1 00:00:00,000 --> 00:00:00,700 2 00:00:00,700 --> 00:00:03,130 William en Luis zitten in verschillende natuurkunde klassen 3 00:00:03,130 --> 00:00:04,370 in Santa Rita. 4 00:00:04,370 --> 00:00:07,750 De leraar van Luis geeft altijd proefwerken met 30 vragen, 5 00:00:07,750 --> 00:00:10,870 terwijl Williams leraar vaker proefwerken 6 00:00:10,870 --> 00:00:14,150 geeft met maar 24 vragen. 7 00:00:14,150 --> 00:00:17,802 De leraar van Luis wijst ook drie projecten per jaar toe. 8 00:00:17,802 --> 00:00:20,260 Ook al krijgen de twee klassen een verschillend 9 00:00:20,260 --> 00:00:22,270 aantal proefwerken, hun leraren hebben gezegd 10 00:00:22,270 --> 00:00:25,250 dat beide klassen 11 00:00:25,250 --> 00:00:29,040 hetzelfde aantal proefwerkvragen krijgen elk jaar. 12 00:00:29,040 --> 00:00:32,850 Wat is het minimum aantal proefwerkvragen 13 00:00:32,850 --> 00:00:36,807 dat de klas van William of Luis kan verwachten in een jaar? 14 00:00:36,807 --> 00:00:38,390 Laat eens denken wat er gebeurt. 15 00:00:38,390 --> 00:00:40,014 Als we de leraar van Luis nemen, die 16 00:00:40,014 --> 00:00:44,590 30 vragen per proefwerk geeft, dan na het eerste proefwerk, 17 00:00:44,590 --> 00:00:46,850 heeft hij 30 vragen gehad. 18 00:00:46,850 --> 00:00:48,750 Dus dit is 30 hier. 19 00:00:48,750 --> 00:00:52,240 Na het tweede proefwerk heeft hij er 60 gehad. 20 00:00:52,240 --> 00:00:56,150 Na het derde proefwerk heeft hij er 90 gehad. 21 00:00:56,150 --> 00:01:00,070 En na het vierde proefwerk heeft hij er 120 gehad. 22 00:01:00,070 --> 00:01:03,480 En na het vijfde proefwerk, als er een vijfde is, 23 00:01:03,480 --> 00:01:06,700 heeft hij er-- dit is als hij er zoveel heeft gehad-- 24 00:01:06,700 --> 00:01:08,912 komt hij op 150 vragen in totaal. 25 00:01:08,912 --> 00:01:10,620 En we kunnen door blijven gaan 26 00:01:10,620 --> 00:01:12,467 en veelvouden van 30 opschrijven. 27 00:01:12,467 --> 00:01:14,800 Dus dit is waarschijnlijk een hint waar we aan moeten denken. 28 00:01:14,800 --> 00:01:16,549 We kijken naar veelvouden van getallen. 29 00:01:16,549 --> 00:01:19,710 We willen de minimum aan veelvouden of het kleinste veelvoud. 30 00:01:19,710 --> 00:01:20,950 Dus dat is met Luis. 31 00:01:20,950 --> 00:01:22,710 Hoe zit dat met William? 32 00:01:22,710 --> 00:01:25,650 Na het eerste proefwerk, 33 00:01:25,650 --> 00:01:29,220 hebben ze 24 vragen gekregen. 34 00:01:29,220 --> 00:01:32,770 Dan hebben ze 48 vragen gehad na de tweede test. 35 00:01:32,770 --> 00:01:37,420 Dan hebben ze 72 gehad na het derde proefwerk. 36 00:01:37,420 --> 00:01:39,250 Dan hebben ze er 96 gehad. 37 00:01:39,250 --> 00:01:41,820 Ik neem gewoon veelvouden van 24. 38 00:01:41,820 --> 00:01:45,030 Dan hebben ze er 96 gehad na het vierde proefwerk. 39 00:01:45,030 --> 00:01:49,610 En na het vijfde proefwerk hebben ze er 120 gehad. 40 00:01:49,610 --> 00:01:55,160 Als er een zesde proefwerk is, hebben ze er 144 gehad. 