Andrew Forrest: Plastic.
Zo simpel.
Ons onvermogen om het te gebruiken
als een enorm energetisch product
en dat we het gewoon weggooien.
AF: Dit is in de Filippijnen
en een heleboel rivieren,
dames en heren,
zien er net zo uit.
Dit is in de Filippijnen.
Zo is het in heel Zuidoost-Azië.
AF: Nee, dat zien we nog niet.
Bij Ellen MacArthur Foundation
zitten een hoop goede wetenschappers
waarmee we een tijdje hebben samengewerkt.
Ik heb hun werk helemaal geverifieerd.
Ze zeggen dat er één ton plastic, Chris,
voor elke drie ton vis zal zijn,
niet tegen 2050 --
en ik word echt ongeduldig met mensen
die praten over 2050 -- maar tegen 2025.
Dat is om de hoek.
Dat is gewoon hier en nu.
Je hebt echt geen ton plastic nodig
om het zeeleven volledig uit te roeien.
Met minder dan dat gaat dat ook prima.
Dus moeten we er direct mee stoppen.
We hebben geen tijd meer.
CA: Dat is het fundamentele probleem,
de prijs voor het recyclen
van plastic ligt meestal hoger
dan de prijs om het
van nieuwe olie te maken.
Dat is het fundamentele probleem.
AF: Over de hele wereld.
Omdat de technologie zo goedkoop is,
kan je ze inzetten
bij afvalhopen, in grote hotels,
vuilstortplaatsen, overal,
en hars maken van die afval.
(Applaus)
Je sprak met andere bedrijven,
zoals de Coca-Cola’s van deze wereld,
die bereid zijn
om een hogere prijs te betalen,
ze willen een hogere prijs betalen,
zolang het eerlijk verloopt.
Chris Anderson: Je bent al een paar jaar
door dit probleem geobsedeerd.
Wat is het probleem, in je eigen woorden?
CA: We zien overal verspilling.
Extreem gesteld,
ziet het er een beetje zo uit.
Waar werd deze foto genomen?
CA: Plastic wordt in de rivieren gegooid
en van daar gaat het uiteraard de zee in.
We zien het duidelijk op de stranden,
maar dat is niet eens je voornaamste zorg.
Het gaat eigenlijk
om er wat in zee gebeurt.
Zeg daar eens wat over.
AF: OK, dus kijk. Dank je, Chris.
Ongeveer vier jaar geleden
kreeg ik een stapelgek idee
en besloot om aan een doctoraat
in mariene ecologie te beginnen.
Het enge eraan was dat ik zeker
leerde over het leven in zee,
maar ik leerde meer over de dood in zee
en het enorme ecologische
afsterven van vis,
het mariene leven, zeezoogdieren,
met een biologie bijna als de onze,
waarvan er miljoenen,
zo niet ontelbare biljoenen,
afsterven door het plastic.
CA: Mensen vinden plastic lelijk,
maar stabiel. Toch?
Je gooit iets in de oceaan met het idee,
"Hè, daar gebeurt verder niks mee.
Kan toch geen kwaad, hè?"
AF: Kijk, Chris, het is
een geweldig product voor de economie.
Maar wel de ergst mogelijke
stof voor het milieu.
Het ergste aan plastics
is dat als ze in het milieu geraken,
ze uiteenvallen.
Ze houden nooit op met plastic te zijn.
Ze breken af in steeds
kleiner en kleiner wordende deeltjes
en het begint ons nu te dagen, Chris,
wat we in de mariene ecologie
al een paar jaar weten,
dat het ook mensen gaat treffen.
We weten nu dat nanoplastics,
die zeer kleine deeltjes plastic,
met hun negatieve lading
dwars door de poriën
van de huid kunnen gaan.
Dat is niet eens het slechte nieuws.
Het slechte nieuws is dat ze
dwars door de bloed-hersenbarrière gaan,
die beschermende coating
om je hersenen te beschermen.
Je hersenen zijn een amorfe, natte massa
met veel kleine elektrische ladingen.
