(Applaus) Goedemorgen.
Waarom Womenomics?
In 1999 besliste ik
om een onderzoeksrapport te schrijven
met de titel 'Womenomics'
omdat ik toen geloofde
- en vandaag nog steeds -
dat de oplossing voor de ontelbare
structurele uitdagingen van Japan
deels voor de hand ligt:
de helft van de bevolking.
Wat zijn deze structurele uitdagingen?
Op de allereerste plaats:
het D-woord, demografie.
Velen van jullie kennen deze statistieken,
maar mocht dat niet zo zijn,
hier is een opfrissing.
Tegen het jaar 2055
- de meesten van ons zullen nog leven -
zal de totale bevolking
van onze archipel
met één derde afnemen.
Tegen die tijd zal,
zoals je ziet,
het aandeel van de grijze bevolking
verdubbeld zijn van 20%
tot meer dan 40%.
Deze statistieken zijn angstaanjagend.
De demografie is er zo slecht aan toe dat --
wist je dat Japan het enige OESO-land is
waar er meer huisdieren zijn
dan kinderen? (Gelach)
Dat heb ik niet verzonnen.
Ik heb het opgezocht.
Als je het op wereldschaal bekijkt,
dan staat Japan hier in het rood,
het aandeel van de bevolking
dat tot de werkende bevolking behoort.
Demografie is een uitdaging
voor alle ontwikkelde economieën.
Maar je ziet dat Japan haar arbeidspopulatie
sneller zal zien dalen dan waar ook ter wereld.
Wat zijn de antwoorden?
Wat zijn de oplossingen?
Voor zover ik kan zien,
zijn er maar drie.
1. Krik het geboortecijfer op.
2. Wijzig de immigratiewetten.
3. Maak beter gebruik
van de helft van de bevolking.
De regering heeft punt één proberen op te lossen,
maar helaas beslisten vele Japanse jongeren,
misschien wel velen van jullie hier,
om nee te zeggen tegen het huwelijk.
(Ja tegen de micro!)
Terwijl het aandeel van de
ongehuwde Japanners stijgt,
is het natuurlijk moeilijk
om het geboortecijfer op te krikken.
2. Immigratie.
Persoonlijk denk ik dat dit onvermijdelijk is,
maar het zal wellicht wat meer tijd vergen.
Blijft over: de derde,
volgens mij meest praktische
oplossing op korte termijn.
Goed nieuws en slecht nieuws.
Eerst het goede nieuws:
de vrouwelijke deelname aan
de arbeidsmarkt in Japan
heeft een recordhoogte
van 60% bereikt.
Ik schreef mijn rapport 12 jaar geleden
en ik ben blij te zien
dat er vooruitgang is geboekt.
Het slechte nieuws is
dat als je vergelijkt met de wereld,
Japan hier staat,
ver achter de meeste andere
ontwikkelde naties,
vooral in landen als
de Scandinavische,
waar de verhouding
de 80% nadert.
Wat zijn de pijnpunten?
Eén ervan is
het unieke Japanse fenomeen
van de "M字カーブ", de M-curve.
Waar heb ik het over?
Als je deze grafiek bekijkt,
en ik weet dat het moeilijk is
om op dit uur naar grafieken te turen,
maar sta me toe,
dit zijn gewoon
leeftijdscohorten op de horizontale as
en het percentage werkende vrouwen
op de vertikale as.
In de meeste maatschappijen ga je
van school, aan de slag,
In elke maatschappij ga je meestal
van school, aan de slag,
waarna je tot je pensioen
blijft werken.
In de meeste economieën
heb je een heuvelvormige curve,
maar in Japan heb je een "谷",
een vallei tussen de leeftijden van
de late twintig en de late veertig.
Dames en heren, denk hier even over na.
Diegenen van jullie die werken:
is de periode tussen eind 20
en eind 40 in je carrière
niet de meest productieve?
De meeste Japanse vrouwen
zijn vermist op het terrein.
Eén van de grotere problemen is,
zoals jullie weten,
door de M-curve,
dat de meeste Japanse moeders niet werken.
70% van de Japanse moeders
stoppen met werken na hun eerste kind.
