Jullie kennen wellicht
het verhaal van twee verkopers
die naar Afrika gingen in de jaren 1900.
Ze onderzochten of het mogelijk was
schoenen te verkopen.
Ze stuurden telegrammen terug naar Manchester.
De ene schreef: "Situatie hopeloos. Stop.
Ze dragen geen schoenen."
De andere schreef: "Prachtige kans
Ze hebben nog geen schoenen."
(Gelach)
De situatie in de wereld van de klassieke muziek
is vergelijkbaar:
er zijn mensen die denken
dat klassieke muziek aan het uitsterven is.
En anderen denken:
je hebt nog niet de helft gezien.
Liever dan op statistieken en trends in te gaan
en alles te vertellen over orkesten
die ermee stoppen,
of platenmaatschappijen die zich terugtrekken,
dacht ik te experimenteren.
Het is niet echt een experiment,
want ik ken de uitkomst al,
maar het lijkt zo.
(Gelach)
Voordat we beginnen moet ik twee dingen doen.
Eerst laat ik jullie horen hoe een zevenjarig kind
klinkt als hij piano speelt.
Eerst laat ik jullie horen hoe een zevenjarig kind
klinkt als hij piano speelt.
Misschien heb je zo'n kind thuis.
Het klinkt ongeveer zo.
(Piano)
Ik zie dat sommigen dit kind herkennen.
Als hij een jaar lang oefent en lessen neemt,
hij is nu acht,
klinkt hij zo.
(Piano)
Hij oefent nog een jaar en neemt lessen,
hij is nu negen.
(Piano)
Hij oefent nog een jaar en neemt lessen,
hij is nu tien.
(Piano)
Tegen die tijd geven ze meestal op.
(Gelach)
(Applaus)
Als je nog één jaar had gewacht,
dan zou je dit gehoord hebben.
(Piano)
Misschien had je niet verwacht
dat hij plotseling gepassioneerd raakte, gegrepen,
betrokken, dat hij een nieuwe leraar kreeg,
in de puberteit kwam, of wat dan ook.
Het verschil was dat er minder impulsen waren.
Kijk, de eerste keer speelde hij
met nadruk op elke noot.
(Piano)
De tweede keer met nadruk op elke tweede noot.
(Piano)
Je ziet het aan mijn hoofd.
(Gelach)
De negenjarige
legde nadruk op elke vierde noot.
(Piano)
De tienjarige op elke achtste noot.
(Piano)
De elfjarige legde nadruk op de hele frase.
(Piano)
Ik heb geen idee hoe ik in deze positie ben geraakt.
(Gelach)
Ik zei niet: "Ik verplaats nu mijn schouder
en beweeg mijn lichaam."
Nee, de muziek duwde mij naar één kant
daarom noem ik het 'één-bil-spelen'.
(Piano)
Het kan ook de andere bil zijn.
(Piano)
Ooit keek een man eens toe
terwijl ik aan het werk was met een jonge pianist.
Hij was de directeur van een bedrijf in Ohio.
Ik werkte met de jonge pianist
en zei: "Jouw probleem is
dat je speelt op twee billen.
Je moet een 'één-bil-speler' worden.
Ik verplaatste zijn lichaam tijdens zijn spel.
Plotseling kwam de muziek op gang.
Ze ging ervan door.
Het publiek was verbijsterd door het verschil.
De man schreef mij een brief.
Hij zei: "Ik was zo geraakt
dat ik mijn hele bedrijf heb veranderd
in een bedrijf dat op één bil speelt."
(Gelach)
Ik wil jullie ook iets vertellen over jullie.
Er zijn hier 1.600 mensen geloof ik.
Ik schat dat er waarschijnlijk 45 onder jullie
helemaal gepassioneerd zijn door klassieke muziek.
Je bent dol op klassieke muziek. Je radio is altijd
op een klassieke zender afgestemd.
Je hebt cd's in de auto en luistert naar het orkest.
Je kinderen spelen instrumenten.
Je kunt je geen leven voorstellen
zonder klassieke muziek.
Dat is de eerste groep,
een tamelijk kleine groep.
Dan is er nog een groep,
een grotere groep.
Dat zijn de mensen die klassieke muziek
niet vervelend vinden.
(Gelach)
Je kent het wel: je komt thuis van een lange dag,
neemt een glas wijn en legt je voeten op tafel.
Een beetje Vivaldi op de achtergrond
kan geen kwaad.
(Gelach)
Dat is de tweede groep.
Nu komt de derde groep.
Dat zijn de mensen die nooit
naar klassieke muziek luisteren.
Het is simpelweg geen onderdeel van hun leven.
Je hoort het zoals je meerookt op het vliegveld,
(Gelach)
misschien een stukje uit een mars uit Aïda
als je de gang binnenkomt.
