Als je in de jaren 80 in het communistische Oost-Duitsland eigenaar was van een schrijfmachine moest je ze laten registreren bij de overheid. Je moest een voorbeeldblad met tekst van je schrijfmachine laten registreren. Zodat de overheid altijd kon nagaan waar tekst vandaan kwam. Als ze er een vonden met de verkeerde soort van ideeën, konden ze opsporen van wie die kwamen. Wij in het Westen konden niet begrijpen hoe iemand zoiets kon doen, onze vrijheid van meningsuiting zozeer beperken. Wij zouden dat nooit doen in onze eigen landen. Maar als je vandaag in 2011 een kleurenlaserprinter koopt van eender welke belangrijke fabrikant van laserprinters en een pagina afdrukt, dan worden er op elke pagina wat kleine gele stippen afgedrukt in een patroon waardoor die pagina uniek is voor jou en je printer. Dit gebeurt vandaag met ons. Niemand lijkt daar wakker van te liggen. Dit is een voorbeeld van de manier waarop onze eigen regeringen technologie gebruiken tegen hun eigen burgers. Dit is een van de belangrijkste drie bronnen van de huidige onlineproblemen. Als we een kijkje nemen naar wat er echt gebeurt in de onlinewereld, kunnen we de aanvallen groeperen op basis van de aanvallers. We hebben drie hoofdgroepen. We hebben onlinecriminelen. Zoals deze meneer, Dimitry Golubov uit Kiev in Oekraïne. De motieven van onlinecriminelen zijn heel eenvoudig te begrijpen. Deze jongens verdienen geld. Zij maken gebruik van online-aanvallen om veel geld te verdienen, heel veel geld. We kennen diverse gevallen van onlinemiljonairs, multimiljonairs, die geld verdienden met hun aanvallen. Hier is Vladimir Tsastsin uit Tartu in Estland. Dit is Alfred Gonzalez. Dat is Stephen Watt. Dit is Bjorn Sundin. Dit is Matthew Anderson, Tariq Al-Daour enzovoort. Deze jongens maken hun fortuin online, maar ze maken het met illegale middelen zoals Trojaanse paarden om geld te stelen van onze bankrekeningen terwijl we online bankieren, of met keyloggers om onze kredietkaartinformatie te kopiëren terwijl we online winkelen vanaf een geïnfecteerde computer. De Inlichtingendienst van de VS bevroor twee maanden geleden de Zwitserse bankrekening van deze meneer, Sam Jain. Op die bankrekening stond 14,9 miljoen dollar toen ze werd bevroren. De heer Jain zelf is op de loop. Niemand weet waar hij is. Volgens mij heeft ieder van ons nu al meer kans om het slachtoffer te worden van een onlinemisdrijf dan van een in de echte wereld. Het is overduidelijk dat dit alleen maar erger zal worden. In de toekomst zullen de meeste misdaden online gebeuren. De tweede grote groep aanvallers van vandaag wordt niet gemotiveerd door geld. Ze zijn gemotiveerd door iets anders - door protesten, meningen en grappen. Groepen als Anonymous zijn de afgelopen 12 maanden ten tonele verschenen en uitgegroeid tot een belangrijke speler op het gebied van online-aanvallen. Dat zijn de drie belangrijkste aanvallers: criminelen die het doen voor het geld, hacktivisten als Anonymous doen het voor het protest, maar dan is er de laatste groep, de natiestaten, regeringen die aanvallen uitvoeren. Dan zien we gevallen als DigiNotar. Dit is een goed voorbeeld van wat er gebeurt wanneer de overheid zijn eigen burgers aanvalt. DigiNotar is een Certifiëringsautoriteit (CA) uit Nederland - of eerder, was. Het draaide afgelopen najaar uit op een faillissement omdat ze gehackt werden. Iemand brak in en hackte ze door en door. Ik vroeg vorige week op een bijeenkomst met Nederlandse vertegenwoordigers van de overheid aan een van de leiders van het team of hij het aannemelijk vond dat er mensen stierven als gevolg van de DigiNotarhack. Zijn antwoord was ja. Hoe konden mensen doodgaan door een hack als deze? DigiNotar is een C.A.. Ze verkopen certificaten. Wat doe je met certificaten? Je hebt een certificaat nodig als je een website met 'https' hebt, door SSL versleutelde diensten, diensten zoals Gmail. Nu hebben we allemaal, of toch een groot deel van ons, Gmail of een van zijn concurrenten gebruikt. Maar de diensten zijn vooral populair in totalitaire staten zoals Iran waar dissidenten gebruik maken van buitenlandse diensten, zoals Gmail omdat ze weten dat ze betrouwbaarder zijn dan de lokale diensten en gecodeerd zijn via SSL-verbindingen. Op die manier kan de lokale overheid hun discussies niet afluisteren. Behalve dan als ze kunnen inbreken in een buitenlandse C.A. en valse certificaten afleveren. Dit is precies wat er gebeurd is in het geval van DigiNotar. Hoe zit het met de Arabische lente en zaken die bijvoorbeeld in Egypte zijn gebeurd? In Egypte plunderden in april 2011 relschoppers het hoofdkwartier van de Egyptische geheime politie. Toen ze het gebouw plunderden, vonden ze heel veel papieren. Waaronder een map getiteld "FINFISHER". Daarin bevonden zich notities van een in Duitsland gevestigd bedrijf dat aan de Egyptische regering een set van tools had verkocht voor het onderscheppen - en wel op zeer grote schaal - van alle communicatie van de burgers van het land. Ze hadden dit instrument voor 280.000 euro aan de Egyptische regering verkocht. Hun hoofdkantoor is hier gevestigd. Westerse regeringen voorzien totalitaire overheden van instrumenten om dit met hun eigen burgers te doen. Maar westerse regeringen doen het zelf ook. Bijvoorbeeld werd maar een paar weken geleden in Duitsland de zogenaamde Scuinst Trojan gevonden. Dat was een Trojaans paard waarmee Duitse overheidsambtenaren hun eigen burgers nagaan. Als je verdacht bent in een strafzaak, dan ligt het voor de hand dat je telefoon wordt afgetapt. Maar vandaag gaat het verder dan dat. Ze tappen je internetverbinding af. Ze maken zelfs gebruik van tools als Scuinst Trojan om je computer te infecteren met een Trojaans paard. Dat stelt hen in staat om al je communicatie te bekijken, te luisteren naar je onlinediscussies, je wachtwoorden te kopiëren. Als we hier wat dieper over nadenken, dan is de voor de hand liggende reactie van mensen: "Oké, dat klinkt niet goed, maar eigenlijk maakt het me niets uit, want ik hou me aan de wet. Waarom zou ik me zorgen maken? Ik heb niets te verbergen." Dat argument houdt geen steek. Privacy is impliciet. Privacy staat niet ter discussie. Dit gaat niet over privacy tegenover veiligheid. Het gaat over vrijheid tegenover controle. Terwijl we onze huidige regeringen misschien nu, in 2011, wel vertrouwen, zijn we elk recht waar we afstand van doen, voorgoed kwijt. En zullen we elke eventuele toekomstige regering blindelings gaan vertrouwen? Een regering van misschien 50 jaar na vandaag? Dit zijn de vragen waar we de komende 50 jaar mee moeten inzitten.