Audrey Tang: Ik ben blij dat ik hier ben
en een goede lokale tijd, iedereen.
David Biello: Vertel ons iets over --
Oh, sorry --
Vertel ons eens over
digitale hulpmiddelen en COVID.
AT: Zeker.
Het is mij een genoegen
jullie te kunnen vertellen
hoe Taiwan met succes
COVID heeft aangepakt
met behulp van digitale
hulpmiddelen voor democratie.
Zoals weten, werkt democratie beter
als er meer mensen participeren.
En digitale technologie
blijft een van de beste manieren
om participatie te verbeteren,
zolang het doel maar is
om overeenkomsten te vinden,
oftewel pro-sociale media
en niet anti-sociale media.
En er zijn drie cruciale ideeën
die ik vandaag met jullie wil delen
over digitale democratie,
en wel: snel, redelijk en leuk.
Eerst over 'snel'.
Terwijl veel rechtsgebieden pas dit jaar
iets tegen het coronavirus deden,
begon Taiwan daar vorig jaar al mee.
Afgelopen december, toen Dr. Li Wenliang,
the klokkenluider over de VRC,
berichtte dat er
nieuwe SARS-gevallen waren,
werd hij ondervraagd
en uiteindelijk gestraft
door politie-instanties van de VRC.
Maar op hetzelfde moment,
op het Taiwanese equivalent
van Reddit, het Ptt board,
post iemand genaamd 'nomorepipe'
die informatie van
Dr. Li Wenliang opnieuw.
Onze medische ambtenaren
merkten dit bericht direct op
en stuurden de instructie uit
dat alle passagiers die uit Wuhan
naar Taiwan vlogen
vanaf de volgende dag
medisch getest moesten worden,
en dat was 1 januari.
Dat vertelt mij twee dingen:
de burgermaatschappij
vertrouwt de overheid genoeg
om openlijk over een SARS-uitbraak
te praten op een publiek forum,
en de overheid vertrouwt burgers genoeg
om het serieus te nemen
en te handelen
alsof SARS weer is begonnen,
iets waar we ons al sinds 2003
op voorbereiden.
En door die open burgergemeenschap --
Volgens de CIVICUS Monitor
is Taiwan sinds de Sunflower Occupy
de meest open gemeenschap in heel Azië.
We genieten dezelfde vrijheid
van meningsuiting en vergadering
als andere liberale democratieën,
maar met de nadruk op een open instelling
voor nieuwe ideeën uit de gemeenschap.
En daarom zijn onze scholen
en bedrijven nog steeds open;
er is geen lockdown geweest;
het is een maand geweest
zonder bevestigde gevallen.
Over 'snel' dus.
Iedere dag houdt ons centraal
epidemisch centrum, de CECC,
een persconferentie
die altijd live wordt gestreamd
en we beantwoorden coöperatief
alle vragen van journalisten
en zodra er een nieuw idee
in de sociale sector is,
kan iedereen het nummer 1922 bellen
om dat idee aan de CECC door te geven.
Er was bijvoorbeeld een dag in april
waarop een jongeman zei
dat hij niet naar school wilde
omdat zijn vriendjes hem zouden uitlachen
omdat hij alleen een roze
medisch masker had.
De volgende dag
begon iedereen in de CECC
roze maskers te dragen
om te laten zien dat dit niets
met gender te maken heeft.
Deze manier van snelle feedback
bouwt vertrouwen tussen de overheid
en de burgermaatschappij.
Het tweede aandachtspunt
is redelijkheid.
We zorgen dat iedereen
met hun nationale medische kaart
maskers kan ophalen bij apotheken.
We publiceren niet alleen voorraadniveau's
van maskers bij de apotheek,
alle 6.000,
maar we doen het iedere 30 seconden.
Daarom bouwden onze civiele hackers,
onze civiele, digitale ingenieurs,
meer dan 100 hulpmiddelen.
Daarmee kunnen mensen een kaart zien,
of mensen met beperkt gezichtsvermogen
kunnen met robots praten.
Ze hebben allemaal
toegang tot de informatie
over welke drogisten in de buurt
nog maskers hebben.
En omdat de nationale
gezondheidsverzekering
meer dan 99.9% procent
van de behandelingen dekt,
kunnen mensen
die symptomen vertonen
zorgen dat ze met zo'n masker op
naar een lokale kliniek gaan,
wetend dat ze redelijk
zullen worden behandeld
zonder in financiële problemen te komen.
Er is een dashboard ontwikkeld
waarop iedereen kan zien
of de voorraad toeneemt,
en of er te veel of te weinig voorraad is,
en dat distributiesysteem is ontwikkeld
samen met de drogisten,
met de hele gemeenschap.
Onze analyse op basis daarvan
liet zien dat er een piek was van 70%
en dat de overige 20% bestond
uit jonge mensen die lange dagen werkten,
dus als zij vrij waren,
waren de drogisten al dicht.
We hebben daarvoor
buurtwinkels ingeschakeld,
zodat iedereen een masker kan krijgen,
24 uur per dag.
Dus we zorgen voor redelijkheid
gebaseerd op de feedback
van de digitale democratie.
Ten slotte wil ik benadrukken
dat dit een stressvolle tijd is.
Mensen zijn angstig, boos,
men koopt soms in paniek
en er doen complottheorieën de ronde.
In Taiwan
is onze ophelderingsstrategie heel simpel.
We noemen het 'humor over gerucht'.
Toen men bijvoorbeeld
in paniek toiletpapier kocht,
was dat vanwege het gerucht:
"Ze gaan massa's maskers produceren
en het is hetzelfde materiaal
als toiletpapier,
dus dat kun je straks niet meer krijgen."
En onze premier liet
een hilarisch plaatje zien
dat ik echt even met je moet delen.
In heel groot formaat
laat hij zijn achterste zien,
hij draait er een beetje mee,
en de tekst erboven is:
"Ieder van ons heeft
slechts één achterste."
En de serieuze tabel ernaast laat zien
dat toiletpapier wordt gemaakt
van Zuid-Amerikaanse materialen
en medische maskers
van lokale grondstoffen,
dus is het onmogelijk
dat meer produceren van het een
de productie van het ander
in gevaar brengt.
Dat ging absoluut viraal.
En daardoor stopte de paniekaankopen
binnen twee dagen.
Uiteindelijk kwamen we erachter
wie dat gerucht had verspreid:
de verkoper van toiletpapier.
En dat doen we wel vaker op sociale media.