Breng daar een negatief deeltje in --
in het bijzonder een negatief
deeltje met pathogenen --
die negatieve lading trekt
dingen met positieve ladingen aan,
zoals pathogenen, toxinen,
kwik, lood.
Dat is de nieuwe wetenschap
die we in de komende 12 maanden gaan zien.
CA: Ik dacht dat je me al had verteld
dat er al zo’n 600 plastic zakken
voor elke vis van ongeveer die grootte
in zee aanwezig zijn.
Ze breken af,
er komen er steeds meer
en we beginnen de gevolgen ervan
nog niet eens te zien.
CA: OK, je hebt een idee
om hier een eind aan te maken.
Je kwam daar niet op
als milieu-activist, zou ik zeggen,
maar als een zakenman, als een ondernemer
die zijn hele leven nagedacht heeft
over de wereldwijde economische systemen
en hoe ze werken.
En als ik het goed begrijp,
steunt je idee op helden
die er ongeveer zo uitzien.
Wat is haar beroep?
AF: Ze is een voddenraapster, Chris,
en er waren 15, 20 miljoen
voddenraapsters zoals zij,
totdat China stopte
met ieders afval op te nemen
en de prijs van plastic,
hoe laag hij ook was, instortte.
Dat leidde tot mensen zoals zij,
die nu -- ze is een kind, een schoolkind.
Ze zou op school moeten zitten.
Dat kan je wel bijna slavernij noemen.
Mijn dochter Grace en ik ontmoetten
honderden mensen zoals zij.
CA: En zo zijn er ook miljoenen
volwassenen over de hele wereld,
en in sommige sectoren
zorgen die ervoor dat we, bijvoorbeeld,
niet veel metaalafval
tegenkomen in de wereld.
AF: Ja, precies.
Dat kleine meisje is in feite
de held van het milieu.
Ze beconcurreert
een enorme petrochemische fabriek
even verderop,
een petrochemische fabriek
van 3,5 miljard dollar.
Dat is het probleem.
Er zit meer olie en gas
in plastic en stortplaatsen
dan in de hele olie- en gasbronnen
van de Verenigde Staten.
Dus is zij de held.
Zo ziet zo’n stortplaats eruit,
dames en heren,
olie en gas in vaste vorm.
CA: Er zit een enorme waarde in opgesloten
waarmee voddenrapers van over de wereld
hun boterham zouden kunnen verdienen.
Maar waarom kunnen ze dat niet?
AF: Omdat we te maken hebben met het feit
dat de prijs van plastic
uit fossiele brandstoffen
net iets te laag is
om recyclen van plastic uit plastic
economisch en winstgevend te maken.
Alle plastic bevat
bouwstenen uit olie en gas.
Plastics zijn 100 procent polymeer,
die weer 100 procent olie en gas zijn.
En je weet dat we in de wereld
genoeg plastic hebben
voor al onze behoeften.
En als we niet zorgen
dat plastic recyclen goedkoper wordt
dan plastic maken
uit fossiele brandstoffen,
dan blijft de wereld natuurlijk hangen
aan plastic uit fossiele brandstoffen.
AF: Dus moeten we de regels
hier een beetje aanpassen, Chris.
Ik ben een grondstoffenprofessional.
Ik weet dat er vroeger overal
schroot, afvalijzer
en stukjes koper lagen,
vooral dan in de derde wereld.
De mensen gingen beseffen
dat ze waarde hadden.
Het zijn eigenlijk artikelen van waarde,
geen afval.
Nu zijn de dorpen,
de steden en de straten schoon,
je valt er niet meer
over het koper- of ijzerafval,
want het is een artikel van waarde,
het wordt gerecycled.
CA: Hoe wil jij dat
veranderen voor plastics?
AF: OK, Chris,
voor het grootste deel van dat doctoraat
deed ik aan onderzoek.
Het voordeel van een geslaagde ondernemer
is dat mensen je willen zien.
Andere ondernemers,
zelfs als je een beetje een showexemplaar
bent waarmee ze willen kennismaken,
zullen zeggen:
"OK, we gaan allemaal
naar Twiggy Forrest."
En zodra je daar bent,
kan je ze ondervragen.
