Het was mijn eerste jaar als hoogleraar atmosferische wetenschap aan de Texas Tech University. We waren net verhuisd naar Lubbock, Texas, dat net was uitgeroepen tot de tweede meest conservatieve stad in de hele Verenigde Staten. Een collega vroeg me als gastleraar voor zijn geologiecursus. Ik zei: "Zeker." Maar toen ik er kwam, leek de collegezaal wel een donkere grot. Terwijl ik de geschiedenis van de koolstofcyclus van de geologische tijd tot op heden met ze doornam, dommelde het merendeel van de studenten weg of keken op hun telefoon. Ik beëindigde mijn les met een hoopvol verzoek voor eventuele vragen. Een hand schoot omhoog. Ik keek bemoedigend, hij stond op en zei met luide stem: "Jij bent een democraat, niet?" (Gelach) "Nee," zei ik, "ik ben Canadees." (Gelach) (Applaus) Dat was mijn vuurdoop in wat nu in de VS uitgegroeid is tot een triest feit van het leven hier en in toenemende mate in Canada ook. Voorspeller nummer één of we het erover eens zijn dat het klimaat aan het veranderen is, dat de mens verantwoordelijk is en dat de effecten steeds ernstiger en zelfs gevaarlijk worden, heeft niets te maken met hoeveel we weten over wetenschap of zelfs hoe slim we zijn, maar gewoon met waar we vallen op het politieke spectrum. Geeft de thermometer ons een ander antwoord naarmate we liberaal of conservatief zijn? Natuurlijk niet. Maar als die thermometer ons vertelt dat de Aarde aan het opwarmen is, dat de mens verantwoordelijk is en dat om deze zaak op te lossen we zo snel mogelijk af moeten geraken van fossiele brandstoffen -- nou ja, sommigen snijden liever hun arm af dan de overheid verder excuus te geven om hun comfortabele leven te verstoren en hen te vertellen wat te doen. Maar zeggen: "Ja, het is een probleem, maar ik wil er niets aan doen", maakt van ons de slechterik, en niemand wil de slechterik zijn. We gebruiken liever argumenten als: "Het is gewoon een natuurlijke cyclus." "Het is de zon." Of mijn favoriet: "Die klimaatwetenschappers zijn alleen uit op geld." (Gelach) Dat hoor ik minstens een keer per week. Maar dit zijn slechts wetenschapperig klinkende rookgordijnen, ontworpen om de echte reden voor onze bezwaren te verbergen, die niets met de wetenschap te maken hebben en alles met onze ideologie en onze identiteit. Als we vandaag de tv aanzetten dan horen we van deskundige X: "Het is koud buiten. Hoezo warmt de Aarde op?" En politicus Y zegt: "Voor elke wetenschapper die zegt dat dit echt is, vind ik er wel een die zegt dat het niet zo is." Niet verwonderlijk dat we soms het gevoel hebben dat iedereen zomaar wat uit zijn nek praat. Maar als we naar de gegevens kijken -- en het Yale Program on Climate [Change] Communication doet er nu in het hele land al jaren opinieonderzoek naar -- dan blijkt uit de gegevens dat 70% van de mensen in de VS het eens zijn dat het klimaat verandert. En 70% is het er ook over eens dat het planten en dieren zal schaden, alsook de toekomstige generaties. Maar gaan we een beetje dieper graven, dan komt de aap uit de mouw. Slechts ongeveer 60% denkt dat het mensen in de VS zal beïnvloeden. Slechts 40 procent van de mensen denkt dat het ons persoonlijk zal raken. En wanneer je mensen vraagt: "Praat je er wel eens over?" zegt tweederde van de mensen in de hele Verenigde Staten: "Nooit." En nog erger, als je vraagt: "Hoor je de media hierover praten?" zegt meer dan driekwart nee. Het is een vicieuze cirkel. De planeet warmt op. Hittegolven worden sterker. Zware neerslag wordt frequenter. Orkanen worden intenser. Wetenschappers lanceren weer eens een met doem gevuld rapport. Politici vechten nog harder terug met dezelfde wetenschapperig klinkende mythen. Wat kunnen we doen om deze vicieuze cirkel te doorbreken? Het belangrijkste wat we kunnen doen, is precies wat we niet doen: erover