Iedere dag
wordt de persconferentie vertaald
door de woordvoerder
van het ministerie van welzijn,
en dat vertaalt wel meer.
Zo wordt onze social distancing
als volgt omschreven:
"Als je buiten bent,
houd dan twee honden afstand,
als je binnen bent,
drie honden", enzovoort.
En net zo over handen wassen.
En omdat dit allemal viraal gaat,
zorgen we ervoor dat de humor
zich sneller verspreid dan het gerucht.
En ze werken als een vaccin,
als een inenting,
zodat als mensen een complottheorie zien,
het besmettingsgetal ervan
kleiner blijft dan één,
wat betekent dat die ideeën
zich niet verspreiden.
Dit was de vijf minuten die ik had
om mijn verhaal te doen,
de rest bestaat uit jullie Q&A,
maar je kunt altijd meer lezen
over Taiwans corona-aanpak
op taiwancanhelp.us.
Dank je.
DB: Ongelooflijk.
En ik hou van dat 'humor over gerucht'.
Het probleem hier in de VS is wellicht
dat geruchten sneller rondgaan
dan welke reactie ook,
grappig of niet.
Hoe versla je dat fenomeen in Taiwan?
AT: We kwamen er natuurlijk achter
dat humor feitelijk een sublimatie is
van ontzetting, van boosheid.
En zoals je bijvoorbeeld kunt zien
in het voorbeeld van onze premier:
dat is zelfspot.
Hij maakt geen grapje
over de rug van anderen.
En dat was de sleutel.
Mensen vinden het hilarisch,
ze delen het,
maar zonder vervelende
of achterbakse intenties.
Mensen onthouden de informatie,
die tabel over de dingen
die nodig zijn om maskers te maken,
veel gemakkelijker.
Als ze een grap maken die een deel
van de gemeenschap buitensluit,
zal dat deel daar natuurlijk
boos over worden,
wat dan weer meer verdeeldheid geeft
in plaats van sociale binding.
Dus de humor mag niet
ten koste gaan van iemand
en mag geen bevolkingsgroep uitsluiten,
dat was denk ik de sleutel.
DB: Het is ook ongelooflijk
omdat Taiwan zulke nauwe banden heeft
met waar dit ontstond.
AT: VRC, ja.
DB: Het vasteland.
Gegeven die economische banden,
hoe overleven jullie dan
een dergelijke ontwrichting?
AT: Nou, om eerlijk te zijn
hebben we nu al bijna een maand
geen nieuwe gevallen,
dus geen probleem.
En wat we feitelijk doen
is sneller reageren dan de anderen.
Onze eerste reactie was vorig jaar al,
terwijl alle anderen
pas dit jaar reageerden.
We hebben geprobeerd
de wereld te waarschuwen, maar ja.
Hoe dan ook,
het punt is dat wanneer je
snel genoeg begint,
je ervoor kunt zorgen
dat je grens het eerste punt is
waar mensen in quarantaine gaan,
zoals terugkomende inwoners,
in plaats van te wachten
tot de ziekte zich verspreidt
en je veel meer mensenrechten
zult moeten schenden
om de zaak dan nog in de hand te krijgen.
Dus in Taiwan is nooit
de noodtoestand uitgeroepen.
We houden ons keurig aan de grondwet.
Daarom is iedere maatregel
die de overheid neemt,
ook toepasbaar wanneer er
geen sprake is van een virus.
En dit dwingt ons om te innoveren.
Net zoals het idee dat we
een open liberale democratie zijn,
ons weerhield van verwijderingsprocedures.
Daarom zijn innovaties
als 'humor over gerucht' nodig,
want de makkelijke weg,
het verwijderen van online tekst,
is voor ons niet bespreekbaar.
Onze ontwerpvoorwaarden,
te weten geen lockdowns,
weerhielden ons ook
van het gebruik van systemen
die sterk inbreuk maken op de privacy.
Dus moeten we innoveren bij de grens
en ervoor zorgen dat we genoeg
quarantainehotels hebben,
of zogenaamde 'digitale hekken',
waarbij je telefoon eigenlijk is verbonden
met het lokale telefoonnetwerk,
welke ervoor zorgt dat als je
je buiten je radius van 15 meter begeeft,
er een sms wordt verzonden
naar lokaal personeel of de politie.
Maar omdat we al die maatregelen
met name bij de grens nemen,
kan de grote meerderheid van de mensen
een normaal leven leiden.
DB: Laten we het daar even over hebben.
Vertel me eens over
de digitale hulpmiddelen
en hoe ze werden gebruikt voor COVID.
AT: Ja.
Er zijn dus drie gedeelten,
zoals ik zojuist omschreef.
Het eerste is het collectieve
informatiesysteem.
Op plekken online
die we zo ontwerpen
dat ze geen Reply-knop hebben,
omdat we zien dat
wanneer er Reply-knoppen zijn,
mensen zich richten
op elkaars 'Face' in plaat van 'book',
en zonder Reply-knoppen
kun je collectieve informatie verkrijgen
over wat ruwweg de consensus is
over welke kant het uitgaat
met de reactiestrategieën.
We gebruiken dus
veel nieuwe technologie,
zoals Polis,
wat feitelijk een platform is
waar je voor en tegen kunt stemmen
over elkaar gevoelens,
maar met real-time bundeling,
zodat als je naar cohack.tw gaat,
je zes van die gesprekken ziet,
waarin het gaat over hoe
de kwetsbaarste mensen te beschermen,
hoe regelen we een soepele transitie,
hoe verdelen we
de spullen eerlijk, enzovoort.
En mensen kunnen hun stem laten horen
en elkaars ideeën goed- of afkeuren.
Maar de truc is dat we dingen laten zien
waar mensen verdeeld over zijn
en die met de meeste consensus,
en we reageren alleen op die ideeën
die alle meningsgroepen kunnen overtuigen.
Dus moedigen we mensen aan
tot gevarieerde en genuanceerde ideeën,
en ze komen erachter,
aan het eind van die raadpleging,
dat iedereen het eigenlijk
met de meeste dingen eens is,
met de meeste van hun buren
over de meeste onderwerpen.
En dat noemen we het sociale mandaat,
of het democratisch mandaat,
wat als uitgangspunt dient
voor onze strategie tegen corona
en de wereld helpt
met dit soort hulpmiddelen.
Dit is dus het eerste deel,
wat we noemen wijd luisteren
voor een ruwe consensus.
