De wereld is aan het veranderen
met een echt opmerkelijke snelheid.
Als je kijkt naar de grafiek hierboven,
dan zal je zien dat
deze projecties van Goldman Sachs
suggereren dat de Chinese economie in 2025
ongeveer even groot zal worden als de Amerikaanse economie.
En als je kijkt naar de grafiek
voor 2050,
dan is voorspeld dat de Chinese economie
tweemaal de omvang van de Amerikaanse economie zal hebben,
en de Indiase economie vrijwel dezelfde grootte
als de Amerikaanse economie.
En we moeten er rekening mee houden
dat deze prognoses voor de westerse
financiële crisis werden opgesteld.
Een paar weken geleden
keek ik naar de nieuwste prognose
door BNP Paribas
over wanneer China
een grotere economie
zal hebben dan de Verenigde Staten.
Goldman Sachs voorspelde 2027.
De post-crisis prognose
is 2020.
Dat is over slechts één decennium.
China gaat de wereld veranderen
op twee fundamentele manieren.
Allereerst
is het een enorm ontwikkelingsland
met een bevolking van 1,3 miljard mensen,
die al meer dan 30 jaar aangroeit
met ongeveer 10 procent per jaar.
En binnen één decennium
zal het de grootste economie ter wereld hebben.
Nooit eerder in de moderne tijd
was de grootste economie in de wereld
die van een ontwikkelingsland
in plaats van een ontwikkeld land.
Ten tweede,
voor het eerst in de moderne tijd,
zal het dominante land van de wereld
- ik denk dat dat China zal zijn -
niet Westers zijn, een land
met heel verschillende beschavingswortels.
Het is een wijdverbreide veronderstelling in het Westen
dat, als landen moderniseren,
ze ook verwestersen.
Dit is een illusie.
Het is een veronderstelling dat de moderniteit
gewoon een product is van concurrentie, markt en technologie.
Dat is niet zo, het heeft ook net zo vorm gekregen
door geschiedenis en cultuur.
China is niet als het Westen,
en het zal ook niet worden als het Westen.
Het zal in zeer fundamentele opzichten
heel anders blijven.
Nu is de grote vraag hierbij natuurlijk:
hoe moeten we China inschatten?
Hoe kunnen we begrijpen wat China is?
Ons probleem is nu
onze conventionele benadering,
die poogt te begrijpen in westerse termen,
met behulp van westerse ideeën.
Dat lukt niet.
Nu wil ik jullie om te beginnen
drie bouwstenen bieden
om te trachten te begrijpen
wat China wil.
Dit is de eerste, namelijk
dat China niet echt een natie-staat is.
Ok, het noemt zichzelf de laatste honderd jaar
wel een natie-staat.
Maar iedereen die iets weet over China
weet dat het veel ouder is.
Dit was hoe China eruitzag na de overwinning van de Qin-dynastie
in 221 voor Christus aan het eind van een periode van oorlogen -
de geboorte van het moderne China.
En je ziet het binnen de grenzen van het moderne China.
Of onmiddellijk daarna, de Han-dynastie,
nog altijd 2.000 jaar geleden.
En je ziet dat het al
het meeste van wat we nu kennen als Oost-China bezet,
dat is waar de overgrote meerderheid van de Chinezen
toen leefden en nu nog leven.
Wat hier nu zo buitengewoon aan is,
is wat China het gevoel geeft China te zijn,
wat de Chinezen
het gevoel geeft Chinees te zijn.
Dat komt niet van de laatste honderd jaar,
niet van de natie-staat periode -
dat is wat er gebeurd is in het Westen -
maar uit de periode, als je wil,
van de beschavingsstaat.
Ik denk hier bijvoorbeeld
aan gebruiken zoals voorouderverering,
van een zeer eigen begrip van de staat,
evenals een zeer eigen idee van familie,
sociale relaties, zoals guanxi,
Confuciaanse waarden en ga zo maar door.
Dit zijn allemaal dingen die voortkomen
uit de periode van de beschavingsstaat.
