Voorzitter, ministers.
Ik heb vandaag meerdere keren gehoord hoe
ontoepasselijk mijn departement nu is.
Waarom hebben we agenten nodig?
De sectie dubbel-O?
Is dat niet vreemd?
Ik denk dat ik alles anders zie dan
jullie.
En wat ik zie beangstigt mij.
Ik ben bang, omdat we niet weten wie onze
vijanden zijn.
Ze bestaan niet op de kaart.
Ze zijn geen landen.
Ze zijn individuen.
Kijk om je heen.
Wie vrees jij?
Zie je iemand?
Een uniform? Een vlag? Nee.
Onze wereld is niet meer doorzichtig.
Het is ondoorzichtig.
Het is in de schaduwen.
Daar moeten we vechten.
Dus voordat je ons ontoepasselijk
verklaart, vraag je zelf,
hoe veilig voel jij je?
Ik heb nog één ding.
Mijn man hield van poëzie.
En....
Ik denk dat hij erin verzonken raakte,
hij werkte mijn beste bedoelingen tegen.
En nu onthoud ik dit,
ik zeg dit vanuit Tennyson:
"We zijn niet erg sterk nu,
wat vroeger vrede vernietigde;
maar we zijn wie we zijn;
een gelijk temperament
van moedige mensen,
zwak gemaakt door de tijd en het lot,
maar ooit sterk
om ons in te spannen en te zoeken,
om het te vinden, maar niet te krijgen."