Het tweede deel wat ik al noemde
is het distributieregister,
dat iedereen naar
een lokale drogist kan gaan,
zijn NHI-kaart kan tonen,
negen maskers kan kopen, 10 voor kinderen,
en het voorraadniveau van die drogist
op hun telefoon kan zien,
wat aanstonds dus
met negen of 10 zal afnemen.
En als ze met negen of 10 omhoog gaan,
bel je natuurlijk 1922
en rapporteer je
die verdachte ontwikkeling.
Dat is participatierekenschap.
Het wordt elke 30 seconden gepubliceerd.
Iedereen houdt elkaar dus in de gaten
en dat verhoogt het vertrouwen enorm.
En ten derde dus de 'humor over gerucht'.
Ik denk dat het belangrijke hier is
dat als er verkeerde informatie
of een complottheorie de ronde doet,
je daarop reageert
met een grappige correctie
binnen twee uur.
Het is onze ervaring
dat als je binnen twee uur reageert,
meer mensen de correctie zien
dan de complottheorie.
Maar als je vier uur
of zelfs een dag later reageert,
dan ben je te laat.
Dan kun je dat niet meer
met humor ontzenuwen,
maar moet je met degene
die die berichten verspreidde
een co-creatie workshop doen.
Daar hebben we ook geen problem mee.
DB: Jullie werken zo snel!
Ik zie dat Whitney
bij ons is met wat vragen.
Whitney Pennington Rodgers: Ja precies,
we hebben er al
een aantal uit het publiek.
Hallo, Audrey.
We beginnen er met een
uit onze gemeenschap van Michael Backes.
Hij vraagt hoe lang 'humor over gerucht'
al een strategie is geweest
die jullie hebben toegepast.
Nee, sorry.
"Hoe lang is 'humor over gerucht'
al geïmplementeerd?
Zijn er komieken
geconsulteerd voor de humor?"
AT: Jazeker.
Komieken zijn onze dierbaarste collega's.
En elk ministerie heeft een team
van wat we noemen participatieambtenaren,
die bepalen hoe we
populaire onderwerpen aanpakken.
En dat is inmiddels
een team van meer dan 100 mensen.
We zien elkaar elke maand
en ook elke paar weken
over specifieke onderwerpen.
Zo gaat dat al sinds eind 2016,
maar pas sinds onze vorige
woordvoerder, Kolas Yokata,
ongeveer anderhalf jaar geleden
tot het team toetrad,
hebben professionele komieken
een plaats in het team.
Daarvoor was het meer een kwestie
van mensen uitnodigen
die dingen posten als
'Ons belastingsysteem is agressief'
en wat dan populair werd.
Voorheen nodigden de PA's
die mensen gewoon uit.
Iedereen die klaagt
over de ervaring met het belastingsysteem
wordt uitgenodigd om die ervaring
van belastingaangifte te co-creëren.
Eerst ging het dus zo.
Maar Kolas Yokata en de premier
Su Tseng-chad zeiden:
"Zou het niet beter zijn
en meer mensen bereiken
als we daar wat honden-
of kattenfoto's aan toevoegen?"
En zo gaat het nu al anderhalf jaar.
WPR: Zeker, het maakt
al een heel verschil om ze te zien
zonder te weten welk idee erachter zat.
We hebben hier nog een vraag
en wel van G. Ryan Ansin.
Hij vraagt: "Hoe schat jij
het vertrouwensniveau in
dat je gemeenschap voor de pandemie had,
zodat je overheid kans van slagen had
deze crisis behoorlijk te controleren?"
AT: Volgens mij vertrouwt
een gemeenschap elkaar.
En dat is het cruciale punt
van digitale democratie.
Dit gaat niet over mensen
die de overheid meer vertrouwen.
Dit gaat over een overheid
die zijn burgers meer vertrouwt,
die de staat transparant maakt
voor zijn burgers,
niet de burgers transparant voor de staat,
dat is een heel ander type regime.
Een staat die transparant is
voor zijn burgers
genereert niet per definitie
meer vertrouwen,
want misschien zie je fouten
of dingen die ontbreken,
of iets wat bedreigend is
voor de ervaring van de gebruiker
van de kant van de staat.
Dus het leidt niet per definitie
tot meer vertrouwen van de overheid --
sorry, van de burgers in de overheid,
maar het leidt altijd tot meer vertrouwen
tussen de betrokken sociale sectoren.
Dus ik zou zeggen dat het vertrouwen
tussen mensen onderling,
betrokkenen zoals bijvoorbeeld
gezondheidsambtenaren
en mensen die werken
aan de pandemiereacties,
mensen die medische maskers fabriceren,
enzovoort,
al die mensen,
het niveau van vertrouwen
daartussen is hoog.
Ze vertrouwen niet per se de overheid.
Maar dat is ook niet nodig
om succesvol te kunnen reageren.
Als je het een willekeurig persoon vraagt,
zullen ze zeggen dat Taiwan
het zo goed doet door de mensen.
Als de CECC ons vertelt
een masker te dragen,
dragen we een masker.
Als de CECC ons vertelt
dat het niet hoeft,
wanneer je bijvoorbeeld afstand houdt,
dragen we toch een masker.
En daarom denk ik
dat het het vertrouwen
tussen die sociale sectoren is
dat cruciaal is in onze reactie.
WPR: Ik kom zo weer terug met meer vragen,
maar ik laat jullie twee
de conversatie even voortzetten.
AT: Prima.
DB: Het is duidelijk dat een deel
van het vertrouwen in de overheid
misschien afwezig was in 2014
tijdens de Sunflower Movement.
Kun je daar iets over zeggen
en hoe dat heeft geleid
tot deze digitale transformatie.
AT: Zeker.
Als je voor maart 2014 een willekeurig
iemand in Taiwan had gevraagd
of het mogelijk was
dat een minister -- zoals ik --
zijn kantoor in een park had,
letterlijk een park,
iedereen kan binnenlopen
en 40 minuten met me praten,
ik zit nu ook in dat park,
het Social Innovation Lab,
dan was je voor gek verklaard, toch?
Ambtenaren werken gewoon niet zo.
Daarom was het dat op 18 maart 2014
honderden jonge activisten,
voornamelijk studenten,
het wetgevend orgaan bezetten
om hun sterke afkeur te uiten
over een handelsverdrag met Beijing
dat werd overwogen
en de geheimzinnigheid waarmee het
door het parlement werd geloodst
door Kuomintang, de toen regerende partij.
Dus de demonstranten eisten, heel simpel,
dat het verdrag werd geschrapt
en dat de overheid een transparanter
ratificatieproces zou hanteren.