Internationaal, dat zie je hier,
zijn maar ongeveer een derde
van de Japanse moeders
met kinderen onder de 6
aan de slag. Vergelijk dat met Zweden,
bijna 80%, de VS, 60% enz.
Waarom zijn niet meer moeders aan de slag?
Hier zijn vier redenen:
kinderopvang, belastingen,
focus op diversiteit
en immigratie.
Ik ga dieper in op 1 en 3.
Dit is een gekend discussiepunt.
Als we het in Japan over Womenomics hebben,
dan is er gewoon niet genoeg kinderopvang.
Ja, de Japanse overheid
heeft wat vooruitgang gemaakt
bij de uitbreiding ervan,
maar de realiteit is
dat er vandaag van de Japanse
kinderen onder de 3
maar 28% in kinderopvang zitten.
maar 28% in kinderopvang zitten.
Kijk naar Frankrijk, 43%,
of Denemarken, meer dan 60%.
Het gaat niet alleen om kinderzorg buitenshuis.
Wat met de zorg in huis?
Mijn man vond dit natuurlijk heel leuk:
het gemiddelde aantal uren
- dit is een overheidsrapport -
dat vaders in Zweden,
Noorwegen, de VS en Duitsland
besteden aan kinderen en huishoudtaken
is meer dan 3 uur per dag.
In Japan is dat 1 uur per dag.
Kijk naar het rode deel van de Japanse staaf:
15 minuten voor de kinderen.
Even kijken, heren. 15 minuten.
Je besteedt wellicht meer dan 15 minuten
aan, zeg maar, "お風呂", je bad?
Misschien meer dan 15 minuten
aan tv-kijken?
De waarheid heeft haar rechten.
Er is dus een groot probleem
van samenwerking en wederzijdse zorg
binnen het gezin.
Onvoldoende aandacht voor diversiteit
vind ik een groot probleem.
De jongste 5 jaar hebben we
in bijna de hele ontwikkelde wereld
concrete vooruitgang gezien.
Verandering komt niet altijd van onderuit,
ze komt ook vaak van bovenaf.
Om dingen te veranderen in de maatschappij
moet je veranderingsagenten
in leidinggevende posities plaatsen.
Het percentage Japanse managers is nog steeds 9%.
Dat is even weinig als 5 jaar geleden.
In andere landen is dat 35-50%.
We hebben meer rolmodellen nodig.
Het interessante is dat de Japanse overheid
25 jaar geleden
een gelijkekansenwet stemde, de "均等法".
Desondanks verdienen Japanse vrouwen vandaag
nog steeds maar ongeveer twee derde
van hun mannelijke tegenhangers.
Zoals je ziet op deze grafiek
bestaat de loonkloof overal,
niet alleen in Japan.
Maar bedenk even,
als ik als Japanse vrouw,
hoe hard ik ook werk,
hoe hard ik ook probeer,
weet dat ik altijd gediscrimineerd zal worden
qua loon en promotiekansen,
wat doe ik dan?
Ik hou het wellicht niet vol.
Dit lijkt volgens mij wel op een wet,
maar ze wordt niet naar behoren gehandhaafd.
De meeste mensen vragen,
als ik lezingen over Womenomics geef:
"Doet het er echt toe?"
Ik denk dat de cijfers
luid 'ja!' schreeuwen,
want als je kijkt naar bedrijven
die een expliciet beleid hebben
om diversiteit te promoten,
bijvoorbeeld een programma
om werkende moeders te ondersteunen
of om objectieve evaluaties
en prestatiemetingen te doen,
dan toont de rode staaf je
dat hun gemiddelde winstmarge
hoger is dan de blauwe
van bedrijven die dat niet doen.
Maar ik kan je zeggen
dat hét obstakel dat ik ervaar
als ik in Japan over Womenomics praat, dit is:
"Maar Matsui, als je stelling klopt
en meer Japanse vrouwen gaan werken,
zal dat dan het al zo lage
Japanse geboortecijfer niet verminderen?
Hoevelen van jullie hebben dit al gehoord?
Ja, velen. Wel, het is een mooie stelling,
klinkt goed, maar het klopt niet.
