Het was ongetwijfeld de spannendste wetenschappelijke waarneming van 2012: de ontdekking van een nieuw deeltje in het CERN-laboratorium dat het Higgsboson zou kunnen zijn, vernoemd naar fysicus Peter Higgs. Men denkt dat het Higgsveld massa verleent aan fundamentele subatomaire deeltjes zoals quarks en leptonen, waaruit gewone materie bestaat. De Higgsbosonen zijn golven in het veld, zoals de slag die je ziet als je met een touw slaat. Maar hoe kan dit veld massa geven aan deeltjes? Als je dat verwarrend vindt, dan ben je niet de enige. In 1993 daagde de Britse minister van wetenschap fysici uit om een eenvoudige manier te vinden om al dat Higgsgedoe te snappen. De prijs was een fles eersteklas champagne. De winnende uitleg ging ongeveer zo. Stel je een groot feestje voor op het CERN-laboratorium, met een hoop deeltjesfysica-onderzoekers. Deze hoop fysici is het Higgsveld. Als er een belastingontvanger zou binnenkomen, zou niemand met hem praten en zou die met gemak de bar bereiken. De belastingontvanger zou geen contact hebben met het publiek, net zoals sommige deeltjes geen contact hebben met het Higgsveld. De deeltjes die geen contact hebben, fotonen bijvoorbeeld, noemen we massaloos. Maar stel dat Peter Higgs binnenkomt, op zoek naar een pint. In dit geval zullen de fysici meteen rond Higgs troepen om met hem te praten over hun pogingen om de eigenschappen van zijn boson te meten. Vanwege de stevige interactie met het publiek zal Higgs maar langzaam vooruit komen. Om de vergelijking verder te zetten: Higgs is een massief deeltje geworden door zijn interactie met het veld. Als dat dus een Higgsveld is, wat komt een Higgsboson hier dan bij doen? Laten we veronderstellen dat onze fuifbeesten uniform over de kamer verspreid zijn. Stel dat iemand zijn hoofd binnensteekt om een gerucht te verspreiden over een ontdekking in een ver laboratorium van de concurrentie. Mensen bij de deur zullen het gerucht horen, maar mensen veraf niet, dus zullen ze naar de deur komen om vragen te stellen. Zo ontstaat een ophoping in de groep. Nadat ze het gerucht gehoord hebben, zullen ze terugkeren naar hun plaatsen om de gevolgen te bespreken, maar mensen nog verderaf zullen nu vragen stellen. Het resultaat is een ophoping in de groep die door de kamer beweegt. Die ophoping is analoog aan het Higgsboson. Het is belangrijk om te onthouden dat het punt niet is dat massieve deeltjes meer interageren met het Higgsveld. In onze analogie van het feestje zijn alle deeltjes gelijk tot ze de kamer binnenkomen. Peter Higgs en de belastingontvanger hebben beiden massa nul. Het is de interactie met de groep waardoor ze massa krijgen. Dat zeg ik nog eens. Massa ontstaat door interactie met een veld. Even samenvatten. Een deeltje krijgt meer of minder massa afhankelijk van zijn interactie met een veld, net zoals verschillende mensen zich door de kamer bewegen met verschillende snelheid, afhankelijk van hun populariteit. Het Higgsboson is een ophoping in het veld, als een gerucht dat door de kamer gaat. Het Higgsboson is een ophoping in het veld, als een gerucht dat door de kamer gaat. Dit is alleen maar een analogie -- een analogie, maar wel de beste die tot nu toe is bedacht. Dat was het. Daar gaat het om bij het Higgsveld en het Higgsboson. Verder onderzoek zal ons zeggen wanneer we het gevonden hebben en de beloning wordt waarschijnlijk méér dan gewoon een fles champagne.