Hier volgt een verhaal over de componist Igor Stravinsky. Hij wilde een nieuw ballet maken. Maar in plaats van van voren af aan te beginnen haalde hij een aantal favoriete klassieke manuscripten tevoorschijn, pakte zijn rode pen en begon te strepen alsof het zijn eigen muziek was. Hij leende de basis en melodieën van bekende werken, maar componeerde zijn eigen harmonieën en ritmes onder dat werk. Toen het ballet uitkwam, waren de recensenten woedend. Ze zeiden: "Hoe kun je de klassiekers zo behandelen? Laat ze met rust." Weet iemand wat Stravinsky antwoordde? Hij zei: "Jullie hebben respect, ik liefde." Ik hou van kranten, ik groeide ermee op. Mijn ouders waren geabonneerd op twee kranten. Mijn schoonvader en ooms zijn verslaggevers. Ik lees mijn hele leven al kranten. Het nadeel van kranten is dat ze vergankelijk zijn. Ze blijven niet bestaan. Als je ze uitgelezen hebt, komen ze bij het oud papier. Desondanks ken ik niemand die niet ooit iets uit de krant heeft geknipt. Onze impuls is om dingen die iets voor ons betekenen te redden van de vergetelheid. Ik denk dat mensen verzamelaars zijn, kunstenaars helemaal. Geen dwangmatige verzamelaars, dat is wat anders. Die verzamelen alles, een kunstenaar verzamelt selectief. Die verzamelt alleen dingen waar hij van houdt. Een kunstenaar moet ideeën verzamelen en de beste manier die ik daarvoor ken, is lezen. En wat kun je beter lezen dan een dagelijks verslag van wat mensen meemaken, zoals in de krant. In 2005, ik was net afgestudeerd, had ik vreselijk last van schrijversblok. Ik zat naar een Word-bestand te staren met die uitdagende blinkende cursor. Het schrijven, dat me normaal enorm veel vreugde brengt, was nu -- het was gewoon niet leuk meer. Op een dag zat ik naar het scherm te staren en keek naar de prullenbak met een berg papier en dacht: "Hier zit ik, zonder woorden. Terwijl er hier vlakbij dagelijks duizenden aan huis worden bezorgd." Dus ik dacht: ik steel er een paar. Ik deed het volgende. Ik pakte een pen die ik gebruik om te tekenen en begon woorden te omcirkelen die me opvielen. Die woorden verbond ik met elkaar tot korte zinnen en grappige teksten. Toen ik klaar was, streepte ik de woorden door die ik niet had gebruikt. Dat ziet er zo uit. Alsof de CIA een haiku heeft gemaakt. (Gelach) Ik had geen idee wat ik aan het doen was. Ik wist alleen dat het een goed gevoel gaf om die woorden te zien verdwijnen onder de inkt. Ik begon ze dagelijks op mijn blog te publiceren en noemde ze 'newspaper blackout poems'. Na een tijdje werd het door internet opgepikt en verzamelde ik ze in mijn eerste boek Newspaper Blackout. Ik dacht dat ik de overheid oplichtte. Links het dossier dat de FBI over John Lennon heeft en rechts een 'blackout'-gedicht. Na een poosje kreeg ik allerlei e-mails en tweets en ander commentaar dat mijn werk verre van origineel was. Er werd het meest verwezen naar de briljante Britse kunstenaar Tom Phillips. In de jaren zestig kocht Phillips in een boekhandel de eerste de beste Victoriaanse roman die hij kon vinden. Thuis begon hij op de bladzijden te tekenen en te schilderen. En, net als ik, liet hij bepaalde woorden staan in zijn kunstwerken. Hij doet dit al veertig jaar. Zijn project heet 'A Humument'. Je kunt het opzoeken. Het is zijn levenswerk. Wat ik ontdekte over Tom Phillips is dat hij het idee voor zijn veertigjarige project kreeg door een interview met schrijver William Burroughs in Paris Review, waar Burroughs over zijn 'cut-up'-methode van schrijven vertelde. Waarbij je een stuk tekst schrijft, in stukken knipt en herschikt zodat je een nieuw stuk tekst krijgt. De grap is dat toen ik informatie over Burroughs ging zoeken ik erachter kwam dat hij het idee voor deze techniek van zijn vriend Brion Gysin had. Gyson was een schilder. Als hij een doek voorbereidt, en het canvas snijdt, knipte hij een stapel kranten aan stukken en aan de hand van hoe de snippers vielen, kreeg hij inspiratie voor het schrijven van poëzie. Als je dan verder gaat zoeken kom je erachter dat dertig jaar eerder, een dichter met de naam Tristan Tzara in Parijs op het toneel stond, met een hoed en een krant, een krant in stukken knipte, de snippers in de hoed deed om ze er één voor één uit te halen en als gedicht voor te lezen. Ik ging nog verder tot 1760, naar Caleb