Mijn studenten vragen me vaak: "Wat is sociologie?" En ik vertel ze: "Het is een studie over de manier waarop mensen worden gevormd door dingen die ze niet zien." Dan vragen ze: "Dus hoe kan ik socioloog worden? Hoe kan ik deze onzichtbare invloeden begrijpen?" En ik zeg: "Inlevingsvermogen." Begin met inlevingsvermogen. Het begint allemaal met inlevingsvermogen. Plaats jezelf uit je eigen schoenen, en in de schoenen van een ander." Hier, ik zal een voorbeeld geven. Dus ik stel me mijn leven voor, als honderd jaar geleden China de machtigste natie in de wereld zou zijn geweest en deze naar de VS zouden zijn gekomen op zoek naar steenkool, en ze hier grote hoeveelheden van gevonden zouden hebben. Vrij snel zouden ze die steenkool vervoeren, ton voor ton, trein voor trein, bootlading voor bootlading, naar China en andere plaatsen over de hele wereld. Ze zouden heel rijk geworden zijn door dit te doen. Ze zouden prachtige steden hebben gebouwd, en dat kwam allemaal door die steenkool. Hier in de Verenigde Staten zagen we economische wanhoop, ontberingen. Dit is wat ik zag. Ik zag mensen die moeite hadden met rondkomen, niet wetend wat wat was en wat er zou volgen. Toen stelde ik mijzelf de vraag. Ik zeg: "Hoe is het mogelijk dat we hier in Amerika zo arm zijn, omdat het steenkool zo winstgevend is, het is zo veel geld waard?" Ik besefte dat dat was omdat de Chinezen zichzelf geliefd hebben gemaakt bij een kleine leidinggevende klasse hier in de VS, die al dat geld hebben gestolen en al die weelde voor zichzelf houden. De anderen, de grote meerderheid, worstelt om rond te komen. De Chinezen gaven deze kleine leidinggevende elite heel veel militaire wapens en ingewikkelde technologie om zeker te weten dat mensen als ik deze relatie niet openlijk in vraag zouden stellen. Klinkt dit bekend? Ze deden dingen zoals het trainen van Amerikanen om te helpen met het beschermen van de steenkool. Overal waren er symbolen van de Chinezen -- overal, een constante herinnering. En daar in China, wat zeggen ze in China? Niets. Ze praten niet over ons. Ze praten niet over steenkool. Als je het ze vraagt, dan zeggen ze: "Nou, over steenkool, die steenkool hebben we nodig. Ik bedoel, kom op, ik ga mijn thermostaat niet omlaag draaien. Dat kan je niet van me verwachten." Dus word ik boos, en ik word heel boos, zoals zoveel normale mensen. We vechten terug, en het gaat er lelijk aan toe. De Chinezen reageren op niet erg fraaie wijze. Voor we het weten sturen ze tanks. Dan sturen ze troepen, Veel mensen gaan dood. Het is een hele, hele moeilijke situatie. Kan jij je voorstellen wat je zou voelen als je in mijn schoenen zou staan? Kan je je voorstellen dat je dit gebouw uit loopt en dat je een tank ziet staan of een busje vol soldaten? Stel je gewoon voor wat je zou voelen. Want je weet waarom ze hier zijn en je weet wat ze hier doen. Je voelt gewoon woede en je voelt angst. Als je dat kan, dat is empathie -- dat is inlevingsvermogen. Je hebt je schoenen verlaten en in de mijne gestaan. Dat moet je voelen. Okay, dat was de opwarming. Dat is de opwarming. Nu gaan we een heel radicaal experiment doen. Voor de rest van mijn praatje wil ik dat je jezelf in de schoenen plaatst van een normale Arabische moslim die in het Midden-Oosten woont -- meer bepaald in Irak. Om je te helpen: misschien hoor je wel bij deze familie uit de middenklasse in Bagdad. Wat jij wil, is het beste voor je kinderen. Je wil dat je kinderen een beter leven hebben. Je bekijkt het nieuws. Je let goed op. Je leest de krant. Je gaat naar een cafeetje met je vrienden. Je leest de kranten van over de hele wereld. Soms kijk je zelfs satelliet-tv, CNN uit Amerika. Dus je hebt een beeld van wat de Amerikanen denken. Maar echt, je wil gewoon een beter leven voor jezelf. Dat is wat je wil. Je bent een Arabische moslim die in Irak woont. Je wil een beter leven