praten. Misschien zeg je: "Ik ben geen wetenschapper. Hoe praat ik nu over stralingsforcering of wolkenparametrisatie in klimaatmodellen?" We moeten niet praten over meer wetenschap; we praten al meer dan 150 jaar over de wetenschap. Wist je dat al 150 jaar geleden is, rond 1850, dat klimaatwetenschappers voor het eerst ontdekten dat het opgraven en verbranden van kolen, gas en olie warmtevasthoudende gassen produceert die een extra deken rond de planeet wikkelen? Zolang weten we dat al. Al 50 jaar geleden waarschuwden wetenschappers een Amerikaans president voor de gevaren van een veranderend klimaat, en die president was Lyndon B. Johnson. Sterker nog, de sociale wetenschappen leerden ons dat als mensen hun identiteit baseren op afwijzing van een bepaalde set feiten, dat discussie over die feiten een persoonlijke aanval wordt. Ze gaan zich dieper ingraven, en dat vormt eerder een loopgracht dan een brug. Als we dus beter niet praten over meer wetenschap, of als we niet over meer wetenschap moeten praten, waarover moet het dan wel gaan? Het belangrijkste is om in plaats van te beginnen met alle gegevens en feiten in ons hoofd, om uit te gaan van het hart, om te praten over waarom het zo belangrijk voor ons is, om te beginnen met echt gedeelde waarden. Zijn we allebei ouders? Leven we in dezelfde gemeenschap? Genieten we van dezelfde outdooractiviteiten: wandelen, fietsen, vissen of zelfs jagen? Zitten we in over de economie of de nationale veiligheid? Voor mij was een van de diepste manieren om met mensen in contact te komen mijn geloof. Als christen geloof ik dat God onze ongelooflijke planeet schiep en ons de verantwoordelijkheid gaf over al het levende. Ik vind bovendien dat we zorg en liefde moeten tonen voor de minst fortuinlijken onder ons, degenen die al lijden onder de gevolgen van armoede, honger, ziekte en nog veel meer. Als je niet weet wat iemands waarden zijn, spreek dan met ze, leer ze kennen, zoek uit wat hen drijft. En eenmaal zover, verbind dan de puntjes tussen de waarden die ze al hebben en waarom ze moeten inzitten over een veranderend klimaat. Ik geloof echt dat na de duizenden gesprekken die ik heb gehad in de afgelopen tien jaar en meer, dat zowat iedereen in de wereld al de waarden heeft die nodig zijn om te geven om een veranderend klimaat. Ze moeten alleen de stipjes nog met elkaar verbinden. En dat is net wat wij kunnen doen door met hen te spreken. Dat ik inzit over een veranderend klimaat komt door wie ik al ben. Ik ben een moeder, dus geef ik om de toekomst van mijn kind. Ik woon in West Texas, waar water nu al schaars is en waar klimaatverandering de beschikbaarheid van dat water vermindert. Ik ben christen en geef om klimaatsverandering omdat het, zoals ze bij het leger zeggen, een ‘bedreigingsvermenigvuldiger’ is. Het gaat over kwesties als armoede, honger, ziekte en gebrek aan schoon water en zelfs politieke crises die leiden tot vluchtelingcrises -- het gaat over al deze kwesties en scherpt ze aan, maakt ze nog erger. Ik ben geen Rotarian. Bij mijn eerste talk voor een Rotary Club kwam ik binnen en er hing een reusachtig spandoek met de Four-Way Test. Is het de waarheid? Absoluut. Is het eerlijk? Bah neen, net daarom zit ik zo in over de klimaatverandering, want ze is absoluut oneerlijk. Degenen die het minst aan het probleem hebben bijgedragen, krijgen het meest te verduren. Ik vroeg: "Komt het iedereen ten goede, creëert het welwillendheid?" Nou, het verhelpen zou dat zeker doen. Daarom paste ik mijn talk aan aan de Four-Way Test, en gaf hem voor een groep conservatieve ondernemers in West Texas. (Gelach) Ik vergeet nooit hoe aan het eind een eigenaar van een lokale bank naar me toe kwam met een verbijsterde blik op zijn gezicht. Hij zei: "Ik had zo mijn twijfels over dit hele gedoe over