Dat ontving brede publieke steun.
Het eindigde iets meer
dan drie weken later,
nadat de regering had beloofd
en was overeengekomen
om de vier eisen in te willigen
inzake wettelijk toezicht.
Een peiling die uitkwam na de bezetting
liet zien dat meer dan 75%
ontevreden bleef
met de zittende regering,
wat de vertrouwenscrisis illustreerde
die het handelsverdrag had teweeggebracht.
Om deze breuk te repareren
en beter te communiceren
met de gewone burgers,
zocht de overheid contact
met mensen die de bezetters steunden,
zoals bijvoorbeeld de 'g0v'-gemeenschap,
die probeerde de transparantie
van de overheid te verbeteren
door het maken van openbron-tools.
Dus Jaclyn Tsai,
toen een minister in de regering,
deed mee in onze hackathon
en stelde de ontwikkeling
van nieuwe platformen voor
om ideeën uit te wisselen
met de gemeenschap online.
Het experiment vTaiwan
was daarmee geboren,
dat pionierde met gebruik
van tools als Polis,
waar je 'eens' of 'oneens' kiest,
maar niet kunt antwoorden,
dat de ruwe consensus van mensen peilt
over dingen als crowdfunding,
crowdfunding met aandelen,
om precies te zijn,
telewerken en andere
cyber-gerelateerde wetgeving
waar nog geen bonden
of organisaties voor bestaan.
En dat bleek heel succesvol.
Ze losten bijvoorbeeld
het Uber-probleem op,
en inmiddels kun je een Uber bellen --
ik belde er deze week nog een --
en ze opereren nu gewoon als taxi's.
Ze richtten een taxibedrijf op
genaamd Q Taxi
en dat was omdat op het platform
mensen aandrongen op verzekering
en op registratie,
ze maakten zich zorgen over veiligheid
van de passagiers en zo.
Dus veranderden we de wetten voor taxi's
en nu is Uber gewoon
een van de taxibedrijven
samen met de andere organisaties.
DB: Dus het is eigenlijk zo
dat je wetten crowdsourcet,
die dan echt een wet worden.
AT: Ja, je kunt er meer
over lezen op crowd.law.
Het is een echte website.
DB: Sommigen zullen zeggen
dat dit eenvoudiger lijkt
omdat Taiwan een eiland is.
Misschien helpt dat COVID te controleren,
bevordert het de sociale samenhang.
Misschien ook omdat het
een relatief klein land is.
Denk je dat dit ook kan werken
op een grotere schaal als Taiwan?
AT: Om te beginnen
is 23 miljoen mensen
nog steeds behoorlijk veel.
Het is geen stad,
zoals men soms wel zegt:
'Taiwan is een stadstaat.'
En 23 miljoen mensen
is niet echt een stadstaat.
En wat ik probeer te zeggen
is dat een hoge bevolkingsdichtheid
en een veelheid aan culturen --
we hebben meer dan 20 nationale talen --
nou niet direct leidt tot
sociale samenhang, zoals je al zei.
Het is eerder de bescheidenheid
van alle ministers
in de reactie op het coronavirus.
Ze hadden allemaal de instelling
dat we wel hebben geleerd van SARS --
velen van hen waren toen
verantwoordelijk voor SARS --
maar dat was een klassieke epidemiologie;
dit is SARS 2.0,
met andere karakteristieken.
En de tools die we gebruiken
zijn heel anders
vanwege de digitale transformatie.
Dus is het onze taak
om samen met de burgers te leren.
Onze vice-president toen,
Dr. Chen Chien-jen, een academicus,
schreef letterlijk
het handboek epidemiologie.
Toch zegt hij nog steeds:
"Wat ik ga doen,
is een online MOOC vastleggen,
een spoedcursus epidemiologie,
die samen met, ik geloof,
20.000 mensen vanaf dag één,
ik was er een van,
om te leren over belangrijke zaken,
zoals R0 en de gewone overbrenging
en hoe de verschillende
maatregelen werken,
waarna ze mensen vroegen te innoveren.
Als je iets nieuws bedacht
wat de vice-president nog niet wist,
dan bel je 1922,
en je idee wordt de persconferentie
van de volgende dag.
Dat is de co-leerstrategie
die met name verantwoordelijk was
voor de sociale samenhang,
zogezegd.
Dit is een robuustere sociale samenhang
dan een uit uniformiteit.
Er is volstrekt
geen uniformiteit in Taiwan,
iedereen mag zijn eigen ideeën hebben,
en alle sociale innovaties,
van het gebruik
van een traditionele rijstkoker
om maskers te desinfecteren
tot roze medische maskers, enzovoort.
Er zijn allerlei interessante ideeën
die de aandacht krijgen
op de dagelijkse persconferentie.
DB: Dat is prachtig.
Nu -- O, Whitney is terug,
dus ik laat haar
de volgende vraag stellen.
WPR: Goed. We hebben
meer vragen binnengekregen.
Deze komt van Aria Bendix.
Aria vraagt: "Hoe zorg je ervoor
dat digitale campagnes snel zijn
zonder accuratesse te verliezen?
In de VS was men bang
dat er paniek zou uitbreken over COVID
in begin januari."
AT: Geweldige vraag.
Er is voortschrijdend wetenschappelijk
inzicht inzake COVID, nietwaar?
De effectiviteit van maskers
is daar een goed voorbeeld van,
omdat de verschillende kenmerken
van vroegere luchtwegaandoeningen
anders reageren op het mondkapje.
Dus richten onze digitale campagnes zich
op het peilen van de ruwe consensus.
Dus het is de input van de gemeenschap,
middels Polis, middels Slido,
middels het gezamenlijk platform,
de verschillende tools
die vTaiwan heeft ontwikkeld,
waaruit we weten wat de ruwe
consensus is onder de mensen,
en wij reageren daarop
door tegen de gemeenschap te zeggen:
"Dit vinden jullie ervan
en dit gaan we doen
in reactie op jullie gevoelens.
En het wetenschappelijk inzicht
ontwikkelt zich nog steeds,
maar weten bijvoorbeeld
dat mensen vinden
dat een masker met name beschermt
omdat het je eraan herinnert
je gezicht niet aan te raken
en je handen goed te wassen."
En dit, al het andere terzijde,
zijn de twee dingen
waar iedereen het mee eens is.
Dus maken we daar
gebruik van door te zeggen:
"Was je handen goed
en raak je gezicht niet aan
en draag een masker
zodat je dat niet vergeet."
