Hallo. Ik kreeg online haatberichten. Heel veel haatberichten. En dat heeft te maken met het werk dat ik doe. Ik ben een digital creator: ik creëer dingen specifiek voor het internet. Een paar jaar geleden maakte ik een videoreeks getiteld 'Ieder Woord' waarin ik populaire films inkortte tot louter de tekst die gezegd wordt door mensen van kleur om op empirische en toegankelijke wijze de kwestie over representatie in Hollywood ter sprake te brengen. Daarna, toen de transfobe wc-wet meer en meer media-aandacht begon te krijgen in de Verenigde Staten, presenteerde en producete ik een reeks interviews getiteld 'Op het Toilet met Transgenders' waarin ik dat ook echt deed. (Gelach) En daarna ... Ja, kom maar op met dat applaus! (Applaus) Dank je. Ken je die unboxing video's op YouTube waarin YouTubers de nieuwste elektronische gadgets uitpakken? Fijn! Ik parodieerde die in een wekelijkse serie waarin ik ongrijpbare ideologieën uitpakte zoals politiegeweld, mannelijkheid en de mishandeling van indianen. (Gelach) Mijn werk ... Dank je. Eén persoon applaudisseert, godzijdank. (Gelach) Hallo daar, mama! (Gelach) Mijn werk werd populair. Erg populair. Ik kreeg miljoenen views, een heleboel goeie persaandacht en een massa nieuwe volgers. Maar de keerzijde van succes op het internet is internethaat. Ik werd voor alles uitgescholden. Van 'beta' tot 'sneeuwvlokje' en natuurlijk het immer populaire 'hoorn'. Geen paniek, ik leg die termen allemaal aan je uit. (Gelach) 'Beta' -- voor wie dat niet kent -- is in onlinetaal de afkorting van 'betaman'. Maar even serieus, ik draag pareloorbellen en mijn modesmaak komt overeen met blanke-vrouw-die-boodschappen-doet, dus ik probeer niet meteen alpha te zijn. (Applaus) Klopt niet helemaal. (Gelach) 'Sneeuwvlokje' is een belediging voor mensen die gevoelig zijn en zichzelf uniek vinden. Ik ben een millennial en een enig kind, dus duh! (Gelach) Maar mijn absolute favoriet is 'hoorn'. Het is een belediging, afkorting van 'hoorndrager', gebruikt voor mannen die bedrogen worden door hun vrouw. Maar vrienden, ik ben zo homo -- had ik een vrouw, dan zou ik haar aanmoedigen om me te bedriegen! (Gelach) Dank je. Laat ons eens bekijken hoe die negativiteit zich uit. Soms is ze direct, zoals bij Marcos, die schreef: "Jij bent alles wat ik haat in een mens." Dank je, Marcos. Anderen zijn bondiger, zoals Donovan, die schreef: "homo flikkerrrrrrrr". Ik moet je er wel op wijzen dat Donovan geen ongelijk heeft, ok? Meer zelfs, hij heeft het helemaal juist, dus dat moet je hem wel nageven. Dank je, Donovan. Anderen stellen me vragen, zoals Brian, die vroeg: "Werd je als bitch geboren of werd je er één na verloop van tijd?" Wat ik hier zo leuk aan vind, is dat toen Brian klaar was met typen zijn vinger vast uitglipte, want hij stuurde me een duimpjesemoticon. (Gelach) Dus, schatje, voor jou ook een dikke duim. (Gelach) Nu is het leuk om te praten over die berichten. Toch? Het werkt louterend als ik erom lach. Maar het voelt echt niet goed aan om zo'n berichten te ontvangen. Eerst maakte ik screenshots van hun commentaren en bespotte ik hun typfouten, maar algauw voelde dat elitair en uiteindelijk nutteloos. Gaandeweg ontwikkelde ik een onverwachte copingstrategie. Omdat ik het gros van die berichten via sociale media ontving, kon ik vaak doorklikken naar het profiel van de afzenders en kwam ik alles over hen te weten. Ik zag foto's waarin ze getagd waren, posts en memes die ze gedeeld hadden en door te zien dat er een mens aan de andere kant van het scherm zat, voelde ik me toch wat beter. Niet dat het rechtvaardigde wat ze schreven, maar gewoon om de context te schetsen. Toch bleek dat niet voldoende. Dus ik belde er een aantal op -- enkel zij waarbij me dat veilig leek -- met een simpele openingsvraag: "Waarom schreef je dat?" De eerste die ik sprak was Josh. Hij had geschreven dat ik een idioot was, dat ik een van de redenen was dat dit land verdeeld is en aan het eind voegde hij toe dat homo zijn een zonde is. Ik was bloednerveus voor dat eerste gesprek. Dit was geen commentarensectie, dus ik kon niet terugvallen op functies als dempen of blokkeren. Natuurlijk had ik ook kunnen ophangen, maar dat wilde ik niet. Ik vond het fijn om met hem te praten. Ik vond hém leuk. Hier is een stukje van een van onze gesprekken. (Audio) "Josh, je zei dat je bijna afgestudeerd bent van de middelbare school, he?" "Uhuh." "Hoe valt het middelbaar mee voor jou?" "Mag ik het woord H-E-L gebruiken?" "Oh ja, dat mag." "Het was de hel!" "Echt?" "En dat is het nog steeds, zelfs met nog maar twee weken te gaan. Ik ben wat zwaarder -- ik