Gewoonlijk overkomt het mij,
zo'n carrièrecrisis,
best vaak eigenlijk, op zondagavond,
als het net donker begint te worden,
en de kloof tussen mijn verwachtingen
en de werkelijkheid zo pijnlijk groot is,
dat ik uiteindelijk mezelf
in slaap lig te huilen.
Ik vertel dit allemaal omdat
dit niet zomaar iets is
waar ik alleen mee zit.
Misschien denkt u er anders over,
maar ik denk dat wij
tegenwoordig regelmatig
last hebben van een carrièrecrisis,
van momenten waarop onze zekerheden
over ons leven, ons werk
botsen met een bedreigende werkelijkheid.
Misschien is het nu wel makkelijker
dan ooit een goede boterham te verdienen.
Maar waarschijnlijk
was het nooit zo moeilijk
om kalm te blijven,
en vrij van carrièreangst.
Ik zou nu graag willen kijken
naar enkele van de redenen waarom
we dit gevoel van angst
over ons werk hebben.
En of we misschien
slachtoffer zijn van een carrièrecrisis,
wanneer we onszelf
zachtjes in slaap huilen.
Een van de redenen
waarom we hieraan lijden
is omdat we omringd worden door snobs.
Nu heb ik slecht nieuws,
vooral voor onze gasten
uit het buitenland.
Snobisme kent één groot probleem.
Soms denken mensen
die hier niet vandaan komen
dat snobisme een typisch
Brits verschijnsel is,
met onze fixatie op landhuizen en titels.
Helaas klopt dat niet.
Snobisme komt overal ter wereld voor.
Wij zijn een mondiale organisatie.
Dit is een mondiaal fenomeen.
Het is ... Wat is een snob?
Een snob is iemand die op basis
van een klein stukje van jou
een totaal beeld vormt van wie je bent.
Dat is snobisme.
En het heersende type snobisme
is momenteel carrièresnobisme.
Je herkent het meteen op feestjes
wanneer je die bekende vraag
krijgt die zo kenmerkend is
voor de vroege 21e eeuw: "Wat doe je?"
En hoe je die vraag beantwoordt,
bepaalt of mensen
enorm verheugd zijn je te zien,
of op hun horloge kijken
en zich excuseren.
(Gelach)
Goed, het tegendeel
van een snob is je moeder.
(Gelach)
Niet zozeer uw moeder of de mijne,
maar de ideale moeder zogezegd.
Iemand die niet geeft
om wat je bereikt hebt.
Maar helaas zijn de meeste
mensen niet onze moeder.
Veel mensen koppelen de hoeveelheid tijd,
en liefde, niet in de zin
van romantische liefde,
al zou dat wel wat zijn,
maar liefde in het algemeen, en respect
die ze ons willen geven, direct aan
onze positie op de sociale ladder.
En dat verklaart grotendeels
waarom we zoveel om onze carrière geven.
En we zoveel waarde
zijn gaan hechten aan materiële zaken.
Vaak wordt gezegd
dat dit een materialistisch tijdperk is,
en dat we allemaal hebzuchtig zijn.
We zijn echter
niet zozeer materialistisch,
we leven gewoon in een maatschappij
die een bepaalde emotionele beloning koppelt
aan de verwerving van materiële zaken.
We willen niet de spullen
maar de beloning.
Zo kunnen we luxeartikelen ook bekijken.
Als u straks iemand
in een Ferrari ziet rondrijden,
denk dan niet:
"Daar gaat een hebberig iemand",
maar: "Dat is iemand die heel
kwetsbaar is en liefde nodig heeft."
Met andere woorden -- (Gelach)
voel medeleven in plaats van minachting.
Er zijn nog andere redenen --
(Gelach)
Er zijn redenen waarom het nu
misschien moeilijker is dan ooit,
om kalm te blijven.
Eén reden -- paradoxaal genoeg
gekoppeld aan iets prettigs --
is de hoop die we hebben
voor onze carrière.
