"Twee dingen tegelijk doen is geen van beide doen." Een klap in het gezicht van multitasking, nietwaar, die vaak wordt toegeschreven aan de Romeinse schrijver Publilius Syrus. Maar zoals vaker met zulke dingen: hij heeft het waarschijnlijk nooit gezegd. Maar wat ik eigenlijk wil weten is: klopt het ook? Ik bedoel, het gaat duidelijk op voor e-mailen aan tafel, sms-en als je achter het stuur zit of tweeten tijdens een TED Talk. Maar ik zou willen beweren dat we bij een belangrijke activiteit juist twee, drie of zelfs vier dingen tegelijkertijd zouden moeten doen. Kijk alleen maar naar Albert Einstein. In 1905 publiceerde hij vier opmerkelijke wetenschappelijke essays. Een ervan ging over de Brownse beweging; het verschafte empirisch bewijs dat atomen bestaan en legde de wiskundige basis voor het merendeel van financiële economie. Een andere ging over de speciale relativiteitstheorie. Weer een andere ging over het foto-elektrisch effect, daarom werken zonnepanelen; dat is een mooie. Daarvoor hebben ze hem de Nobelprijs gegeven. De vierde was een vergelijking die jullie misschien wel kennen: E is gelijk aan mc in het kwadraat. Vertel me nu nog maar eens waarom je geen meerdere dingen tegelijk zou doen. Maar het is natuurlijk duidelijk dat tegelijkertijd werken aan de Brownse beweging, speciale relativiteit en het foto-elektrisch effect niet helemaal hetzelfde soort multitasking is als snapchatten terwijl je naar 'Westworld' kijkt. Dat is iets heel anders. En Einstein, tja Einstein -- hij is natuurlijk Einstein, daar is er maar één van, hij is uniek. Maar het gedrag dat Einstein vertoonde, dat is helemaal niet uniek. Je ziet het veel vaker bij heel creatieve mensen, zowel kunstenaars als wetenschappers. En ik zou het willen noemen: slow motion multitasken. Het idee van ‘slow motion multitasken’ klinkt een beetje vreemd. Waar ik het hier over heb, is dat je tegelijkertijd meerdere projecten onderhanden hebt en van het ene naar het andere springt naargelang je zin hebt of de situatie van je vraagt. Maar de reden dat het onnatuurlijk voelt, is dat we meestal multitasken uit wanhoop. We hebben haast; we willen van alles tegelijk doen. Als we bereid zouden zijn langzamer te multitasken, dan zouden we misschien ontdekken dat het fantastisch werkt. Zestig jaar geleden begon Bernice Eiduson, een jonge psycholoog, aan een lang onderzoeksproject naar de persoonlijkheden en de werkgewoontes van 40 vooraanstaande wetenschappers. Einstein was allang dood, maar vier van de onderzochte mensen wonnen een Nobelprijs, onder wie Linus Pauling en Richard Feynman. Het onderzoek liep decennia lang; het liep nog door toen professor Eiduson zelf al was overleden. Een van de vragen waarop het een antwoord gaf, was: "Hoe kan het dat sommige wetenschappers belangrijk werk kunnen blijven afleveren gedurende hun hele leven?" Wat is er voor bijzonders aan hen? Is het hun persoonlijkheid, zijn het hun vaardigheden, is het hun dagelijkse routine, wat is het? Er kwam een duidelijk, voor sommigen verbazingwekkend patroon naar voren. De wetenschappers aan de top veranderden steeds van onderwerp. Herhaaldelijk wisselden ze van onderwerp tijdens hun eerste 100 gepubliceerde onderzoeksrapporten. Willen jullie raden hoe vaak? Drie keer? Vijf keer? Nee. Gemiddeld veranderden de meest consistent creatieve wetenschappers 43 keer van onderwerp bij hun eerste 100 onderzoeksrapporten. Het lijkt erop dat het geheim van creativiteit multitasken is ... in slow motion. Eidusons onderzoek oppert dat we multitasking opnieuw gaan gebruiken en onszelf eraan herinneren hoe krachtig het kan zijn. En zij is niet de enige die dit heeft ontdekt. Meerdere