Maar anders luister je er nooit naar.
Dat is waarschijnlijk de grootste groep.
Dan is er een hele kleine groep
mensen die denken dat ze toondoof zijn.
Een verbazingwekkend aantal mensen
denkt dat ze toondoof zijn.
Om precies te zijn,
het klinkt meestal als: "Mijn man is toondoof."
(Gelach)
Eigenlijk kun je niet toondoof zijn.
Niemand is toondoof.
Als je toondoof zou zijn kon je niet schakelen
in een handgeschakelde auto.
Je zou het verschil niet kunnen horen
tussen iemand uit Texas en iemand uit Rome.
De telefoon: als je moeder belt
op die waardeloze telefoon, en ze zegt: "Hallo,"
dan weet je niet wie het is,
en ook niet in welke stemming ze is.
Je hebt een fantastisch gehoor.
Iedereen heeft een fantastisch gehoor.
Niemand is toondoof.
Het zal niet werken als ik nu verder ga
met zo'n grote kloof tussen
diegenen die klassieke muziek
begrijpen, ervan houden
en er gepassioneerd voor zijn
en diegenen die er helemaal niets mee hebben.
De toondove mensen, die zijn hier niet langer.
Maar zelfs tussen die drie categorieën
is de kloof te groot.
Ik ga dus niet door totdat elke persoon in deze zaal,
hier beneden en in Aspen,
en iedereen die op zoek is,
van klassieke muziek gaat houden
en het gaat begrijpen.
Dat gaan we nu doen.
Je merkt aan mijn gezicht dat ik er niet aan twijfel
dat dit gaat werken.
Je merkt aan mijn gezicht dat ik er niet aan twijfel
dat dit gaat werken.
Dat is een eigenschap van een leider:
dat hij geen moment
twijfelt aan de capaciteiten van de mensen
die hij leidt
om te realiseren waarvan hij droomt.
Stel je voor dat Martin Luther King had gezegd:
"I have a dream.
Maar ik weet niet zeker
of ze het wel kunnen."
(Gelach)
Ik ga een stuk van Chopin spelen.
Het is een prachtige prelude van Chopin.
Sommigen van jullie zullen haar kennen.
(Muziek)
Weet je wat ik denk dat er gebeurde in deze zaal?
Toen ik begon, dacht je: wat klinkt dat prachtig.
(Muziek)
"Ik denk niet dat we naar dezelfde plek
op vakantie moeten gaan volgend jaar."
"Ik denk niet dat we naar dezelfde plek
op vakantie moeten gaan volgend jaar."
(Gelach)
Grappig hoe die gedachten
boven komen drijven in je hoofd.
En natuurlijk --
(Applaus)
-- als het stuk te lang is
en je een lange dag achter de rug hebt,
dan kan het gebeuren dat je daadwerkelijk afdrijft.
Je partner port je dan in je zij
en zegt: "Wakker worden! Dit is cultuur!"
En dan voel je je nog slechter.
Is het ooit bij je opgekomen
dat de oorzaak van je slaperig gevoel
bij klassieke muziek niet bij jou ligt, maar bij ons?
Dacht iemand terwijl ik aan het spelen was:
waarom legt hij zoveel nadrukken?
Als ik zo deed met mijn hoofd
had je dat zeker gedacht.
(Muziek)
Voor de rest van je leven zal je,
iedere keer als je klassieke muziek hoort,
in staat zijn te weten of je die nadrukken hoort.
Laten we eens bekijken wat er hier gebeurt.
We hebben een B. Dit is een B.
De volgende noot is een C.
De rol van de C is de B droevig maken.
Hoor je het?
(Gelach)
Componisten weten dat.
Als ze droevige muziek willen
dan spelen ze gewoon deze twee noten.
(Muziek)
Maar in feite is het een B, met vier droevige.
(Gelach)
Nu gaat hij naar beneden tot A.
Nu tot G en dan tot F.
Dus we hebben B, A, G, F.
En we hebben B, A, G, F.
Wat verwachten we nu?
O, dat kon een vergissing zijn.
Laten we het nog eens proberen.
Ooh, het TED-koor.
(Gelach)
Is het je opgevallen dat niemand toondoof is?
Niemand is toondoof.
Elk dorp in Bangladesh
en elk gehucht in China.
Iedereen weet:
da, da, da, da -- da.
Iedereen weet dat we die E verwachten.
Chopin wilde de E daar niet bereiken,
want was het afgelopen, zoals Hamlet.
Herinner je je Hamlet?
Bedrijf 1, scène 3:
hij ontdekt dat zijn oom zijn vader heeft vermoord.
hij blijft proberen naar zijn oom te gaan
en hem bijna te vermoorden.
