Enkele jaren geleden
begon ik na te denken
over de mogelijkheid
om biobrandstoffen ontwikkelen
op een schaal
die met fossiele brandstoffen kon concurreren
maar niet in concurrentie zou zijn
met de landbouw
voor water, meststoffen of land.
Dit heb ik gevonden.
Maak net onderwater een container
en vul die met afvalwater
en microalgen die olie produceren.
Maak hem van flexibel materiaal
dat met de golfslag kan meebewegen.
Uiteraard gaat het systeem werken met zonne-energie
om de algen te laten groeien.
Die verbruiken koolstofdioxide (CO2)
en produceren zuurstof (O2) terwijl ze groeien.
De algen groeien in een container
die zijn warmte afgeeft aan het omringende water.
Je kunt ze oogsten en er biobrandstoffen van maken,
maar ook cosmetica, kunstmest en veevoeder.
Natuurlijk zal dit een groot oppervlak beslaan
en moet je rekening houden
met andere belanghebbenden
als vissers, schepen enzovoort.
Maar het gaat over biobrandstoffen.
We weten hoe belangrijk
een potentiële alternatieve vloeibare brandstof is.
Maar waarom microalgen?
Hier zie je een grafiek
met de verschillende typen
van gewassen waaruit biobrandstoffen
kunnen worden gewonnen.
Bijvoorbeeld geeft soja
500 liter per hectare per jaar.
Je ziet ook zonnebloem,
canola, jatropha en palm.
Die hoge grafiek toont
wat microalgen kunnen opleveren.
Microalgen geven tussen 20.000
en 50.000 liter per hectare per jaar
vergeleken met de 500 liter
per hectare per jaar van soja.
Wat zijn microalgen? Microalgen zijn micro --
dat wil zeggen extreem klein -- zoals je hier kunt zien
op een foto van eencellige organismen
naast een mensenhaar.
Deze kleine organismen bestaan al
miljoenen jaren en er zijn duizenden
verschillende soorten microalgen in de wereld.
Enkele soorten horen
tot snelst groeiende planten op de planeet
en produceren veel, veel olie.
Maar waarom moet dit buitengaats gebeuren?
Het moet in de nabijheid van kuststeden,
er is geen keuze,
omdat we afvalwater nodig hebben
en de meeste zuiveringsinstallaties
daar te vinden zijn.
San Francisco heeft zo'n 1500 kilometer
rioolbuizen onder de stad
en loost zijn afvalwater buitengaats.
Verschillende steden over de hele wereld
behandelen hun afvalwater anders.
Sommige steden verwerken het.
Sommige steden lozen het gewoon.
Maar in alle gevallen is
het water dat wordt vrijgegeven
perfect geschikt
voor de teelt van microalgen.
Hoe zou zo'n systeem eruit kunnen zien?
Wij noemen het OMEGA, wat een acroniem is voor
Offshore Membrane Enclosures for Growing Algae.
(buitengaatse membraanbehuizingen voor de teelt van algen)
Bij de NASA moet je goede acroniemen hebben.
Hoe werkt het? Ik liet het al even zien.
We pompen afvalwater en CO2
in onze drijvende structuur.
Het afvalwater bevat voedingsstoffen
om de algen te laten groeien.
Ze leggen het CO2 vast dat anders
de atmosfeer zou ingaan als broeikasgas.
Zonne-energie gebruiken ze om te groeien
en de golfslag levert energie
voor het mengen van de algen, terwijl de temperatuur
zich aanpast aan de temperatuur van het omringende water.
De algen produceren zuurstof,
maar ook biobrandstoffen, kunstmest, voedsel en
andere belangrijke algenproducten.
Het systeem is beveiligd.
Wat bedoel ik daarmee?
Het is modulair. Als er iets
totaal onverwachts gebeurt
met een van de modules.
Bijvoorbeeld lekken of blikseminslag.
Het afvalwater dat weglekt,
is water dat nu toch al
in die kustgebieden terechtkomt.
Daarbij zijn die algen biologisch afbreekbaar.
Omdat ze in afvalwater leven,
zijn het zoetwateralgen.
Ze kunnen niet
overleven in zout water.
Daar gaan ze dus dood.
Met het toegepaste plastic
hebben wij goede ervaringen.
We zullen onze modules
kunnen hergebruiken en herstellen.
Misschien kunnen we zelfs verder gaan
dan met dit systeem en
methodes bedenken om het zoetwater
- dat schaarser gaat worden -
in de toekomst
te gaan herwinnen.
We moeten ook nadenken over de structuur zelf.
Ze biedt een oppervlak voor dingen in zee.
Op dit oppervlak kunnen zeewier
en andere organismen groeien.
Dit zal een verbeterde mariene habitat geven
en de biodiversiteit verhogen.
Omdat het een buitengaatse structuur is,
kan het ook bijdragen
aan buitengaatse aquacultuur.
Nu lijkt je dit misschien een prachtig idee
en wil je weten wat we kunnen doen
om uit te vissen of het werkt.
