De Aarde is 4,6 miljard jaar oud, maar een mensenleven duurt vaak minder dan 100 jaar. Dus waarom die zorg over de geschiedenis van onze planeet als het verre verleden zo weinig invloed lijkt te hebben op het leven van alledag? Want, voor zover wij kunnen nagaan, is de Aarde de enige planeet in ons zonnestelsel waarvan bekend is dat er leven ontstond, en het enige systeem dat in het levensonderhoud van de mens kan voorzien. Waarom dan de Aarde? We weten dat de Aarde uniek is door de platentektoniek, vloeibaar water op het oppervlak en een zuurstofrijke atmosfeer. Maar dit is niet altijd zo geweest en we weten dit omdat oude gesteenten de cruciale momenten hebben opgetekend in de planetaire evolutie van de Aarde. Een van de beste plaatsen om die oude gesteenten te observeren is in de Pilbara van West-Australië. De rotsen zijn daar 3,5 miljard jaar oud en ze bevatten enkele van de oudste bewijzen voor leven op de planeet. Vaak, als we denken aan het vroege leven, stellen we ons soms een stegosaurus voor of misschien een vis die het land opkruipt. Maar het vroege leven waar ik het over heb, is eenvoudig microscopisch leven, zoals bacteriën. Hun fossielen worden vaak bewaard als gelaagde rotsstructuren, stromatolieten genaamd. Deze eenvoudige vorm van leven is bijna alles wat we zien in de fossielen voor de eerste drie miljard jaar van het leven op Aarde. Van onze soort worden alleen fossielen gevonden in de laatste paar honderdduizend jaar. We weten uit de fossielen dat bacteriën een sterke positie innamen van ongeveer 3,5 tot 4 miljard jaar geleden. Rotsen ouder dan dit werden ofwel vernietigd of sterk vervormd door de platentektoniek. Een ontbrekend stukje van de puzzel is precies wanneer en hoe het leven op Aarde begon. Hier weer dat oude, vulkanische landschap in de Pilbara. Wist ik veel dat ons onderzoek hier zou zorgen voor een andere aanwijzing in de oorsprong-van-het-levenpuzzel. Het was op mijn eerste excursie hier, tegen het einde van een goedgevulde, lange week van in kaart brengen, dat ik iets nogal bijzonders op het spoor kwam. Wat er waarschijnlijk uitziet als een stel rimpelige oude rotsen zijn eigenlijk stromatolieten. Midden in deze massa zat een kleine, eigenaardige steen, ongeveer zo groot als een kinderhand. Het duurde zes maanden voordat we deze steen onder een microscoop bekeken, toen een van mijn toenmalige mentoren, Malcolm Walter, vond dat de rots leek op geiseriet. Geiseriet is een gesteente dat alleen ontstaat in en rond de randen van warmwaterbronpoelen. Om de betekenis van geiseriet te laten begrijpen, moeten we een paar eeuwen teruggaan. In 1871, in een brief aan zijn vriend Joseph Hooker, stelde Charles Darwin voor: 'Wat als het leven begon in een warme kleine vijver met allerlei chemicaliën klaar om nog complexere veranderingen te ondergaan?' We kennen warme kleine vijvers, we noemen ze ‘warmwaterbronnen’. In deze omgevingen heb je warm water dat mineralen oplost uit de onderliggende rotsen. Deze oplossing mengt met organische verbindingen en resulteert in een soort chemische fabriek, waarvan onderzoekers hebben aangetoond dat ze simpele celstructuren kan maken die de eerste stappen zijn in de richting van leven. Maar 100 jaar na de brief van Darwin, ontdekten we in de diepzee hydrothermale bronnen, of ‘hot vents’. Dat zijn ook chemische fabrieken. Deze ligt langs de Tonga vulkanische boog, 1.100 meter onder de zeespiegel in de Stille Oceaan. De zwarte rook die je ziet opwoelen uit deze schoorsteenachtige structuren is ook een mineraalrijke vloeistof, waar bacteriën van leven. Sinds