41 00:01:55,160 --> 00:01:57,430 En zo zouden we alsmaar door kunnen gaan. 42 00:01:57,430 --> 00:01:58,300 43 00:01:58,300 --> 00:02:00,180 Wat is het minimum aantal proefwerkvragen 44 00:02:00,180 --> 00:02:03,200 dat de klas van William of Luis kan verwachten in een jaar? 45 00:02:03,200 --> 00:02:04,710 Nou, het minimum aantal is het punt 46 00:02:04,710 --> 00:02:07,380 waar ze hetzelfde aantal proefwerkvragen hebben gehad, 47 00:02:07,380 --> 00:02:09,190 ondanks het feit dat de test een 48 00:02:09,190 --> 00:02:10,617 verschillend aantal vragen had. 49 00:02:10,617 --> 00:02:12,950 En je ziet het punt waarop ze hetzelfde aantal hebben 50 00:02:12,950 --> 00:02:14,880 op 120. 51 00:02:14,880 --> 00:02:16,770 Dit gebeurt bij 120. 52 00:02:16,770 --> 00:02:19,300 Ze kunnen beiden exact 120 vragen krijgen 53 00:02:19,300 --> 00:02:21,840 ook al geeft de leraar van Luis er 30 per keer 54 00:02:21,840 --> 00:02:25,240 en de leraar van William er 24 per keer. 55 00:02:25,240 --> 00:02:28,469 Dus het antwoord is 120. 56 00:02:28,469 --> 00:02:30,510 En kijk, ze hebben een verschillend aantal proefwerken. 57 00:02:30,510 --> 00:02:33,650 Luis had er een, twee, drie, vier proefwerken 58 00:02:33,650 --> 00:02:36,300 terwijl William er een, twee, drie, vier, vijf zou krijgen. 59 00:02:36,300 --> 00:02:37,570 60 00:02:37,570 --> 00:02:41,270 Maar dat resulteert voor beiden op 120 vragen. 61 00:02:41,270 --> 00:02:44,100 Denkend in termen van wiskundige notatie 62 00:02:44,100 --> 00:02:47,370 of de kleinste gemene veelvoud notatie die we eerder zagen, 63 00:02:47,370 --> 00:02:55,650 dan is dit eigenlijk ons vragen wat de kleinste gemene veelvoud van 30 64 00:02:55,650 --> 00:02:56,980 en 24 is. 65 00:02:56,980 --> 00:03:02,692 En dat kleinst gemene veelvoud is gelijk aan 120. 66 00:03:02,692 --> 00:03:04,150 Er is een andere manier hoe je 67 00:03:04,150 --> 00:03:06,399 het kleinste gemene veelvoud kan vinden dan alleen 68 00:03:06,399 --> 00:03:07,870 naar de veelvouden te kijken. 69 00:03:07,870 --> 00:03:10,440 Je kan het ook ontbinden in priemfactoren. 70 00:03:10,440 --> 00:03:15,290 30 is 2 keer 15, dat is 3 keer 5. 71 00:03:15,290 --> 00:03:20,420 We kunnen dus zeggen dat 30 gelijk is aan 2 keer 3 keer 5. 72 00:03:20,420 --> 00:03:28,580 En 24-- dat is een andere kleur dan die blauwe-- 24 73 00:03:28,580 --> 00:03:31,570 is gelijk aan 2 keer 12. 74 00:03:31,570 --> 00:03:33,846 12 is gelijk aan 2 keer 6. 75 00:03:33,846 --> 00:03:36,080 6 is gelijk aan 2 keer 3. 76 00:03:36,080 --> 00:03:44,660 Dus 24 is gelijk aan 2 keer 2 keer 2 keer 3. 77 00:03:44,660 --> 00:03:47,250 Dus een andere manier om het kleinst gemene veelvoud te vinden, 78 00:03:47,250 --> 00:03:49,720 als we deze oefening hierboven niet hadden gedaan, 79 00:03:49,720 --> 00:03:52,820 is zeggen, het getal moet deelbaar zijn door zowel 30 als 24. 80 00:03:52,820 --> 00:03:54,810 Als het deelbaar is door 30, 81 00:03:54,810 --> 00:04:00,060 dan heeft het 2 keer 3 keer 5 82 00:04:00,060 --> 00:04:01,430 in zijn priemfactoren. 83 00:04:01,430 --> 00:04:03,420 Dat is in principe 30. 84 00:04:03,420 --> 00:04:05,830 Dus dit maakt het deelbaar door 30. 85 00:04:05,830 --> 00:04:10,050 Om deelbaar te zijn door 24, 86 00:04:10,050 --> 00:04:13,750 moeten zijn priemfactoren bestaan uit 3 tweeën en een 3. 