de opwarming van de Aarde, maar het slaagde voor de Four-Way Test." (Gelach) (Applaus) Maar die waarden moeten wel oprecht zijn. Ik sprak een aantal jaren geleden op een christelijke universiteit en na mijn talk kwam een collega-wetenschapper bij me en zei: "Ik heb wat hulp nodig. Ik heb heel hard geprobeerd om een voet tussen de deur te krijgen bij onze lokale kerken, maar ik lijk er geen grip op te krijgen. Ik wil met ze praten over het belang van de klimaatverandering." Ik: "Wel, het beste is te beginnen met de gezindte waar je deel van uitmaakt, omdat je de meeste waarden deelt met die mensen. Bij welke gemeente hoor je?" "Oh, ik hoor niet bij een kerk, ik ben atheïst", zei hij. (Gelach) Ik zei: "In dat geval is beginnen met een geloofsgemeenschap waarschijnlijk niet het beste idee. Laten we praten over je hobby's, over waar je bij betrokken bent." We konden een groep identificeren waar hij deel van uitmaakte, waar hij kon beginnen. We hoeven geen liberale bomenknuffelaars te zijn om ons zorgen te maken over een veranderend klimaat. We hoeven alleen maar een mens op deze planeet te zijn. Het maakt niet uit waar we wonen, klimaatverandering beïnvloedt ons vandaag al. Als we leven langs de kust, zien we al op vele plaatsen ‘zonnige-dag-overstromingen’. Als we leven in het westen van Noord-Amerika, zien we steeds grotere gebieden ten prooi vallen aan bosbranden. In veel kustlocaties, van de Golf van Mexico tot aan de Stille Zuidzee, zien we krachtigere orkanen, tyfoons en cyclonen aangedreven door een opwarmende oceaan. In Texas of in Syrië zien we dat de klimaatverandering de droogtes enorm verergert, ze frequenter en ernstiger maakt. Waar we ook wonen, zijn we al getroffen door een veranderend klimaat. Dus zou je kunnen zeggen: "OK, dat is goed. We praten over impact. We maken de mensen angstig, want deze zaak is ernstig." Het is zo, geloof me. Ik ben wetenschapper, ik weet het. (Gelach) Maar vrees gaat ons niet motiveren voor de duurzame langetermijnverandering die nodig is om deze zaak op te lossen. Angst is ontworpen om ons te helpen weglopen van de beer. Of om gewoon sneller te lopen dan de persoon naast ons. (Gelach) Wat we nodig hebben om deze zaak op te lossen, is rationele hoop. We moeten absoluut doorhebben wat er op het spel staat. Natuurlijk moet dat. Maar we hebben ook behoefte aan een visie op een betere toekomst -- een toekomst met een overvloed aan energie, met een stabiele economie, met middelen die beschikbaar zijn voor iedereen, waar onze levens niet slechter, maar beter zijn dan ze nu zijn. Er bestaan oplossingen. Daarom is het tweede belangrijkste punt waar we over moeten praten, de oplossingen -- praktische, haalbare, toegankelijke, aantrekkelijke oplossingen. Zoals? Er bestaat niet één enkel wondermiddel, maar er zijn genoeg kleine hulpjes. (Gelach) Eenvoudige oplossingen die ons geld besparen en tegelijkertijd onze ecologische voetafdruk verkleinen. Zoals lampen. Ik hou van mijn elektrische auto. Ik wil wel wat zonnepaneeltjes. Maar stel je voor dat elk huis een schakelaar aan de voordeur had, waarmee je bij het weggaan alles behalve je koelkast kon uitzetten. En misschien de videorecorder. (Gelach) Lifestyle keuzes: eet lokaal, eet lager in de voedselketen en verminder voedselverspilling, wat op wereldwijde schaal een van de belangrijkste dingen is die we kunnen doen om dit probleem op te lossen. Ik ben klimaatwetenschapper, zodat de ironie van het rondreizen om met mensen te praten over een veranderend klimaat, me niet ontgaat. (Gelach) Het grootste deel van mijn persoonlijke koolstof-voetafdruk zijn mijn reizen. En daarom combineer ik mijn uitnodigingen zorgvuldig. Meestal ga ik pas ergens heen als ik beschik over een kritische massa uitnodigingen op één plek -- zoals drie tot vier tot zelfs 10 