1 00:00:00,000 --> 00:00:00,330 . 2 00:00:00,330 --> 00:00:02,900 Laten we rationale getallen gaan optellen. 3 00:00:02,900 --> 00:00:05,350 Dit woord gebruik ik omdat het in 4 00:00:05,350 --> 00:00:08,640 dit boek gebruikt wordt, maar in algemene termen 5 00:00:08,640 --> 00:00:10,480 zullen we breuken gaan optellen. 6 00:00:10,480 --> 00:00:14,100 Dus laten we al deze voorbeelden doornemen om ze 7 00:00:14,100 --> 00:00:15,080 beter te begrijpen. 8 00:00:15,080 --> 00:00:19,660 Als eerste hebben we 3/7 plus 2/7. 9 00:00:19,660 --> 00:00:22,840 Onze noemers zijn gelijk, dus kunnen we de 10 00:00:22,840 --> 00:00:24,070 tellers gewoon optellen. 11 00:00:24,070 --> 00:00:28,480 Dus onze noemer is 7, en 3 plus 2 is 5. 12 00:00:28,480 --> 00:00:31,060 Dat is voorbeeld a. 13 00:00:31,060 --> 00:00:31,960 Ik zal ze om en om doen. 14 00:00:31,960 --> 00:00:33,290 Het duurt eeuwen om ze allemaal te doen. 15 00:00:33,290 --> 00:00:36,550 Geen eeuwen, maar langer dan ik wil. 16 00:00:36,550 --> 00:00:42,860 Dus c is 5/16 plus 5/12. 17 00:00:42,860 --> 00:00:44,900 Onze noemers zijn niet gelijk. 18 00:00:44,900 --> 00:00:47,700 We moeten dus een gelijke noemer vinden, welke door 19 00:00:47,700 --> 00:00:50,450 door 16 en 12 deelbaar moet zijn 20 00:00:50,450 --> 00:00:52,050 en het liefst zo klein mogelijk 21 00:00:52,050 --> 00:00:53,770 om het simpel te houden. 22 00:00:53,770 --> 00:00:56,150 Dus wat is het kleinste getal dat deelbaar is 23 00:00:56,150 --> 00:00:58,215 door 16 en 12? 24 00:00:58,215 --> 00:01:01,700 Eens kijken. 16 keer 2 is 32, dat is 'm niet. 25 00:01:01,700 --> 00:01:03,660 16 keer 3 is 48. 26 00:01:03,660 --> 00:01:04,599 Dat lijkt erop. 27 00:01:04,599 --> 00:01:06,990 12 gaat 4 keer in 48. 28 00:01:06,990 --> 00:01:09,733 Dus laten we 48 als onze gelijke noemer gebruiken. 29 00:01:09,733 --> 00:01:13,960 . 30 00:01:13,960 --> 00:01:19,415 We moesten 16 vermenigvuldigen met 3 om 48 te krijgen 31 00:01:19,415 --> 00:01:23,890 Dus we moeten ook deze 5 met 3 vermenigvuldigen. 32 00:01:23,890 --> 00:01:25,670 We vermenigvuldigen nu de teller en de noemer 33 00:01:25,670 --> 00:01:28,090 met hetzelfde getal, dus we veranderen het niet echt. 34 00:01:28,090 --> 00:01:31,370 Dus 5 keer 3 is 15. 35 00:01:31,370 --> 00:01:36,850 En dan moesten we om rechts 48 te krijgen 36 00:01:36,850 --> 00:01:38,890 de 12 vermenigvuldigen met 4. 37 00:01:38,890 --> 00:01:42,170 Dus om deze vijf ook op deze plek te krijgen, 38 00:01:42,170 --> 00:01:44,120 moeten we deze 5 ook vermenigvuldigen met 4. 39 00:01:44,120 --> 00:01:46,690 5 keer 4 is 20. 40 00:01:46,690 --> 00:01:49,980 Nu hebben we gelijke noemers. 41 00:01:49,980 --> 00:01:54,180 Dus dit zal gelijk zijn aan... Onze noemer is 48. 42 00:01:54,180 --> 00:02:01,150 En we kunnen 15 plus 20 doen, dat is 35 in de teller. 43 00:02:01,150 --> 00:02:02,670 Kunnen we dit vereenvoudigen? 44 00:02:02,670 --> 00:02:04,950 48 is niet deelbaar door 5. 45 00:02:04,950 --> 00:02:06,620 48 is ook niet deelbaar door 7. 46 00:02:06,620 --> 00:02:08,330 Het lijkt erop dat we klaar zijn. 47 00:02:08,330 --> 00:02:13,940 Laten we voorbeeld e doen. 48 00:02:13,940 --> 00:02:19,790 8/25 plus 7/10. 49 00:02:19,790 --> 00:02:23,570 Ook nu hebben we geen gelijke noemers. 