Zoals alle talen is het Engels een rommeltje. Je kunt "uncouth" zijn, maar niet "couth" Je kunt "ruthless" zijn, maar probeer maar eens te laten zien dat je "ruth" hebt, tenzij je getrouwd bent met iemand die Ruth heet. Het is niet best "unkempt" te zijn, maar onmogelijk om "kempt" te zijn, of "sheveled" in tegenstelling tot "disheveled". Er is meer dat net zo onlogisch is, maar wat nu normaal lijkt, omdat de tijd de herkomst heeft weggevaagd. Heb je je wel eens afgevraagd waarom de bijnaam voor Edward Ned is? Waar komt die N vandaan? Hetzelfde met Nellie voor Ellen. We zouden iemand die Ethan heet ook geen Nethan noemen. of onze lieveling, Maria, Nmaria noemen. Als iemand dat zou doen, zouden we tegen ze uitvaren of ze verbergen tot het bezoek verdwenen was. Deze bijnamen zijn allemaal terug te leiden tot een, zeer begrijpelijke, vergissing. Het woord "nickname" is eigenlijk al vreemd. Wat is er zo "nick" aan? Het heeft niets te maken met een nick, toch? Dat is niet heel aannemelijk. In het Oud-Engels was het woord "ekename". en eke betekent ook of ander. "Eke" wordt nog steeds gebruikt in Chaucer's Canterbury Tales, in een zin als: "Whan Zephyrus eek with his sweete breeth" wat betekent "Toen Zephyr ook met zijn zoete adem". Ekename betekent "ook naam" Wat er gebeurde toen mensen "an akename" zeiden, is dat het klonk alsof ze "a nekename" zeiden. En na een tijdje waren er zoveel mensen die dat verstonden, dat ze begonnen te zeggen "That's my nickname" in plaats van "that's my ekename". Toen stond er plots een verdwaalde n voor, eigenlijk een foutje, maar zo was het woord voortaan. Het was een beetje zoals kauwgom onder je schoen waar een blaadje aan blijft plakken dat je de rest van je leven meedraagt, tot je met die schoenen aan begraven wordt en naar de hemel gaat en tot in lengte van dagen dat blaadje bij je draagt. Ekename had een n opgepikt en nooit meer losgelaten. Hetzelfde gebeurde met meer woorden. Sprekers van Oud-Engels sneden "otches" uit hout. Maar na eeuwen te worden gevraagd om "an otch" te snijden ging je al gauw denken dat het een "notch" werd genoemd, en voor je het wist, was dat ook zo. In een wereld waar bijna niemand kon lezen, werd wat men verstond, na een tijdje, ook het echte woord. Zo zijn ook de Ned-achtige bijnamen begonnen. Oud-Engels leek meer op Duits dan het Engels van nu, en net als in het Duits "mein", was het Oud-Engels "meen". Je zei "meen book", of boke in Oud-Engels, of "meen cat". En net als tegenwoordig konden we naar ons kind verwijzen als mijn Dahlia, of mijn Laura. In Oud-Engels zouden ze zeggen "Meen Ed". Dus "mein Ed", "mein Ellie". Je ziet al waar dit heengaat. Na verloop van tijd veranderde "meen" in "my" zoals we dat kennen. Als mensen "Mein Ed" zeiden, dan klonk dat als "My Ned". Als iemand op een liefdevolle manier naar Edward verwees, zeiden ze Ned in plaats van Ed. En zie, een bijnaam is geboren! Of een "ekename" Vandaar ook Nellie voor Ellen en Nan voor Ann en vroeger zelfs Nabby voor Abigail. De bijnaam van President John Adams vrouw Abigail was Nabby. Er zijn veel van dit soort woorden. Sprekers van Oud-Engels droegen "naprons", maar een "napron" klinkt als "an apron", en zo werd het woord "apron" geboren, dat niemand uit Beowulf zou herkennen. Ook "umpires" begonnen als "numpires". Als dit klinkt als iets slordigs dat wij, moderne mensen, nooit zouden doen, denk dan eens aan iets wat je vaak hoort en waarschijnlijk zegt. "A whole nother" Wat is "nother"? We kennen natuurlijk het woord "another", en dat is samengesteld uit "an" en "other", dachten we althans. Als we echter "whole" in het midden zetten, zeggen we niet "a whole other", we knippen die n af bij "an" en plakken het aan "other" en maken een heel nieuw woord, "nother". Heel lang was er niemand die dit soort dingen opschreef of ze in een woordenboek zette. Dat komt omdat schrijven nu veel gebruikelijker is dan 1.000 jaar geleden. Dus, als je een raar woord ziet, onthoud dan dat er vast "a whole nother" verhaal achter schuilgaat.