Een nieuweling bij TED - je voelt je
als de laatste maagd van de unief.
(Gelach)
Je weet dat alle gave mensen - hét doen.
En jij staat erbuiten. Jij zit thuis.
Je lijkt op de Raspyni Brothers,
met je ballen in koud water.
(Gelach)
Je draait de hele dag met je vingers.
Dan komt de uitnodiging.
Je bent binnen, en het is net
wat je ervan had verwacht.
Het is spannend,
er speelt de hele tijd muziek.
Plots is het voorbij.
Het duurde maar vijf minuten.
Je wil terug.
Je wil het helemaal overdoen.
Ik vind het fijn om hier te zijn.
Bedankt, Chris.
Ook bedankt, Deborah Patton,
om dit mogelijk te maken.
We zullen het vandaag hebben
over architectuur,
in het domein van creatie en optimisme.
Als je creatie en optimisme samenvoegt,
kun je over twee zaken praten.
Je kunt het hebben over creationisme -
wat dit publiek wellicht
niet zou appreciëren,
tenminste niet
als je die visie verdedigt.
Of je hebt het over 'optimisations',
gespeld op zijn Brits, met s in plaats van z.
Daarover wil ik het vandaag hebben.
Maar elk gesprek over architectuur -
daarover had je het al,
wat hier gebeurt,
het opzet van TED,
kleinschalige architectuur -
kan vandaag niet meer
zonder hierover te praten.
Het World Trade Center, wat daar is gebeurd,
wat het voor ons betekent.
Want als architectuur is
wat ik geloof dat het is,
de gebouwde vorm
van onze culturele ambities,
wat doe je als je de kans krijgt
om een situatie te herstellen
die symbool staat voor andermans
culturele ambities tegenover ons?
Onze eigen kans om daar
iets nieuws neer te zetten.
Dit is al lang een heet hangijzer.
Het World Trade Center heeft,
enigszins ongelukkig,
de architectuur onder de aandacht gebracht
op een vernieuwende manier.
Architectuur werd
het gespreksonderwerp van de dag.
Ik kan me niet herinneren, in 20 jaar van
werken in en schrijven over architectuur,
dat ik ooit met vijf mensen samenzat
die ernstige vragen hadden
over urbanisme, branduitgangen,
veiligheidskwesties
en of tapijt kan branden.
Daar praatten we gewoon
niet vaak over.
Tegenwoordig is dat hét onderwerp.
Als een gebouw een wapen kan zijn,
dan moet je plots heel anders gaan denken
over architectuur.
We zullen daarom anders
gaan denken over architectuur,
namelijk op deze manier.
Wie heeft vandaag USA Today gezien?
Dit is het. Ziet er zo uit.
De site van het World Trade Center
op de voorpagina.
Ze hebben een selectie gemaakt.
Ze hebben een project
van Daniel Libeskind gekozen,
het huidige enfant terrible
van de architectuur.
Wonderkind aan de piano,
begon met accordeon,
nam dan een ernstiger
en groter instrument,
en nu een nog groter instrument,
waaruit hij
zijn deconstructivistische merk tovert,
zoals u hier kunt zien.
Hij was een van de zes deelnemers
aan de wedstrijd,
nadat de zes vorige bureaus
kwamen aandraven
met zodanig domme en banale voorstellen,
dat zelfs de stad New York
moest toegeven:
"Het spijt me, we hebben het verknald.
Zullen we dit eens helemaal overdoen,
deze keer met mensen
met een zweem van talent,
in plaats van de zes vorige klojo's,
huurlingen van de vastgoedsector,
die meestal onze steden plannen.
We nemen nu 's
echte architecten onder de arm."
Dus konden we kiezen tussen deze twee.
Spaar uw applaus.
(Gelach)
Het is te laat. Dat is weg.
Dit was een plan van THINK,
een team uit New York.
En dit was het plan van Libeskind.
Dit wordt het nieuwe
World Trade Center.
Een gat in de grond
waar grote gebouwen in tuimelen.
Volgens mij is dit een dom besluit.
Je maakt zo een permanent
gedenkteken voor de vernieling.
Het lijkt alsof de vernieling
eeuwig blijft doorgaan.
En toch is dat wat we gaan doen.
Ik zou willen dat u dit ziet
als een constante strijd
in de Amerikaanse architectuur,
die duidelijk blijkt
uit deze voorbeelden.
Er zit een drieste ongerijmdheid
in hoe we onze architecten kiezen.
We moeten de keuze maken
tussen architectuur
als een technocratische
oplossing voor alles -
er bestaat een technisch antwoord
voor elk probleem,
of het nu sociaal is, fysisch of chemisch -
of we kiezen een romantischer oplossing.
Ik bedoel niet romantisch als in:
een leuke plek voor een afspraakje.
Ik bedoel romantisch als in:
sommige dingen zijn groter dan wijzelf.
In de Amerikaanse traditie
is het verschil tussen technocratisch en romantisch
als het verschil tussen Thomas Jeffersons
Cartesiaanse rooster,
verspreid over de hele VS.