50 00:02:23,570 --> 00:02:25,850 Maar dat kunnen we oplossen. 51 00:02:25,850 --> 00:02:28,890 50 lijkt het kleinste getal 52 00:02:28,890 --> 00:02:29,800 dat deelbaar is door beide noemers. 53 00:02:29,800 --> 00:02:32,340 25 keer 2 is 50 54 00:02:32,340 --> 00:02:37,050 Van 8/25 naar 50 in de noemer moeten we de 55 00:02:37,050 --> 00:02:39,990 8 en de 25 vermenigvuldigen met 2. 56 00:02:39,990 --> 00:02:42,640 Dat wordt 16 / 50. 57 00:02:42,640 --> 00:02:45,945 En dan de 7/10. 58 00:02:45,945 --> 00:02:47,930 Ook deze willen we boven 50 krijgen. 59 00:02:47,930 --> 00:02:51,750 We vermenigvuldigen de 10 met 5, dus 60 00:02:51,750 --> 00:02:54,605 ook de 7 moet keer 5. 61 00:02:54,605 --> 00:02:57,720 Dat wordt 35 / 50 62 00:02:57,720 --> 00:03:01,560 Nu zijn allebei de noemers gelijk aan 50. 63 00:03:01,560 --> 00:03:05,550 16 plus 35 is...? 64 00:03:05,550 --> 00:03:10,690 10 plus 35 is 45, plus 6 is 51. 65 00:03:10,690 --> 00:03:14,770 Dus het is 51/50. 66 00:03:14,770 --> 00:03:16,992 Voorbeeld g. 67 00:03:16,992 --> 00:03:19,700 Laat ik een nieuwe kleur pakken. 68 00:03:19,700 --> 00:03:22,410 Probleem g. 69 00:03:22,410 --> 00:03:28,470 Hier hebben we 7 boven 15 - ik schrijf de tweede 70 00:03:28,470 --> 00:03:33,530 in een nieuwe kleur - plus 2 boven 9. 71 00:03:33,530 --> 00:03:35,620 De noemers zijn alweer ongelijk. 72 00:03:35,620 --> 00:03:37,490 Dus moeten we een gelijke noemer vinden. 73 00:03:37,490 --> 00:03:41,540 Wat is het kleinste getal dat deelbaar is door 15 en 9? 74 00:03:41,540 --> 00:03:43,260 Even kijken, 15 keer 2 is 30. 75 00:03:43,260 --> 00:03:44,940 Nee, dat is niet deelbaar door 9. 76 00:03:44,940 --> 00:03:47,670 15 keer 3 is 45, dat kan. 77 00:03:47,670 --> 00:03:50,220 45 is deelbaar door 9. 78 00:03:50,220 --> 00:03:52,590 Dus we gebruiken 45. 79 00:03:52,590 --> 00:03:59,810 15 keer 3 is 45. En 7 keer 3 is 21. 80 00:03:59,810 --> 00:04:02,850 Deze twee breuken zijn gelijk. 81 00:04:02,850 --> 00:04:06,680 We houden 45 in de noemer. 82 00:04:06,680 --> 00:04:11,520 Om van 9 naar 45 te komen, moeten we vermenigvuldigen met 5. 83 00:04:11,520 --> 00:04:14,420 Dus ook de teller 84 00:04:14,420 --> 00:04:15,980 zullen we moeten vermenigvuldigen met 5. 85 00:04:15,980 --> 00:04:18,420 2 keer 5 is 10. 86 00:04:18,420 --> 00:04:22,422 2/9 is hetzelfde als 10/45. 87 00:04:22,422 --> 00:04:24,710 En nu kunnen we optellen. 88 00:04:24,710 --> 00:04:27,130 We tellen delen van 45 op. 89 00:04:27,130 --> 00:04:33,130 21 plus 10 is 31, en we zijn klaar. 90 00:04:33,130 --> 00:04:36,900 Laten we nog een probleem doen. Een probleem in woorden. 91 00:04:36,900 --> 00:04:40,070 Nadia, Peter en Ian leggen hun geld bij elkaar 92 00:04:40,070 --> 00:04:41,640 om een bak ijs te kopen. 93 00:04:41,640 --> 00:04:44,630 Nadia is de oudste en krijgt het meeste zakgeld. 94 00:04:44,630 --> 00:04:49,740 Zij legt de helft van het bedrag in. Zij betaalt dus de helft. 95 00:04:49,740 --> 00:04:53,750 Dat is Nadia. 96 00:04:53,750 --> 00:04:58,850 Ian is daarna de oudste en draagt 1/3 bij. 97 00:04:58,850 --> 00:05:02,280 1/3 van het bedrag betaalt Ian. 98 00:05:02,280 --> 00:05:03,820 Dit is Ian. 99 00:05:03,820 --> 00:05:06,360 Peter is de jongste en krijgt het minste zakgeld. 100 00:05:06,360 --> 00:05:13,730 Hij betaalt 1/4 van de prijs. 