gebruik het woord 'dik' niet graag -- ik ben wat zwaarder dan de meeste van mijn klasgenoten en zij lijken me al te veroordelen nog voor ze me leren kennen." "Dat is verschrikkelijk. Ik wil je ook even laten weten, Josh, dat ik ook gepest werd in het middelbaar." Veegde die gemeenschappelijkheid van gepest worden op school alles wat hij schreef onder de mat? Neen. Of genas dat ene telefoongesprek op miraculeuze wijze ons politiek verdeelde land of alle systematische onrecht? Neen, absoluut niet. Maar maakte dat gesprek ons menselijker ten opzichte van elkaar op een manier dat profielfoto's en posts dat nooit zouden kunnen? Absoluut. Ik stopte niet op dat punt, want een deel van de haat die ik ontving kwam van 'mijn kant'. Dus toen Matthew, een liberale homo artiest zoals ik, publiekelijk schreef dat ik symbool stond voor de ergste kanten van het liberalisme, wou ik hem dit vragen: (Audio) "Je hebt mij getagd in die post; wou je dat ik hem zag?" (Lachend) "Ik had eigenlijk niet gedacht dat je hem zou zien." "Ben jij ooit publiekelijk te kijk gezet?" "Ja. En ik zei gewoon: 'Nee, het kan me niet schelen.'" "Was dat zo?" "Het was moeilijk!" "Kon het je echt niet schelen?" "Jawel, ik trok het me wel aan." Aan het einde van die gesprekken was er vaak een moment van bezinning; een heroverweging. En dat is precies wat er gebeurde aan het eind van mijn gesprek met Doug die me omschreef als een talentloze propagandabroodschrijver. (Audio) "Heeft ons gesprek van zonet een impact op wat je schrijft online?" "Ja! Weet je, toen ik dat tegen je zei -- 'talentloze broodschrijver' -- had ik nog nooit écht met je gepraat. Ik wist eigenlijk helemaal niks over je. En ik denk dat dat in veel gevallen is waar het in de commentaren om draait: het is een manier om je boosheid over de wereld te ventileren op willekeurige profielen van vreemden." (Gelach) "Ja, precies." "Maar het heeft me wel doen nadenken over hoe ik online met mensen omga." Ik heb deze en nog veel meer gesprekken verzameld voor mijn podcast: 'Gesprekken met Mensen die Mij Haten'. (Gelach) Voor ik aan dit project begon, dacht ik dat ik enkel een verandering teweeg kon brengen door tegengestelde meningen te ontkrachten met episch verwoorde video-essays en commentaren en posts, maar ik leerde al snel dat die alleen gewaardeerd werden door mensen die het al eens waren met me. Soms -- gezondheid -- soms is het meest subversieve wat je kan doen ... Ja, geef hem maar applaus! (Gelach) Soms is het meest subversieve wat je kan doen gewoon spreken mét de mensen waarmee je het oneens bent in plaats van te spreken tégen hen. In elk van mijn gesprekken vroeg ik mijn gasten om me iets te vertellen over zichzelf. Hun antwoord op die vraag laat me met hen meevoelen. Empathie, zo blijkt, is een onmisbaar bestanddeel om de gesprekken van de grond te krijgen, maar het kan ook heel kwetsbaar aanvoelen om mee te leven met iemand met wie je het ten stelligste oneens bent. Daarom bedacht ik deze mantra voor mezelf: empathie betekent niet goedkeuring. Door mee te leven met iemand met wie je het oneens bent verruil je niet plots je eigen diepgewortelde overtuigingen voor die van hen. Meeleven met iemand die bijvoorbeeld gelooft dat homo zijn een zonde is, betekent niet dat ik plots alles ga laten vallen, mijn koffers ga pakken en recht naar de hel ga, toch? Het betekent alleen dat ik de menselijkheid erken van iemand die opgevoed is met heel andere waarden dan ik. Laat me ook één ding heel duidelijk stellen: dit is geen oproep tot activisme. Ik begrijp dat sommige mensen bang zijn om te praten met hun criticasters en dat andere zich zo uitgesloten voelen dat ze -- terecht -- het gevoel hebben dat ze geen empathie kunnen opbrengen. Dat begrijp ik volledig. Dit is gewoon wat ikzelf de beste reactie vind. Ik heb veel mensen gecontacteerd voor deze podcast. Sommigen hebben beleefd bedankt, anderen lazen mijn bericht en negeerden het, nog anderen blokkeerden me zodra ik hen het verzoek stuurde en één man ging akkoord om mee te doen, om dan na vijf minuten op te hangen. Ik ben me er ook van bewust dat deze talk op internet zal verschijnen. En bij het internet horen commentarensecties en bij commentarensecties hoort onvermijdelijk ook haat. Terwijl je naar deze talk kijkt, mag je me noemen zoals je wil. Noem me 'flikker', 'sneeuwvlokje', 'hoorn', 'beta' of 'de donkere kant van liberalisme'. Maar weet wel dat als je dat doet, ik je kan vragen om erover te praten. En als je dat weigert of me blokkeert of toezegt en daarna ophangt, misschien, schatje, ben jij dan wel het sneeuwvlokje. Dank je wel! (Applaus) (Gejuich)