Wereldwijd overlijden er jaarlijks
circa 7 miljoen mensen aan een hartaanval.
Aandoeningen van de hart en bloedvaten
die een hartaanval en andere
problemen zoals beroertes veroorzaken,
zijn wereldwijd de grootste doodsoorzaak.
Wat veroorzaakt een hartaanval?
Zoals elke spier
heeft het hart zuurstof nodig
en tijdens een hartaanval
krijgt het niet genoeg.
Vetopslag, of plak,
ontstaat in de wand
van de kransslagaderen.
Dit zijn de bloedvaten
die het hart van bloed voorzien.
Deze plak ontstaat met de jaren,
soms wordt het dik,
hard,
of raakt het ontstoken.
Uiteindelijk kan die plak
voor obstructie zorgen.
Wanneer een plak scheurt of barst,
wordt er op die plek
binnen enkele minuten een stolsel gevormd,
een deels afgesloten slagader
kan zo volledig geblokkeerd raken.
Er is geen bloeddoorstroming meer
naar de hartspier
en zonder zuurstof sterven
de cellen binnen enkele minuten.
Dat is een myocardinfarct,
of hartaanval.
Wanneer onbehandeld
kan dit snel slechter gaan.
De aangedane spier kan het bloed
niet goed rondpompen
en ook het hartritme kan verstoord raken.
In het slechtste geval
leidt een hartaanval direct tot de dood.
Hoe herken je een hartaanval?
Meestal is dit pijn in de borst
door het zuurstoftekort van de hartspier.
Patiënten beschrijven dit
als verpletterend of drukkend.
Het kan uitstralen naar de linkerarm,
kaak,
rug,
of buik.
Maar het is niet altijd
zo acuut en dramatisch als in de film.
Sommige mensen worden misselijk
of kortademig.
Symptomen kunnen minder duidelijk zijn
bij vrouwen of ouderen.
Bij hen is vermoeidheid en zwakte
een belangrijk signaal.
En verrassend genoeg, bij veel mensen,
met name met diabetes
waarbij de pijnzenuwen aangedaan zijn,
kan een hartaanval stil verlopen.
Wanneer je denkt
dat iemand een hartaanval heeft,
is een snelle reactie het belangrijkste.
Als je hulpdiensten kunt bereiken, bel ze.
Zij zijn de snelste weg
naar het ziekenhuis.
Neem aspirine, deze verdunt het bloed,
en nitroglycerine,
dit verwijdt de bloedvaten.
Dit kan de schade beperken.
Op de eerste hulp kunnen de artsen
een hartaanval vaststellen.
Vaak gebruiken ze een elektrocardiogram
om de elektrische activiteit
van het hart te meten
en bloedafname om de schade
aan de hartspier te bepalen.
De patiënt komt
op een geavanceerde hartafdeling
waar onderzocht wordt
waar de obstructie zit.
Cardiologen kunnen het vat weer openen
door een ballonnetje op te blazen
in een procedure genaamd dotteren.
Wat ze ook vaak doen is het plaatsen
van een metalen of kunststof stent
die het vat open kan houden.
Een meer ernstige blokkade
heeft mogelijk bypass-operatie nodig.
Er wordt een deel van een vat
gebruikt uit het lichaam.
De hartchirurg kan zo de bloedstroom
om de blokkade leiden.
Dit zorgt voor herstel
van de circulatie naar de hartspier
en daarmee de hartfunctie.
Therapieën zijn vooruitstrevend
maar voorkomen is cruciaal.
Genen en levensstijl
hebben beiden effect op risico.
Het goede nieuws is
dat je je levensstijl kunt aanpassen.
Beweging, gezond eten en gewichtsverlies
verlagen het risico op een hartaanval,
of het de eerste keer is of niet.
Artsen geven het advies
enkele keren per week te sporten,
zowel conditie als krachttraining.
Een gezond dieet bevat
weinig suikers en verzadigde vetzuren,
welke beiden gelinkt worden
aan hartziekten.
Wat moet je dan wel eten?
Veel vezels van groenten,
kip en vis in plaats van rood vlees,
volkoren en noten
zoals walnoten en amandelen
lijken allemaal
een goede invloed te hebben.
Een goed dieet en trainingsplan
zal ook je gewicht gezond houden,
wat ook het risico
op een hartaanval verlaagt.
En uiteraard kunnen medicijnen helpen
een hartaanval te voorkomen.
Artsen schrijven wel eens
aspirine met een lage dosis voor,
vooral voor patiënten
die al eens een hartaanval hebben gehad
en voor diegenen met een verhoogd risico.
En medicatie
om risicofactoren te verlagen,
zoals hoge bloeddruk,
cholesterol en diabetes,
zullen ook voor minder
hartaanvallen zorgen.
Hartaanvallen komen misschien vaak voor,
maar zijn niet onvermijdelijk.
Een gezond dieet,
niet roken,
in conditie blijven,
en genoeg slaap en plezier
zorgen er samen voor
dat de belangrijkste spier in het lichaam
zijn werk blijft doen.