101 00:05:13,730 --> 00:05:17,560 Dus Peter betaalt een vierde van de prijs. 102 00:05:17,560 --> 00:05:19,920 Ze denken dat ze hiermee genoeg geld hebben. 103 00:05:19,920 --> 00:05:22,480 Maar als ze willen betalen, zijn ze vergeten dat er 104 00:05:22,480 --> 00:05:24,000 nog belasting op het bedrag komt en ze zijn bang 105 00:05:24,000 --> 00:05:25,340 dat ze niet genoeg geld zullen hebben. 106 00:05:25,340 --> 00:05:28,370 Wonder boven wonder hebben ze precies genoeg geld. 107 00:05:28,370 --> 00:05:32,460 Welk deel van de prijs van het ijs kwam er nog bij als belasting? 108 00:05:32,460 --> 00:05:35,640 Laten we kijken. 1/2 plus 1/3, plus 1/4 109 00:05:35,640 --> 00:05:37,640 van de prijs. 110 00:05:37,640 --> 00:05:41,100 Hier moeten we een gelijke noemer voor vinden. 111 00:05:41,100 --> 00:05:44,250 Het kleinste gemene veelvoud van 2, 3 en 4. 112 00:05:44,250 --> 00:05:46,970 Dat zou 12 moeten zijn, toch? 113 00:05:46,970 --> 00:05:49,150 12 is deelbaar door 2, deelbaar door 3, en 114 00:05:49,150 --> 00:05:50,400 deelbaar door 4. 115 00:05:50,400 --> 00:05:56,480 Dus 1/2 is gelijk aan 6/12. 116 00:05:56,480 --> 00:05:58,750 2 keer 6 is 12. 117 00:05:58,750 --> 00:06:00,420 1 keer 6 is 6. 118 00:06:00,420 --> 00:06:01,240 Deze zijn gelijk. 119 00:06:01,240 --> 00:06:03,720 6 is de helft, is 1/2, van 12 120 00:06:03,720 --> 00:06:09,440 Nu kijken we naar de 1/3. Om van 3 naar 12 te komen 121 00:06:09,440 --> 00:06:11,570 moet je vermenigvuldigen met 4. 122 00:06:11,570 --> 00:06:14,190 Dus je neemt die 1 en vermenigvuldigt het met 4. 123 00:06:14,190 --> 00:06:17,620 4/12 is gelijk aan 1/3. 124 00:06:17,620 --> 00:06:24,280 En dan 1/4. Om van 4 naar 12 te komen, 125 00:06:24,280 --> 00:06:27,410 moet je met 3 vermenigvuldigen, ook de teller 126 00:06:27,410 --> 00:06:30,080 dan krijg je 3 keer 1 is 3. 127 00:06:30,080 --> 00:06:31,360 Laten we deze optellen. 128 00:06:31,360 --> 00:06:36,660 6/12 + 4/12 + 3/12 is gelijk aan... 129 00:06:36,660 --> 00:06:40,670 de noemer is gelijk aan 12, de teller wordt 130 00:06:40,670 --> 00:06:47,560 6 +4 +3, 6+4 is 10, plus 3 is 13. 131 00:06:47,560 --> 00:06:50,980 Dus dit is gelijk aan 13/12. 132 00:06:50,980 --> 00:06:53,000 En dit is een onechte breuk. 133 00:06:53,000 --> 00:06:55,950 We kunnen ook zeggen dat dit hetzelfde is 134 00:06:55,950 --> 00:07:02,880 als 12/12 plus 1/12, 135 00:07:02,880 --> 00:07:04,420 en 12/12 is gewoon gelijk aan 1 136 00:07:04,420 --> 00:07:05,770 omdat 12 gedeeld door 12 ook 1 is. 137 00:07:05,770 --> 00:07:10,050 Dus dit is 1 en 1/12. 138 00:07:10,050 --> 00:07:13,950 Dus als ze hun geld bij elkaar leggen, krijgen ze 1 1/12 139 00:07:13,950 --> 00:07:19,180 van het bedrag van het ijs. 140 00:07:19,180 --> 00:07:21,480 Dus welk deel van het bedrag kwam er nog bij 141 00:07:21,480 --> 00:07:22,310 als belasting? 142 00:07:22,310 --> 00:07:24,620 Dat was precies wat ze samen hadden. 143 00:07:24,620 --> 00:07:29,740 Dus 1 is de prijs van het ijs zonder belasting 144 00:07:29,740 --> 00:07:32,760 en de 1/12 kwam er nog als belasting bij. 145 00:07:32,760 --> 00:07:35,740 Het antwoord is dat 1/12 van de prijs 146 00:07:35,740 --> 00:07:39,290 nog als belasting bij het bedrag werd opgeteld. 147 00:07:39,290 --> 00:07:39,466 .