Ik heb laboratoria opgezet in Santa Cruz
op de 'California Fish and Game'-faciliteit.
Daar hebben we grote zeewatertanks
om sommige van deze ideeën uit te testen.
Wij zetten ook experimenten op in San Francisco
bij een van de drie waterzuiveringsinstallaties,
weer een mogelijkheid om ideeën uit te testen.
We wilden ook weten
wat het effect van deze structuur
op het mariene milieu zou zijn.
We zetten een veldsite op
op een plek genaamd Moss Landing Marine Lab
in Monterey Bay,
waar we in een haven wilden nagaan
welke gevolgen dit zou hebben
op mariene organismen.
Het laboratorium in Santa Cruz
diende om alles uit te proberen.
We kweekten er algen,
lasten plastic, bouwden hulpmiddelen
en maakten vooral veel fouten,
of, zoals Edison zei, we vonden
de 10.000 manieren
waarop het systeem niet zou werken.
We kweekten algen in afvalwater,
ontwierpen methodes
om vat te krijgen
op het leven van algen
zodat we hun groei konden controleren.
Wat maakt ze gelukkig,
hoe zorgen we ervoor dat
we een cultuur krijgen
die overleeft en gedijt?
Het belangrijkste te ontwikkelen onderdeel
waren de zogeheten fotobioreactoren of PBRs.
Dit waren de op het wateroppervlak vlottende structuren
uit goedkoop plastic
waarin de algen konden groeien.
De meeste ontwerpen vielen enorm tegen.
Toen we eindelijk een ontwerp hadden dat werkte,
- eentje van een goede 100 liter -
schaalden we het op
tot 1700 liter in San Francisco.
Ik laat zien hoe het systeem werkt.
Wij laten afvalwater
met algen van onze keuze
circuleren in dit drijvende systeem,
een buisvormig, flexibel systeem van plastic.
Het circuleert door dit ding,
er is zonlicht aan de oppervlakte,
en de algen groeien
door de voedingsstoffen.
Het lijkt een beetje op je hoofd
in een plastic zak steken.
Maar algen stikken niet
door CO2 zoals wij.
Maar algen stikken niet
door CO2 zoals wij.
Ze kunnen stikken door de zuurstof
die ze produceren.
Niet echt verstikken,
maar de zuurstof die ze produceren
kan problemen geven
doordat ze de CO2 opgebruiken.
Daarom moesten we erachter komen hoe we
de zuurstof konden kwijtraken.
Dat gebeurde in deze kolom
waarin we een deel van het water
lieten circuleren.
We lieten er CO2 doorheen borrelen
voordat we het water
terug in het systeem brachten.
Hier zie je het prototype van deze kolom.
Hier zie je het prototype van deze kolom.
Hier de grotere kolom die we vervolgens
in San Francisco installeerden.
Hier de grotere kolom die we vervolgens
in San Francisco installeerden.
Die kolom had nog een andere interessante eigenschap.
De algen bezonken in de kolom
zodat we de algenbiomassa
gemakkelijk konden verzamelen.
We verwijderden de algen
onderaan in de kolom.
Dat lukte door een procedure
waarbij we de algen lieten opstijgen.
Bovenaan worden ze dan afgeschuimd
met een net.
We wilden ook nagaan wat het effect
van dit systeem op het mariene milieu zou zijn.
Ik vertelde al dat we dit uittesten
in Moss Landing Marine Lab.
Natuurlijk werd dit materiaal
overgroeid met algen en moesten we
een schoonmaakprocedure ontwikkelen.
We gingen ook na
hoe zeevogels en zeezoogdieren erop reageerden.
Hier zie je een zeeotter
die dit ongelooflijk interessant vond,
en zich af en toe een weg baande
door dit zwevende waterbed.
Misschien kunnen we deze kerel
ooit africhten om het oppervlak schoon te maken.
Maar dat is voor de toekomst.
We pakten het aan
op vier gebieden.
We pakten het aan
op vier gebieden.
Ons onderzoek ging over de biologie
van het systeem,
over hoe de algen groeiden,
maar ook over wat ze aten
en wat hen doodde.
We deden ingenieurswerk om te begrijpen
hoe we een dergelijke structuur konden bouwen,
niet alleen op kleine schaal, maar ook
op de enorme schaal
die uiteindelijk nodig zal zijn.
Ik zei al dat we letten
op vogels en zeezoogdieren
en op de milieu-impact
van het systeem.
Tot slot bekeken we ook de economie.
Wat ik bedoel met economie
is de energie die nodig is
om het systeem te laten werken.
Krijg je meer energie uit het systeem
dan je er moet insteken
om het systeem te laten werken?
Hoe zit het met operationele kosten?
Hoe zit het met kapitaalkosten?
Hoe zit het met de hele economische structuur?
Ik kan je nu al vertellen
dat het niet gemakkelijk zal zijn.
Op alle vier gebieden is nog veel werk nodig
om het systeem te laten functioneren.
