Wat betekent kooivrij? De term kan doen denken aan gelukkige kippen die vrij buiten rondlopen in een glooiend groen veld, met hun weelderige veren die glinsteren in het volle zonlicht. Nou, hier komt een veganist om je kippenparadijs-parade te verpesten ... (Ik ben het ... Ik ben de veganist ...) (muziek, vogelzang, dierengeluiden en het zachte gezoem van bijen) Hallo, ik ben Emily van BiteSizeVegan.org, waar je gratis bronnen vindt, eCursussen, content voor kinderen en een begeleide zoekopdracht om je te helpen vinden wat je precies nodig hebt, zelfs als je niet weet wat je moet vragen! Over eCursussen gesproken, deze video heeft een eigen eCursus, dus je kan na het kijken je kennis testen! Voor degenen die dit bekijken op BiteSizeVegan.org — ten eerste, je bent geweldig — klik gewoon op de knop 'neem de eCursus nu'. Voor degenen die ergens anders kijken, ga gewoon naar BiteSizeVegan.org/CageFree waar je ook alle bronnen voor deze video vindt (en er zijn veel ... omdat ik een nerd ben) Voordat we ons verdiepen in de betekenis van kooivrije eieren, is het belangrijk om te erkennen dat een ruime meerderheid van 's werelds bijna 8 miljard legkippen nog steeds in legbatterijen/batterijkooien worden gehouden — een van de meest intensieve vormen van opsluiting in de dierlijke sector. Samengepropt in deze kleine, kale kooien, krijgt elk individuele hen minder ruimte dan één vel papier — niet in staat om hun vleugels uit te strekken of zelfs volledig rechtop te staan. Zonder de mogelijkheid om natuurlijk gedrag te vertonen zoals foerageren, fladderen met de vleugels, dutten op zitstokken, stofbaden en nestelen, ervaren hennen extreme angst in legbatterijen — angst die zich uit in neurotisch gedrag, veerverlies, agressie en zelfs kannibalisme. Deze hennen leven in constante pijn en hebben vaak last van osteoporose als gevolg van nutriëntenverlies door een hoge eierproductie en van een ernstig gebrek aan beweging. Toegenomen bezorgdheid van het publiek in de afgelopen vier decennia over de verschrikkelijke toestanden van legbatterijen heeft geleid tot een toenemende vraag naar alternatieve systemen. Welnu, een totaal verbod op klassieke legbatterijen klinkt als een enorme stap in de goede richting, toch? Nou, in 1999 heeft de Raad van de Europese Unie een richtlijn gepubliceerd die alle 'kale legbatterijen' tegen 2012 verbood. Terwijl de berichtgeving in de media destijds gericht was op de beëindiging van batterijkooien in de EU, zorgde de richtlijn eigenlijk ervoor dat kale batterijkooien vervangen werden door 'verrijkte' — dat wil zeggen gemeubileerde — batterijkooien. Ja, kippen zouden nu meer ruimte krijgen en meubilair zoals zitstokken en legnesten — wat zeker een verbetering is ten opzichte van kale batterijkooien. Hoewel er werd geprezen dat de hennen nu elk 750 cm ² zouden krijgen in plaats van de 550 cm² in klassieke batterijkooien, heeft men niet verduidelijkt dat — vanwege de nieuwe inrichting — slechts 600 cm² bruikbaar zou zijn. Dat betekent uiteindelijk dat deze revolutionaire stap voorwaarts voor de rechten van legkippen hun minder dan één speelkaart extra ruimte heeft toegekend. Nog vreemder: in 2012, meer dan twaalf jaar na de richtlijn, hadden dertien lidstaten het verbod nog steeds niet nageleefd. De richtlijn van de Raad van 1999 behandelde niet alleen een eventueel einde aan kale batterijkooien ten gunste van verrijkte kooien — het introduceerde ook een derde categorie, de zogenaamde alternatieve systemen. Deze overkoepelende term dekte verschillende niet-kooisystemen, zoals volières en schuren, waaronder dat wat we gewoonlijk 'kooivrije eieren' noemen. Dus wat betekent kooivrij precies? Kooivrij betekent simpelweg waar het op lijkt: legkippen worden nooit opgesloten in een kooi. Maar daar houdt de eenvoud op. Doordat de term 'kooivrij' voornamelijk definieert hoe kippen niet gehuisvest mogen worden, variëren de werkelijke omstandigheden waaronder kooivrije hennen worden gehuisvest. Normen zijn grotendeels ongespecificeerd, niet geverifieerd en niet gereguleerd. In de VS geeft het United Stated Department of Agriculture (USDA) alleen aan dat kooivrije eieren "moeten worden geproduceerd door kippen die zijn gehuisvest in een gebouw, een ruimte of een omheining dat onbeperkte toegang biedt tot voedsel en water en de vrijheid biedt om tijdens de legcyclus door het gebied te zwerven". Door het USDA gesorteerde kooivrije eieren worden twee keer per jaarter plekke gecontroleerd, puur om te verzekeren dat de kippen niet in kooien zitten. Daarnaast worden