Ik heb de meeste olie-, gas-
en levensmiddelenbedrijven
ter wereld bezocht
en er is een echte wil om te veranderen.
Er zijn wel een paar dinosauriërs
die hopen dat het goed gaat en niets doen,
maar toch is de wil er wel.
Ik legde uit
dat de zeven en een half miljard
mensen in de wereld
het echt niet verdienen
dat hun omgeving verdrinkt in plastic
en het leven in hun oceanen
uitsterft als gevolg van plastic.
Onderaan die keten vind je
de tienduizenden merken
waarvan wij allen
die hopen producten kopen,
maar er zijn slechts een honderdtal
grote harsproducenten,
grote petrochemische fabrieken,
die al die plastic
voor eenmalig gebruik uitspuwen.
CA: Dus honderd bedrijven
zitten aan de basis
van die 'voedselketen'.
AF: Ja.
CA: Wat wil je dan dat
die honderd bedrijven gaan doen?
AF: Ze moeten gewoon de waarde verhogen
van de plasticbouwstenen van olie en gas,
wat ik noem het ‘slechte plastic’,
verhoog daar de waarde van,
zodat wanneer het zich verspreid
via de merken en naar ons, de klanten,
we nauwelijks iets zullen merken
van de prijstoename van onze koffiekop,
Coke, Pepsi of wat dan ook.
CA: Iets als één cent extra?
AF: Minder. Een kwart cent,
een halve cent.
Het zal absoluut minimaal zijn.
Maar het maakt
dat elk stukje plastic ter wereld
een artikel van waarde wordt.
Waar het afvalprobleem het ergste is,
zeg maar Zuidoost-Azië, India,
gaat dat het meeste voordeel bieden.
CA: OK, het voelt alsof
er twee kanten aan zijn.
Een ervan is: als ze er
meer geld voor vragen,
maar dat teveel eruit halen
en het investeren -- in wat? --
een fonds dat wordt beheerd door iemand
om dit probleem van
–- wat? -- aan te pakken?
Waarvoor dient dan
dat extra aangerekend geld?
AF: Als ik aan echt grote bedrijven zeg:
"Kijk, ik wil dat jullie veranderen
en wel echt snel veranderen",
zullen ze me verveeld aankijken,
totdat ik zeg:
"Het is goed voor de zaken."
"OK, nu heb je mijn aandacht, Andrew."
Dus zeg ik: "Goed,
jullie moeten een bijdrage leveren
aan een overgangsfonds
voor milieu en industrie.
Binnen twee, drie jaar
kan de hele wereldwijde plasticindustrie
overstappen van het winnen
van bouwstenen uit fossiele brandstoffen
naar het winnen
van de bouwstenen uit plastic.
De technologie bestaat.
Ze is bewezen."
Ik heb twee miljardenindustrieën
vanuit het niets opgestart
en aangetoond dat de techniek
kan worden opgeschaald.
Ik zie minstens een dozijn technologieën
om alle soorten plastic te verwerken.
Zodra die technologieën
een economische marge hebben,
en dit geeft ze dat,
zal het mondiale publiek
al zijn plastic betrekken
uit bestaande plastics.
CA: Dus elke verkoop van nieuw plastic
draagt geld bij aan een fonds
dat wordt gebruikt
om de industrie over te schakelen
en gaat betalen voor dingen
zoals opruimen en andere zaken.
AF: Absoluut.
CA: Het heeft het
ongelooflijke neveneffect,
misschien het belangrijkste voordeel,
dat het een markt creëert.
Het zorgt dat er een enorme handel
in recyclebare plastic op gang komt
die miljoenen mensen ter wereld kan helpen
om de kost te verdienen
door het te verzamelen ervan.
AF: Ja, precies.
Het enige wat je doet:
plastic uit fossiele
brandstoffen is zoveel waard
en gerecyclede plastic is zoveel waard,
en dat verander je.
Dus is gerecycled plastic goedkoper.
Dit vind ik hieraan het leukste, Chris.
We storten 300 à 350 miljoen ton
plastic in het milieu.