Maar we hebben niet veel tijd.
Ik wil jullie tonen
hoe dit systeem er zal gaan uitzien.
We zijn in een beschermde baai
ergens in de wereld.
Op de achtergrond zie je
de afvalwaterzuiveringsinstallatie
en een bron van rookgas voor de CO2.
Maar uit de economie van dit systeem blijkt
dat het moeilijk zal zijn om het te laten werken.
Behalve als je het ziet als een manier
om afvalwater te behandelen,
koolstof vast te leggen
en mogelijkheden voor fotovoltaïsche panelen,
golfenergie of zelfs windenergie.
Als je in termen van integratie
van al deze verschillende activiteiten begint te denken,
kan je daar ook nog aquacultuur aan koppelen.
Eronder zou zich een schelpdierenaquacultuur
kunnen bevinden,
waar we je mosselen
of oesters kan kweken.
Je zou er oesters kunnen kweken
en hoogwaardige producten en levensmiddelen.
Als je het systeem
op steeds grotere schaal uitbreidt,
kan het uiteindelijk
concurreren met het idee
dat we het doen voor de brandstoffen.
Een belangrijk punt duikt steeds op.
Plastic op zee heeft een echt slechte reputatie
en daarom denken we 'cradle to cradle' '('van wieg tot wieg').
Wat gaan wij doen met al dit plastic dat we
in ons mariene milieu gaan nodig hebben?
Ik weet niet of je er al van op de hoogte bent
maar in de velden in Californië
wordt een hoop plastic nu als afdekking gebruikt.
Dit plastic vormt kleine serres
op het oppervlak van de bodem.
Dit verwarmt de bodem tijdens het groeiseizoen,
houdt ook het onkruid in bedwang
en maakt het besproeien veel efficiënter.
Het OMEGA-systeem zal
hier deel van gaan uitmaken.
Als het plastic in het mariene milieu
afgedankt wordt, gaan we het
hopelijk op de velden kunnen gebruiken.
Waar gaan we het gebruiken
en hoe gaat het er op zee uitzien?
Hier is een beeld
van wat we in San Francisco Bay kunnen doen.
San Francisco produceert
250 miljoen liter afvalwater per dag.
Met een vijfdaagse retentietijd
zal het 1230 miljoen liter moeten bevatten.
Dan zou je ongeveer 520 hectare
voor deze drijvende OMEGA-modules
in San Francisco Bay nodig hebben.
Dat is minder dan één procent
van de oppervlakte van de baai.
Het zou aan 20.000 liter per hectare per jaar
meer dan 75 miljoen liter brandstof produceren.
Dat is ongeveer 20 procent van de dieselolie
die San Francisco zou nodig hebben.
En dan hebben we het
nog niet over efficiëntie gehad.
Waar kan dit systeem worden ingezet?
Er zijn veel mogelijkheden.
Natuurlijk in San Francisco Bay.
San Diego Bay is een ander voorbeeld,
Ook Mobile Bay of Chesapeake Bay.
Als de zeespiegel stijgt, gaan er
veel meer nieuwe mogelijkheden komen. (Gelach)
Het gaat over een systeem
van geïntegreerde activiteiten.
Productie van biobrandstoffen is
geïntegreerd met alternatieve energie
en die is weer geïntegreerd met aquacultuur.
Ik begon met het zoeken
naar innovatieve productie van duurzame biobrandstoffen,
en onderweg ontdekte ik dat wat echt vereist is
voor duurzaamheid, eerder integratie dan innovatie is.
Op lange termijn heb ik veel vertrouwen
in onze collectieve en verbonden vindingrijkheid.
Ik denk dat er bijna geen limiet is
aan wat we kunnen bereiken
als we radicaal open zijn
en dat het ons niet kan schelen
wie de eer krijgt.
Duurzame oplossingen voor onze problemen
zullen in de toekomst divers zijn
en er zullen er veel gaan komen.
Ik denk dat we over alles moeten nadenken,
alles van alfa tot OMEGA.
Bedankt.
(Applaus)
Chris Anderson: Even een vraagje, Jonathan.
Kan dit project bij NASA blijven
of heb je een ambitieuzer
groenenergiefonds nodig om het aan te pakken?
Jonathan Trent: bij NASA is het nu in een fase gekomen
dat ze het nu willen uitbreiden naar iets
dat buitengaats zou gaan.
Het is lastig
om het in de Verenigde Staten te doen
vanwege beperkte vergunningen
en de tijd die nodig is
om vergunningen te krijgen
om buitengaats dingen te doen.
Er moeten nu buitenstaanders bij komen.
We zijn radicaal open met deze technologie.
We gaan ze lanceren
voor iedereen die geïnteresseerd is
om ervoor te gaan.
CA: Dat is interessant.
Je neemt er geen octrooi op.
Je publiceert het.
JT: Absoluut.
CA: Heel hartelijk bedankt.
JT: Ik dank je. (Applaus)