Zeven jaar geleden stond ik
in de Royal Courts of Justice in London --
ik ben advocaat --
en het was de laatste dag
van een langlopende zaak
waarin ik een man had vertegenwoordigd
die zwaargewond was geraakt op zijn werk.
Ik was zijn advocaat
en ik deed namens hem
het woord in de rechtbank.
Er was een moment van stilte
toen we wachtten tot de rechters
de zaal in zouden komen
en op dat moment keek ik uit het raam
en begon na te denken.
Ik keek naar buiten en dacht:
weet je, de aarde is
ook behoorlijk verwond
en daar zou iemand iets aan moeten doen.
De gedachte die erop volgde,
zou mijn leven veranderen.
Ik dacht: de aarde kan wel
een goede advocaat gebruiken.
(Gelach)
Die gedachte liet me niet meer los.
Ik ging weg en dacht er verder over
en ik dacht: als advocaat
voor de rechtbank,
welke hulpmiddelen heb ik om de aarde
te vertegenwoordigen voor de rechtbank?
Ik realiseerde me dat die er niet waren.
Dus dacht ik er verder over na:
wat zou ik daarvoor moeten regelen?
Als de aarde nu eens rechten had?
Wij mensen hebben tenslotte rechten.
Ons belangrijkste recht is natuurlijk
het recht om te leven.
Als de aarde nu eens ook dat recht had?
Ik sprak hierover met andere advocaten.
Ze zeiden: "Polly, je bent gek.
Natuurlijk heeft de aarde geen rechten.
En trouwens, er zijn al
allerlei milieuwetten.
Waarom die niet gebruiken?"
Maar ik zei: "Dat is niet zo eenvoudig.
Al die bestaande milieuwetten,
ze helpen niet; dat bestaat niet!
Je hoeft alleen maar naar de Amazone
te kijken om dat te zien.
We zien daar massale schade en verwoesting
die iedere dag verder escaleert.
De bestaande wetten helpen er niet tegen."
Dus ik ging eens kijken
wie er net zo over dacht als ik
en ik kwam er tot mijn verbazing achter
dat een hoop mensen denken zoals ik.
Zevenhonderdvijftig miljoen,
om precies te zijn.
Driehonderdzeventig miljoen ervan
zijn inheemse volken.
Die snappen wel dat de aarde
het recht heeft om te leven.
Die begrijpen wel
dat het leven zelf heilig is --
niet alleen menselijk leven
maar alle leven.
Ik ontdekte voorts dat boeddhisten
deze denkwijze ook begrijpen.
Dat zijn er nog eens 380 miljoen.
Zevenhonderdvijftig miljoen mensen,
zoveel als heel Europa, denken als ik.
Het is alleen niet vastgelegd in een wet.
Maar mijn denken ging verder,
want het is natuurlijk zo
dat onze mensenrechten
en ons recht om te leven --
dat voor een-op-eensituaties
is geregeld in de misdaad 'moord'
of in Amerika 'homicide' --
als dat gaat om onze gemeenschap,
dan noemen we het 'genocide'.
En toen ik voor een groot publiek sprak
een paar jaar geleden, in 2009,
over rechten voor de aarde,
zei iemand uit het publiek:
"We hebben een nieuwe taal nodig
als het gaat om massale
schade en verwoesting
die de aarde en de ecosystemen
wordt toegebracht."
En ik dacht: je hebt gelijk,
het is als genocide;
het is ecocide!
Het was echt zo'n eureka-moment;
het voelde letterlijk of er een lampje
ging branden boven mijn hoofd.
En ik dacht: mijn god,
het zou een misdrijf moeten zijn.
Krijgen we dat voor elkaar?
Kunnen we van ecocide een misdrijf maken?
Ik ging snel naar huis
en begon het te onderzoeken.
En drie maanden later kom ik boven water
en realiseer ik me dat we het
niet alleen een misdrijf kunnen maken,
maar dat het de ontbrekende
vijfde misdaad tegen de vrede is.
Op dit overzichtje hier zie je
wat men noemt de internationale
misdrijven tegen de vrede.
We hebben al misdrijven
tegen de menselijkheid,
oorlogsmisdaden, genocide.
Die werden van kracht
na de Tweede Wereldoorlog.
Ze werken als paraplu-wetten;
ze bestrijken de hele wereld.
Het zijn een soort superwetten;
ze overstijgen alle andere.
Alle andere wetten
moeten zich eraan aanpassen.
Misdrijven van agressie --
de aanloop naar oorlog --
die is pas in 2010 van kracht geworden.