Nooit waren verwachtingen zo hooggespannen
over wat mensen
tijdens hun leven kunnen bereiken.
Overal krijgen we te horen
dat iedereen alles kan bereiken.
We schaften de klassenmaatschappij af.
In ons stelsel kan iedereen opklimmen
naar elke gewenste positie.
Dat is een mooie gedachte.
Daarbij hoort de idee van gelijkheid:
in wezen zijn we allen gelijk.
Er zijn geen scherp afgebakende
hiërarchieën meer.
Hierin schuilt één groot probleem.
En dat probleem heet afgunst.
Afgunst, er rust een groot taboe op.
Maar het is wel dé overheersende emotie
in de moderne samenleving.
En afgunst is gekoppeld
aan de idee van gelijkheid. Dat zit zo:
Het zou heel ongebruikelijk zijn
als iemand hier, of een van onze kijkers,
jaloers zou zijn op de koningin.
Ook al is ze veel rijker dan u,
en heeft ze een heel groot huis.
We zijn niet jaloers op haar omdat ze te ongewoon is.
Ze is gewoon te vreemd.
We begrijpen haar niet. Ze praat gek.
Ze is raar.
Dus we snappen haar niet.
En als je iemand niet snapt,
voel je ook geen afgunst.
Hoe meer twee mensen op elkaar lijken,
qua leeftijd, achtergrond,
hoe meer zij zich in elkaar herkennen,
hoe groter de kans op afgunst is.
Ga daarom trouwens ook
nooit naar een schoolreünie.
We identificeren ons met niemand zo sterk
als met onze oude klasgenoten.
Maar het probleem is dat onze maatschappij
de hele wereld verandert in een school.
Iedereen draagt jeans en is hetzelfde.
Maar toch ook weer niet.
Naast het gevoel van gelijkheid
bestaan dus ook enorme verschillen.
Dat levert een zeer gespannen situatie op.
Tegenwoordig is het net zo onwaarschijnlijk
om even rijk en beroemd te worden als Bill Gates,
als het in de 17e eeuw was
om toe te treden tot de Franse adel.
Maar het voelt niet zo.
Tijdschriften en andere media geven ons het gevoel
dat als we maar energie hebben, wat handige technische ideeën,
en een garage, wij óók iets groots kunnen beginnen.
(Gelach)
En de gevolgen hiervan zijn te vinden in de boekwinkel.
Als u daar bij de zelfhulpafdeling kijkt,
wat ik soms doe,
als u de zelfhulpboeken analyseert die nu
worden uitgegeven, zijn er in wezen twee soorten.
De eerste zegt: "Je kunt het! Alles is mogelijk!"
En de andere soort vertelt hoe we moeten omgaan
met wat we een 'lage eigendunk' noemen,
of 'een negatief zelfbeeld'.
Er is een wezenlijk verband
tussen een samenleving die mensen voorhoudt dat ze alles kunnen,
en het hebben van een negatief zelfbeeld.
Dat is een andere manier waarop iets positiefs
een lelijk bijeffect kan hebben.
Er is nog een reden waarom we ons angstiger voelen
over onze carrière en onze status in de wereld, dan ooit te voren.
En die is ook weer gekoppeld aan iets prettigs.
Namelijk: meritocratie.
Iedereen, politici links en rechts,
is het erover eens dat meritocratie mooi is
en we moeten streven naar een echte meritocratische samenleving.
Maar wat is een meritocratische samenleving?
Dat is een maatschappij waarin je,
als je talent en energie en vaardigheden hebt,
de top zult bereiken. Niet houdt je tegen.
Het is een prachtidee. Het probleem is
dat als je echt in een samenleving gelooft
waar degenen die de top verdienen, de top ook bereiken,
je dus ook, en op een veel kwalijker manier,
in een samenleving gelooft waar degenen die de goot verdienen,
ook in de goot belanden, en daar blijven.
Met andere woorden: je positie in het leven is ineens
niet meer toevallig, maar verdiend.
En dat maakt mislukken nog veel verpletterender.