of 15 talks op één bepaalde plaats -- zodat ik de impact van mijn ecologische voetafdruk zo veel mogelijk minimaliseer. En ik heb bijna driekwart van mijn talks op video. Vaak zeggen de mensen: "Dat hebben we nog nooit gedaan." Maar ik zeg: "Laten we het eens te proberen. Ik denk dat het zou kunnen werken." Maar het belangrijkste is dat we moeten praten over wat er vandaag al over de hele wereld gebeurt en wat er kan gebeuren in de toekomst. Nu, ik woon in Texas, en Texas heeft de hoogste uitstoot van koolstof per staat in de VS. Je zou kunnen zeggen: "Waarover kun je praten in Texas?" Het antwoord is: over heel veel. Wist je dat er in Texas meer dan 25.000 banen zijn in de windenergie-industrie? We krijgen bijna 20 procent van onze elektriciteit van schone, hernieuwbare bronnen, de meeste van wind, hoewel zonne-energie snel groeit. De grootste legerbasis in de VS, Fort Hood, ligt natuurlijk in Texas. Hij draait nu op wind- en zonne-energie, omdat het de belastingbetaler meer dan 150 miljoen dollar bespaart. Ja. (Applaus) Hoe zit het met degenen die niet over onze middelen beschikken? In subsaharaans Afrika leven honderden miljoenen mensen zonder toegang tot enige vorm van energie behalve kerosine, en dat is erg duur. Over de hele wereld is vandaag de snelst groeiende vorm van nieuwe energie, zonne-energie. En ze hebben daar veel zonne-energie. Dus gaan investeerders in sociale impact, non-profitorganisaties, zelfs bedrijven er innovatieve, nieuwe microfinancieringen gebruiken, zoals pay-as-you-go zonne-energie, zodat mensen het benodigde vermogen in stappen kunnen aankopen, soms zelfs via mobiele telefoon. Eén bedrijf, Azuri, verdeelde tienduizenden eenheden over 11 landen, van Rwanda tot Oeganda. Zij schatten dat ze meer dan 30 miljoen uur elektriciteit verschaften en meer dan 10 miljoen uur aan het opladen van mobiele telefoons. Hoe zit het met de reusachtig groeiende economieën van China en India? Effecten op het klimaat lijken daar wat verder van hun bed, maar met luchtkwaliteit hebben ze vandaag af te rekenen. En ze weten dat schone energie essentieel is voor hun toekomst. Dus investeert China honderden miljarden dollars in schone energie. Ze zetten open kolenmijnen onder water en laten zonnepanelen op het oppervlak drijven. Ze hebben zelfs een panda-vormige zonne-boerderij. (Applaus) (Gelach) Ja, ze verbranden nog steeds steenkool. Maar ze hebben alle kolencentrales rond Beijing gesloten. En in India willen ze een kwart miljard gloeilampen door leds vervangen, wat hen zeven miljard dollar aan energiekosten zal besparen. Ze investeren in groene banen en ze willen hun gehele wagenpark koolstofvrij maken. India kan het eerste land worden dat industrialiseert zonder vooral beroep te doen op fossiele brandstoffen. De wereld verandert. Maar hij verandert gewoon niet snel genoeg. Te vaak illustreren we dit probleem met een reuzenkei onderaan een heuvel met slechts een paar handen om hem de heuvel op te rollen. Maar in werkelijkheid is die kei al op de top van de heuvel en zijn er honderden miljoenen handen, misschien zelfs miljarden, die hem naar beneden drukken. Het gaat gewoon niet snel genoeg. Hoe kunnen we die reuzenkei snel genoeg omhoog krijgen om de klimaatverandering tijdig op te lossen? Je hebt het geraden. De belangrijkste manier is door erover te praten. Het komt hier op neer: klimaatverandering treft jullie en mij hier en nu, op de plaatsen waar we wonen. Maar samenwerken kan het probleem oplossen. Natuurlijk is het een lastig probleem. Niemand weet dat beter dan wij, klimaatwetenschappers. Maar we mogen niet toegeven aan wanhoop. We moeten ervoor gaan en actief zoeken naar de hoop die we nodig hebben, die ons zal inspireren om er iets aan te doen. Die hoop begint met er vandaag over te praten. Dank je. (Applaus)