Met andere woorden, in tegenstelling tot de westerse staten en de meeste landen
in de wereld, krijgt China vorm door zijn gevoel voor beschaving,
meer door zijn bestaan als beschavingsstaat
dan als natie-staat.
En dan nog iets.
We weten natuurlijk dat China groot is, enorm groot,
zowel demografisch als geografisch,
met een bevolking van 1,3 miljard mensen.
Waar we ons vaak niet echt bewust van zijn,
is het feit
dat China zeer divers is
en zeer pluralistisch,
en in vele opzichten zeer gedecentraliseerd.
Je kan op deze schaal een land niet zomaar vanuit Beijing besturen,
hoewel we denken dat dit het geval is.
Dat is nooit zo geweest.
Dus dit is China, een beschavingsstaat,
in plaats van een natiestaat.
En wat betekent dat nu?
Ik denk dat dat allerlei ingrijpende gevolgen heeft.
Ik vertel er even twee.
Het eerste is dat
de belangrijkste politieke waarde
voor de Chinezen eenheid is,
het fundament
van de Chinese beschaving.
Je weet wel dat 2.000 jaar geleden in Europa
het Heilig Roomse Rijk uiteenviel, versnipperde.
Het werd verdeeld en is sindsdien verdeeld gebleven.
China ging in dezelfde periode
precies de andere kant op,
en hield met grote inspanning deze grote beschaving,
deze beschavingsstaat tesamen.
Het tweede is,
misschien wat prozaïscher,
Hong Kong.
Herinnert u zich de overdracht van Hong Kong
door Groot-Brittannië aan China in 1997?
U herinnert zich misschien
wat het Chinese grondwetsvoorstel was.
Eén land, twee systemen.
En ik durf erom wedden
dat vrijwel niemand in het Westen hen geloofde.
"Vitrinepolitiek!
Eens dat China Hong Kong in handen krijgt
zal die vlieger niet opgaan."
13 jaar later
is het politieke en juridische systeem in Hong Kong
net zo verschillend van het Chinese als in 1997.
We hadden het mis. Waarom waren we verkeerd?
We hadden het mis, omdat we natuurlijk dachten
in termen van natiestaat.
Denk aan de Duitse eenwording, 1990.
Wat gebeurde er ?
Het Oosten werd opgeslokt door het Westen.
Eén natie, één systeem.
Dat is de natiestaatmentaliteit.
Maar je kunt een land als China,
een beschavingsstaat, niet besturen
op basis van één beschaving, één systeem.
Dat werkt niet.
Dus de reactie van China
op de Hong-Kongkwestie - en dat zal
net zo zijn in de Taiwankwestie -
was een natuurlijke reactie:
één beschaving, veel systemen.
Laat ik u een andere bouwsteen
aanbieden om China te proberen te begrijpen -
en misschien niet zo'n comfortabele.
De Chinezen hebben een zeer, zeer verschillend
idee van ras dan
de meeste andere landen.
Weet je,
van de 1,3 miljard Chinezen,
denken meer dan 90 procent
dat ze tot hetzelfde ras behoren,
de Han.
Nu is dit totaal verschillend
dan de andere van 's werelds meest bevolkte landen.
India, de Verenigde Staten,
Indonesië, Brazilië -
zijn allemaal multiraciaal.
De Chinezen voelen dat niet zo aan.
China is alleen echt multiraciaal
aan de randen.
Waarom?
De reden is, denk ik,
opnieuw te vinden in de beschavingsstaat.
Een geschiedenis van ten minste 2.000 jaar,
een geschiedenis van verovering, bezetting,
absorptie, assimilatie en ga zo maar door,
leidde tot het proces waarbij,
in de loop van de tijd, het begrip 'Han' ontstond -
natuurlijk gevoed
door een groeiend en zeer krachtig gevoel
van culturele identiteit.
Nu was het grote voordeel van deze historische ervaring
dat zonder de Han,
China nooit samengebleven kon zijn.