87 00:04:13,750 --> 00:04:15,230 We hebben al één drie. 88 00:04:15,230 --> 00:04:18,040 En we hebben al één tweee, dus we hebben nog 2 tweeën nodig. 89 00:04:18,040 --> 00:04:20,740 Dus 2 keer 2. 90 00:04:20,740 --> 00:04:24,340 Dit maakt het-- 91 00:04:24,340 --> 00:04:29,080 Dit hier maakt het deelbaar door 24. 92 00:04:29,080 --> 00:04:32,030 En dit is dus de ontbinding in priemfactoren 93 00:04:32,030 --> 00:04:34,920 van het kleinste gemene veelvoud van 30 en 24. 94 00:04:34,920 --> 00:04:37,300 Je neemt één van deze getallen weg, 95 00:04:37,300 --> 00:04:40,251 en het is niet deelbaar meer door één of twee van deze getallen. 96 00:04:40,251 --> 00:04:40,750 en het is niet deelbaar meer door één of twee van deze getallen. 97 00:04:40,750 --> 00:04:43,333 Als je een twee weghaalt, is het niet meer deelbaar door 24. 98 00:04:43,333 --> 00:04:43,950 Als je een twee weghaalt, is het niet meer deelbaar door 24. 99 00:04:43,950 --> 00:04:45,830 Als je een twee of een drie weghaalt. 100 00:04:45,830 --> 00:04:50,520 Als je een drie of een vijf weghaalt, 101 00:04:50,520 --> 00:04:53,145 dan is het niet meer deelbaar door 30. 102 00:04:53,145 --> 00:04:55,020 Dus als je deze met elkaar vermenigvuldigt, 103 00:04:55,020 --> 00:05:04,170 2 keer 2 keer 2 is 8 keer 3 is 24 keer 5 is 120. 104 00:05:04,170 --> 00:05:06,740 Laten we er nog zo een doen. 105 00:05:06,740 --> 00:05:09,971 Umama heeft zojuist een pak met 21 verzamelmappen gekocht. 106 00:05:09,971 --> 00:05:11,220 Laat me dat getal opschrijven. 107 00:05:11,220 --> 00:05:12,660 21 mappen. 108 00:05:12,660 --> 00:05:14,800 Ze kocht ook een pak met 30 potloden. 109 00:05:14,800 --> 00:05:17,860 110 00:05:17,860 --> 00:05:20,240 Ze wil al deze mappen en potloden 111 00:05:20,240 --> 00:05:23,060 identieke setjes met schoolspullen maken 112 00:05:23,060 --> 00:05:24,650 voor haar klasgenoten. 113 00:05:24,650 --> 00:05:27,540 Wat is het grootste aantal identieke setjes 114 00:05:27,540 --> 00:05:29,456 dat Umama kan maken als ze alle spullen wil opmaken? 115 00:05:29,456 --> 00:05:31,330 Het feit dat we spreken over het grootste 116 00:05:31,330 --> 00:05:33,246 is een aanwijzing dat we waarschijnlijk te maken hebben 117 00:05:33,246 --> 00:05:34,620 met grootste gemene delers. 118 00:05:34,620 --> 00:05:36,710 En we krijgen ook te maken met het delen van deze dingen. 119 00:05:36,710 --> 00:05:39,660 We willen deze beide delen in het grootste 120 00:05:39,660 --> 00:05:44,764 aantal gelijke setjes. 121 00:05:44,764 --> 00:05:46,930 Er is een aantal manieren waarop we dit kunnen doen. 122 00:05:46,930 --> 00:05:49,060 Bedenk eens wat de grootste gemene deler 123 00:05:49,060 --> 00:05:51,100 van deze beide getallen is. 124 00:05:51,100 --> 00:05:53,450 Of ik kan zelfs zeggen, de grootste gemene factor. 125 00:05:53,450 --> 00:06:00,500 De grootste gemene deler van 21 en 30. 126 00:06:00,500 --> 00:06:04,280 Wat is het grootste getal waarmee je beide kan delen? 127 00:06:04,280 --> 00:06:05,902 We kunnen dat doen met de priemfactor. 128 00:06:05,902 --> 00:06:07,610 We kunnen een lijst maken met hun priemfactoren 129 00:06:07,610 --> 00:06:09,570 en kijken wat de grootste gemeenschappelijke is. 130 00:06:09,570 --> 00:06:16,700 Of we kunnen kijken naar de ontbinding in priemfactoren. 