onderzoekers, die op verschillende manieren zeer creatieve mensen hebben onderzocht, hebben geconcludeerd dat die heel vaak meerdere projecten onderhanden hebben op hetzelfde moment -- en dat ze serieuze hobby's hebben, is ook veel waarschijnlijker dan bij ons. Slow motion multitasken zie je overal bij creatieve mensen. Maar waarom? Ik denk dat er drie redenen zijn. En de eerste is de eenvoudigste. Creativiteit ontstaat vaak als je een idee uit zijn oorspronkelijke context haalt en het ergens anders toepast. Je denkt makkelijker out of the box als je de hele tijd van de ene box naar de andere klautert. Neem bijvoorbeeld het oorspronkelijke eurekamoment. Archimedes -- hij worstelt met een lastig probleem. En hij beseft in een flits dat hij het kan oplossen door water te verplaatsen. En, zo gaat tenminste het verhaal, valt dit idee hem in op het moment dat hij een bad neemt en de veranderende waterspiegel ziet wanneer hij zich in bad laat zakken. En als een probleem oplossen als je een bad neemt geen multitasken is, wat dan wel? De tweede reden dat multitasken kan werken is dat als je leert één ding goed te doen, je dat vaak ook helpt met iets anders. Elke atleet kan je vertellen over het nut van cross-trainen. Zo kun je ook je geest cross-trainen. Een paar jaar geleden lieten onderzoekers 18 willekeurige geneeskundestudenten deelnemen aan een cursus bij het Philadelphia Museum of Art, waar ze leerden hoe ze visuele kunstwerken moesten beoordelen en analyseren. Aan het einde van de cursus werden deze studenten vergeleken met een controlegroep medestudenten geneeskunde. Degenen die de cursus hadden gevolgd waren aanzienlijk beter geworden in de uitoefening van taken als het diagnosticeren van oogziekten door het bestuderen van foto's. Ze waren betere oogartsen geworden. Dus als we beter willen worden in wat we doen, moeten we misschien wat vaker iets anders gaan doen, zelfs als de twee onderwerpen totaal niets met elkaar te maken lijken te hebben, zoals oogheelkunde en kunstgeschiedenis. Willen jullie een voorbeeld, een wat minder intimiderend voorbeeld dan Einstein? Oké. Michael Crichton, de bedenker van 'Jurassic Park' en 'ER'. In de jaren 70 volgde hij eerst een opleiding tot arts, maar toen ging hij boeken schrijven en regisseerde hij de oorspronkelijke 'Westworld'-film. Maar ook, en dit is veel minder bekend, schreef hij non-fictieboeken over kunst, geneeskunde en computerprogrammeren. In 1995 plukte hij de vruchten van al deze verschillende activiteiten en schreef het commercieel meest succesvolle boek ter wereld. En de commercieel meest succesvolle tv-serie ter wereld. En de commercieel meest succesvolle film ter wereld. En in 1996 deed hij dat allemaal nog een keer opnieuw. Er is een derde reden waarom slow motion multitasken ons kan helpen bij het oplossen van problemen. We kunnen er baat bij hebben als we vastzitten. Dat kan niet van het ene moment op het andere. Stel je eens voor dat je een kruiswoordpuzzel aan het maken bent en je kunt het woord niet vinden. Dat komt omdat je het verkeerde woord in je hoofd hebt zitten. Het is heel eenvoudig -- ga gewoon iets anders doen. Verander van onderwerp, verander van context, vergeet het foute woord en het juiste woord krijgt de ruimte om naar boven te komen. Maar in het tragere tijdsbestek waarin ik geïnteresseerd ben, is vastzitten veel ernstiger. Je verzoek om financiering wordt afgewezen. Je celculturen groeien niet, je raketten storten steeds opnieuw neer. Niemand wil je fantasyboek uitgeven over een tovenaarsschool. Of misschien kun je gewoon geen oplossing vinden voor het probleem waaraan je werkt. Op deze manier vastzitten betekent