En daarmee ontwijken we
de ideologisch geladen discussies
en richten ons op waar mensen
het ruwweg met elkaar eens zijn.
En zo reageren we snel
zonder de wetenschap tekort te doen.
WPR: En deze volgende vraag
is daar misschien wel mee verbonden.
Deze vraag is anoniem binnengekomen.
"Pragmatisch gezien,
denk je dat jullie beleid
toegepast zou kunnen worden in de VS
onder de huidige regering van Trump?"
AT: Veel onderdelen wel.
We werken met veel staten
in de VS en ook andere landen
aan wat we noemen 'diplomatie
van epicentrum naar epicentrum'.
Wat we feitelijk doen --
Er was bijvoorbeeld
een chat-robot in Taiwan
waar met name mensen
die in thuisquarantaine zitten
van alles aan kunnen vragen.
En als er een wetenschappelijk adviseur
een vaak gestelde vraag
al had opgeschreven,
dan antwoordde de chat-robot daarmee.
Anders werd de wetenschappelijke
adviesraad gevraagd
om daar een toegankelijk
antwoord op te geven,
wat de woordvoerder dan vertaalde
in een grappige hondenmeme.
Dus die feedbackcyclus
van mensen die laagdrempelig
een wetenschapper kunnen bevragen
en een open API die
stemassistentie ondersteunt
en applicaties van derden
om dat proces te faciliteren,
dat vond weerklank
bij veel staten in de VS
en ik denk dat vele daarvan
het ook implementeren.
En voor de Wereldgezondheidsbijeenkomst,
ik denk drie dagen ervoor,
hielden we een bijeenkomst met 14 landen,
een soort voorvergadering,
waarin we veel van dat soort
kleine hulpmiddelen presenteerden.
En ik denk dat veel wetsgebieden
daar iets van overnamen,
waaronder de 'humor over gerucht'.
Vele ervan zeiden
dat ze nu komieken gingen inschakelen.
WPR: (Lacht) O, prachtig.
DB: Ik hoop het.
WPR: Ik hoop het ook.
We hebben hier nog een vraag,
een vervolg eigenlijk,
van Michael Backes,
die eerder al een vraag stelde.
"Ga je de plannen
in een witboek publiceren?"
Het klinkt alsof je je plannen
al met mensen deelt,
maar ben je van plan
het op papier te zetten?
AT: Natuurlijk.
Ja, en meerdere witboeken.
Als je naar taiwancanhelp.us gaat,
vind je daar het meeste van onze strategie
en die website is feitelijk
ook gecrowdsourcet,
en je vindt er dat inmiddels
meer dan vijf miljoen, denk ik,
medische maskers zijn gedoneerd
aan humanitaire steun.
Dat is ook gecrowdsourcet.
Mensen die wat maskers thuis hebben,
die hun toegewezen maskers
niet hebben opgehaald,
die kunnen met een app zeggen:
"Ik wil dit afstaan
voor internationale humanitaire hulp",
en de helft verkiest
hun naam erbij te vermelden,
zodat je ook kunt zien wie hierin
hebben geparticipeerd.
En er is ook een website
'Vraag het Taiwan',
(Lacht)
op fightcovid.edu.tw,
waarop in witboekformaat
alle responsstrategieën staan beschreven,
dus ga er eens kijken.
WPR: Geweldig.
Ik verdwijn weer en kom later terug
met nog wat andere vragen.
DB: Een storm witboeken, zeg maar.
Ik zou het een beetje
over jou willen hebben.
Hoe wordt een conservatief anarchist
ooit een digitale minister?
AT: Nou, door het parlement
te bezetten natuurlijk.
(Lacht)
Maar even serieus,
laat ik zeggen
dat ik met de regering werk,
maar nooit voor de regering.
En ik werk met de mensen,
niet voor de mensen.
Ik ben als een lagrangepunt
tussen de burgerbewegingen aan de ene kant
en de regering aan de andere kant.
Soms precies in het midden,
waar ik probeer coaching
of vertaalwerk te doen.
Soms is het een soort driehoekspunt,
als ik probeer beide zijden te voorzien
van tools voor sociale communicatie.
Maar altijd met het idee
om de overeenkomsten
uit beide posities te halen,
uit verschillende posities.
Want maar al te vaak
wordt democratie gebouwd
uit een compromis.
Maar in de pandemie, in de infodemie,
in de klimaatcrisis,
in veel van die structurele problemen,
wacht het virus of de CO2
niet op jouw onderhandeling.
Het is een structureel probleem dat vraagt
om een gemeenschappelijk standpunt
gebouwd uit verschillende meningen.
En daarom is mijn werkprincipe
radicale transparantie.
Ieder gesprek, zoals ook dit,
is openbaar,
net zoals al mijn interne vergaderingen.
Je kan dus transcripties inzien
van alle vergaderingen
op mijn YouTube-kanaal,
op het Saylt-platform,
waar mensen kunnen zien
dat sinds ik digitaal minster werd,
ik 1.300 vergaderingen heb gehouden
met meer dan 5.000 sprekers,
met meer dan 260.000 uitspraken.
En elk daarvan heeft een URL
dat een social object wordt
waar mensen over kunnen discussiëren.
En daardoor,
bijvoorbeeld toen Uber's David Plouffe
me bezocht om voor Uber te lobbyen,
vanwege die transparantie,
hij is zich daar zeer van bewust,
zorgde hij dat zijn argumenten
de publieke zaak dienden,
gebaseerd op duurzaamheid en zo,
want hij weet dat de zijn tegenstanders
zijn argumenten zouden zien
in alle openheid.
Dat moedigt mensen aan
om elkaars argumenten te verbeteren
in plaats van de persoon aan te vallen,
je weet wel, krediet en zo.
Dus ik denk dat dat
het belangrijkste principe is
van het behouden van
het anarchisme van het internet,
wat feitelijk zegt
dat niemand kan gebieden
op het internet te zitten
of zich te houden
aan een nieuw internetprotocol.
Alles dient te voldoen aan ruwe consensus
en de huidige waarden.
DB: Ik wou dat er meer mensen
als jij op de wereld waren.
Misschien zou jij dat zelf ook willen.
AT: Daarom zijn deze ideeën
het verspreiden waard.
DB: Graag gedaan.
Een van de problemen waar je misschien
tegenaan loopt met digitale tools
is toegang.