Wanneer je in de middeleeuwen, in Engeland,
een heel arm iemand zag,
werd die persoon 'onfortuinlijk' genoemd.
Iemand die letterlijk niet door het fortuin was gezegend, een onfortuinlijke.
Vandaag de dag, en vooral in Amerika,
wordt iemand in de onderste regionen van de samenleving
onvriendelijk aangeduid als een 'loser', een verliezer.
Er is een wezenlijk verschil tussen een onfortuinlijke en een verliezer.
En dat illustreert 400 jaar evolutie in de samenleving
en ons geloof in wie er verantwoordelijk is voor ons leven.
Het zijn niet langer de goden, wij zijn het. Wij hebben het heft in handen.
Dat is fantastisch als het goed met je gaat,
maar vernietigend als dat niet zo is.
In het slechtste geval leidt dat volgens sociologen
als Emil Durkheim tot hogere zelfmoordcijfers.
Zelfmoord komt vaker voor in ontwikkelde, individualistische landen
dan in andere delen van de wereld.
En een van de redenen daarvoor is dat mensen alles
wat er met hen gebeurt, heel persoonlijk opvatten.
Zij zijn eigenaar van hun eigen succes, maar ook van hun eigen falen.
Is er ook nog ontsnapping mogelijk aan die druk
die ik zojuist heb geschetst?
Ik denk van wel. Laten we het eens bekijken.
Neem nu de meritocratie.
Het idee dat iedereen krijgt wat hem toekomt.
Volgens mij een idioot idee, volslagen idioot.
Ik steun elke linkse of rechtse politicus
met enigszins acceptabele meritocratische denkbeelden.
Ik ben zelf ook een meritocraat in die zin.
Maar het is gekkenwerk om te denken dat we ooit
een werkelijke meritocratie zullen bereiken. Een onmogelijke droom.
De gedachte dat we een samenleving creëren
waar letterlijk iedereen punten krijgt,
de goeden bovenaan en de slechten onderaan,
en dat dit helemaal naar behoren werkt, dat is onmogelijk.
Er zijn gewoon te veel onzekere factoren.
Ongelukken, hoe je geboren wordt,
er kan zomaar iets op iemands hoofd vallen, ziekte, wat dan ook.
We kunnen dat nooit allemaal een cijfer geven.
We zullen nooit iedereen op waarde kunnen schatten.
Een prachtig citaat van Augustinus uit "De Stad van God"
luidt dat het een zonde is iemand te beoordelen op zijn ambt.
Met andere woorden:
het is een zonde je een beeld te vormen van iemand
op grond van zijn visitekaartje.
Het is niet de positie die telt.
En volgens Augustinus
kan alleen God iedereen op zijn plaats zetten.
En dat gebeurt op de Dag des Oordeels
met engelen en trompetten en de hemel die opensplijt.
Krankzinnig idee voor een vrijdenker zoals ik.
Toch schuilt er iets heel waardevols in dat idee.
Het betekent: oordeel niet te snel.
Je kunt iemands werkelijke waarde niet weten.
Dat is een deel van iemand dat wij niet kennen.
En we moeten niet doen alsof dat wel zo is.
Er is nog iets anders dat soelaas biedt.
Wanneer we denken aan mislukken in het leven,
zijn we hier niet zozeer bang voor vanwege
het verlies van inkomen of status.
We vrezen het oordeel en de spot van anderen. En terecht.
Weet u, de belangrijkste bron voor spot
is vandaag de dag de krant.
U kunt de krant niet openslaan of hij staat vol met
mensen die er een zooitje van hebben gemaakt.
Met de foute persoon naar bed geweest, fout spul geslikt.
Een foute wet aangenomen of wat dan ook.
En nu zijn zij een bron van spot.
Dus ze zijn mislukt. En worden 'losers' genoemd.
Maar is er dan geen alternatief?
De westerse traditie kent een prachtig alternatief.
Dat is de tragedie.
Het treurspel uit de theaters van de oude Grieken
in de vijfde eeuw voor Christus, was een kunstvorm
gewijd aan het falen van mensen.
