Ik wil beginnen met een simpele vraag:
waarom nemen arme mensen
zoveel slechte beslissingen?
Ik weet, het is een harde vraag,
maar kijk eens naar de data.
Arme mensen lenen meer, sparen minder,
roken meer, bewegen minder, drinken meer
en eten minder gezond.
Waarom?
De standaard verklaring werd ooit gegeven
door de Britse premier Margaret Thatcher.
Zij noemde armoede 'een karakterfout'.
(Gelach)
Een gebrekkige persoonlijkheid.
Nu denk ik dat weinigen van jullie
het zo bot zouden stellen.
Maar de idee dat er iets mis is
met arme mensen zelf,
is niet voorbehouden aan Mw. Thatcher.
Je denkt wellicht dat armen
verantwoordelijk moeten worden gesteld
voor hun eigen fouten.
Of je stelt dat we hen moeten helpen
om betere beslissingen te nemen.
Maar de onderliggende aanname is dezelfde:
er mankeert iets aan hen.
Als we hen maar konden veranderen,
hen wat levenslessen konden leren,
als ze maar eens zouden luisteren.
En eerlijk gezegd
was dat lange tijd
ook mijn mening daarover.
Pas enkele jaren geleden ontdekte ik
dat alles wat ik dacht te weten
over armoede, fout was.
Het begon met de toevallige ontdekking
van een paper van enkele
Amerikaanse psychologen.
Ze hadden 13.000 km gereisd,
helemaal naar India,
voor een fascinerend onderzoek.
Het was een experiment
met suikerrietboeren.
Je moet weten dat deze boeren
zo'n 60% van hun jaarlijkse inkomen
op één moment verdienen,
direct na de oogst.
Dit betekent dat ze een deel
van het jaar relatief arm zijn,
en dan opeens rijk.
De onderzoekers vroegen hun
een IQ-test te doen, voor en na de oogst.
Wat ze toen ontdekten,
deed me volledig versteld staan.
De boeren scoorden vóór de oogst
veel slechter voor de test.
Een leven in armoede
blijkt je 14 punten te kosten aan IQ.
Om je een idee te geven,
dat is vergelijkbaar
met een nacht niet slapen
of de invloed van alcoholisme.
Enkele maanden later
hoorde ik dat Eldar Shafir,
professor aan de Princeton-universiteit
en mede-auteur van dit onderzoek,
naar Nederland zou komen, waar ik woon.
We ontmoetten elkaar in Amsterdam
om te praten over zijn
revolutionaire theorie over armoede.
Ik kan haar in 1 woord samenvatten:
schaarsheidsdenken.
Mensen gaan zich anders gedragen
wanneer ze iets als schaars ervaren.
Wat datgene is, doet er minder toe.
Het kan onvoldoende tijd,
geld of eten zijn.
Iedereen kent dit gevoel,
als je te veel te doen hebt
of als je de lunch hebt uitgesteld
en je bloedsuiker daalt.
Je blikveld vernauwt zich
tot je directe gebrek --
tot de boterham die je nu nodig hebt,
de vergadering
die over vijf minuten begint,
of de rekeningen
die morgen betaald moeten zijn.
Het langetermijn-perspectief
delft dan het onderspit.
Je kunt het vergelijken
met een nieuwe computer
die 10 zware programma's
tegelijk aan het draaien is.
Hij wordt steeds trager,
maakt fouten,
en loopt uiteindelijk vast.
Niet omdat het een slechte computer is,
maar omdat hij te veel
tegelijk te doen heeft.
Arme mensen kampen
met hetzelfde probleem.
Ze nemen geen domme beslissingen
omdat ze dom zijn,
maar omdat ze leven in een context
waarin iedereen
domme beslissingen zou nemen.
Opeens begreep ik
waarom zoveel van onze
armoedebestrijdingsprogramma's falen.
Investeringen in onderwijs bijvoorbeeld,
zijn vaak volledig ineffectief.
Armoede is geen gebrek aan kennis.
Een recente analyse van 201 onderzoeken
naar de effectiviteit
van trainingen geldbeheer
leidde tot de slotsom
dat ze vrijwel geen effect hebben.
Begrijp me niet verkeerd,
ik zeg niet dat armen niets leren --
ze kunnen er zeker wat opsteken.
Maar het is onvoldoende.
Of zoals Professor Shafir me vertelde:
"Het is alsof je mensen leert zwemmen
en ze dan in een stormachtige zee gooit."
Ik herinner me dat ik daar
met stomheid geslagen zat.
Ik besefte opeens
dat we dit al decennialang
hadden kunnen weten.
Deze psychologen hadden
geen ingewikkelde hersenscans nodig.
Ze maten enkel het IQ van de boer.
IQ-tests zijn ruim
een eeuw geleden uitgevonden.
Ik had ook al eerder gelezen
over de psychologie van armoede.
George Orwell, een van de grootste
schrijvers die ooit geleefd hebben,
ervoer zelf armoede in de twintiger jaren.
"De essentie van armoede",
schreef hij destijds,
is dat het "de toekomst vernietigt."
