Ik wil het hebben over uitvindingen
en over een van mijn favoriete projecten.
Het is het meest opwindende en
ook het eenvoudigste waaraan ik werk.
Het project kan wereldwijd
een grote impact hebben.
Het komt tegemoet aan een van de grootste gezondheidsproblemen op Aarde,
de voornaamste oorzaak
van kindersterfte onder de vijf jaar.
Ziekten door vervuild water?
Diarree? Ondervoeding?
Nee: rook inademen van kookvuren binnenshuis,
met acute ademhalingsontstekingen als gevolg.
Kan je dat geloven?
Ik vind dit schokkend en verbijsterend.
Kunnen wij geen
schonere kookbrandstoffen maken?
Kunnen wij geen betere fornuizen maken?
Hoe kan dit leiden
tot meer dan twee miljoen doden per jaar?
Bill Joy sprak eerder
over de wonderen van koolstofnanobuizen.
Ik ga het hebben over
de wonderen van koolstofmacrobuizen: houtskool.
Dit is een foto van het platteland van Haïti.
Haïti is nu 98% ontbost.
Overal op het eiland zie je dergelijke beelden.
Het leidt tot allerhande milieuproblemen
en problemen die mensen over het hele land treffen.
Enkele jaren geleden was er
een ernstige overstroming
die leidde tot duizenden doden
en dat is een onmiddellijk gevolg
van het gebrek aan bomen op de heuvels
om de grond te stabiliseren.
Als het regent, stroomt het meteen de rivieren in
en het gebied overstroomt.
De bomen zijn zo schaars
omdat mensen hout hakken
en houtskool maken om te koken.
Mensen kennen de gevolgen voor het milieu,
maar ze hebben geen andere keuze.
Fossiele brandstoffen zijn niet beschikbaar
en het resultaat van koken op zonne-energie
bevalt hen niet.
Dus doen ze dit.
Een familie zoekt een boom in het bos,
hakt die om en maakt er houtskool van.
Het wekt dan ook geen verbazing
dat er hard wordt gezocht
naar alternatieve kookbrandstoffen.
Vier jaar geleden werkte ik
met een groep studenten in Haïti
samen met Vredeskorps-vrijwilligers.
Dit is zo’n vrijwilliger.
Hij bouwde dit toestel in het dorp waar hij werkte.
De bedoeling is om afvalpapier
samen te drukken en er briketten van te maken.
Het toestel was echter erg traag.
Onze ingenieursstudenten gingen aan de slag
en met enkele eenvoudige aanpassingen
verdrievoudigden ze de productie.
Je kan je inbeelden dat ze erg opgetogen waren.
Ze brachten de briketten naar MIT voor een test.
Helaas brandden ze niet.
De studenten waren een beetje ontmoedigd.
Als je goed kijkt, lees je
'U.S. Peace Corps'.
Bovendien bleek er geen afvalpapier
te zijn in dit dorp.
De vrijwilliger maakte goed gebruik van overheidspapier
door het papier naar het dorp te brengen, (Gelach)
maar het was 800 km ver. (Gelach)
Wij zochten een betere aanpak
om een alternatieve kookbrandstof te bedenken.
Wij wilden een brandstof maken
die gebruik maakt van wat
ter plaatse beschikbaar is.
Deze zie je ook over heel Haïti:
kleine suikermolens
en hun afvalproducten.
Nadat je sap uit het suikerriet perst,
rest de ‘bagasse’.
Het heeft verder geen nut of voedingswaarde,
ook niet voor de dieren.
Het stapelt zich op naast de molen
tot ze het uiteindelijk verbranden.
Wij wilden een manier vinden
om dit afvalproduct te gebruiken als brandstof
die gemakkelijk is om mee te koken -
net als houtskool.
De volgende jaren zochten we daarnaar.
Je start met de bagasse
en een eenvoudige oven
die je kan maken uit een leeg olievat.
Na een tijdje branden, sluit je de oven af
om de toevoer van zuurstof te verminderen
en dat geeft dit verkoold materiaal.
Je kan dit helaas nog niet verbranden:
het is te fijn
en brandt te snel om erop te kunnen koken.
Dus moesten we er bruikbare briketten van maken.
Gelukkig had ik een student uit Ghana.
Hij herinnerde zich een gerecht van zijn moeder: kokonte,
een erg plakkerige pap
gemaakt van de cassavewortel.
We zochten en ontdekten dat
cassava in Haïti onder de naam maniok groeit.
Het groeit zelfs over heel de wereld --
yucca, tapioca, maniok,
cassava is allemaal hetzelfde:
een erg zetmeelrijke wortelgroente.