En ik zeg dus feitelijk dat er
een vijfde misdaad tegen de vrede is,
zijnde ecocide.
Wat er al bestaat
zijn wetten die het welzijn
van leven beschermen.
Feitelijk beschermen ze
de heiligheid van het leven zelf.
En ik zeg dat het niet alleen
om menselijk leven gaat,
maar dat we onze mantel van zorg
moeten verwijden
tot het welzijn van alle leven,
tot alle bewoners die op deze aarde leven.
Dit is een diagram van wat er
nu in de wereld aan de hand is.
Er doen zich schade en verwoesting voor
op een gigantische schaal,
wat ik dus ecocide noem --
ik licht de term dadelijk verder toe --
maar het leidt onder meer
tot uitputting van grondstoffen,
wat op haar beurt weer
onder meer leidt tot conflict,
wat kan leiden tot oorlog,
wat dan weer leidt
tot meer schade en verwoesting,
meer uitputting van grondstoffen --
Wat er op dit moment gebeurt in Congo
is een heel krachtig
voorbeeld van zo'n cyclus
die steeds verder uit de hand loopt,
sneller en sneller,
conflicten die leiden tot meer oorlog,
tot meer schade en verwoesting,
tot meer ecocide.
En zo ontwikkelt het zich als een spiraal,
steeds wijder en hoger.
Sir David King noemt dat
'een eeuw lang grondstoffenoorlogen'.
Daar hebben we het over.
Ik denk dat we dit op een
andere manier kunnen voorkomen.
We kunnen het daadwerkelijk doen ophouden.
Dit gaat niet over de cyclus vertragen,
maar hem echt stoppen.
Ingrijpen.
En door een wet te creëren
die echt die spiraal verstoort
in haar escalatie.
En dat kan een ecocidewet doen.
Dit is het eerste deel
van het wetsvoorstel
dat ik bij de VN heb ingediend.
Ecocide is een misdrijf
wanneer we ecosystemen
grote schade toebrengen of verwoesten.
Ieder woord hierin is juridisch afgewogen,
maar misschien is het belangrijkste woord
wel het woord 'bewoners' --
het gaat dus niet alleen om mensen
maar om alle bewoners.
Dat is natuurlijk om te erkennen
dat als we naar een gebied kijken,
we zien dat er niet alleen mensen leven,
maar ook andere soorten.
Het is het erkennen
van de verbondenheid van alle leven.
Ofwel: verwoest de aarde waarop we staan
en je verwoest je gelegenheid
in vrede van je leven te genieten.
We hebben het over twee types ecocide.
Door de mens veroorzaakte ecocide.
Door de mens veroorzaakte ecocide
doet zich voor als we zien
en kunnen vaststellen
dat we als een resultaat van ons handelen
grote schade en verwoesting aanbrengen.
Sterker nog, eerder vandaag hoorden we
hoe het handelen van mensen
ook op andere manieren schade toebrengt --
de toename van broeikasgassen,
ook een resultaat van het toebrengen
van grote schade en verwoesting.
Onlangs heb ik alle regeringen
in het bezit gesteld
van een conceptbeschrijving
van hoe we deze wet kunnen gebruiken
om gevaarlijke industriële praktijken
onmogelijk te maken
die door de mens aangestichte
ecocide tot gevolg heeft.
Maar er is een andere vorm van ecocide
waar ik het vandaag over wil hebben
en dat is natuurlijke ecocide.
Dan hebben we het over tsunamis,
overstromingen, rijzende zeespiegels --
alles wat ecosystemen verwoest.
En we kunnen een
internationale wet creëren
die niet alleen bedrijfsmatige
activiteit reguleert,
maar, zeker zo belangrijk, die alle landen
een wettelijke zorgplicht oplegt,
die ons een systeem geeft
voor wanneer zoiets zich voordoet.
Want op dit moment
kloppen landen als de Malediven
aan de deur en zeggen: "Help ons!
We zullen onder water verdwijnen
door de rijzende zeespiegel
en wel binnen tien jaar vanaf nu."
En regeringen zeggen:
"Wij kunnen niets doen."
Wat ze in feite zeggen is:
"We hebben geen wettelijke plicht
om assistentie te verlenen."
Een ecocidewet zou
een wettelijke zorgplicht opleggen,
zodat alle landen samenkomen
en dit voorkomen.
Er zijn tenslotte 54 kleine eilandstaten
die te maken hebben
met rijzende zeespiegels.