Whitford, buurman van Benjamin Franklin. In die tijd was een krant nog relatief nieuw, en de kolommen waren heel smal. Caleb las horizontaal over de kolommen in plaats van verticaal. En daardoor onstonden allerlei grappige combinaties waar zijn vrienden in de kroeg om in een deuk lagen. Uiteindelijke publiceerde hij ze zelfs in een krant. Dus mijn idee was niet alleen volstrekt onorigineel, het bleek ook nog eens dat mensen al 250 jaar poëzie uit kranten halen. Wat moet ik doen? In plaats van ontmoedigd te raken, bleef ik doorgaan, want ik weet iets dat veel kunstenaars weten, maar dat maar weinigen willen toegeven. Niets is helemaal origineel. Al het creatieve werk bouwt voort op iets wat er al was. Ieder nieuw idee is gewoon een remix of mash-up van één of twee bestaande ideeën. En dit bedoel ik. Dit leren ze je op de kunstacademie. Teken een rechte lijn. Teken er nog één naast. Hoeveel lijnen zijn er? De eerste die je hebt getekend. En de tweede. Maar dan is er ook nog een nieuwe lijn ontstaan tussen deze twee in. Één plus één is dus drie. Over lijnen gesproken, nog een voorbeeld: Genetica. Je hebt een vader en moeder, maar de som van jou is meer dan die twee delen. Je bent een remix of mash-up van je vader en moeder en al je voorouders. En zoals je een stamboom hebt van je familie heb je die ook van ideeën. Je kunt je familie niet kiezen, maar je kunt wel je vrienden kiezen, de boeken die je leest, de films die je bekijkt, de muziek waar je naar luistert, de plaatsen waar je woont, etc. Je bent een mash-up van wat je in je leven haalt. Wat ik heb gedaan, is kijken naar alle kunstenaars die voor mij kwamen en heb een soort stamboom gebouwd, een creatieve afkomst waar ik uit kan putten. Vervolgens heb ik de kunstenaars die ik al bewonder en waardeer toegevoegd. En heb alles van ze gejat wat ik maar kon. Precies. Jatten. Ik ben een creatieve kleptomaan. Maar in tegenstelling tot een gewone kleptomaan steel ik alleen maar dingen die echt iets voor me betekenen, dingen die ik echt kan gebruiken in mijn werk. Mr. Steve Jobs kan het nog veel beter uitleggen dan ik. Steve Jobs: Het gaat erom jezelf bloot te stellen aan het beste wat mensen ooit hebben gedaan. En die dingen dan mee te nemen bij wat je doet. Picasso zei altijd: "Goede kunstenaars kopiëren, geweldige kunstenaars stelen." En ik ben schaamteloos wat betreft het stelen van goede ideeën. Picasso zei het. Kunst is diefstal. Ooit vroeg een schrijver aan David Bowie of hij zichzelf origineel vond. Hij zei: "Nee, ik ben eerder een smaakvolle dief. De enige kunst die ik echt bestudeer, is die waar ik wat van kan stelen." Hoe kijkt een kunstenaar naar de wereld? Ten eerste vraag zij zich af wat de moeite van het stelen waard is en daarna gaat ze verder naar het volgende. Dat is het wel zo'n beetje. Als je op deze manier naar de wereld kijkt, is er geen goede of slechte kunst. Maar alleen kunst die de moeite waard is om te stelen en kunst die dat niet is. En alles ligt voor het grijpen. Als je vandaag niets vindt dat de moeite van het stelen waard is, vind je het misschien morgen, volgende maand, of jaren later. T.S. Eliot zei dat onvolwassen dichters imiteren, geweldige dichters stelen. Maar hij zei: "Slechte dichters schenden wat ze stelen. En goede dichters maken het beter of in ieder geval anders." En daar draait het om bij creatieve diefstal. Imitatie is niet het grootste compliment. Dus in plaats van te dichten zoals William Burroughs, of kleurrijke kunstwerken te maken zoals Tom Phillips, heb ik geprobeerd van mijn gedichten mijn eigen ding te maken en ermee door te gaan. Want nu weet ik dat transformatie eigenlijk het grootste compliment is: de dingen die je gestolen hebt tot iets eigens maken. Vandaag hebben jullie al een uur naar deze geweldige sprekers geluisterd. Ik wil dat je doet wat mijn vriendin Wendy MacNaughton doet, ik wil dat je iedereen besteelt die je hebt ontmoet. Pak van alle sprekers die je vandaag hebt gehoord iets mee dat jou aanspreekt. De mensen die je later nog ontmoet, neem iets van ze mee, neem het mee naar jouw kantoor, naar waar jij werkt en combineer het met jouw ideeën en gedachten. Maak er iets heel nieuws van. En neem het mee in jouw wereld, zodat we het weer van jou kunnen stelen. Zo jat je als een kunstenaar. Bedankt. (Applaus)