En hen mededogen verlenen,
wat ze in het gewone leven niet zouden krijgen.
Toen ik een paar jaar geleden hierover nadacht,
ging ik naar "The Sunday Sport",
een sensatiekrantje dat ik niet zou aanraden te gaan lezen
als u het niet al kent.
En ik had een gesprek met hen
over enkele van de grote westerse tragedies.
Ik was benieuwd hoe zij de essentie zouden vatten
van bepaalde verhalen als ze als nieuws
op een zaterdagmiddag bij de redactie zouden binnenkomen.
Dus vertelde ik over Othello. Ze kenden het verhaal niet maar waren wel geboeid.
(Gelach)
En ik vroeg hen een krantenkop voor dit verhaal te maken.
Het werd: "Immigrant doodt senatorsdochter uit blinde liefde"
in chocoladeletters.
Ik vertelde ze het verhaal van Madame Bovary.
Een ontdekking waarover ze ook heel enthousiast waren.
Ze schreven: "Koopzieke overspelige slikt rattengif na kredietfraude".
(Gelach)
En nu mijn favoriet.
Die jongens zijn echt geniaal op hun manier.
Mijn favoriet is "Koning Oedipus" van Sophokles.
"Verblind na sex met moeder".
(Gelach)
(Applaus)
Dus aan de ene kant van mijn spectrum
staat het boulevardblaadje.
En aan de andere kant de tragedie en het treurspel.
Ik bepleit dus in feite dat we iets
zouden moeten leren van het treurspel.
Het zou idioot zijn Hamlet een 'loser' te noemen.
Hij is geen verliezer, ook al heeft hij verloren.
Dat is de boodschap van de tragedie voor ons,
en waarom het zo ontzettend belangrijk is.
Wat er tegenwoordig ook aan de hand is,
en waarom we zo benauwd zijn,
is dat de samenleving geen kern heeft die niet-menselijk is.
We zijn de eersten die in een wereld leven
waarin we niets anders aanbidden dan onszelf.
We hebben een hoge dunk van onszelf. Prima.
We zijn op de maan geweest. We hebben hele bijzondere dingen gedaan.
En dus zijn we geneigd onszelf te aanbidden.
Onze helden zijn menselijke helden.
Dat is nog nooit eerder voorgekomen.
De meeste andere samenlevingen hadden in de kern
de aanbidding voor iets bovenaards: een god,
een geest, een natuurkracht, het heelal.
Wat dan ook, iets anders dat wordt aanbeden.
We zijn dat afgeleerd.
Daarom trekt de natuur ons ook zo aan.
Niet omdat dat zo gezond is, ook al wordt het vaak wel zo gebracht.
Maar omdat het een vlucht is uit het menselijke mierennest.
Een vlucht voor onze eigen rivaliteit,
en onze eigen drama's.
Daarom zien we graag gletsjers en oceanen,
en beschouwen we de aarde van buitenaf.
We willen graag in contact zijn met iets dat niet-menselijk is.
Dat is enorm belangrijk voor ons.
Ik heb het nu gehad over succes en mislukken.
Een van de interessante kanten van succes
is dat we denken te weten wat het inhoudt.
Als ik zeg dat er iemand achter het scherm staat
die heel erg succesvol is, hebt u daar meteen allerlei ideeën bij.
U denkt dan dat diegene veel geld heeft verdiend,
of roem heeft verworven op een bepaald terrein.
Mijn eigen theorie over succes, en ik ben zeer
geïnteresseerd in succes, ik wil heel graag succes hebben.
Ik denk altijd: "Hoe kan ik succesvoller worden?"
Maar naarmate ik ouder word, ga ik ook meer relativeren
over wat het woord 'succes' eigenlijk betekent.
Dit is een inzicht dat ik had over succes.
Je kunt niet overal succesvol in zijn.
Er wordt veel gepraat over de balans tussen werken en leven.
Onzin. Je kunt niet alles hebben. Dat kan niet.