voor jezelf. Dus hier, laat me je helpen. Laat me je helpen met een aantal dingen die jij misschien denkt. Ten eerste: deze inval in jouw land deze afgelopen 20 jaar, en daarvoor, de reden dat iemand geïnteresseerd is in jouw land, en met name de VS, dat is olie. Het gaat allemaal om olie. Jij weet dat. Iedereen weet dat. Mensen hier in de Verenigde Staten weten dat het om olie gaat. Het is zo omdat iemand anders een plan heeft voor jullie grondstof. Het is jullie grondstof, niet die van iemand anders. Het is jullie land. Het is jullie grondstof. Iemand anders heeft er een idee voor. Weet je waarom ze een idee hebben? Weet je waarom ze hun oog erop hebben laten vallen? Omdat ze een compleet economisch stelsel hebben dat volledig afhangt van die olie -- buitenlandse olie, olie van andere delen van de wereld die ze niet bezitten. Wat denk je nog meer over deze mensen? De Amerikanen, die zijn rijk. Kom op, ze wonen in grote huizen, ze hebben grote auto's. Ze hebben allemaal blond haar en blauwe ogen. Ze zijn gelukkig. Dat denk je. Dat is natuurlijk niet waar, maar dat is het beeld dat de media jou geeft. Ze hebben grote steden. De steden zijn allemaal afhankelijk van olie. En thuis, wat zie je daar? Armoede, wanhoop, strijd. Kijk, je woont niet in een rijk land. Dit is Irak. Dit is wat je ziet. Mensen hebben moeite met rondkomen. Ik bedoel, het is niet makkelijk. Je ziet veel armoede. En je voelt hier iets bij. Deze mensen hebben plannen voor jullie grondstof, en dit is wat je ziet? Je ziet nog iets waar je over praat -- Amerikanen praten hier niet over, maar jij wel. Er is een ding, de militarisering van de wereld, en het centrum ervan ligt in de VS. De Verenigde Staten zijn verantwoordelijk voor bijna de helft van de militaire uitgaven over de hele wereld -- vier procent van de wereldbevolking. Je voelt dat. Je ziet dat iedere dag. Het is een deel van je leven. Je praat erover met je vrienden. Je leest erover. Toen Saddam Hoessein nog aan de macht was, maakte het de Amerikanen niet uit dat hij criminele dingen deed. Toen hij de Koerden en de Iraniërs vergaste, kon het ze niets schelen. Toen de olie op het spel stond, toen, ineens, gingen de dingen een rol spelen. Wat je ziet, nog zo iets, de Verenigde Staten, het centrum van democratie over de hele wereld, die lijken niet echt wereldwijd de democratische landen te steunen. Er zijn een heleboel landen, olieproducerende landen, die niet heel democratisch zijn, maar wel gesteund worden door de VS. Dat is raar. Oh, deze invallen, deze twee oorlogen, de tien jaren van sancties, de acht jaren van bezetting, de oproer die op jullie mensen is losgelaten, de honderdduizenden burger-doden, allemaal om olie. Je kan er niets aan doen dat je dat denkt. Je praat erover. Het zit altijd vooraan in je gedachten. Je zegt: "Hoe is dat mogelijk?" Deze man, hij is iedere man -- Je opa, je oom, je vader, je zoon, je buurman, je leraar, je student. Ooit een leven van vreugde en blijdschap, en nu ineens pijn en leed. Iedereen in je land is geraakt door het geweld, het bloedvergieten, de pijn, de horror, iedereen. Geen enkele persoon in jouw land is niet geraakt. Maar er is nog iets. Er is nog iets met deze mensen, deze Amerikanen die nu hier zijn. Er is nog iets aan ze dat je ziet -- ze zien het zelf niet. Wat zie je? Het zijn christenen. Het zijn christenen. Ze vereren de christelijke god. Ze hebben kruisjes. Ze hebben bijbels bij zich. Hun bijbels hebben een klein embleem waar "Leger VS" op staat. Hun leiders -- Voordat ze hun zonen en dochters wegsturen, de oorlog in -- en je weet waarom -- voordat ze die wegsturen, gaan ze naar een christelijke kerk, en bidden ze tot hun christelijke god, en vragen ze om bescherming en hulp van deze god. Waarom? Blijkbaar is het zo dat als mensen in de oorlog sterven, het moslims zijn, en Irakezen -- het zijn geen Amerikanen. Je