De Han-identiteit is het cement
dat dit land samenhield.
Het grote nadeel daarvan
is dat de Han een zeer zwakke conceptie
hebben van culturele verschillen.
Ze geloven echt
in hun eigen superioriteit,
en ze zijn respectloos
voor degenen die dat niet zijn.
Vandaar hun houding, bijvoorbeeld,
tegenover de Oeigoeren en de Tibetanen.
Of laat ik u mijn derde bouwsteen aanreiken,
de Chinese staat.
De relatie tussen staat
en samenleving is in China
zeer verschillend van die in het Westen.
Nu schijnen we in het Westen
bijna allemaal te denken
dat de autoriteit en legitimiteit van de staat
een functie is van de democratie.
Het probleem met deze stelling
is dat de Chinese staat
meer legitimiteit
en meer gezag
geniet onder de Chinezen
dan geldt
in enige westerse staat.
En de reden daarvoor
is dat -
wel, er zijn twee redenen, denk ik.
En het heeft duidelijk niets te maken met democratie,
want in onze termen hebben de Chinezen niet eens een democratie.
En de reden hiervoor is,
ten eerste, dat de staat in China
een heel bijzondere taak heeft.
Hij krijgt een heel bijzondere betekenis
als de vertegenwoordiger,
de belichaming en de voogd
van de Chinese beschaving,
van de beschavingsstaat.
Op die manier verkrijgt China
een soort van spirituele rol.
En de tweede reden is dat,
terwijl in Europa
en Noord-Amerika
de macht van de staat voortdurend wordt uitgedaagd -
ik bedoel in de Europese traditie,
historisch tegen de kerk,
tegen andere sectoren van de aristocratie,
tegen handelaren en zo verder,
werd gedurende 1.000 jaar
de macht van de Chinese staat
nooit betwist.
Hij had geen ernstige rivalen.
U ziet dus
dat de manier waarop macht werd opgebouwd in China
heel anders is dan onze ervaring
in de Westerse geschiedenis.
Het resultaat is dat de Chinezen
een heel andere kijk op de staat hebben.
Terwijl wij de neiging hebben om de staat te bekijken als een moeial,
een vreemdeling,
zeker een instituut
waarvan de bevoegdheden moeten worden beperkt
of nauw omschreven en beperkt,
zien de Chinezen de staat helemaal anders.
De Chinezen bekijken de staat
als een kennis - niet alleen als een vriend eigenlijk,
maar eerder als een lid van het gezin -
niet alleen in feite als een lid van de familie,
maar eerder nog als het hoofd van het gezin,
de patriarch van de familie.
Dat is het Chinese beeld van de staat -
heel, heel anders dan het onze.
Het is op een andere manier
dan in het Westen
ingebed in de samenleving.
En ik zou willen stellen dat we hier,
in de Chinese context,
met een nieuw soort paradigma hebben te doen,
dat anders is dan alles
waar we in het verleden mee rekening moesten houden.
Weet dat China in de markt én in de staat gelooft.
Ik bedoel, Adam Smith,
schreef dat al in de late 18e eeuw,
"De Chinese markt is groter, meer ontwikkeld
en meer geavanceerd
dan eender wat in Europa."
En, afgezien van de Mao-periode,
is dat sindsdien min of meer zo gebleven.
Maar dit wordt gecombineerd
met een extreem sterke en alomtegenwoordige staat.
De staat is overal in China.
Ik bedoel dat veel van de toonaangevende bedrijven
nog steeds in overheidshanden zijn.
Particuliere ondernemingen, hoe groot ze ook zijn, zoals Lenovo,
hangen in veel opzichten nog af van de staat.
Streefcijfers voor de economie en ga zo maar door
worden vastgesteld door de staat.
En het gezag van de staat laat zich gelden op andere gebieden
dan waarmee wij vertrouwd zijn.
Zoals het één-kind-beleid.
Bovendien is dit een zeer oude staatstraditie,
een zeer oude traditie van staatsmanschap.