Die geeft je in feite de hele vorm
van elke westelijke staat in de VS.
Een waarlijk technocratische oplossing,
een knieval voor het -
in Jeffersons tijd -
gangbare en populaire rationalisme.
Of wat we later noemden: 'manifest destiny'
['de grootse roeping van de VS'].
Wat ben je liever?
Een rooster, of manifest destiny?
Manifest destiny.
(Gelach)
Het is heel wat. Het klinkt groots,
het klinkt belangrijk.
Het klinkt stevig, het klinkt Amerikaans.
Met ballen, ernstig, mannelijk.
Dat soort strijd heeft de hele tijd gewoed
in de architectuur.
Hij woedt ook in ons privéleven,
iedere dag.
We willen toch allemaal
een Audi TT, niet?
Iedereen hier heeft er een,
of heeft ernaar verlangd,
zodra dat ze hem zagen.
Hup, erin, elektronisch sleuteltje omdraaien --
nee, geen echte sleutel -- zoef, naar huis
op hun nieuwe supersnelweg,
parkeren in een garage die eruit ziet
als een Tudorkasteel.
(Gelach)
Waarom? Waarom wil je dat nou doen?
Waarom willen we dat allemaal doen?
Ik had zelf ooit zo'n Tudording.
(Gelach)
Het zit in onze natuur
om heen en weer te stuiteren
tussen deze technocratische oplossing
en een ruimer, romantischer beeld van
waar we ons bevinden.
We duiken er dus onmiddellijk in.
Kunnen de lichten even uit?
Ik zal het kort hebben
over twee architecten,
die architecturaal
de opdeling belichamen
tussen beide tradities,
de technocratische,
of technologische
en de romantische.
Dat zijn vandaag de twee
architecturale hoofdstromingen in de VS.
De ene heel jong,
de andere wat rijper.
Dit is het werk van de firma SHoP.
Je ziet hier isometrische tekeningen
van wat een grote camera obscura wordt
in een openbaar park.
Kent iedereen een camera obscura?
Ja, dat zijn reuzegrote cameralenzen,
die een foto maken
van de wereld daarbuiten -
een klein filmpje,
zonder bewegende delen.
Het wordt geprojecteerd op een blad,
en je ziet de buitenwereld terwijl je rondloopt.
Dit is een schets, en je ziet,
lijkt dit op een doorsnee gebouw? Neen.
Het is niet-orthogonaal: niet boven
en onder, vierkant, rechthoekig, of zo,
zoals bij normale gebouwen.
Dankzij de computerrevolutie,
de technocratisch-technologische revolutie,
kunnen we komaf maken
met normale gebouwen,
met een traditionele vorm, en voorrang geven aan niet-orthogonale gebouwen als dit.
Het is niet zozeer de vorm die interessant is,
maar eerder hoe het gemaakt is.
En totaal nieuwe assemblagetechniek,
wat je noemt massa-maatwerk.
Nee, dat is geen tegenstrijdigheid.
Een traditioneel gebouw wordt duur
door stukken op maat te maken
die je niet kunt reproduceren.
Daarom wonen we allemaal
in huizen van bouwpromotoren.
Ze willen besparen door hetzelfde huis
500 keer te bouwen.
Dat is immers goedkoper.
Bij massa-maatwerk voert een architect
een programma in op de pc.
Dat zegt: maak deze onderdelen.
De pc praat dan tegen een machine -
computergestuurd, een CAD/CAM-machine.
Die kan massa's wijzigingen
aanbrengen op een seconde,
omdat het maar een machine is.
Wat zou het?
Het maakt de onderdelen.
Het ziet geen extra onkosten.
Het maakt geen overuren.
Het is geen arbeider - gewoon
een elektronische draaischijf,
dus alle delen kunnen
tegelijk gesneden worden.
Intussen, in plaats van
werkschetsen te versturen,
dat zijn die enorm grote blauwdrukken
die je al zo lang kent,
kan de architect een stel
assemblage-instructies versturen.
Je kreeg die ook als kind mee,
bij kleine maquettes:
schroef A aan B, en C aan D vast.
De bouwer krijgt dus
alle eenvoudige onderdelen,
die op maat elders gefabriceerd worden,
met een truck worden geleverd
op het terrein, bij de bouwer,
samen met een stel handleidingen.
Gewoon 'A aan B vastschroeven'
en ze kunnen alles assembleren.
Deze tekening legt uit hoe het werkt -
en dat is het eindresultaat.
Je staat onderaan en kijkt omhoog in de lens
van de camera obscura.
Denk je dat dit allemaal fictie is,
fantasie of romantiek?
Aan dezelfde architecten werd
gevraagd iets te maken
voor de binnenplaats van PS1,
een museum in Brooklyn, New York,
als deel van de zomerreeksen
voor jonge architecten.
Ze zeiden: het is zomer,
wat doe je dan?
's Zomers ga je naar het strand.
En wat zie je op het strand? Zandduinen.
Dus maken we architecturale zandduiden
en een strandhut.
Ze bouwen dan een computermodel
van een zandduin.
Ze namen foto's en voerden die
in hun computerprogramma in.