wil niet dat de Amerikanen sterven. Bescherm onze troepen. Je voelt daar iets bij -- Natuurlijk doe je dat. Ze doen prachtige dingen. Je leest erover, je hoort erover. Ze zijn er om scholen te bouwen en mensen te helpen. Dat is wat ze willen doen. Ze doen prachtige dingen, maar ze doen ook vreselijke dingen, en je kan het verschil niet zien. Deze man, je ziet een man als Luitenant Generaal William Boykin. Hier staat een man die zegt dat jouw god een valse god is. Jouw god is een idool, zijn god is de echte god. De oplossing voor het probleem in het Midden-Oosten, volgens hem, is om iedereen tot het christendom te bekeren -- gewoon je religie weggooien. Jij weet dat. Amerikanen lezen niets over deze man. Ze weten niets over hem, maar jij wel. Je verspreidt het. Je verspreidt zijn woorden. Ik bedoel, dit is ernstig. Hij was een van de leidende aanvoerders in de tweede invasie van Irak. Jij denkt: "God, als deze man dat zegt, dan zeggen vast alle soldaten dat." En dit woord hier, George Bush noemde deze oorlog een kruistocht. Man, de Amerikanen, die denken gewoon: "Oh, een kruistocht. Whatever. Ik weet het niet." Jij weet wat het betekent. Het is een heilige oorlog tegen moslims. Kijk, val binnen, onderwerp ze, pak hun grondstoffen. Als ze zich niet overgeven, vermoord ze. Dat is waar dit om gaat. Jij denkt: "Mijn God, deze christenen komen ons vermoorden." Dit is angstaanjagend. Je voelt je bang. Natuurlijk ben je bang. En deze man, Terry Jones: dit is een man die korans wil verbranden. De Amerikanen zeggen: "Oh, hij is gewoon dom. Hij was vroeger hotelmanager. Er zitten drie dozijn leden in zijn kerk." Ze lachen hem weg. Jij lacht hem niet weg. Want in de context van al het andere, passen alle puzzelstukjes in elkaar. Dit is hoe de Amerikanen het opvatten. Dus protesteren mensen in het hele Midden-Oosten, niet alleen in jouw land. "Hij wil korans verbranden, ons heilige boek. Deze christenen, wie zijn deze christenen? Ze zijn zo kwaadaardig, ze zijn zo gemeen -- Dit is waar het om draait." Dit is wat je denkt als Arabische moslim, als Irakees. Natuurlijk ga je zo denken. En dan komt je neef, en die zegt: "Hey neef, kijk eens naar deze site. Dit moet je zien -- Bijbels Bootcamp. Deze christenen zijn gek. Ze trainen hun kleine kinderen om soldaten voor Jezus te worden. Ze leiden deze kleine kinderen hierdoor totdat ze hebben geleerd om te antwoorden met "Sir, Yes, Sir." Dingen als granaatwerpen en omgang met wapens en onderhoud. Je gaat naar de website. Er staat "Leger van de VS" op. Ik bedoel, deze christenen, die zijn gek. Hoe kunnen ze dit hun kleine kinderen aandoen?" Jij leest deze website. Christenen in Amerika, of iedereen, zegt natuurlijk: "Ach, dit is een of andere kleine kerk in een of ander gehucht." Jij weet dit niet. Voor jou is dit hoe alle christenen zijn. Het staat overal op het web, Bijbels Bootcamp. Kijk hier eens naar: ze geven hun kinderen zelfs les -- Ze trainen ze op dezelfde manier waarop de VS Mariniers trainen. Is dat niet interessant... Het maakt je bang, het geeft je angst. Dus deze jongens, die zie je. Kijk, ik, Sam Richards, ik weet wie deze jongens zijn. Het zijn mijn studenten, mijn vrienden. Ik weet wat ze denken. Jij weet dat niet. Als jij ze ziet, zijn ze iets anders. Ze zijn iets anders. Dit is wat ze voor jou zijn. We zien ze niet op deze manier in Amerika. Maar jij ziet het wel zo. Dus. Natuurlijk zie je het verkeerd. Je generaliseert, het klopt niet. Je begrijpt de Amerikanen niet. Het is geen christelijke invasie. We zijn hier niet alleen voor de olie. We zijn hier om heel veel redenen. Jij hebt het verkeerd. Je snapt het niet. De meesten van jullie ondersteunen de opstand niet. Jij steunt het vermoorden van Amerikanen niet. Jij steunt de terroristen niet. Natuurlijk niet. Er zijn er maar weinig die dit wel doen. Maar sommigen van jullie doen dit wel. En