Sigaretten zijn slecht voor je.
Dat is algemeen bekend; we weten
al decennia over de gevaren van roken.
Maar op welke manier zijn
sigaretten precies schadelijk?
Laten we zien wat er gebeurt
als de bestandsdelen
hun weg door ons lichaam afleggen
en hoe ons lichaam er profijt van heeft
als we eindelijk stoppen met roken.
Met elk trekje
brengt de rook de meer dan 5000
chemische bestandsdelen
in contact met lichaamsweefsels.
Allereerst begint teer,
een zwart, harsachtig materiaal,
de tanden en het tandvlees te bedekken,
waardoor het het glazuur beschadigt
en uiteindelijk tandbederf veroorzaakt.
Na verloop van tijd beschadigt rook
ook zenuwuiteinden in de neus,
waardoor het reukvermogen vermindert.
Binnenin de luchtwegen en de longen
verhoogt rook de kans op infecties
en chronische ziektes
zoals bronchitis en longemfyseem.
Dat doet het door
de trilharen te beschadigen,
kleine haarachtige structuren die ervoor
zorgen dat de luchtwegen schoon blijven.
Daarna vult het de longblaasjes,
minuscule luchtzakjes
die de uitwisseling van zuurstof
en CO2 mogelijk maken
tussen de longen en het bloed.
Een giftig gas genaamd koolstofmonoxide
gaat door het membraan naar het bloed,
waar het bind aan hemoglobine
en de zuurstof verdrijft
die het normaal gesproken
door het lichaam vervoerd zou hebben.
Dat is één van de redenen dat roken
kan leiden tot zuurstoftekort
en ademnood.
Binnen ongeveer 10 seconden
vervoert de bloedsomloop een stimulant
genaamd nicotine naar het brein,
waar het de afgifte activeert
van dopamine en andere neurotransmitters,
waaronder endorfines,
die zorgen voor de aangename gevoelens
die roken zo verslavend maken.
Nicotine en andere stoffen uit de sigaret
veroorzaken tegelijkertijd
het samentrekken van bloedvaten
en de beschadiging van het endotheel,
waardoor het de bloedstroom beperkt.
Deze vaateffecten leiden
tot een verdikking van de bloedvatwanden
en stimuleren de kleverigheid
van bloedplaatjes,
waarmee de kans op vorming
van bloedpropjes toeneemt
en hartaanvallen en herseninfarcten
veroorzaakt worden.
Veel van de stoffen in sigaretten
kunnen leiden tot gevaarlijke mutaties
in het DNA van het lichaam,
waardoor kankergezwellen kunnen ontstaan.
Bovendien kunnen ingrediënten
zoals arsenicum en nikkel
het proces van DNA-reparatie verstoren
en het vermogen van het lichaam
om kanker te bestrijden in gevaar brengen.
Ongeveer één op de drie kankergerelateerde
overlijdens in de Verenigde Staten
is veroorzaakt door roken.
En dat is niet alleen longkanker.
Roken kan kanker in verschillende
weefsels en organen veroorzaken,
net als verminderd gezichtsvermogen
en verzwakte botten.
Vrouwen kunnen moeilijker zwanger raken.
En bij mannen kan het
erectiestoornissen veroorzaken.
Maar voor hen die stoppen met roken
zijn er enorme pluspunten
met bijna onmiddellijke
en langdurige lichamelijke voordelen.
Slechts 20 minuten na de laatste
sigaret van een roker
begint zijn hartfrequentie en bloeddruk
terug te keren naar normaal.
Na 12 uur stabiliseert
het koolstofmonoxideniveau
en kan het bloed meer zuurstof vervoeren.
Een dag na het stoppen
neemt het risico op hartaanvallen af
doordat bloeddruk
en hartslag normaliseren.
Na twee dagen
beginnen de zenuwuiteinden die zorgen
voor reuk en smaak zich te herstellen.
Longen worden gezonder
na ongeveer een maand,
met minder hoesten en ademnood.
De fijne trilhaartjes
in de luchtwegen en longen
beginnen binnen weken op te knappen
en zijn na negen maanden hersteld, waarmee
de weerstand tegen infectie verbetert.
Tegen de tijd dat iemand
één jaar gestopt is,
keldert het risico op hartziekten
door verbeterde werking van de bloedvaten.
Na vijf jaar
neemt de kans op het vormen
van een bloedprop dramatisch af
en het risico op een herseninfarct
neemt steeds verder af.
Na tien jaar is de kans dat iemand
dodelijke longkanker ontwikkelt
afgenomen met 50%,
waarschijnlijk omdat het lichaam
weer in staat is om DNA te repareren.
Vijftien jaar na het stoppen is de kans
op het ontwikkelen van een hartinfarct
ongeveer gelijk als bij een niet-roker.
Het heeft geen zin om te doen
alsof dit alles makkelijk te bereiken is.
Stoppen kan leiden
tot angststoornissen en depressie
door nicotine-ontwenningsverschijnselen.
Maar gelukkig zijn zulke effecten
normaal gesproken tijdelijk.
Stoppen wordt steeds makkelijker, dankzij
een groeiende hoeveelheid hulpmiddelen.
Nicotinevervangingstherapie
door middel van kauwgom,
pleisters,
zuigtabletten en mondsprays
kunnen helpen om rokers
van sigaretten af te helpen.
Ze werken door nicotinereceptoren
in het brein te stimuleren,
waardoor ontwenningsverschijnselen
voorkomen worden
zonder de toevoeging
van andere schadelijke chemicaliën.
Psychologische begeleiding,
cognitieve gedragstherapie
en matige lichaamsoefening
helpen rokers ook
om sigaret-vrij te blijven.
Dat is goed nieuws,
omdat stoppen jou en je lijf
terugvoert naar een gezonde levensstijl.