En niet alleen 54 kleine eilandstaten,
ook andere landen zoals Bangladesh
hebben niet alleen te maken met
overstromingen en rijzende zeespiegels,
maar zij worden drie keer getroffen,
want ze hebben ook nog eens smeltend ijs.
Door landen een wettelijke
zorgplicht op te leggen
kan er een dialoog beginnen
waarin we beslissen
wat we gaan we doen om te helpen.
En het is belangrijk dat we daar
samen verder over nadenken.
Want als het puntje bij het paaltje komt,
al bevinden zij zich
aan de andere kant van de wereld,
we moeten het uiteindelijk samen doen.
Maar het gaat verder.
In het internationale strafrecht
bestaat het principe van de
verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
Ja, dit gaat over
verantwoordelijkheid nemen,
maar meer dan dat,
het gaat over die
verantwoordelijkheid opleggen
aan hen die --
als je denkt aan een driehoek --
bovenaan die driehoek verkeren,
de mensen die het uiteindelijk
voor het zeggen hebben.
Dan heb je het dus
over staatshoofden, ministers,
maar ook over CEO's, directeuren,
hoofden van banken --
zij die de macht hebben
om beslissingen te nemen
die de levens van vele miljoenen mensen
negatief kunnen beïnvloeden.
En door die mensen een wettelijke
zorgverplichting op te leggen,
creëren we feitelijk een raamwerk
vanwaaruit we beslissingen kunnen nemen
die zijn gebaseerd op het vooropstellen
van mens en planeet.
En dan heb je het dus
over het onmogelijk maken
van gevaarlijke industriële activiteiten.
Waar dit op neerkomt is feitelijk
twee manieren van naar de aarde kijken.
Zie de aarde als een inert iets
en we zullen er
een prijskaartje aanhangen.
We zullen haar een waarde opleggen.
We zullen haar kopen, verkopen,
gebruiken, misbruiken;
we maken haar verhandelbaar.
Dat is allemaal geregeld
in de eigendomswetten.
Er is ook een andere manier
om naar de aarde te kijken
en dat is de aarde te zien
als een levend wezen.
Als we dat doen,
is de insteek heel anders.
Het verandert met name
hoe we naar de lange termijn kijken.
Want zodra we onszelf zien
als curators, als voogden,
zullen we verantwoording nemen
voor toekomstige generaties.
Dit gaat uiteindelijk over de balans
in het rechtssysteem.
Op dit moment is die balans zoek.
En ik geloof dat we het kunnen;
we kunnen het evenwicht herstellen.
Het zou niet de eerste keer zijn
dat we dat doen.
Laten we eens 200 jaar terugkijken.
Tweehonderd jaar terug
was William Wilberforce
de Britse parlementariër
die zich inzette voor
het afschaffen van de slavernij.
Toen hij de moed had om te zeggen:
"Slavernij is moreel onjuist.
We moeten hiermee stoppen",
kreeg hij een stortlading
protesten over zich heen.
De grote bedrijven zeiden:
"Dat kun je niet doen;
we kunnen niet zonder.
De mensen eisen het
en, zeker zo belangrijk,
onze economieën zullen instorten
als we slavernij afschaffen."
Die 300 bedrijven
die gebruik maakten van slavernij
hadden een tegenvoorstel.
Ze zeiden: "Laat het ons maar zelf doen
op basis van vrijwilligheid.
Wij kunnen onszelf reguleren.
Er zijn al te veel wetten.
(Gelach)
Sterker nog, we zullen
de aantallen omlaag brengen.
Laat de marktkrachten
gewoon hun werk doen.
Maak zo nodig een systeem
met verhandelbare quota."
Nu moet je weten
dat het Britse parlement 'nee' zei
tegen al die voorstellen.
En inderdaad, twee dagen
voor William Wilberforce overleed,
werden de wetten aangenomen
en dat was de aanzet tot de wereldwijde
afschaffing van de slavernij.
Als we nu naar vandaag kijken,
zien we feitelijk
een vergelijkbaar plaatje.
Alleen dit plaatje is veranderd.
Dit is het teerzand in Athabasca,
in Canada.
Toen ik deze plaatjes voor het eerst zag,
stond mijn hart stil en mijn adem stokte.
Ik zag wat er daar gebeurde en zei:
"Werkelijk. Dit is een misdaad."
Tegenwoordig zeggen
de grote bedrijven dus weer hetzelfde.
Het verschil is dat we
hun voorstellen hebben geprobeerd
en dat we gezien hebben
dat het niet werkt.
Een van de dingen die we
van slavernij hebben geleerd,
is dat de afschaffing gereguleerd werd;
er was een overgangsperiode.