Dat programma vormde een zandduin,
en maakte van die duinvorm -
op hun aanwijzingen, met licht
aangepaste standaardsoftware -
instructies voor stukken hout.
Dit zijn de stukken hout
en de instructies.
Dit zijn de delen,
hier een beetje uitvergroot.
Je ziet ongeveer zes verschillende kleuren.
Elke kleur staat voor
een houtsoort of een stuk hout.
Alles werd geleverd met een oplegger,
en binnen de 48 uur geassembleerd
door een team van acht,
van wie één persoon
de plannen al had gezien.
Eén persoon had
de plannen vooraf gezien.
Daar komt dune-scape,
het rijst uit boven het binnenplein,
en hier is het volledig afgewerkt.
Er zijn maar 16 verschillende houtstukken,
maar 16 verschillende assemblagestukken.
Binnenin lijkt het
een prachtig pianoklankbord.
Het heeft een ingebouwd zwembad. Heel cool.
Het is dé plek voor feestjes - dat was het,
het heeft er maar zes weken gestaan.
Er zijn kleedkamertjes en strandhuisjes,
waar de hele zomer
heel interessante dingen gebeurden.
Als je denkt dat dit iets is voor onbesuisden
of voor tijdelijke installaties,
hier werkt dezelfde firma
aan het World Trade Center.
Ze vervangen de brug naar West Street,
een belangrijke voetgangersverbinding
tussen de stad New York en de West Side,
die gesaneerd wordt.
Ze hadden zes weken de tijd om die brug
te ontwerpen, vervangen,
en bouwen, met alle vervaardigde onderdelen.
En dat is hen gelukt. Dit was hun ontwerp,
gemaakt met datzelfde computersysteem.
Er waren amper vijf of zes
verschillende onderdelen,
enkele steunpilaren, wat bekleding
voor de buitenkant
en een heel eenvoudig geraamte,
elders vervaardigd en
vervoerd door een oplegger.
Ze slaagden erin
om dit te ontwerpen.
Ze maakten er iets geweldigs van.
Ze bouwen nu een gebouw van 16 verdiepingen
aan de rand van New York,
met dezelfde technologie.
Hier wandelen we 's nachts over de brug.
Ze is verlicht, geen nood aan bovenverlichting,
dan klagen de buren niet
over verblindende straatlampen.
We lopen over de brug, en aan de andere kant terug naar beneden.
Je krijgt hier dezelfde grandeur.
Sta mij toe om u snel
het tegendeel te tonen.
Wow, mooi, hè.
Dit is de keerzijde.
Dit is het werk van
David Rockwell uit New York City.
Je kunt zijn werk hier
vandaag bewonderen.
De huidige koning
van de romantiek, die zijn werk
helemaal anders aanpakt.
Niet om de technische oplossing,
wel om je te verleiden
tot een activiteit, tot iets aangenaams,
iets waar je vrolijk van wordt,
iets waardoor je je
in een andere wereld waant.
Bijvoorbeeld zijn Nobu-restaurant in New York,
dat je uit het rommelige New York
moet wegvoeren
naar de eenvoud en elegantie
van de Japanse traditie.
'Uiteindelijk moet het eruitzien
als zeewier', zei de eigenaar.
Of zijn restaurant Pod,
in Philadelphia, Pennsylvania.
Weet dat deze kamer strak wit is.
Alles in dit restaurant is wit.
Er is zoveel kleur omdat
de verlichting van kleur verandert.
Alles draait om sensualiteit.
Alles draait om herschepping.
Kijk goed - ik duw op geen enkel knopje,
dames en heren.
Dit gebeurt helemaal vanzelf.
Het verandert dankzij
het wonder van de verlichting.
Het gaat om sensualiteit.
Het gaat om gevoel.
Restaurant Rosa Mexicano, waar hij ons
meevoert naar de stranden van Acapulco,
in Upper West Side,
met een muur vol duikers,
die - kijk, zo gaat dat.
Laten we nog een keertje kijken.
Gewoon zodat je ervan kunt genieten.
Tenslotte gaat het
om comfort, een goed gevoel
op plaatsen waar je je
nog nooit goed voelde.
Het gaat erom de natuur
binnen te brengen.
In de Guardian Tower in New York,
omgebouwd tot een hotel -
sorry voor de haast - waar de beste
tuinbouwkundigen ter wereld
moesten zorgen dat het interieur de tuinruimte
van het Union Square Hotel weerspiegelde.
Het gaat om prikkeling.
Dit is een wijnervaring,
vereenvoudigd met kleur en smaak.
Sprankelende, nieuwe, zachte, volle, weelderige, soepele, grote en zoete wijnen,
alles wordt je met kleuren
en texturen uitgelegd.
Tenslotte gaat het om entertainment,
zoals in zijn hoofdkwartier
voor Cirque du Soleil,
Orlando, Florida.
Je wordt uitgenodigd
in het Griekse theater,
kijkt onder de tent en treedt binnen
in de magie van Cirque du Soleil.
En daar houd ik het bij. Hartelijk dank.