de ontdekking van deze diepzeebronnen zijn zij het favoriete scenario voor een oorsprong van het leven in de oceaan. Daar is een goede reden voor: diepzeeopeningen zijn bekend in de oude gesteenten, en men denkt dat de vroege Aarde was overdekt met een wereldwijde oceaan en zeer weinig landoppervlak. Dus de waarschijnlijkheid dat diepzeeopeningen overvloedig aanwezig waren op de zeer vroege Aarde past goed bij een oorsprong van het leven in de oceaan. Maar ... ons onderzoek in de Pilbara levert en ondersteunt een alternatief standpunt. Na drie jaar konden we eindelijk aantonen dat onze kleine rots in feite geiseriet was. Deze conclusie suggereerde niet alleen dat er warmwaterbronnen waren in onze 3,5 miljard jaar oude vulkaan in de Pilbara, maar verschoof bewijs voor leven op het land in warmwaterbronnen in het geologisch archief van de Aarde drie miljard jaar terug in de tijd. Dus is vanuit geologisch perspectief Darwins kleine warme vijver een redelijke kandidaat voor de oorsprong van het leven. Natuurlijk is het nog steeds de vraag hoe het leven begon op Aarde, en dat zal het waarschijnlijk altijd zijn. Maar het is duidelijk dat het floreerde, diversifieerde en steeds complexer werd. Uiteindelijk bereikte het het tijdperk van de mens, een soort die vragen stelde over haar eigen bestaan en het bestaan van buitenaards leven: bestaat er een kosmische gemeenschap die wacht om verbinding te maken met ons of zijn wij alles wat er is? Een aanwijzing voor deze puzzel komt weer uit het oude rotsarchief. Van ongeveer 2,5 miljard jaar geleden zijn er aanwijzingen dat bacteriën zuurstof begonnen te produceren, zoals vandaag planten dat doen. Geologen noemen de periode die daarop volgde de Grote Oxidatie. Het wordt afgeleid uit rotsen die we ‘banded iron formations’ noemen waarvan vele worden waargenomen als honderden meters dikke plakken rots zichtbaar gemaakt in kloven die hun weg uitkerven doorheen het Karijini Nationaal Park in Westelijk Australië. De komst van vrije zuurstof maakte twee grote veranderingen mogelijk op onze planeet. Ten eerste kon complex leven evolueren. Want leven heeft zuurstof nodig om groot en complex te worden. Ook produceerde het de ozonlaag die het moderne leven beschermt tegen de schadelijke effecten van de UVB-straling van de zon. Ironisch genoeg maakte het microbiële leven plaats voor complexe levensvormen en verloor zo in wezen de drie miljard jaar oude heerschappij over de planeet. Vandaag graven wij mensen gefossiliseerde complexe levensvormen op en verbranden ze als brandstof. Door deze praktijk pompen we enorme hoeveelheden kooldioxide in de atmosfeer en net als onze microbiële voorgangers veroorzaken we substantiële veranderingen op onze planeet. De effecten daarvan omvatten de opwarming van de Aarde. Helaas kan deze ironische wending de ondergang van de mensheid betekenen. Wellicht kunnen we geen verbinding maken met leven elders, met intelligent leven elders, omdat dit zichzelf weer spoedig uitdooft, nadat het is ontstaan. Als de rotsen konden praten, vermoed ik dat ze dit zouden zeggen: het leven op Aarde is kostbaar. Het is het product van ongeveer vier miljard jaar delicate en complexe co-evolutie tussen leven en Aarde, waarvan de mens slechts de laatste splinter tijd vertegenwoordigt. Jullie kunnen deze informatie gebruiken als een gids of een prognose -- of een verklaring voor het feit dat het zo eenzaam lijkt in dit deel van de melkweg. Maar gebruik het om wat perspectief te krijgen over de erfenis die jij wil nalaten op de planeet die je kent als: thuis. Dank je. (Applaus)