131 00:06:16,700 --> 00:06:18,820 Laten we de ontbinding in priemfactoren doen. 132 00:06:18,820 --> 00:06:21,760 21 is hetzelfde als 3 keer 7. 133 00:06:21,760 --> 00:06:23,690 Dit zijn beide priemgetallen. 134 00:06:23,690 --> 00:06:27,140 30 is, eens kijken, is 3-- 135 00:06:27,140 --> 00:06:30,210 of eigenlijk-- het is 2 keer 15. 136 00:06:30,210 --> 00:06:32,110 We hebben dit daarnet al gedaan. 137 00:06:32,110 --> 00:06:34,620 En 15 is 3 keer 5. 138 00:06:34,620 --> 00:06:37,680 Dus wat is het grootste aantal priemgetallen dat 139 00:06:37,680 --> 00:06:39,780 gelijk is aan beide ontbindingen in priemfactoren? 140 00:06:39,780 --> 00:06:42,820 Nou, je hebt alleen een drie daar. 141 00:06:42,820 --> 00:06:44,820 En je hebt geen drie keer iets anders. 142 00:06:44,820 --> 00:06:47,420 Dus dit is gewoon gelijk aan 3. 143 00:06:47,420 --> 00:06:48,900 Dit vertelt ons, 144 00:06:48,900 --> 00:06:54,760 kijk, we kunnen deze beide getallen delen door 3 145 00:06:54,760 --> 00:06:56,740 en dat geeft ons het grootste 146 00:06:56,740 --> 00:06:58,504 aantal gelijke setjes. 147 00:06:58,504 --> 00:07:00,170 Om duidelijk te maken wat we hebben gedaan, 148 00:07:00,170 --> 00:07:02,260 het antwoord op de vraag is 3, 149 00:07:02,260 --> 00:07:04,360 maar om het te visualiseren voor deze vraag, 150 00:07:04,360 --> 00:07:07,070 laten we 21 mappen tekenen. 151 00:07:07,070 --> 00:07:13,728 Zeg, de 21 mappen, 1, 2 ... 9, 10, 152 00:07:13,728 --> 00:07:19,320 11, 12 ... 20, 21 153 00:07:19,320 --> 00:07:22,760 En dan 30 potloden, ik doe ze in groen. 154 00:07:22,760 --> 00:07:27,700 Dus 1, 2 ... 9, 10 155 00:07:27,700 --> 00:07:29,480 laat me dit kopiëren. 156 00:07:29,480 --> 00:07:31,660 Het wordt wat eentonig. 157 00:07:31,660 --> 00:07:35,510 158 00:07:35,510 --> 00:07:41,630 Dat is 30 en dat is 30. 159 00:07:41,630 --> 00:07:45,030 We hebben gevonden dat 3 is het grootste aantal dat 160 00:07:45,030 --> 00:07:46,750 we beide gelijk mee kunnen delen. 161 00:07:46,750 --> 00:07:50,670 Dus ik kan beide in groepen van 3 verdelen. 162 00:07:50,670 --> 00:07:55,390 Voor de mappen, kan ik ze in drie groepen van 7 delen. 163 00:07:55,390 --> 00:07:58,400 En de potloden kan ik het 164 00:07:58,400 --> 00:08:01,320 in drie groepen van 10 doen. 165 00:08:01,320 --> 00:08:03,050 Dus als er drie mensen zijn die 166 00:08:03,050 --> 00:08:05,710 naar het klaslokaal komen, 167 00:08:05,710 --> 00:08:11,640 kan ik ze ieder een set van zeven mappen en 10 potloden geven. 168 00:08:11,640 --> 00:08:14,290 Maar dat is het grootste aantal identieke setjes dat 169 00:08:14,290 --> 00:08:15,270 Umama kan maken. 170 00:08:15,270 --> 00:08:16,450 Ik heb drie setjes. 171 00:08:16,450 --> 00:08:22,000 Elke set heeft zeven mappen en 10 potloden. 172 00:08:22,000 --> 00:08:23,500 En we zijn eigenlijk aan het bedenken 173 00:08:23,500 --> 00:08:27,960 wat het aantal van deze setjes is waarin we kunnen verdelen. 174 00:08:27,960 --> 00:08:30,050 Het grootste aantal dat we ze in 175 00:08:30,050 --> 00:08:33,263 gelijke setjes kunnen verdelen. 176 00:08:33,263 --> 00:08:33,763