Hoe benader je dat
voor mensen die geen goede
breedbandverbinding hebben
of de nieuwste telefoon
of wat er dan ook voor nodig is?
AT: Nou, overal in Taiwan,
zelfs op het hoogste punt,
zo'n 4.000 meter hoog,
de Saviah, of de Jade Mountain,
heb je gegarandeerd
10 megabits per seconde
over 4G of glasvezel of kabel
voor slechts 16 dollar per maand,
ongelimiteerd gebruik.
En feitelijk is het
bovenop de berg nog sneller --
minder mensen
gebruiken die bandbreedte.
Gaat het niet, dan is dat mijn schuld,
mijn schuld persoonlijk.
In Taiwan is breedband een mensenrecht.
Dus wanneer we 5G uitrollen,
kijken we waar 4G
het slechtste signaal heeft
en daar installeren we 5G eerst.
En alleen door breedband
een mensenrecht te maken,
kunnen we zeggen dat het voor iedereen is.
En zo maakt digitale democratie
democratie sterker.
Anders zouden we delen
van de maatschappij buitensluiten.
En dit betekent bijvoorbeeld ook
dat je naar een lokaal
digitaal centrum kunt gaan
om er een tablet te huren
dat gegarandeerd hooguit drie jaar oud is,
en dat soort dingen,
ook om de digitale
toegankelijkheid te waarborgen
op digitale centra,
universiteiten en scholen
en openbare bibliotheken --
heel belangrijk.
En als mensen liever praten
in hun gemeentehuis,
ga ik persoonlijk naar dat gemeentehuis
met een 360-recorder,
en live-stream ik dat naar Taipei
en andere gemeenten
waar de ambtenaren van
de centrale overheid mee kunnen doen
in een online verbinding,
maar luisterend naar de lokale mensen
die de onderwerpen bepalen.
Dus mensen ontmoeten
elkaar nog wel fysiek,
we doen dit niet om fysieke
vergaderingen te vervangen.
We brengen meer belanghebbenden
van de centrale overheid
in de lokale gemeentehuizen
en we versterken hun stemmen
door ervoor te zorgen
dat transcripties en mindmaps en zo
direct via het internet worden verspreid,
maar we zullen ouderen nooit zeggen:
"Je moet leren typen
om met de democratie mee te doen."
Dat is onze stijl niet.
Maar breedband is wel nodig.
Want als je geen breedband hebt,
maar slecht een beperkte bandbreedte,
dan moet je je beperken
tot communicatie met tekst.
DB: Precies.
Als je toegankelijk bent,
krijg je natuurlijk ook mensen
die misbruik maken van het platform.
Je had het al over desinformatie
en het gebruik van humor over gerucht.
Maar soms is desinformatie goed gewapend.
Hoe tackle je dat soort aanvallen dan?
AT: Je hebt het dan
over kwaadwillende berichtgeving,
informatie die erop gericht is
opzettelijk de publieke zaak te kwetsen.
Dat is een serieuze zaak.
Daarvoor hebben we een idee genaamd
'merk het op en laat het weten'.
Dit is een foto van Reuters
en ik zal het originele
onderschrift voorlezen.
Het origineel zegt:
"Een tiener die protesteert tegen
het uitleveringsverdrag in Hong Kong
loopt mee in een mars die democratie en
politieke hervorming eist in Hong Kong."
Goed. Een heel neutraal
onderschrift van Reuters.
Maar er deed een
kwaadwillende variant de ronde
afgelopen november,
vlak voor onze presidentsverkiezing,
die iets heel anders laat zien.
Onder dezelfde foto staat nu:
"Deze 13-jarige boef kocht nieuwe iPhones,
spelcomputers en merksportschoenen
en ronselde broeders
om politie te vermoorden
en 200.000 dollar te incasseren."
Dit is natuurlijk een wapen waarmee men
verdeeldheid probeert te zaaien
en bij Taiwans kiezers een afkeer
van Hong Kong op te wekken,
want ze weten dat dat
het centrale onderwerp is.
Als we het gewoon hadden verwijderd,
dan had dat niet gewerkt,
want dat zou alleen maar
meer woede oproepen.
Dus we lieten het staan.
We werkten echter met de feitencheckers
en professionele journalisten samen
om erachter te komen
wie deze versie het eerst had gepost.
En hij kwam van Zhongyang Zhengfawei.
Dat is de centrale politieke en
wettelijke eenheid van de centrale partij,
de Centrale Communistische Partij, de CCP.
En we weten dat hun Weibo-account
als eerste dit onderschrift liet zien.
Dus publiceerden we
een publieke mededeling
en de partners
in de socialemediabedrijven,
bijna allemaal,
plaatsten een kleine melding
naast iedere keer
dat het bericht werd gedeeld
en die zei: "Dit komt feitelijk
van de centralepropaganda-eenheid
van de CCP.
Klik hier voor het hele verhaal erachter."
En dat werkte, zo was onze ervaring,
want mensen begrijpen dan
dat het geen betrouwbaar nieuws is.
In plaats daarvan is het een toe-eigening
van Reuters' nieuwsmateriaal
en een schending van het copyright
en ik denk dat dat [onverstaanbaar].
Waar het om gaat
is dat wanneer mensen begrijpen
dat dit opzettelijk gebeurt,
ze het niet zomaar zullen delen.
Ze delen het misschien wel,
maar dan schrijven ze erbij:
"Dit probeert Zhongyang Zhengfawei
met onze democratie te doen."
DB: Misschien kunnen
de grote sociale-mediabedrijven
iets leren van 'merk het op
en laat het weten'.
AT: Laat het weten, precies.
DB: Wat heb je voor advies
voor de Twitters en Facebooks
en LINE's en WhatsApps
en dergelijke in de wereld?
AT: Ja.
Net voor onze verkiezingen
zeiden we tegen al die partijen
dat we geen wet introduceerden
om ze zeg maar te straffen.
Maar we laten ze het simpele feit weten
dat er een norm is in Taiwan,
dat we zelfs een aparte eenheid
in de overheid hebben,
de controle-eenheid,
die de campagnedonaties
en -uitgaven publiceerde.
En het viel ons op
dat bij de vorige verkiezing,
een burgemeestersverkiezing,
een heleboel kandidaten
geen reclame op sociale media
als uitgaven opgaven
aan de controle-eenheid.
In feit betekent dat
dat er een apart bedrag is
aan politieke donaties en uitgaven
die het publiek niet kan zien.
