0:00:53.640,0:00:54.750 En dit is het juiste antwoord. 0:00:54.750,0:00:57.220 Het is 10/18, maar wanneer je naar deze twee getallen kijkt, 0:00:57.220,0:00:59.460 zie je onmiddelijk, of zou je onmiddelijk kunnen zien, dat ze 0:00:59.460,0:01:01.500 gemeenschappelijke factoren hebben. 0:01:01.500,0:01:03.990 Ze zijn allebei deelbaar door 2, [br]dus als we willen vereenvoudigen 0:01:03.990,0:01:07.020 moeten we ze allebei door 2 delen. 0:01:07.020,0:01:12.800 Als je dus 10 deelt door 2, en 18 door 2, dan krijg je 0:01:12.800,0:01:17.510 10 gedeeld door 2 is 5, en 18 gedeeld door 2 is 9. 0:01:17.510,0:01:20.780 Nu had je deze stap ook al eerder kunnen doen 0:01:20.827,0:01:23.176 Je had het zelfs al kunnen doen voordat [br]we vermenigvuldigden 0:01:23.220,0:01:24.450 Je had het hier kunnen doen. 0:01:24.450,0:01:26.450 Je had kunnen zeggen, oke, ik heb een 2 in de teller en 0:01:26.450,0:01:29.260 ik heb iets in de noemer dat door 2 deelbaar is, dus 0:01:29.260,0:01:32.710 laat ik de teller door 2 delen, dan wordt dit een 1. 0:01:32.710,0:01:37.090 Laten we de noemer door 2 delen, dan wordt dit een 3. 0:01:37.090,0:01:42.070 En dan heb je 5 x 1 = 5, en 3 x 3 = 9. 0:01:42.070,0:01:44.200 Het is dus eigenlijk hetzelfde wat we hier deden. 0:01:44.200,0:01:47.370 We deden het nu alleen voordat[br]we het produkt uitrekenden. 0:01:47.370,0:01:49.220 Je kan het trouwens ook meteen hier doen. 0:01:49.220,0:01:53.859 Als je het meteen hier zou doen, zou je zeggen: 0:01:53.890,0:01:56.190 6 x 3 wordt uiteindelijk de noemer. 0:01:56.190,0:02:00.030 5 x 2 wordt uiteindelijk de teller. 0:02:00.030,0:02:03.660 Laten we dus de teller door 2 delen, zodat dit een 1 wordt. 0:02:03.660,0:02:05.180 En laten we de noemer door 2 delen. 0:02:05.180,0:02:07.550 Dit is deelbaar door 2, dus dat wordt een 3. 0:02:07.550,0:02:13.630 En het wordt 5 x 1 = 5, en 3 x 3 = 9. 0:02:13.630,0:02:15.210 Dus, welke manier je ook kiest, het werkt altijd. 0:02:15.210,0:02:18.450 Als je het op deze manier doet, zie je [br]wat beter zien hoe de factoren 0:02:18.450,0:02:20.910 tegen elkaar wegvallen, dus is het beter herkenbaar 0:02:20.910,0:02:25.506 wat deelbaar is door wat, of je kunt[br]op het eind vereenvoudigen