Niet een van die bedrijven ging failliet.
En William Wilberforce
werd gedreven door iets
waar ik ook door gedreven word.
Het gaat er niet om
grote bedrijven te sluiten.
Dit gaat over het probleem
tot oplossing om te vormen.
Niet een van die 300 bedrijven
ging failliet door de afschaffing
van de slavernij.
Sommigen gingen thee
verhandelen met China.
Ze kregen subsidies.
Sommige werden echt de politie van de zee.
William Wilberforce zei:
"Er moeten drie cruciale dingen gebeuren:
Hef de subsidies op,
maak de praktijk illegaal,
en stel subsidies in
in de andere richting."
En dat is precies
wat er ook vandaag moet gebeuren.
Maar het is meer dan dat.
Het gaat feitelijk heel erg
ver terug in de historie
van iets dat bekend staat
als het 'heilige goed van beschaving'.
Dat is een concept dat al
wordt beschreven in documenten --
zover ik heb kunnen vinden --
van de 16e eeuw
en het is verankerd in het
Handvest van de Verenigde Naties,
wat ons eerste succesvolle
internationale juridische document is
van na de Tweede Wereldoorlog.
Het zegt dat de leden
van de Verenigde Naties
de wettelijke plicht hebben
de belangen van de bewoners --
daar is dat woord 'bewoners' weer --
voorop te stellen,
dat zorg onze belangrijkste
verantwoordelijkheid is
en dat we dat accepteren
als een heilig goed.
Een goed!
Het gaat erover dat wij curators,
opzichters, voogden zijn
en dat we verplicht zijn
het welzijn van de bewoners
zo goed mogelijk te bevorderen.
Het is een voorziening
voor gezondheid en welzijn;
het gaat erom dat we mens en planeet
op de eerste plaats zetten.
Een ecocidewet geeft dit hoofdstuk
in het Handvest van de VN
juridische geldigheid.
En dat is belangrijk.
Want een internationale ecocidewet
is een misdaad tegen de menselijkheid,
maar het is meer dan dat:
het is een misdaad tegen de natuur,
een misdaad tegen toekomstige generaties.
En nog het belangrijkst,
het is een misdaad tegen de vrede.
Dit gaat over mens en planeet eerst,
eerder dan winst,
maar ook een bevestiging
dat als we dat doen,
als we de deur openen
naar een conflictvrije wereld,
we onze creativiteit kunnen aanwenden
in een hele andere richting,
een die ons overdaad brengt
op vele, vele manieren.
Ik ben niet tegen winst.
Sterker nog, ik ben voor winst.
Maar wat ik doe,
is de deur sluiten
voor wat het leven vernietigt
en de deur openen
voor wat het leven bekrachtigt.
Ik denk terug aan zeven jaar geleden,
toen ik begon met één
hele krachtige gedachte
en hoe het me op een pad heeft gezet
waar ik me nog steeds op bevind.
Het gaat niet alleen om het voorstellen
van een internationale ecocidewet,
maar feitelijk leidt het me er ook toe
om te onderzoeken:
wat hebben we eigenlijk nodig?
Leiderschap, een flexibel leiderschap;
onze tijden zijn zeer veranderlijk.
Het heeft ook geleid tot een boek,
Eradicating Ecocide,
dat deze wet uitlegt
en toelicht waarom wetten
het probleem hebben veroorzaakt.
Wist je dit?
Bedrijven zijn verplicht
hun winst voorop te stellen.
Een bedrijf is wettelijk verplicht
haar winst te maximaliseren.
Daar hebben we veel baat bij gehad.
Maar we hebben helaas niet
naar de consequenties gekeken.
Een ecocidewet zou dit overstijgen
en ons de wetgeving bieden
waarmee we wel naar
de consequenties kunnen kijken.
Een 'denk voor je doet'-bepaling
die dienst kan doen
als een geweldige bewaarder.
Om af te sluiten wil ik dit zeggen:
Martin Luther King zei ooit
dat wanneer onze wetten
in het verlengde liggen
van gelijkheid en rechtvaardigheid,
we pas echt vrede
op deze wereld zullen hebben.
Als onze wetten in het verlengde liggen
van een hoger begrip,
kunnen we spreken van
rechtvaardigheid van hoge kwaliteit.
Ecocide is een wet die in het verlengde
ligt van natuurlijke rechtvaardigheid.
En ik geloof dat ik mijn leven
aan niets beters zou kunnen wijden
dan dat te laten gebeuren.
Dank jullie wel.
(Applaus)