Dan trekt hij zich terug
en gaat weer terug en vermoordt hem bijna.
De critici, die allemaal op de laatste rij zitten
moeten een mening hebben.
Ze zeggen: "Hamlet is een treuzelaar."
(Gelach)
Of ze zeggen: "Hamlet heeft een Oedipuscomplex."
Nee, anders zou het stuk over zijn, dommerik.
Daarom stopte Shakespeare al die dingen in Hamlet:
Ophelia wordt gek en het spel in het spel,
en Yoricks schedel en de grafdelvers.
Dat is om te vertragen --
tot aan bedrijf 5 waarin hij hem kan vermoorden.
Met Chopin is het niet anders.
Hij staat op het punt om sol te bereiken,
en hij zegt: "Oeps, ik kan maar beter terug gaan
en het opnieuw doen."
Dus hij doet het opnieuw.
Nu raakt hij opgewonden -- dat is opwinding,
maak je geen zorgen.
Nu komt hij bij la kruis
en uiteindelijk gaat hij terug naar sol,
maar het is het verkeerde akkoord.
Want hij zoekt dit akkoord
en in plaats daarvan doet hij ...
we noemen dat een misleidende cadans:
het misleidt ons.
Ik vertel altijd aan mijn studenten:
"Als er een misleidende cadans is,
zorg er dan voor dat je je wenkbrauwen optrekt
zodat iedereen het weet."
(Gelach)
(Applaus)
Juist. Hij komt bij sol, het verkeerde akkoord.
Nu probeert hij sol opnieuw. Dat akkoord werkt niet.
Nu probeert hij sol opnieuw. Dat akkoord werkt niet.
Nu probeert hij sol opnieuw en dat werkt niet.
En dan uiteindelijk ....
Daar was een man op de eerste rij
die zo deed: mmm.
Hetzelfde gebaar maakt hij als hij thuis komt
na een lange dag.
Hij draait de sleutel om in zijn auto en zegt:
"Aah, ik ben thuis."
We weten allemaal waar thuis is.
Dit is een stuk dat van ver naar huis gaat.
Ik zal het helemaal doorspelen
en u gaat het volgen. re, mi, re, mi, re, mi, re --
terug naar do, terug naar si, terug naar la.
Gaat bijna naar sol, maar dan zou het stuk uit zijn.
Hij gaat terug omhoog naar re. Hij raakt opgewonden. Gaat naar la kruis. Gaat naar sol.
Het verkeerde akkoord. Het verkeerde akkoord.
Het verkeerde akkoord.
Uiteindelijk gaat hij naar sol en komt thuis.
Je gaat op 'één-bil-spelen' zien.
(Gelach)
Want om do bij sol te brengen
moet ik stoppen met denken
aan elke afzonderlijke noot
en beginnen met denken aan de lange,
lange weg van do naar sol.
We waren pas in Zuid-Afrika
en je gaat niet daarheen
zonder aan Mandela te denken
die 27 jaar in de gevangenis zat.
Waar dacht hij over na? Lunch?
Nee, hij dacht na over een visie voor Zuid-Afrika
en voor de mens.
Dat is wat hem weerhield --
dit gaat over visie,
het gaat over de lange weg.
Zoals de vogel die over het veld vliegt
en zich geen zorgen maakt over de afrasteringen.
Nu ga je de weg volgen helemaal van re tot sol.
Ik heb een laatste verzoek
voordat ik dit stuk helemaal speel.
Denk aan iemand waar je dol op bent
en er niet meer is.
Een lieve grootmoeder, een minnaar,
iemand in je leven die je liefhad met heel je hart,
maar die niet meer bij je is.
Neem die persoon in gedachten en volg tegelijkertijd
de weg helemaal van re tot sol,
dan zul je alles horen wat Chopin te vertellen had.
(Muziek)
(Applaus)
Je zal je misschien afvragen,
waarom ik klap.
Ik deed dit op een school in Boston
met ongeveer 70 12-jarigen.
Ik deed precies wat ik met jullie deed
en legde hen alles uit.
Aan het einde waren ze door het dolle heen.
Ze klapten.
Ik klapte. Zij klapten.
Uiteindelijk vroeg ik: "Waarom klap ik?"
Eén van de kleine kinderen zei:
"Omdat wij luisterden."
(Gelach)
Denk er eens over na: 1.600 drukke mensen,
betrokken bij allerlei verschillende dingen,
luisterend, begrijpend en geraakt
door een stuk van Chopin.
Dat is toch wel wat.
Ik weet zeker dat iedereen het volgde,
begreep, er door geraakt werd.
Ik kan het natuurlijk niet zeker weten.
Maar ik zal je vertellen wat mij overkwam.
Ik was in Ierland tijdens 'the Troubles'
10 jaar geleden.