Het verbijsterde hem hoe, ik citeer:
"...mensen je als vanzelfsprekend
belerend gaan toespreken
en voor je gaan bidden
zodra je inkomen
onder een bepaald niveau daalt."
Die woorden zijn tegenwoordig
nog even relevant als toen.
De grote vraag is uiteraard:
wat kunnen eraan doen?
Huidige economen hebben
een paar oplossingen paraat.
We kunnen armen helpen
met hun administratie
of met een sms-je waarschuwen
dat ze hun rekening moeten betalen.
Dit soort oplossingen is
zeer in trek bij hedendaagse politici,
voornamelijk omdat, nou ja,
het kost bijna niets.
Deze oplossingen zijn in mijn ogen
een symbool voor deze tijd
waarin we zo vaak
de symptomen bestrijden,
maar de onderliggende oorzaak negeren.
Dus vroeg ik me af:
waarom veranderen we niet gewoon
de context waarin de armen leven?
Of in termen van onze computeranalogie:
waarom aanrommelen met de software
als we het probleem makkelijk
kunnen oplossen met wat extra geheugen?
Professor Shafir keek me aan
met een uitdrukkingsloze blik.
Na enkele seconden zei hij:
"O, nou snap ik je.
Je wil gewoon wat geld
overhandigen aan de armen
om het armoedeprobleem op te lossen.
Ja, dat zou mooi zijn.
Maar ik vrees dat dit linkse gedachtegoed
van jullie uit Amsterdam
in de VS niet bestaat."
Maar is het werkelijk
een ouderwets, links idee?
Ik dacht terug
aan een oud plan dat ik las,
van enkele van de meest
prominente denkers uit de geschiedenis.
De filosoof Thomas More
schetste een aanzet in zijn boek 'Utopia',
ruim 500 jaar geleden.
Voorvechters bestrijken het hele spectrum,
van links tot rechts.
Van de burgerrechtenactivist
Martin Luther King,
tot de econoom Milton Friedman.
Het is een ongelofelijk eenvoudig idee:
een gegarandeerd basisinkomen.
Wat is dat?
Heel makkelijk.
Een maandelijkse toelage,
toereikend voor je basisbehoeften:
eten, huisvesting, onderwijs.
Het is volledig onvoorwaardelijk,
dus niemand die je vertelt
wat je ervoor moet doen
en niemand die je vertelt
wat je ermee moet doen.
Het basisinkomen
is geen gunst, maar een recht.
Er hangt absoluut geen stigma aan vast.
Toen ik dus zicht kreeg
op de ware aard van armoede,
bleef ik me afvragen:
is dit de idee
waarop we hebben zitten wachten?
Zou het echt zo makkelijk zijn?
In de drie jaar die volgden
las ik alles wat ik kon vinden
over het basisinkomen.
Ik bestudeerde de tientallen experimenten
die overal ter wereld zijn gedaan.
Het duurde niet lang voordat ik stuitte
op een verhaal van een stadje
dat het gedaan had --
armoede echt had uitgeroeid.
Maar toen ...
vergat bijna iedereen het weer.
Dit verhaal begint in Dauphin, Canada.
In 1974 werd iedereen in dit stadje
een basisinkomen gegarandeerd,
zodat niemand onder
het bestaansminimum zou vallen.
Bij aanvang van het experiment
daalde een leger onderzoekers
neer op het stadje.
Vier jaar lang liep alles gesmeerd.
Toen trad na verkiezingen
echter een nieuwe regering aan
en het nieuwe Canadese kabinet
zag niets in het dure experiment.
Aangezien er geen geld zou gaan zijn
voor analyse van de resultaten,
stopten de onderzoekers
hun documenten in zo'n 2.000 dozen.
Vijfentwintig jaren kwamen en gingen.
Toen vond Evelyn Forget,
een Canadese hoogleraar,
de documentatie.
Drie jaar lang onderwierp ze de data
aan allerlei statistische analyses
en wat ze ook probeerde,
de resultaten waren elke keer hetzelfde:
het experiment was
een klinkend succes geweest.
Evelyn Forget ontdekte
dat de mensen in Dauphin
niet alleen rijker werden,
maar ook slimmer en gezonder.
De schoolprestaties van kinderen
verbeterde aanzienlijk.
Het aantal ziekenhuisopnames
daalde met maar liefst 8,5%.
Huiselijk geweld kwam minder vaak voor,
evenals mentale gezondheidsklachten.
En mensen zegden hun baan niet op.
De enigen die iets minder gingen werken,
waren jonge moeders en studenten,
die langer bleven doorleren.
Sindsdien zie je vergelijkbare resultaten
in talloze andere experimenten
over de hele wereld,
van de Verenigde Staten tot India.
Dus ...
dit is mijn les hieruit.
Als het op armoede aankomt,
moeten wij, de rijken,
niet doen alsof we alles beter weten.
Geen schoenen en teddyberen
meer sturen naar armen,
mensen die we nooit hebben ontmoet.
En we moeten af van de enorme
bedrijfstak van betuttelende bureaucraten,
wiens salaris beter direct kan gaan
naar de armen die zij behoren te helpen.