Als je hier een voorbeeld van wil,
de Grote Muur is er een.
Hier is er nog een, het Grote Kanaal,
waarvan de bouw werd begonnen
in de vijfde eeuw voor Christus
en uiteindelijk afgerond
in de zevende eeuw na Christus.
Het is 1.793 kilometer lang,
en verbindt Peking
met Hangzhou en Shanghai.
Er is dus een lange geschiedenis
van buitengewone infrastructurele staatsprojecten
in China, die ons helpen
verklaren wat we vandaag zien,
bijvoorbeeld de Drieklovendam
en vele andere uitingen
van competentie van de staat
in China.
Daar hebben we dus die drie bouwstenen
om het verschil met China proberen te begrijpen -
de beschavingsstaat,
het idee van ras
en de aard van de staat
en haar relatie tot de samenleving.
En toch blijven we door de bank nog steeds doorgaan
met te denken dat we China kunnen begrijpen
simpelweg op basis van westerse ervaring,
door ernaar te kijken door westerse ogen,
en met behulp van westerse concepten.
Als u wil weten waarom we China steeds weer
verkeerd inschatten - onze voorspellingen
over wat er gaat gebeuren in China
kloppen niet - dit is de reden.
Helaas denk ik,
ik moet zeggen dat ik denk
dat deze houding ten aanzien van China
van een soort van kleine westerse
mentaliteit getuigt. Het is nogal arrogant.
Het is arrogant in de zin
dat we denken dat we de besten zijn,
en we daarom over de universele maatstaf beschikken.
En ten tweede is het kortzichtig.
Wij weigeren om de kwestie
van verschil echt aan te pakken.
Er is een heel interessante passage
in een boek van Paul Cohen,
de Amerikaanse historicus. Hij betoogt
dat het Westen zichzelf ziet
als de meest kosmopolitische
van alle culturen.
Maar zo is het niet.
In veel opzichten,
is het de meest bekrompen,
omdat 200 jaar lang
het Westen zo dominant was in de wereld
dat we het echt niet nodig vonden
andere culturen, andere beschavingen
te begrijpen.
Omdat het Westen uiteindelijk altijd,
indien nodig met geweld,
zijn zin kreeg.
Terwijl deze culturen - dat komt neer op
de rest van de wereld - die zich tegenover
het Westen in een veel zwakkere positie bevonden,
werden gedwongen om het Westen te begrijpen, vanwege
de aanwezigheid van het Westen in die samenlevingen.
En daarom zijn ze in vele opzichten
kosmopolitischer dan het Westen.
Ik bedoel, neem de kwestie van Oost-Azië.
Oost-Azië: Japan, Korea, China, enz. -
een derde van de wereldbevolking woont daar,
het is nu de grootste economische regio ter wereld.
En ik zal u nu vertellen
dat Oost-Aziaten, mensen uit Oost-Azië,
veel meer kennis hebben
over het Westen
dan het Westen over Oost-Azië.
Nu is dit punt, ben ik bang,
tegenwoordig meer dan ooit van toepassing.
Want wat gebeurt er? Terug naar die grafiek -
de grafiek van Goldman Sachs.
Wat er gebeurt, is
dat, zeer snel in historische termen,
de wereld wordt gedreven
en vorm gegeven,
niet meer door de oude ontwikkelde landen,
maar door de ontwikkelingslanden.
We hebben dit gezien
toen de G20 zeer snel de positie
van de G7 ging innemen,
of van de G8.
En dat heeft twee gevolgen.
Ten eerste verliest het Westen
zeer snel
zijn invloed in de wereld. En daar hebben we
een jaar geleden een dramatische illustratie van gekregen -
Kopenhagen, de conferentie over klimaatverandering. Europa
was niet vertegenwoordigd aan de laatste
onderhandelingstafel. Wanneer is dat nog ooit gebeurd?
Ik zou wedden op zo'n 200 jaar geleden.
En dat is de toekomst.