stilstand, stress, misschien zelfs een depressie. Maar als je nog een opwindend, uitdagend project hebt om aan te werken, dan is vastzitten gewoon een mogelijkheid om iets anders te gaan doen. We kunnen allemaal wel eens vastzitten, zelfs Albert Einstein. Tien jaar na het opzienbarende jaar waar ik het over had, legde Einstein de puzzelstukjes in elkaar van zijn algemene relativiteitstheorie, zijn grootste prestatie. En hij was uitgeput. Dus richtte hij zich op een eenvoudiger probleem. Hij kwam met de gestimuleerde emissie van straling, wat, zoals je misschien weet, de S is in laser. Hij was dus de theoretische fundering voor de laserstraal aan het leggen en als hij daarmee bezig is, gaat hij weer terug naar algemene relativiteit, verkwikt nu. Hij ziet wat de theorie inhoudt -- dat het universum niet statisch is. Het breidt zich uit. Het idee is zo verbijsterend dat Einstein het zelf jarenlang niet kan geloven. Kijk, als je vast komt te zitten en je krijgt het balletje weer aan het rollen met laserstralen, dan ben je behoorlijk in vorm. (Gelach) Dus dat is het geval met slow motion multitasken. En ik beloof niet dat het een Einstein van je maakt. Ik beloof zelfs niet dat het een Michael Chrichton van je maakt. Maar het is een krachtig middel om je creatieve leven vorm te geven. Maar er is een probleem. Hoe voorkomen we dat al deze projecten ons compleet overweldigen? Hoe houden we al deze ideeën helder in ons hoofd? Hier is een simpele oplossing, een praktische oplossing van de grote Amerikaanse choreografe Twyla Tharp. De laatste paar decennia heeft ze grenzen doen vervagen, genres gemixt, prijzen gewonnen en op de muziek van iedereen gedanst, van Philip Glass tot Billy Joel. Ze heeft drie boeken geschreven. Ik bedoel maar, zij is een slow-motion-multitasker, natuurlijk. Zij zegt: "Je moet alle dingen zijn. Waarom zou je iets uitsluiten? Je moet alles zijn." En Tharps methode om te voorkomen dat al die verschillende projecten je overweldigen, is een eenvoudige. Elk project krijgt zijn eigen grote kartonnen doos en de naam van het project schrijft ze op de zijkant. In de doos gooit ze dvd's en boeken, knipsels uit tijdschriften, theaterprogramma's, tastbare objecten, eigenlijk alles dat een bron van creatieve inspiratie kan zijn. En ze schrijft: "De doos betekent dat ik nooit bang hoef te zijn dat ik iets vergeet. Een van de grootste angsten van een creatief persoon is dat een of ander briljant idee verloren gaat omdat je het niet hebt opgeschreven en veilig hebt opgeborgen. Ik maak me daar niet ongerust over. Omdat ik weet waar ik het kan vinden. Het zit allemaal in de doos." Op deze manier kun je veel ideeën managen, ofwel in echte dozen, ofwel in hun digitale tegenhangers. Ik wil er daarom op aandringen dat je je de kunst van het slow motion multitasken eigen maakt. Niet omdat je haast hebt, maar omdat je helemaal geen haast hebt. Ik wil nog een laatste voorbeeld geven, mijn favoriete voorbeeld. Charles Darwin. Een man wiens uiterst langzame vorm van multitasken zo verbijsterend is, dat ik een diagram nodig heb om het allemaal uit te leggen. We weten wat Darwin wanneer deed, omdat creativiteitsonderzoekers Howard Gruber en Sara Davis zijn dagboeken en aantekeningen hebben bestudeerd. Toen hij op 18-jarige leeftijd van school ging, had hij in eerste instantie twee interesses: zoölogie en geologie. Vrij snel daarna meldde hij zich aan als naturalist aan boord van de 'Beagle'. Dit is het schip dat uiteindelijk in vijf jaar tijd rond de zuidelijke wereldzeeën voer, de Galápagos aandeed en de Indische oceaan doorkruiste. Aan boord begon hij zijn onderzoek naar koraalriffen. Dit betekende grote synergie tussen