Dit is mijn nichtje, Stella.
Ze is net één geworden en begint te lopen.
Ze loopt op een grappige manier,
zoals eenjarigen dat doen,
die waggelende manier van
mijn-lijf-gaat-te-snel-voor-mijn-benen.
Het is echt verrukkelijk.
Eén van de dingen
die ze nu het liefste doet,
is naar zichzelf kijken in de spiegel.
Ze is echt helemaal verliefd
op haar spiegelbeeld.
Ze giechelt en gilt en geeft
zichzelf van die lange natte zoenen.
Het is prachtig.
Het schijnt dat ze dat allemaal doen.
Mijn moeder zegt dat ik 't ook deed.
Ik begon me af te vragen:
wanneer ben ik daarmee gestopt?
Wanneer is het plotseling niet meer oké
om onszelf mooi te vinden?
Want dat doen we blijkbaar niet.
Iedere maand googelen tienduizend mensen,
"Ben ik lelijk?"
Dit is Faye. Ze is 13 en woont in Denver.
Zoals iedere tiener wil ze gewoon
erbij horen en aardig gevonden worden.
't Is zondagavond.
Ze bereid zich voor
op de komende schoolweek.
Ze ziet er wat tegenop
en voelt zich onzeker want
hoewel haar moeder steeds zegt
dat ze zo mooi is,
zegt op school iedere dag iemand
dat ze lelijk is.
Omdat ze tegenstrijdige dingen hoort
van haar moeder
en van haar leeftijdgenootjes op school
weet ze niet wie ze moet geloven.
Dus maakt ze een video van zichzelf.
Ze zet hem op YouTube
en ze vraagt mensen om een reactie:
"Ben ik mooi of ben ik lelijk?"
Nou, Faye heeft al
13.000 reacties gekregen.
Sommige zijn zo gemeen,
je moet er niet aan denken.
Dit is een gewoon, gezond tienermeisje,
dat dit soort reacties krijgt
in een van de meest emotioneel
kwetsbare periodes in haar leven.
Duizenden mensen
plaatsen dit soort video's,
voornamelijk tienermeisjes,
die op deze manier bevestiging zoeken.
Maar wat brengt ze zover?
Nou, tienermeisjes zijn
tegenwoordig bijna nooit alleen.
Ze staan onder druk om
voortdurend online en bereikbaar te zijn,
chatten, berichtjes sturen, leuk vinden,
reacties geven, delen —
't houdt nooit op.
Nooit eerder zijn we zo
met elkaar in contact geweest,
zo continu, zo direct, zo jong.
Eén moeder zei het zo: "Het lijkt elke
avond wel feest in hun slaapkamer.
Er is gewoon geen privacy.
De sociale druk die daarbij hoort
is meedogenloos.
Dat continu in contact staan zorgt ervoor
dat ze hun eigenwaarde gaan baseren
op hun gescoorde vind-ik-leuks
en het soort reacties dat ze krijgen.
Er is geen scheiding tussen
het online en offline leven.
Het is heel moeilijk het verschil te zien
tussen wat echt is en wat niet.
En het is ook heel moeilijk het verschil
te zien tussen wat authentiek is
en wat digitaal gemanipuleerd is.
Wat een hoogtepunt is in iemands leven
versus wat alledaagse gebeurtenissen zijn.
En waar zoeken ze naar inspiratie?
Nou, kijk maar met wat voor foto's
de nieuwsfeeds van meisjes vol staan.
Maatje nul modellen
domineren nog steeds de catwalks.
Airbrushen is nu routine.
En trends zoals #thinspiration, #thighgap,
#bikinibridge en #proana.
Voor degenen die dat niet weten,
#proana betekent pro-anorexia.
Deze trends zijn nauw verbonden met de
stereotypering en flagrante objectificatie
van vrouwen in de moderne volkscultuur.
Het is niet moeilijk om te zien
waar meisjes zich aan afmeten.
Maar jongens zijn hier ook vatbaar voor.