Dus elke visie op succes
moet ook erkennen wat er bij inschiet,
waar het element van verlies zit.
En wie wijs leeft, aanvaardt ook
dat er een element moet zijn van niet-slagen.
En heel vaak zijn onze ideeën
over wat succesvol leven inhoudt,
niet onze eigen ideeën.
We zuigen ze op van anderen.
Voor mannen is dat meestal de vader.
En voor vrouwen de moeder.
Deze boodschap wordt al zo'n 80 jaar door psychoanalytici verkondigd.
En ook al heeft niemand er echt goed naar geluisterd, ik denk dat het waar is.
Ook zuigen we boodschappen op
van alles wat op tv is, van reclames
tot markering, noem maar op.
Dit zijn enorm sterke krachten,
die bepalen wat we willen en hoe we onszelf zien.
Wanneer we horen dat bankier een respectabel beroep is
willen we allemaal bankier worden.
Zodra het niet meer zo respectabel is, zijn we niet meer geïnteresseerd.
We zijn zeer ontvankelijk.
Dus wat ik wil bepleiten is niet
dat we onze ideeën over succes opgeven.
Maar we moeten wel zorgen dat het onze eigen ideeën zijn.
We moeten ons concentreren op onze ideeën.
Er ons ervan verzekeren dat ze van ons zijn,
dat we echt de makers van onze eigen ambities zijn.
Want het is erg genoeg als je niet krijgt wat je wilt.
Erger is het nog als je een idee hebt
van wat je wilt, maar uiteindelijk moet ontdekken
dat je dat eigenlijk helemaal niet wilde.
Hiermee ga ik afsluiten.
Wat ik nog wil benadrukken, is
hoe dan ook, succes, ja.
Maar laten we aanvaarden dat onze ideeën soms afwijken.
Laten we onze gedachten over succes eens nader beschouwen.
En ervoor zorgen dat onze ideeën over succes werkelijk van onszelf zijn.
Dank u wel.
(Applaus)
Chris Anderson: Dat was interessant. Hoe verzoent u
het idee van iemand die --
dat het slecht is iemand te zien als een 'loser',
met het idee van je leven in eigen hand nemen?
En dat een samenleving die dat stimuleert,
misschien niet zonder winnaars en verliezers kan?
Alain de Botton: Ja, ik denk dat het vooral de willekeur is
van het winnen en verliezen wat ik wilde benadrukken.
Want het accent ligt vandaag de dag zoveel
op de rechtvaardigheid van alles.
Daar spreken politici altijd over.
Nu geloof ik heilig in rechtvaardigheid, maar het is gewoon onmogelijk.
Dus moeten we alles doen wat we kunnen,
alles wat we kunnen om het na te streven.
Maar aan het eind van het liedje moeten we bedenken
dat wie we ook tegenover ons hebben, wat er ook met hen is gebeurd,
er een groot element van toeval meespeelt.
En daarvoor probeer ik ruimte te scheppen.
Anders wordt het wel erg claustrofobisch.
Chris Anderson: Maar gelooft u dat u
uw vriendelijkere, mildere filosofie over werk
kunt combineren met een succesvolle economie?
Of kan dat volgens u niet?
Of zouden we daar niet zoveel nadruk op moeten leggen?
Alain de Botton: De nachtmerrie is de gedachte dat
we mensen het best aan het werk krijgen door ze angst aan te jagen.
En hoe hardvochtiger de omgeving
hoe meer mensen de uitdaging aangaan.
Bedenk eens wie je als ideale vader zou willen hebben.
De ideale vader is iemand die streng maar zachtaardig is.
De lijn daartussen is moeilijk te trekken.
We hebben zogezegd vaderfiguren nodig in onze samenleving,
om te voorkomen dat we in extremen vervallen.
Dat is de autoritaire, straffende figuur aan de ene kant,
En de lakse, losgeslagen optie aan de andere kant.
Chris Anderson: Alain de Botton.
Alain de Botton: Dank u wel.
(Applaus)