zijn twee interesses in zoölogie en geologie en het zet hem aan het denken over trage processen. Maar als hij terugkomt van zijn reis, begint zijn interesse zich zelfs nog meer uit te breiden: psychologie, plantkunde; de rest van zijn leven beweegt hij zich heen en weer tussen deze verschillende gebieden. Hij geeft er nooit echt eentje op. In 1837 begint hij te werken aan twee heel interessante projecten. Een daarvan: regenwormen. De andere is een klein notitieboekje dat hij de titel geeft: 'De transmutatie van soorten'. Dan begint hij met het bestuderen van mijn vakgebied: economie. Hij leest een boek van de econoom Thomas Malthus. En dan heeft hij zijn eurekamoment. In een flits beseft hij hoe soorten kunnen opkomen en zich langzaam ontwikkelen door het proces van 'survival of the fittest'. Alles wordt hem duidelijk, hij schrijft alles op, elk afzonderlijk, essentieel element van de evolutietheorie, in dat notitieboek. Maar dan is er een nieuw project. Zijn zoon William wordt geboren. Nou, daar is een natuurlijk experiment, recht voor je neus, de kans om de ontwikkeling van een kind te observeren. Dus Darwin begint onmiddellijk aantekeningen te maken. Natuurlijk is hij ook nog steeds bezig met de evolutietheorie en de ontwikkeling van het kind. Maar tijdens dit alles beseft hij dat hij eigenlijk niet genoeg weet van taxonomie. Dus dat gaat hij ook studeren. En uiteindelijk wordt hij in acht jaar de meest toonaangevende expert ter wereld op het gebied van zeepokken. Dan volgt 'Natuurlijke selectie'. Aan dit boek werkt hij zijn hele leven; hij heeft het nooit afgemaakt. 'Over het ontstaan van soorten' wordt pas uitgebracht 20 jaar nadat Darwin de basis ervoor legde. Dan volgt 'De afstamming van de mens', een controversieel boek. En dan het boek over de ontwikkeling van het kind. Het boek waartoe hij geïnspireerd raakte toen hij zijn zoon, William, voor hem op de grond van de zitkamer zag kruipen. Toen het boek werd uitgegeven was William 37 jaar. En al die tijd is Darwin aan het werk met regenwormen. Zijn biljartkamer staat vol met regenwormen in potten met glazen deksels. Hij schijnt er licht op, om te kijken of ze reageren. Hij houdt er een hete pook bij, om te zien of ze omkeren. Hij pruimt tabak en -- (Blaast) hij blaast op de regenwormen om te kijken of ze kunnen ruiken. Hij speelt zelfs op de fagot voor de regenwormen. Ik houd ervan me deze man voor te stellen als hij moe is, gespannen of bezorgd over hoe 'De afstamming van de mens' ontvangen zal worden. Jij of ik zouden misschien inloggen op Facebook of de televisie aanzetten. Darwin zou naar zijn biljartkamer gaan om zich te ontspannen door intensief regenwormen te bestuderen. En daarom is het terecht dat een van zijn laatste grote werken 'The Formation of Vegetable Mould Through The Action of Worms' is. (Gelach) Hij heeft 44 jaar aan dat boek gewerkt. We leven niet meer in de 19e eeuw. Ik denk niet dat wij zo lang geduld hebben met onze creatieve of wetenschappelijke projecten: 44 jaar. Maar er is iets wat we kunnen leren van de grote slow-motion-multitaskers. Van Einstein en Darwin tot Michael Crichton en Twyla Tharp. De wereld van vandaag lijkt ons een keuze te bieden. Als we niet stuiptrekkend van scherm naar scherm willen springen, moeten we als een kluizenaar leven en ons focussen op één ding, al het andere buitensluitend. Ik denk dat dat een vals dilemma is. We kúnnen ervoor zorgen dat multitasken voor ons gaat werken zodat onze natuurlijke creativiteit wordt aangeboord. Het moet alleen langzamer. Dus ... Maak een lijst van je projecten. Leg je telefoon neer. Haal een paar kartonnen dozen. En ga aan het werk. Dank jullie wel. (Applaus)