Het streven naar de sterke kaaklijn en
het wasbordje van super sporthelden
en playboy-muzikanten.
Maar wat is het probleem
hier nou precies mee?
We willen natuurlijk dat onze kinderen
opgroeien als gezonde evenwichtige mensen.
Maar in een cultuur die geobsedeerd is
door imago, leren we onze kinderen
om meer tijd en werk te steken
in hoe ze overkomen
ten koste van alle andere aspecten
van hun identiteit.
Dus dingen als hun relaties,
hun fysieke ontwikkeling,
en hun studie beginnen daar
onder te lijden.
Zes van de 10 meisjes kiezen er nu voor
om iets niet te doen
omdat ze denken
dat ze niet mooi genoeg zijn.
En geen onbelangrijke activiteiten.
Het zijn fundamentele activiteiten
in hun ontwikkeling als mens,
individueel en als onderdeel van de
gemeenschap en beroepsbevolking.
31 procent, bijna één op de drie
tieners, trekken zich terug
uit klasdiscussies.
Ze nemen niet deel in die discussies omdat
ze niet de aandacht willen vestigen
op hoe ze eruitzien.
Eén op de vijf komt helemaal niet
op dagen dat ze zich er
niet zeker over voelen.
En als het gaat om examens,
als je denkt dat je er
niet goed genoeg uitziet,
en zeker als je denkt
dat je niet dun genoeg bent,
behaal je lagere cijfers
dan leeftijdgenoten die zich hier
geen zorgen over maken.
Dit geldt consequent voor Finland, de VS
en China, en het geldt ongeacht
wat je daadwerkelijk weegt.
Nogmaals, het gaat hier
om hoe je denkt dat je eruitziet,
niet hoe je er daadwerkelijk uitziet.
Weinig vertrouwen over je uiterlijk
ondermijnt je studieresultaten.
Maar het tast ook de gezondheid aan.
Tieners die onzeker zijn over
hoe ze eruitzien, sporten minder,
eten minder fruit en groenten,
doen vaker mee aan ongezonde
methoden om af te vallen
die kunnen leiden tot eetstoornissen.
Ze hebben een lager gevoel
van eigenwaarde.
Ze zijn gemakkelijker te beïnvloeden
en ze hebben een grotere kans
op depressies.
We denken dat ze om al die redenen
meer risico's nemen
met dingen als alcohol en drugs;
versneld afvallen; cosmetische chirurgie;
onveilige, jongere seks;
en zelfbeschadiging.
Het nastreven van het perfecte lichaam
zet onze gezondheidszorg onder druk
en het kost onze overheden
miljarden dollars ieder jaar.
En we groeien er niet uit ook.
Vrouwen die denken dat
ze te zwaar zijn — nogmaals,
ongeacht of dat ze dat zijn of niet —
hebben een hoger ziekteverzuim.
Zeventien procent van de vrouwen
gaan niet naar een sollicitatiegesprek
op een dag dat ze zich niet zeker voelen
over hoe ze eruitzien.
Denk eens na wat dit betekent
voor onze economie.
Als we hier iets aan konden doen,
wat een kans zou dat zijn!
Het verwezenlijken van dit potentieel
is in het belang
van een ieder van ons.
Maar hoe doen we dat?
Nou, met praten alleen kom je niet ver.
Dat op zich is niet genoeg.
Wil je echt iets veranderen,
dan moet je iets doen.
We hebben geleerd
dat er drie manieren zijn:
Ten eerste: een goed gevoel
over het eigen lichaam bijbrengen.
We moeten ze helpen manieren te vinden
om met imago-gerelateerde druk om te gaan
en hun zelfvertrouwen uitbouwen.
Het goede nieuws is dat er
vele programma's beschikbaar
zijn om dit te doen.
Het slechte nieuws is
dat de meeste niet werken.
Het was een schok om erachter te komen
dat veel goed bedoelde programma's
onbedoeld de situatie zelfs verergeren.