(Applaus)
Want, het mooie aan geld
is dat mensen ermee
kunnen kopen wat nodig is
in plaats van wat zelfverklaarde
experts denken dat ze nodig hebben.
Denk eens hoeveel briljante geleerden,
ondernemers en schrijvers,
net als George Orwell,
nu wegkwijnen in schaarste.
Denk eens hoeveel energie
en talent we konden vrijmaken
als we armoede voor eens
en voor altijd uitroeien.
Ik geloof dat een basisinkomen
zou werken als durfkapitaal voor mensen.
En we kunnen het ons
niet veroorloven het niet te doen.
Armoede is peperduur.
Kijk alleen al naar de kosten
van kinderarmoede in de VS.
Die worden geschat op
445 miljard euro per jaar
vanwege hogere ziektekosten,
meer afgebroken studies
en meer criminaliteit.
Dit is een ongelofelijke verspilling
van menselijk potentieel.
Maar nu even over de olifant in de kamer.
Hoe is zo'n basisinkomen
ooit op te brengen?
Nou, het is veel goedkoper
dan je wellicht denkt.
In Dauphin financierden ze het
met een negatieve inkomstenbelasting.
Je inkomen wordt dan aangevuld
zodra je onder de armoedegrens valt.
In dat scenario kun je,
volgens de beste schattingen
van onze economen,
voor 175 miljard netto --
dat is een kwart van de Amerikaanse
defensieuitgaven, of 1% van het bbp --
kun je alle behoeftige Amerikanen
boven de armoedegrens tillen.
Je zou armoede kunnen uitroeien.
Dat zou ons doel moeten zijn.
(Applaus)
De tijd voor klein denken
en kleine duwtjes is voorbij.
Ik geloof echt dat de tijd rijp is
voor radicale nieuwe ideeën
en het basisinkomen is zoveel meer
dan zomaar een maatregel.
Het is tevens een complete
herbezinning op wat werk inhoudt.
En in die zin
zal het niet enkel de armen bevrijden,
maar ook de rest van ons.
Tegenwoordig voelen miljoenen mensen
dat hun baan weinig of geen waarde heeft.
Een recente enquête
onder 230.000 werknemers
in 142 landen
toonde aan dat slechts 13%
van hen tevreden is met hun baan.
Een andere enquète liet zien
dat tot 37% van de Britse werkenden
een baan hebben waarvan ze
het nut eigenlijk niet zien.
Zoals Brad Pitt zegt in 'Fight Club':
"Te vaak doen we vreselijk werk
om overbodige troep te kunnen kopen."
(Gelach)
Begrijp me niet verkeerd --
Ik heb het hier niet over
onderwijzers, vuilnismannen
en zorgpersoneel.
Als zij stopten met werken,
hadden we een probleem.
Ik heb het over al die goedbetaalde
professionals met geweldige cv's
die hun geld verdienen met ...
strategische transactor
peer-to-peer meetings
waar ze brainstormen over de
value add-on van disruptieve co-creatie
in de netwerksamenleving.
(Gelach)
(Applaus)
Of iets dergelijks.
Stel je voor hoeveel talent we verspillen
door onze kinderen te vertellen
dat ze 'hun brood moeten verdienen'.
Of denk aan dat wiskundegenie
bij Facebook die klaagde dat ...
"De slimste mensen van mijn generatie
breken hun hoofd over hoe je
mensen op advertenties kan laten klikken."
Ik ben historicus.
Als de geschiedenis ons iets leert,
dan is het dat het anders kan.
Er is niets onontkomelijks
aan hoe we nu onze samenleving
en economie structureren.
Ideeën veranderen de wereld echt.
Ik denk dat met name
in de afgelopen jaren
overduidelijk is geworden
dat vasthouden aan de status quo
geen optie is, en dat we
nieuwe ideeën nodig hebben.
Ik weet dat velen van jullie
pessimistisch zijn
over een toekomst
met groeiende ongelijkheid,
xenofobie en klimaatverandering.
Maar het volstaat niet
te weten waar we tegen zijn.
We moeten ook ergens vóór zijn.
Martin Luther King zei niet:
'Ik heb een nachtmerrie.'
(Gelach)
Hij had een droom.
(Applaus)
Dus ...
hier is mijn droom:
Ik geloof in een toekomst
waarin de waarde van je werk
niet wordt bepaald
door de hoogte van je salaris,
maar door hoeveel geluk je verspreidt
en hoeveel zin je geeft.
Ik geloof in een toekomst
waar de zin van onderwijs niet is
je voor te bereiden op een nutteloze baan
maar op een goed geleefd leven.
Ik geloof in een toekomst
waarin een bestaan
zonder armoede geen privilege is,
maar een recht voor iedereen.
Hier staan we dan ...
We hebben het onderzoek,
we hebben het bewijs
en we hebben de middelen.
Welnu, ruim 500 jaar nadat Thomas More
schreef over een basisinkomen,
en 100 jaar nadat George Orwell
de ware aard van armoede ontdekte,
moeten wij ons wereldbeeld veranderen,
want armoede is geen
gebrekkige persoonlijkheid.
Armoede is een gebrek aan geld.
Dank je wel.
(Applaus)