Volgens de eigen berekeningen
van de olie- en gasbedrijven
gaat dat aangroeien tot 500 miljoen ton.
Dat is een aangroeiend probleem.
Maar elke ton ervan is polymeer.
Polymeer kost 1000 tot 1500 dollar/ton.
Dat is een half biljoen dollar
dat ondernemerschap zou kunnen aanwakkeren
en banen, kansen en overal
middelen van bestaan creëren,
vooral dan in de armste streken.
En toch gooien we het weg.
CA: Dit zou grote bedrijven
laten investeren in recyclingbedrijven,
letterlijk over de hele wereld --
CA: Nu ben je een filantroop
en je wil hier
eigen vermogen in investeren.
Welke rol speelt
filantropie in dit project?
AF: Ik denk dat we
40 à 50 miljoen dollar nodig hebben
om het op gang te brengen
en dan moet er ook
absolute transparantie zijn
zodat iedereen kan zien wat er gaande is.
Vanaf de harsproducenten
tot de producten voor de consument
krijgt iedereen te zien
wie het spel meespeelt,
wie de aarde beschermt,
en wie het niet kan schelen.
Het zal wekelijks
zowat één miljoen dollar kosten,
en we gaan dat
voor vijf jaar onderschrijven.
De totale bijdrage is ongeveer
300 miljoen US dollar.
CA: Wow.
Nu --
AF: Ja, dat is eerlijk.
Coca-Cola zou het niet leuk vinden
dat Pepsi meedeed,
tenzij de hele wereld wist
dat Pepsi niet meedeed.
Dan gaven ze er niet om.
Door die transparantie van de markt,
waarbij, als mensen proberen
het systeem te bedriegen,
de markt het kan zien,
de consument het kan zien.
De consument wil hierin een rol spelen.
Zeven en een half miljard mensen
willen niet dat 100 bedrijven
hun wereld om zeep helpen.
CA: Je vertelde ons
wat de bedrijven kunnen doen
en wat jij wil doen.
Wat kunnen de toehoorders doen?
AF: Ik zou willen dat wij allen
over de hele wereld
naar de website ‘noplasticwaste.org’ gaan.
Je neemt contact op
met de 100 harsproducenten
in jouw regio.
Je moet er ten minste één hebben
bij je e-mail-, Twitter-
of telefooncontacten
en je laat hen weten dat je wil dat ze
een bijdrage leveren aan een fonds --
dat de industrie
of de Wereldbank kan beheren,
het brengt tientallen miljarden
dollars per jaar op --
zodat jij de industrie de overgang
kan laten maken
om alle plastic uit plastic
en niet uit fossiele brandstof te maken.
Willen we niet.
Dat is slecht. Dit is goed.
En het kan de omgeving schoonmaken.
We hebben dan genoeg kapitaal,
tientallen miljarden dollars,
Chris, per jaar
voor het opruimen van de omgeving.
CA: Je zit in het recyclingbedrijf.
Is dit geen belangenconflict voor jou
of is het eerder een buitenkans voor je?
AF: Ja, ik zit in het ijzerertsbedrijf
en ik concurreer met de schroothandel,
en daarom liggen er geen resten
schroot om over te struikelen
en je teen aan te snijden:
omdat het wordt verzameld.
CA: Dit is niet je excuus voor de instap
in het plasticrecyclingbedrijf.
AF: Nee, ik ga deze actie toejuichen.
Dit wordt het internet van plasticafval.
Dit gaat een hausse-industrie
worden over de hele wereld
en vooral waar de meeste armoede is,
want daar is ook het meeste afval
en dat is de bron.
Dus ga ik het toejuichen
en een stapje terugzetten.
CA: We zijn in een tijdperk
waar zo veel mensen over de hele wereld
hunkeren naar een nieuwe,
regeneratieve economie
om deze grote productieketens,
deze grote industrieën,
fundamenteel te transformeren.
Het lijkt mij een gigantisch idee
en je gaat een heleboel
mensen nodig hebben
die je aanmoedigen
om dat te realiseren.
Bedankt om dit met ons te delen.
AF: Dank je zeer. Dank je, Chris.
(Applaus)