En onze controle-eenheid
publiceerde die bedragen
in ruwe vorm,
dat wil zeggen, het is geen statistiek
maar individuele dossiers
van wie doneerde en waarvoor,
wanneer, waar,
en onderzoeksjournalisten zijn heel blij
want die kunnen dan onderzoeken
hoe de connecties liggen
tussen de kandidaten
en de mensen die hen financieren.
Maar ze kunnen niet werken
met dezelfde informatie
van de mondiale sociale-mediabedrijven.
Dus zei ik: "Kijk, dit is heel eenvoudig.
Dit is de sociale norm hier
en wat andere gebieden doen,
moeten zij weten.
Je past je aan aan de sociale norm
zoals de controle-eenheid
en onderzoeksjournalisten die stellen,
of anders heb je kans op sociale sancties.
Dat is niet in opdracht van de regering,
maar omdat mensen
de onduidelijkheid zat zijn
en het was ook een van de eisen
van Sunflower Occupy.
En Facebook schreef in hun Ad Library,
op dat moment, denk ik,
een van de snelste responsstrategieën,
waar iedereen die zeg maar
een bedenkelijke advertentie plaatst,
snel ontmaskerd wordt,
en onderzoeksjournalisten werken
samen met de lokale civiele techneuten
om te zorgen dat wie sociale media
op zo'n verdelende manier gebruikt,
binnen een uur een afkeurend verslag
daarover kan verwachten.
Dus bij de afgelopen verkiezingen
probeerde ook niemand dat.
DB: Dus het kan anders.
AT: Hmm.
WPR: Jongens, we hebben nog wat vragen
uit onze gemeenschap.
Er is een anonieme vraag
die zegt: "Ik geloof dat Taiwan
geheel buiten de WHO staat
en een voorbereidingsprogramma
heeft van 130 delen --
geheel zelf ontwikkeld.
In welke mate is
hun voorbereiding te danken
aan het zelf ontwikkelen daarvan?"
AT: Nou, een beetje, denk ik.
We hebben geprobeerd
de WHO te waarschuwen,
maar op dat moment --
we staan er niet helemaal buiten,
we hebben wat wetenschappelijke toegang,
maar we hebben geen ministeriële toegang.
En dat is heel wat anders.
We hebben gedeeltelijke
wetenschappelijke toegang,
dus tenzij de top-epidemioloog
van de ander jouw vice-president is,
zoals in het geval van Taiwan,
zullen ze het verhaal
vaak niet goed genoeg vertellen
om het te kunnen vertalen naar het beleid
zoals onze vice-president dat kon.
Dus ging het ontbreken
van ministeriële toegang,
denk ik, eerder ten koste
van de rest van de wereld,
want anders hadden mensen
net als wij kunnen reageren
op de eerste dag in januari
in plaats van weken te moeten wachten
tot de WHO verklaarde dat dit serieus is,
dat er zeker besmetting
van mens tot mens is,
dat je mensen komend uit Wuhan
zeker moet onderzoeken,
wat ze uiteindelijk deden,
maar dat was al twee of drie
weken later dan wat wij deden.
WPR: Klinkt zinnig.
DB: Meer wetenschappers
en technici in de politiek.
Dat lijkt het antwoord te zijn.
AT: Ja.
WPR: Een volgende vraag
is van Kamal Srinivasan
over jullie heropeningsstrategie:
"Hoe zorgen jullie dat restaurants
en winkels veilig weer open kunnen?"
AT: Nou, die zijn
nooit dicht geweest. (Lacht)
WPR: O!
AT: Die waren nooit dicht,
er was geen lockdown, geen sluiting.
We zeiden alleen een simpel iets
in de persconferentie van de CECC:
dat mensen afstand moesten houden.
Houd binnen anderhalve meter afstand
of draag een masker.
Meer niet.
Dus er waren sommige restaurants
die rode gordijnen ophingen,
sommige zetten lieve teddybeertjes
of zoiets op de stoelen,
om ervoor te zorgen
dat mensen verspreid zaten,
sommige installeerden
glazen of plastic schermen
tussen de plaatsen.
Je ziet allerlei sociale innovaties.
En ik denk dat de enige winkels
die een tijdje dicht zijn geweest
omdat ze niet snel genoeg konden
innoveren om hieraan te voldoen,
de intieme escortbars waren.
Maar uiteindelijk vonden ook zij manieren,
zoals het uitreiken van plastic schermpjes
waarachter je toch nog kon drinken.
Dus zij openden met die sociale innovatie.
DB: Opmerkelijk.
WPR: We kunnen een hoop leren
van jullie strategieën.
Dank je. Ik kom tegen het eind
nog terug met wat laatste vragen.
DB: Ik ben blij te horen dat
de restaurants nooit gesloten waren,
want Taipei heeft volgens mij
een van de beste keukens ter wereld,
van de steden die ik bezocht heb,
dus goed gedaan.
De grootste zorg als het gaat
om digitale tools voor COVID te gebruiken,
of om ze voor democratie te gebruiken,
is altijd privacy.
Je hebt het daar al een beetje over gehad,
maar ik weet zeker
dat de burgers van Taiwan
misschien wel net zo bezorgd zijn
over hun privacy,
met name gezien de geopolitieke context.
AT: Zeker.
DB: Dus hoe ga je om met die eisen?
AT: Ja, we ontwerpen niet alleen
vanuit een verdedigend perspectief,
zoals minimale inzameling van data,
maar ook proactieve maatregelen,
zoals privacy-verbeterende technologieën.
Een van de topteams
die voortkwam uit onze cohack,
de TW-reactie van de Polis,
hoe je contactsporen
eenvoudiger kunt vinden,
richtten zich niet op de spoorzoekers,
niet op de medische staf,
maar op de persoon.
Ze zeiden feitelijk:
'Goed, je hebt een telefoon,
je kunt je temperatuur opnemen,
je kunt bijhouden
waar je bent geweest en zo,
maar dat zit alleen in jouw telefoon.
Het gebruikt niet eens Bluetooth.
Dus het wordt niet verzonden.
De technologie gebruikt open-source,
je kunt het controleren
en het in airplane-mode gebruiken.
En als de contactspoorzoeker
je uiteindelijk vertelt
dat je in een risicogroep zit
en ze willen echt je contacthistorie,
dan kan deze tool
een eenmalige URL genereren
die alleen de precieze informatie bevat,
geanonimiseerd,
die de contactspoorzoeker wil.
