0:00:00.000,0:00:00.500 Het aftrekken 0:00:00.500,0:00:03.220 Het aftrekken en versimpelen van antwoorden 0:00:03.220,0:00:06.170 We heb 8/18 min 5/18. 0:00:06.170,0:00:08.500 Het aftrekken van breuken is vergelijkbaar 0:00:08.500,0:00:09.920 met optellen van breuken 0:00:09.920,0:00:12.620 Als je dezelfde noemer hebt 0:00:12.620,0:00:14.460 de noemer in de uitkomst is hetzelfde als 0:00:14.460,0:00:16.379 de noemers die we van elkaar 0:00:16.379,0:00:18.700 aftrekken, dus dat wordt 18. 0:00:18.700,0:00:20.900 De uitkomst van de teller zal het verschil zijn tussen 0:00:20.900,0:00:21.470 de twee tellers 0:00:21.470,0:00:26.750 In dit geval: 8 min 5 wat gelijk is aan 3/18 0:00:26.750,0:00:30.900 3/18 is het antwoord, maar niet versimpeld. 0:00:30.900,0:00:35.250 Omdat je zowel 3 en 18 kunt delen door 3. 0:00:35.250,0:00:37.450 Laten we ze door 3 delen. 0:00:37.450,0:00:42.540 3 en 18 delen door 3. 0:00:42.540,0:00:44.390 3 gedeeld door 3 is 1. 0:00:44.390,0:00:49.000 18 gedeeld door 3 is 6. Dus je krijgt 1/6 0:00:49.000,0:00:53.280 Ik teken 18 partjes om het visueel te maken 0:00:53.280,0:00:56.030 Ik teken 18 partjes 0:00:56.030,0:00:58.395 Dit doe ik niet netjes. 0:00:58.395,0:01:00.070 Ik doe mijn best. 0:01:00.070,0:01:02.810 Hier teken ik er 6. 0:01:02.810,0:01:06.900 Dit zijn er al drie 0:01:06.900,0:01:09.730 En nog eens drie, dat maakt zes partjes. 0:01:09.730,0:01:12.990 Ik split ze in drie colommen. 0:01:12.990,0:01:13.690 Daar gaan we. 0:01:13.690,0:01:15.390 We hebben 18 partjes 0:01:15.390,0:01:24.050 8/18 kun je zien als één, twee, drie, vier, 0:01:24.050,0:01:27.330 vijf, zes, zeven, acht. 0:01:27.330,0:01:28.990 Dat is 8/18. 0:01:28.990,0:01:33.370 Als we daar nu vijf achtiende (5/18) aftrekken, 0:01:33.370,0:01:38.210 halen we er één, twee, drie, vier, vijf af. 0:01:38.210,0:01:39.525 Wat houden we dan over? 0:01:39.525,0:01:43.150 We hebben er drie van de 18 over. 0:01:43.150,0:01:44.960 Die heb je hier. 0:01:44.960,0:01:48.340 Je hebt drie van de 18 over. 0:01:48.340,0:01:52.340 Als je nu 1 groter stuk maakt van die drie partjes 0:01:52.340,0:01:54.500 Hoeveel van die grotere stukken heb je dan? 0:01:54.500,0:01:56.450 Dit is 1 van die grotere stukken 0:01:56.450,0:01:57.640 Waar zijn de andere grote stukken? 0:01:57.640,0:02:00.820 Dit is er nog één. 0:02:00.820,0:02:03.720 Dit is weer een ander groot stuk, en hier nog één. 0:02:03.720,0:02:04.970 Hier nog één en hier nog één. 0:02:04.970,0:02:08.110 Dus als je de drie partjes samenvoegt 0:02:08.110,0:02:11.960 in 1 stuk, dan houd je 6 stukken over. 0:02:11.960,0:02:13.590 Je eindigt met zes stukken. 0:02:13.590,0:02:17.720 Je ziet dat iedere rij nu 1 stuk is. 0:02:17.720,0:02:22.300 En het blauwe stuk is precies 1 van de 6, dus 3/18 0:02:22.300,0:02:23.550 is hetzelfde als 1/6. 0:02:23.550,0:02:25.334 3/18 = 1/6