Ik werkte met een katholieke
en protestantse kinderen
aan het oplossen van conflicten.
Ik deed dit met hen.
Het was riskant want het waren straatkinderen.
Eén van hen kwam de volgende morgen naar me toe en zei:
"Ik heb nog nooit in mijn leven
naar klassieke muziek geluisterd,
maar toen u dat tjopping-stuk speelde..."
(Gelach)
Hij zei: "Mijn broer is neergeschoten afgelopen jaar en ik heb niet om hem gehuild.
Maar gisteravond toen u dat stuk speelde,
was hij degene aan wie ik dacht.
Ik voelde de tranen over mijn wangen lopen.
Het voelde goed om te huilen om mijn broer."
Op dat moment besloot ik voor mezelf
dat klassieke muziek voor iedereen is.
Iedereen.
Hoe zou je lopen ...
Mijn beroepsgroep,
de muziekwereld ziet het anders.
Zij zeggen dat 3 % van de mensen
van klassieke muziek houdt.
Als we dat naar 4 % konden krijgen,
waren onze problemen voorbij.
Ik zeg: "Hoe zou je lopen?
Hoe zou je spreken? Hoe zou je zijn
als je de liefhebbers van 3 %
naar 4 % zou kunnen doen stijgen.
Hoe zou je lopen?
Hoe zou je spreken? Hoe zou je zijn
als je aannam dat iedereen van klassieke muziek houdt --
maar dat ze het alleen nog niet weten."
(Gelach)
Dat zijn compleet verschillende werelden.
Ik had een geweldige ervaring.
Ik was 45 jaar oud,
Ik dirigeerde al 20 jaar
en plotseling realiseerde ik me iets.
De dirigent van een orkest maakt geen geluid.
Mijn foto komt op de voorkant van de cd --
(Gelach)
-- maar de dirigent maakt geen geluid.
Zijn kracht is afhankelijk van zijn vermogen
andere mensen krachtig te maken.
Dat veranderde alles voor me.
Het veranderde mijn leven.
Mensen in mijn orkest kwamen naar me toe
en zeiden:
"Ben, wat is er gebeurd?"
Ik realiseerde me dat het mijn taak was
om mensen bewust te maken van hun mogelijkheden.
Ik wilde natuurlijk weten of ik dat echt deed.
Weet je hoe ik daar achter kwam?
Ik keek in hun ogen.
Als hun ogen twinkelen dan weet je dat je het doet.
Je kunt een stad verlichten met zijn ogen.
(Gelach)
Juist: als de ogen twinkelen,
weet je dat je goed zit.
Als de ogen niet twinkelen,
dan moet je een vraag stellen.
Wie ben ik dat de ogen
van mijn spelers niet twinkelen?
Wie ben ik dat de ogen
van mijn spelers niet twinkelen?
Het geldt ook voor onze kinderen.
Wie ben ik dat de ogen
van mijn kinderen niet twinkelen?
Dat is een compleet andere wereld.
We staan op het punt deze magische,
op-de-berg-week af te sluiten,
en we gaan terug de wereld in.
Het is goed om onszelf de vraag te stellen:
wie zijn we als we terug de wereld ingaan?
Ik heb een definitie van succes:
voor mij is het heel eenvoudig.
Het gaat niet om rijkdom, roem en macht.
Het gaat om hoeveel twinkelende ogen
ik om me heen heb.
Ik heb nog een laatste gedachte:
wat we zeggen, maakt écht een verschil.
De woorden die uit onze mond komen.
Ik leerde dit van een vrouw
die Auschwitz overleefde,
één van de weinige overlevenden.
Ze ging naar Auschwitz toen ze 15 jaar oud was,
haar broer was acht
en haar ouders waren verdwenen.
Ze vertelde me dit:
"We waren in de trein op weg naar Auschwitz
en ik keek naar beneden
en zag dat mijn broers schoenen weg waren.
Ik zei: "Waarom ben je zo dom,
kun je je spullen niet bij elkaar houden?"
-- zoals een oudere zus
zou zeggen tegen een jongere broer.
Helaas was dat het laatste
dat ze ooit tegen hem gezegd heeft
want ze heeft hem nooit meer gezien.
Hij heeft het niet overleefd.
Toen ze uit Auschwitz kwam deed ze een gelofte.
Ze zei: "Ik liep Auschwitz buiten, het leven in
en ik deed een gelofte: ik zal nooit meer iets zeggen
dat niet het laatste kan zijn
wat ik ooit tegen iemand zeg."
Kunnen we dat?
Nee. We zullen de fout ingaan
en anderen zullen de fout ingaan
maar je kan er wel naar leven. Dank je.
(Applaus)
Twinkelende ogen, twinkelende ogen.
Dank u, dank u.
(Muziek)