Kijk naar deze grafiek.
Dit stelt eenvoudig voor:
vruchtbaarheid op de verticale as,
vrouwen aan het werk
op de horizontale as.
Kijk niet naar de punten,
kijk naar de rode lijn.
Die lijn stijgt.
Met andere woorden,
hoe meer vrouwen er werken in een land,
hoe hoger het geboortecijfer,
niet omgekeerd.
Kijk naar Zweden, de VS,
het VK, Frankrijk, Australië.
De Japanners in het publiek
geloven deze statistieken niet.
Het is nochtans waar in je eigen land.
Dit zijn de 47 districten,
de richting van de lijn,
kijk, exact dezelfde.
Okinawa, Fukui, Nagano, relatief hogere
vrouwelijke arbeidsparticipatie
en een relatief hoger geboortecijfer.
Wat is het voordeel, als we
Womenomics zouden kunnen implementeren?
Ik weet dat het een droom is,
maar laten we even doen alsof.
Als we de vrouwelijke participatie
in Japan zouden kunnen doen stijgen,
- ze staat nu op 60% - tot ze gelijk is
aan de Japanse mannen, 80%,
dan is dit de potentiële winst voor het bnp:
15! Het Japanse bnp zou met 15% stijgen.
Dat is voor mij helemaal de moeite.
Wat gaan we dus doen? Vier dingen.
1. Verander de mentaliteit.
Diversiteit en Womenomics zouden
geen extra activiteit moeten zijn,
het moet de harde kern van de bedrijfsstrategie zijn
om een langere groei van de economie
mogelijk te maken.
2. Flexibel werk en objectieve evaluaties.
Vele mensen praten over
flexibel werken voor vrouwen.
Denk er even over na. Als meer
Japanse vrouwen niet trouwen,
dan moeten er ook meer
ongehuwde Japanse mannen zijn,
die enig kind zijn
en moeten zorgen
voor hun oudere ouders.
Zij zullen vrij moeten kunnen nemen.
Ze hebben ook flexibeler werk nodig.
Dit is dus niet geslachtsgebonden.
Flexibel werken is er voor mannen en vrouwen.
3. Deregulering van zorg,
kinderopvang en immigratie.
Japan heeft een afspraak met de regeringen
van de Filipijnen en Indonesië
over de opname van 1000 verplegenden.
Dat is geweldig.
Maar als je langer dan 3 jaar wil blijven,
moet je slagen voor een nationaal examen Japans
om te mogen blijven met behoud van visum.
Vorig jaar legden 257 verplegenden
het examen af. Er slaagden er 3.
Als je ze uitnodigt,
leg de lat dan niet zo hoog.
Tenslotte: een kritische massa
vrouwelijke rolmodellen.
Dit is erg belangrijk. Ik was vroeger
een groot tegenstander
van quota's en positieve discriminatie.
Ik heb mijn mening bijgesteld.
De regering van Noorwegen heeft in 2004
een quotasysteem ingevoerd.
Elk beursgenoteerd bedrijf in Noorwegen
moet minstens 40% vrouwen in het bestuur hebben.
Je kan je voorstellen dat je
in die tijd als Noors bedrijf zei:
"Geen denken aan!
Er zijn niet genoeg getalenteerde Noorse vrouwen
om onze raden van bestuur te bevolken.
Dit wordt niets."
Raad eens wat er gebeurde.
Er ging een jaar over,
twee jaar. Op dit ogenblik
hebben de meeste bedrijven
hun wettelijk quotum van 40% gehaald.
Waarom?
Omdat er vrouwen waren.
Ze kwamen gewoon tevoorschijn.
Ze werden door anderen opgetild
en zitten nu in beslissende functies.
Dit is niet onmogelijk.
Ik denk dat Japan in het bijzonder,
gelet op zijn achterstand,
misschien een extra duwtje nodig heeft
om de cijfers op te krikken.
Tot slot, voor de vrouwen in het publiek,
jullie zijn met velen en dat is geweldig,
als je één ding van mijn presentatie moet onthouden,
dan dit: er is geen glazen plafond,
er is alleen een dikke laag mannen.
Hartelijk dank.
(Applaus)