En de tweede implicatie
is dat de wereld onvermijdelijk daardoor
voor ons steeds minder herkenbaar zal worden,
omdat hij zal worden gekneed door culturen, ervaringen
en geschiedenissen waar we niet echt vertrouwd mee zijn,
of gewend zijn om mee om te gaan.
Tenslotte vrees ik dat Europa -
Amerika is wat anders -
dat Europeanen in het algemeen,
moet ik zeggen, eerder onwetend zijn,
niet op de hoogte zijn
van de manier waarop de wereld verandert.
Ik heb een Engelse vriend in China,
en die zei: "Het continent slaapwandelt de vergetelheid in."
Misschien is het waar,
of misschien overdrijft hij.
Maar er is een ander probleem dat hiermee gepaard gaat -
dat Europa in toenemende mate het contact
met de wereld kwijtraakt - en dat is een
verlies van gevoel voor de toekomst.
Ooit gaf Europa in zijn zelfverzekerdheid
richting aan de toekomst.
In de 19de eeuw bijvoorbeeld.
Maar dit is helaas niet meer het geval.
Als je de toekomst wil voelen of proeven
probeer dan China - hier is de oude Confucius.
Dit is een station
zoals je er nog nooit een hebt gezien.
Het ziet er zelfs niet meer uit als een station.
Dit is het nieuwe station van Guangzhou
voor hoge-snelheidstreinen.
China heeft daarvan al een groter netwerk
dan enig ander land ter wereld en binnenkort
meer dan de rest van de wereld bij elkaar.
Of neem dit: dit is nog maar een idee,
maar het is een idee dat binnenkort
wordt uitgeprobeerd in een buitenwijk van Peking.
Hier heb je een megabus,
op het bovendek is plaats voor ongeveer 2.000 mensen.
Hij rijdt op rails
op een suburbane weg,
en de auto's rijden eronder door.
En dat met snelheden tot ongeveer 160 km per uur.
Zo gaan de zaken daar gebeuren,
omdat China een zeer specifiek probleem heeft,
dat verschillend is van Europa
en verschillend van de Verenigde Staten.
China heeft enorme aantallen mensen en geen ruimte.
Dus is dit een oplossing voor een situatie
waar China
veel steden gaat hebben
met meer dan 20 miljoen mensen.
Waarmee wil ik dus besluiten?
Wat moet onze houding worden
tegenover
deze zich zeer snel
ontwikkelende
wereld?
Ik denk dat er goede en kwade kanten aan zitten.
Maar ik wil vooral
opkomen voor een positief beeld van deze wereld.
Gedurende 200 jaar werd
de wereld in wezen beheerst
door een fragment van de menselijke bevolking.
Dat waren Europa en Noord-Amerika.
De opkomst van landen
als China en India -
samen 38 procent van de wereldbevolking - en anderen als
Indonesië en Brazilië en ga zo maar door, vertegenwoordigt
de belangrijkste enkele stap
naar de democratisering
in de afgelopen 200 jaar.
Beschavingen en culturen
die genegeerd werden, die geen stem hadden,
waar niet naar werd geluisterd,
die niet bekend waren, zullen anders
vertegenwoordigd worden in deze wereld.
Als humanisten moeten we
deze transformatie zeker toejuichen.
En we zullen deze beschavingen
moeten leren kennen.
Met dit grote schip hier
reisde Zheng He
in de vroege 15e eeuw
op zijn grote reizen door de
Zuid-Chinese Zee, de Oost-Chinese Zee,
over de Indische Oceaan naar Oost-Afrika.
De kleine boot aan de voorkant
was die waarmee, 80 jaar later, Christoffel Columbus
de Atlantische Oceaan is overgestoken.
(Gelach)
Of, kijk eens aandachtig
wat op deze zijden prent staat
gemaakt door Zhuzhou
in 1368.
Ik denk dat ze golf spelen.
Christus, de Chinezen hebben zelfs golf uitgevonden!
Welkom in de toekomst. Dank u.
(Applaus)