Maar het zal niet,
zoals in een traditioneel interview,
je laten vragen --
ze stellen een vraag en willen
alleen weten waar je bent,
maar je antwoordt zo nauwkeurig
dat je de privacy
van anderen in gevaar brengt.
Dit gaat dus feitelijk over het ontwerpen
met het doel de privacy
van anderen te verbeteren,
want persoonlijke gegevens
zijn nooit helemaal persoonlijk.
Het is altijd sociaal.
Er zijn altijd verbanden met anderen.
Als ik een selfie neem op een feestje,
fotografeer ik onbedoeld ook alle anderen
die in beeld zijn, de omgeving,
de ambiance, enzovoort.
En als ik dat upload
naar een cloudservice,
dan decimeer ik feitelijk de rechten,
de privacy van de anderen om mij heen,
want dan zijn hun gegevens in die cloud
en die cloud hoeft hen niet te compenseren
of hun goedkeuring te hebben.
Dus door die tools zo te ontwerpen
dat ze de privacy positief beïnvloeden,
en niet alleen
je eigen privacy verbeteren,
net als een masker jou beschermt,
maar ook anderen moet beschermen, niet?
Dus als we tools ontwerpen vanuit dat idee
en altijd open-source en met een open API,
staan we er beter voor
dan in gecentraliseerde
of zogenaamde cloudgebaseerde services.
DB: Nou, je leeft
duidelijk in de toekomst,
en dat is feitelijk ook nog waar,
want het is al morgenochtend bij jullie.
AT: Twaalf uur.
DB: Ja.
Wat gaat de toekomst brengen?
Hoe verder?
AT: Ik zie het coronavirus
als een uitvergroter.
Als je begint met
een autoritaire maatschappij,
heeft het coronavirus,
met zijn lockdowns en zo,
de potentie om de maatschappij
nog meer totalitair te maken.
Als mensen echter vertrouwen hebben
in de sociale sector,
in het vernuft van sociale innovators,
dan zal de pandemie, zoals in Taiwan,
eerder de democratie versterken.
Dan voelen mensen echt
dat iedereen iets kan verzinnen
dat het welzijn verbetert
van niet alleen Taiwan,
maar alle anderen in de wereld ook.
Dus mijn punt is
dat je wordt uitvergroot
of je het wil of niet,
maar wat de maatschappij kan doen,
is wat Taiwan deed na SARS.
In 2003, toen SARS kwam,
moeten we een heel ziekenhuis sluiten
en het barricaderen
zonder een geplande einddatum.
Het was heel traumatisch;
iedereen boven de 30 weet nog
hoe traumatisch het was.
De gemeenten
en de centrale overheid
zeiden heel verschillende dingen
en daarom heeft na SARS
het constitutioneel hof
de wetgeving zo veranderd
dat het huidige systeem
kon worden opgezet,
en dat is ook de reden
dat toen de mensen reageerden
op die crisis in 2003
ze dit robuuste systeem bouwden.
Dus net als Sunflower Occupy
vanwege de vertrouwenscrisis
ons tools liet bouwen
die vertrouwen voorop zette,
denk ik dat het coronavirus de kans is
voor iedereen die de eerste
golf heeft overleefd,
om een nieuwe set normen aan te nemen
die je waarden zullen versterken,
in plaats van vreemde waarden
over te moeten nemen om te overleven.
DB: Ja, laten we dat hopen
en laten we hopen dat de rest
van de wereld net zo klaar is als Taiwan
de volgende keer.
Als het gaat om digitale
democratie, echter,
en digitaal burgerschap,
waar zie jij dat naartoe gaan,
zowel in Taiwan
als in de rest van de wereld?
AT: Ik heb hier mijn functieomschrijving
en die zal ik voorlezen.
Het is letterlijk mijn functieomschrijving
en het antwoord op de vraag.
Daar gaan we.
Als we het internet der dingen zien,
laten we er het internet
van wezens van maken.
Als we de virtuele werkelijkheid zien,
laten we er een gedeelde
realiteit van maken.
Als we machine-leren zien,
laten we er gezamenlijk leren van maken.
Als we gebruikerservaring zien,
laten we zorgen dat het
over een menselijke ervaring gaat.
En als we horen
dat de singulariteit nabij is,
vergeet dan niet
dat er verscheidenheid is.
Bedankt voor het luisteren.
DB: Wauw.
Daar moet ik even voor klappen.
Dat was prachtig.
(Lacht)
Flinke functieomschrijving.
Dus, conservatieve anarchist,
digitale minister en met
zo'n functieomschrijving --
erg indrukwekkend.
AT: Een dichticus, ja.
DB: (Lacht)
Ik probeer me voor te stellen
hoe dat soort technieken
er in de VS uit zouden zien,
en mijn pessimisme maakt dat
misschien wat lastig.
Maar wat voor worden van hoop heb je
voor de VS, in ons gevecht met COVID?
AT: Zoals ik al zei,
in de tijd van SARS in Taiwan
kon niemand zich voorstellen dat we CECC
en een spreekhond zouden hebben.
Voor de Sunflower-beweging,
gedurende een grote demonstratie,
waren er geloof ik
een half miljoen mensen op straat.
Niemand dacht dat we een collectief
informatiesysteem konden hebben
met open overheidsdata
als een manier die
burgerparticipatie terug zou brengen.
Geef dus nooit op.
Mijn favoriete zanger, Leonard Cohen --
ook een dichter -- zegt:
"Luid de klokken die nog luiden
en wacht niet op een ideale gelegenheid.
Overal zit een barst in
en daar valt het licht door binnen."
WPR: Wauw.
Dat is zo mooi
en het voelt als zo'n mooie tekst
om mee af te sluiten
en het geeft het sentiment goed weer
dat iedereen dankbaar is
voor wat je met ons deelde, Audrey,
en alle informatie en inzicht
in de strategieën van Taiwan.
AT: Dankjewel.
WPR: En David --
DB: Ik wou alleen maar zeggen:
heel hartelijk bedankt daarvoor,
voor die prachtige functieomschrijving
en voor alle wijsheid die je
hebt gedeeld in deze korte tijd.
Ik denk dat je niet één idee
met ons hebt gedeeld,
maar misschien wel 20, 30, 40?
Ik ben de tel kwijtgeraakt.
AT: Ideeën die het waard zijn om te delen.
Dat is meervoud.
(Gelach)
DB: Heel goed.
Bedankt dat je bij ons was.
WPR: Dank je, Audrey.
DB: En ik wens je over veel geluk mee.
AT: Dankjewel en een goede lokale tijd.
Blijf veilig.