Je kan er een dikke, plakkerige pap van maken
waarmee je de briketten kan binden.
Dat deden we.
We gingen naar Haïti.
Dit zijn de afgestudeerden
van de eerste 'Ecole de Charbon',
of het Houtskoolinstituut. En dit --
(Gelach)
-- inderdaad.
Ik geef les zowel aan MIT als aan HIT.
Deze briketten maken wij.
Nu neem ik jullie mee naar een ander continent.
Dit is India.
Koeienmest is een populaire kookbrandstof in India.
Ze geeft nog meer rook dan in Haïti.
Daar zie je de gevolgen voor de gezondheid
van koken met koeienmest en biomassa.
Vooral kinderen en vrouwen worden getroffen
omdat zij rond de kookvuren leven.
We bekeken of we deze houtskooltechnologie
ook hier konden introduceren.
Helaas hadden ze geen suikerriet
en ook geen cassava, maar dat stopte ons niet.
We zochten naar een lokaal beschikbare bron
van biomassa.
Er was graan- en rijststro in de omgeving.
Als bindmiddel konden we
kleine hoeveelheden koeienmest gebruiken,
die ze normaal gezien gebruikten als brandstof.
We testten beide technieken en hier zie je
de houtskool- en koeienmestbriketten.
Je ziet: het brandt veel zuiverder
en het verwarmt het water sneller.
We waren erg gelukkig,
maar we ontdekten ook tijdens de tests
dat het niet zo lang brandde als kool van hout.
Het brandde niet zo lang, kruimelde bovendien
en we verloren energie
doordat ze uiteenvielen tijdens het koken.
Dus wilden we een sterkere briket maken
zodat ze kon concurreren met houtskool
op de markt in Haïti.
We keerden terug naar MIT
en haalden de Instronmachine boven.
We onderzochten welke krachten we nodig hadden
om de briketten samen te drukken
en er betere prestaties uit te halen.
Terwijl studenten dit in het laboratorium
bestudeerden,
werkten partners in de gemeenschap in Haïti
aan het verbeteren ervan en het meer toegankelijk
maken voor de dorpelingen.
Na enige tijd,
ontwikkelden we een goedkope pers
die kolen produceert
die langer en zuiverder brandt dan houtskool.
Nu beschikken we dus over een product
dat echt beter is
dan wat je kan kopen op de markt in Haïti
- wat een geweldige positie is.
In Haïti alleen al worden ongeveer
30 miljoen bomen gekapt per jaar.
Als dit kan toegepast worden,
kan een groot deel ervan gespaard blijven.
Bovendien is de opbrengst
van die houtskool 260 miljoen dollar.
Dat is een heleboel voor Haïti -
met een bevolking van acht miljoen
en een gemiddeld inkomen
van minder dan 400 dollar.
Hier boeken we ook vooruitgang
met ons houtskoolproject.
Wat ik ook interessant vind:
mijn vriend op UC Berkeley deed een risicoanalyse.
Hij bekeek de gevolgen voor de gezondheid
van brandend hout versus houtskool.
Hij ontdekte dat je wereldwijd
één miljoen doden kan voorkomen
door op houtskool over te stappen
als kookbrandstof. Dat is opmerkelijk,
Tot nu toe moest je daarvoor bomen kappen.
Nu hebben we een manier
die van agrarisch afval kookbrandstof maakt.
Echt spannend
is iets dat ik meebracht uit Ghana,
vorige maand.
Het coolste is
dat het zelfs minder technisch is dan wat je net zag,
als je je dat kunt voorstellen. Hier is het.
Maïskolven omgezet in houtskool.
Het mooie hiervan is
dat je geen briketten moet maken.
Het is kant-en-klaar.
Dit is mijn 100-dollar-laptop.
Ik bracht staaltjes mee.
(Gelach)
We kunnen deze rondgeven.
Ze zijn volledig functioneel,
getest en klaar voor gebruik.
Opmerkelijk aan deze technologie is
dat de overdracht zo gemakkelijk is.
Vergeleken met suikerriet-houtskool,
waar we mensen moeten leren ze
om te vormen tot briketten
en je de extra stap hebt van het koken
van het bindmiddel,
komt dit pre-gebriketteerd.
Dit is ongeveer het meest opwindende
in mijn leven op dit moment,
wat misschien veelzeggend is voor mijn leven.
(Gelach)
Maar als je het ziet hier op de eerste rij:
het is in orde,
ja, oké.
(Gelach)
Hier is het. Dit is een perfect voorbeeld
van de niet-nulsom-dingen
waar Robert Wright het over had.