We moeten dus oppassen dat
de programma's die onze kinderen krijgen
niet alleen een positief effect,
maar ook een blijvend effect hebben.
En het onderzoek leert dat
de beste programma's
zich richten op zes belangrijke gebieden.
De eerste is de invloed van familie,
vrienden en kennissen.
De tweede is
de media- en celebrity-cultuur,
dan hoe om te gaan met plagen en pesten,
de manier waarop we ons uiterlijk
vergelijken en ermee concurreren,
praten over uiterlijk — soms
"body talk" of "fat talk" genoemd —
en tenslotte de grondslagen van respect
en zorg voor je zelf.
Deze zes dingen zijn van cruciaal belang
voor wie echt vertrouwen in het uiterlijk
wil bijbrengen.
Voorlichting is cruciaal,
maar om dit probleem echt aan te pakken,
zal ieder van ons
een beter rolmodel moeten te zijn
voor de vrouwen en meisjes in ons leven.
Durf de huidige manier waarop
er over vrouwen wordt gepraat
aan de kaak te stellen.
Het kan niet zijn dat we onze politici
waarderen op basis van hoe hun haar zit
of de grootte van hun borsten,
of te concluderen dat de toewijding
of het succes van een olympiër
komt omdat ze geen schoonheid is.
We moeten beginnen om mensen
te waarderen voor wat ze doen
in plaats van hoe ze er uit zien.
We kunnen allemaal beginnen
met de verantwoordelijkheid te nemen
voor de foto's en commentaren
op onze eigen sociale netwerken.
We kunnen mensen complimenteren
voor hun inspanning
en hun acties
in plaats van voor hun uiterlijk.
Mag ik misschien vragen,
wanneer was de laatste keer
dat je zelf een spiegel hebt gezoend?
Uiteindelijk zullen we samen moeten werken
als gemeenschappen, als overheden
en als bedrijven, om die cultuur van ons
echt te veranderen
zodat onze kinderen opgroeien met
een volledig gevoel van eigenwaarde,
met waardering voor individualiteit,
diversiteit, integratie.
We moeten de mensen
die echt het verschil maken
op een voetstuk zetten
die het verschil maken
in de echte wereld.
Zij moeten de aandacht krijgen,
want alleen zo
scheppen we een andere wereld.
Een wereld waarin onze kinderen
de kans krijgen
het beste uit zichzelf te halen,
waar hoe ze denken dat ze er uit zien
ze niet weerhoudt om zichzelf te zijn
of om te bereiken wat
ze willen in hun leven.
Bedenk eens wat dit zou betekenen
voor iemand in jouw leven.
Aan wie denk je?
Je vrouw?
Je zus?
Je dochter?
Je nicht?
Je vriendin?
Misschien de vrouw die
een paar stoelen verder zit?
Wat zou het betekenen voor haar
als ze bevrijd zou zijn
van die drammende stem
van haar innerlijke criticus die
langere benen, smallere heupen,
een plattere buik,
kleinere voeten eist.
Wat zou het voor haar betekenen
als we dit achter ons konden laten
en zo haar volledige potentieel
konden vrijmaken?
Onze huidige cultuur, met
haar obsessie voor uiterlijk,
beperkt ons allemaal.
Maar laten we onze kinderen
de waarheid laten zien.
Ze moeten leren dat hoe je er uit ziet
maar één deel van je identiteit is
en dat we feitelijk van hen houden
om wie ze zijn
en wat ze doen
en om wat ze voor ons betekenen.
Laten we het gevoel van eigenwaarde
inbouwen in de lesstof op scholen.
Laat ieder van ons veranderen
hoe we praten en hoe we
onszelf vergelijken met anderen.
En laten we samenwerken
als gemeenschappen,
van onderaf tot aan overheden toe,
zodat die gelukkige kleine
eenjarigen van vandaag
de zelfverzekerde changemakers van morgen worden.
Laten we dat doen.
(Applaus)