niet alle kooivrije eieren gesorteerd door het USDA, want talrijke kooivrij labels garanderen helemaal niet dat de hennen waarvan ze kwamen ook effectief niet werden gekooid. In de Europese Unie lijkt de term 'kooivrij' niet op grote schaal te worden gebruikt, maar niet-kooisystemen zijn verplicht om "niet meer dan 9 leghennen per m² bruikbare oppervlakte [te] overschrijden". Dit geeft elke hen iets meer dan een vierkante meter ruimte. Dergelijke beperkingen van de bezettingsdichtheid bestaan onder andere niet in de Verenigde Staten. De scheiding tussen kooi- en niet-kooiproductie is vaak volstrekt onbestaand: veel eierproducenten hebben zowel kooi- als kooivrije faciliteiten op hetzelfde terrein. Door kooivrije eieren te kopen steun je op geen enkele manier kleinere, onafhankelijke boeren. Dat gezegd hebbende valt niet te ontkennen dat bijna alles een verbetering zou zijn van de levensomstandigheden in een batterijkooi. Maar zoals we hebben geleerd met 'verrijkte' kooien zijn alternatieve systemen niet de idyllische omgevingen die we ons inbeelden. Kooivrije leghennen worden binnengehouden, meestal in raamloze gebouwen. Elke structuur kan duizenden tot tienduizenden vogels huisvesten. Deze extreme overbevolking laat enkele kooivrije hennen niet veel meer ruimte innemen dan in batterijkooien, wat resulteert in veel gelijkaardige mentale en fysieke gevolgen. Bovendien worden kooivrije kippen niet gespaard van de wrede 'standaardpraktijken' van de eierindustrie als geheel. Alle kippen komen uit broederijen waar mannelijke kuikens bij het uitkomen worden gedood. De standaardmethode die wordt aanbevolen door de Europese dierenwelzijnswetgeving en die wereldwijd is geïmplementeerd, noemt men 'maceratie' — een eufemistische term voor het onmiddelijk versnipperen van pasgeboren mannelijke kuikens in een vleesmolen. Wereldwijd worden er naar schatting 3,2 miljard mannelijke kuikens per jaar gedood. Kooivrije hennen worden nog steeds onderworpen aan snavelbehandeling — een pijnlijke verminking waarbij een deel van hun gevoelige snavel wordt afgesneden of afgebrand. In de weinige landen waarin de snavelbandeling wordt verboden, zijn er verhoogde sterftecijfers voor hennen door het agressief pikken dat voortkomt uit de overvolle en stressvolle levensomstandigheden. De levende wezens binnen alle sectoren van dierlijke producten worden slechts zo gezien — als producten. Legkippen zijn niet anders — alles van hun omgeving tot hun genetica is ontworpen voor maximale eierproductie. Kunstmatige verlichting wordt gebruikt om voortdurend de hormonen van leghennen te manipuleren zodat hun eierproductie verhoogt. Een van de meest wrede praktijken in de eierindustrie is die waarnaar men verwijst met 'kunstmatige rui'. Boeren verwijderen wekenlang het voedsel van de hennen en laten hen verhongeren. De kippen verliezen maar liefst 35% van hun lichaamsgewicht, alsook hun veren, waardoor hun voortplantingsorganen 'verfrissen' zodat ze nog een ronde eieren kunnen uitpompen. Ze worden ook blootgesteld aan extremere vormen van lichtmanipulatie, soms door een hele week constant licht te weerstaan. Er staat niets op het kooivrije label dat deze barbaarse praktijk verbiedt. Hoewel de kunstmatige rui in sommige landen is verboden, betekent dit gewoon dat de kippen worden geslacht nadat ze niet meer rendabel zijn — een lot dat elke legkip te wachten staat. Ongeacht het label, de huisvestingsomstandigheden of het land, alle legkippen worden gedood zodra hun eierproductie daalt — typisch wanneer ze 70-80 weken oud zijn. Als ze niet langer in staat zijn om winst op te brengen, worden ze naar hun dood gestuurd — ook al zijn het slechts baby 's. In kooisystemen kunnen kippen beter van hun uitwerpselen worden gescheiden. In kooivrije systemen kan de ammoniak uit hun uitwerpselen gevaarlijke omstandigheden veroorzaken voor de kippen, de werknemers en het publiek. Uit een studie naar de bronnen van verontreiniging door fijnstof is gebleken dat de pluimveehouderij de grootste bijdrage levert. De ammoniak in pluimveestrooisel "wordt gecombineerd met andere verontreinigende stoffen —zwaveldioxide en distikstofoxide ... om een secundaire bron te produceren van extra dodelijke [fijne stofdeeltjes]". Het Environmental Protection Agency (EPA) heeft geschat dat dat soort fijnstof (PM 2,5) "verantwoordelijk [is] voor meer dan 90% van de schade aan de gezondheid door luchtverontreiniging". Een grootschalig onderzoek van het Coalition for Sustainable Egg Supply Onderzoeksproject (CSES) gaf aan dat het sterftecijfer (dat wil zeggen aantal doden) in niet-kooisystemen 2,5 keer hoger is dan in batterijkooisystemen. Deze bevinding was verre van geïsoleerd tot één studie of land. De voornaamste oorzaken van verhoogde mortaliteit in niet-kooisystemen zijn: pikkerij bij hennen, kannibalisme en ziekteoverdracht. Juist deze problemen zijn een groot deel van de reden waarom batterijkooien überhaupt zijn uitgevonden — kippen in kooien opsluiten maakt het veel gemakkelijker om gedragsproblemen en ziekte-uitbraken te beheren. Wijzen op het huisvestingssysteem als de reden voor meer sterfgevallen is een vereenvoudiging van een zeer complexe kwestie. Een meta-analyse van gegevens uit 29 bronnen over commerciële landbouwbedrijven in 16 landen duidt op een mogelijke daling van de sterftecijfers binnen niet-kooisystemen in de afgelopen jaren. De auteurs menen dat deze daling zal aanhouden naarmate de producenten meer vertrouwd zijn met het beheer van niet-kooisystemen, en naarmate meer 'geschikte' kippenrassen worden gecreëerd en gebruikt. Ze benadrukken ook het belang van snavelbehandeling om schadelijk en kannibalistisch gedrag te verminderen. Op het eerste gezicht klinkt deze daling van het sterftecijfer in niet-kooisystemen wellicht als een veelbelovende trend. Maar in plaats van te wijzen op redenen voor hoop wijzen de voorgestelde oorzaken van de daling in feite op een grimmige realiteit: binnen de dierlijke sector zijn de oplossingen de problemen. Wanneer kippen elkaar verwonden en doden vanwege hun fok- en leefomstandigheden — in beide gevallen wordt dat hun opgedrongen — is de oplossing om de bek te verwijderen en de fokkerij wat aan te passen. Ian J.H. Duncan, prof. Emeritus en Emeritus leerstoel Dierenwelzijn aan de Universiteit van Guelph, Canada, illustreert deze situatie en zegt: "Als [producenten] geen snavels afsnijden, dan zullen verenpikken en kannibalisme mogelijk enorm lijden veroorzaken. Als ze snavels afsnijden met standaardmethodes, zullen de vogels lijden aan acute en chronische pijn... Delen van jonge dieren afhakken om toekomstige welzijnsproblemen te voorkomen is een zeer ruwe oplossing." Duncan stelt in plaats daarvan het volgende voor: "verenpikken heeft erfelijke kenmerken [...] Het lijkt daarom waarschijnlijk dat de langetermijnoplossing voor dit probleem een genetische zal zijn..." Hoewel het op emotioneel niveau zeker minder verwerpelijk is dan snavelbehandeling, is genetische manipulatie van bewuste wezens om onze doelen te dienen niet alleen uiterst ethisch problematisch, maar — wederom — wat ons allereerst in deze positie bracht. De dierlijke sector heeft deze wezens op een genetisch niveau gepolijst om te voldoen aan specifieke eisen en prestaties. Legkippen zijn sinds lang gefokt voor de productie van zoveel mogelijk eieren in een kooigebied. Plaats ze in een kooivrije omgeving en de sterfte schiet omhoog. Dus de oplossing voor de problemen die onbedoeld veroorzaakt zijn door genetische manipulatie is om hun genen verder te manipuleren. Elke keer dat onze fokkerij, opsluiting, verminking en slachting van niet-menselijke dieren steevast ethische, milieu- en gezondheidsproblemen veroorzaakt, streven we ernaar om ze op te lossen met verschillende variaties van de fokkerij, opsluiting, verminking en slachting. We zetten deze cyclus steeds voort — om problemen aan te pakken die vorm krijgen door ons eigen toedoen, met oplossingen die uiteindelijk ons volgende probleem zullen worden — in plaats van een stap terug te zetten en ons gebruik van dieren in twijfel te trekken. Zelfs als er minder hennen sterven in één behuizing dan in een andere, is dat daadwerkelijk een aanwijzing van hun kwaliteit van leven? Zoals de auteurs van de meta-analyse zelf schrijnend stellen: "Simpel gezegd, wat dieren laat lijden is niet noodzakelijk wat hen doodt." Er zijn tal van onderzoeken en overheidsvoorschriften waarin je kan lezen over het welzijn van legkippen over de hele wereld. Wat ik zojuist heb doorgenomen is slechts het tipje van de ijsperg. Maar ook al geloof ik dat het belangrijk is om de waarheid te weten over de bewering van humane technieken, uiteindelijk is het gebruik van dieren op zichzelf onmenselijk. Ongeacht het label dat we het geven. Ik hoop dat deze video leerzaam is geweest. Vergeet niet om de gratis eCourse te volgen om je kennis te testen! Om op de hoogte te blijven van nieuwe Bite Size Vegan content en updates, kan je je abonneren op de nieuwsbrief of het Telegramkanaal volgen voor de meest betrouwbare meldingen. Kies plantaardig en tot binnenkort.