Je hebt niet alleen gezondheidsvoordelen,
er zijn ook voordelen voor het milieu.
Dit is een van de ongelooflijk zeldzame situaties
waar je ook economische voordelen hebt.
Mensen kunnen hun eigen kookbrandstof maken
van afvalproducten.
Ze kunnen er ook inkomsten uit genereren.
en geld besparen op hun aankoop van houtskool.
Het teveel geproduceerde
verkopen ze op de markt
aan mensen die het niet zelf maken.
Het is echt zeldzaam dat je niet moet kiezen
tussen gezondheid en economie,
of het milieu en economie.
Het is een erg spannend project
en ik kijk ernaar uit om te zien waar het ons brengt.
Als we nu praten over de toekomst
die we zullen creëren,
is het nodig
om een heel duidelijk beeld
van onze wereld te hebben.
Ik bedoel niet de wereld waarin wij leven,
maar de wereld waarin vrouwen
elke dag twee tot drie uur
besteden aan het malen van graan
voor hun gezinnen.
Ik bedoel de wereld
waar handgemaakte cementen dakpannen
geavanceerde bouwmaterialen zijn.
Waar je 10 uur per dag moet werken
voor maar 60 dollar per maand.
De wereld waarin vrouwen en kinderen 40 miljard uur
per jaar besteden aan het halen van water.
Dat is alsof alle werknemers van Californië
fulltime water halen gedurende een jaar.
Als deze zaal India zou zijn,
zou slechts drie van ons een auto hebben.
Als dit Afghanistan was,
zou slechts één persoon internet kennen.
Als dit Zambia was,
zouden 300 van jullie landbouwer zijn,
100 zou aids of hiv hebben.
Meer dan de helft van jullie zou
minder dan één dollar per dag verdienen.
Voor deze zaken hebben we oplossingen nodig.
Daarvoor moeten we onze ingenieurs opleiden,
onze ontwerpers, onze mensen uit het bedrijfsleven
en onze ondernemers.
We moeten hiervoor oplossingen zoeken.
Ik heb een paar gebieden
die dringend moeten aangepakt worden.
Technologieën ontwikkelen om micro-financiering
en micro-ondernemingen te bevorderen,
zodat mensen die onder de armoedegrens leven
een manier vinden om eruit te geraken -
en het niet moeten doen
met het traditionele mandenmaken,
fokkerij, enz.
Er zijn nieuwe technologieën en nieuwe producten
die zij op kleine schaal kunnen maken.
We moeten ook technologieën ontwikkelen
voor arme boeren
om de waarde van hun oogst te verhogen.
We moeten onze ontwikkelingsstrategieën
en educatieve campagnes herbekijken
zodat ze nog steeds boer blijven
maar niet langer arme boeren zijn.
We moeten nadenken hoe we dat kunnen realiseren.
We moeten met de mensen werken
in deze gemeenschappen,
en hen de broodnodige middelen en tools geven
om hun eigen problemen op te lossen.
Dat is de beste manier.
We moeten niet van buitenaf werken.
We moeten deze toekomst creëren, en wel nu.
Dank je.
(Applaus)
Chris Anderson: misschien heeft iemand een vraag -
vertel ons over een van de andere dingen
waaraan je werkte.
Amy Smith: We kijken nog
naar goedkope waterkwaliteit-testen,
zodat gemeenschappen hun eigen watersystemen
kunnen onderhouden:
weten wanneer het werkt,
wanneer ze moeten behandelen, enz.
We kijken ook naar goedkope systemen
voor waterzuivering.
Wij zijn op zoek naar zonne-water-desinfectie
en de mogelijkheid om dat doen.
Californië: Welke bottleneck verhindert
de uitbreiding?
Zoek je ondernemers of durfkapitalisten?
Wat heb je nodig om je projecten te verspreiden?
AS: Een groot aantal mensen
om dit vooruit te doen gaan.
Het is moeilijk,
het is een sterk gefragmenteerde markt
en een bevolking zonder inkomen.
Je kunt niet dezelfde modellen gebruiken
als in de Verenigde Staten
om vooruitgang te maken.
We zijn een vrij kleine staf: ik.
(Gelach)
Ik doe wat ik kan met de studenten.
We hebben 30 studenten per jaar die erop uit gaan
en proberen om dit toe te passen.
Je moet ook dingen doen voor een lange termijn,
je kan niet verwachten dat er iets gerealiseerd wordt
in één of twee jaar;
je moet vijf of 10 jaar vooruitzien.
Met die visie komen we vooruit.