dat is een perspectief. Okay, dus, dit is wat we gaan doen. Stap uit de schoenen die je nu draagt en stap terug in je normale schoenen. Dus iedereen is weer in deze kamer. Nu komt het radicale experiment. Dus we zijn allemaal weer thuis. Deze foto, deze vrouw, man, ik voel haar. Ik voel haar. Ze is mijn zus, mijn vrouw, mijn nicht, mijn buurvrouw. Zij is iedereen voor mij. Deze jongens die hier staan, iedereen op de foto. Ik voel deze foto, man. Dus dit is wat ik wil dat je doet. Laten we teruggaan naar mijn eerste voorbeeld over de Chinezen. Ik wil dat je daar weer heen gaat. Het gaat allemaal om steenkool, en de Chinezen zijn hier in de Verenigde Staten. Ik wil dat je je deze vrouw als een Chinese vrouw voorstelt, die een Chinese vlag ontvangt omdat haar geliefde is gestorven in Amerika bij de rel om steenkool. De soldaten zijn Chinees, en iedereen is Chinees. Hoe voel jij je bij deze foto, als Amerikaan? Wat denk je over deze situatie? Ok, probeer dit. Kom terug. Dit is de situatie hier. Het is een Amerikaan, Amerikaanse soldaten, Amerikaanse vrouw die haar geliefde is verloren in het Midden-Oosten -- in Irak of Afghanistan. Stap nu in de schoenen, ga terug naar de schoenen van een Arabische moslim die in Irak woont. Wat voel je en denk je bij deze foto, bij deze vrouw? Ok. Probeer me nu te volgen, omdat ik een groot risico neem hier. Dus ik nodig jullie uit om dat risico met mij te nemen. Deze mannen hier zijn opstandelingen. Die zijn gepakt door de Amerikaanse soldaten, toen ze Amerikanen probeerden te vermoorden. Misschien is het ze gelukt. Misschien is het gelukt. Stap in de schoenen van de Amerikanen die ze hebben gepakt. Kan je hun woede voelen? Voel je dat je deze jongens gewoon wilt pakken en de nek wilt omdraaien? Kan je dat? Het zou niet zo moeilijk moeten zijn. Je voelt gewoon... Jemig. Stap in hun schoenen. Zijn zij gewetenloze moordenaars of vaderlandlievende verdedigers? Welke van de twee? Kan je hun woede voelen, hun angst, hun kwaadheid over wat er in hun land is gebeurd? Kun jij je voorstellen dat misschien een van hen vanochtend voor hun kind heeft geknield om het een knuffel te geven en gezegd heeft: "Schat, ik kom straks terug. Ik ga weg om jouw vrijheid te verdedigen, jullie levens. Ik ga voor ons zorgen, voor de toekomst van ons land." Kan je je dat voorstellen? Kan je je voorstellen dat je zo iets zegt? Kun je dat? Wat denk je dat ze nu voelen? Kijk, dat is empathie. Dat is ook begrijpen. Nu kun je vragen: "Okay, Sam, waarom doe je zo iets? Waarom zou je nou juist dit als voorbeeld gebruiken?" Ik zeg, omdat... omdat. Omdat je deze mensen best mag haten. Je mag ze gewoon haten, met elke vezel van jouw zijn. Als het mij lukt om jou in hun schoenen te laten stappen en een centimeter te lopen, een kleine centimeter, stel je dan voor wat voor sociologische analyses je kunt maken bij alle andere delen van jouw leven? Je kunt een kilometer lopen als het gaat om het begrijpen van die persoon die bijna 60 kilometer per uur rijdt op de inhaalstrook, of je tienerzoon, of die buurman die je irriteert door zijn gras op zondagochtend te maaien. Wat het ook is, je kunt er zo ver mee komen. Dit is wat ik al mijn studenten ook vertel. Stap uit je kleine, kleine wereld. Stap in de kleine, kleine wereld van iemand anders. Doe het nog eens en nog eens en nog eens. Plotseling komen al die kleine, kleine wereldjes samen in een groot en complex web. Die bouwen een grote, complexe wereld. Plotseling, zonder dat je het door hebt, zie je de wereld anders. Alles is anders. Alles in je leven is veranderd. Dat is natuurlijk waar dit om gaat. Kijk naar andere levens, andere meningen. Luister naar andere mensen, verlicht jezelf. Ik zeg niet dat ik de terroristen in Irak steun, maar als socioloog zeg ik alleen dat ik ze begrijp. En jij nu misschien, heel misschien, ook. Dank jullie wel. (Applaus)