1 00:00:00,490 --> 00:00:04,790 Lang voordat we wisten wat DNA was, hoe het 2 00:00:04,790 --> 00:00:07,160 er uit zag, hoe het was gekopieerd, of voordat 3 00:00:07,160 --> 00:00:11,020 we meiose konden waarnemen in de cel, was er 4 00:00:11,020 --> 00:00:14,700 het algemeen besef dat nakomelingen het gevolg waren 5 00:00:14,700 --> 00:00:16,480 van eigenschappen van hun ouders. 6 00:00:16,480 --> 00:00:22,170 Stel we hebben een blauwogige man hadden - wacht, ik teken de blauwogige man hier 7 00:00:22,170 --> 00:00:27,430 - die trouwt met een 8 00:00:27,430 --> 00:00:32,800 bruinogige vrouw. Hier teken ik de bruin ogige vrouw. 9 00:00:32,800 --> 00:00:36,410 Misschien moet ik het een beetje meer op een meisje laten lijken. 10 00:00:36,410 --> 00:00:39,450 Als hij dus trouwt met een bruinogig meisje, dan zal hij in 11 00:00:39,450 --> 00:00:42,230 de meeste gevallen (dat is als we met bruinogige meisjes 12 00:00:42,230 --> 00:00:45,030 te maken hebben) zullen zij bruinogige kinderen 13 00:00:45,030 --> 00:00:46,870 krijgen. 14 00:00:46,870 --> 00:00:50,210 Ik zorg dat ze een kindje met bruine ogen krijgen. 15 00:00:53,000 --> 00:00:54,980 En dat is iets... Ik bedoel, er zijn natuurlijk 16 00:00:54,980 --> 00:00:57,420 duizenden generaties mensen, en we hebben 17 00:00:57,420 --> 00:00:58,180 dit opgemerkt. 18 00:00:58,180 --> 00:01:00,590 We merkten op dat kinderen op hun ouders lijken, dat ze 19 00:01:00,590 --> 00:01:05,280 sommige kermerken overerven, en dat sommige kenmerken 20 00:01:05,280 --> 00:01:06,140 andere overheersen. 21 00:01:06,140 --> 00:01:09,960 Een voorbeeld daarvan is een donkerder kleur in 22 00:01:09,960 --> 00:01:11,570 bijvoorbeeld haar of ogen. 23 00:01:11,570 --> 00:01:15,710 Zelfs als de andere ouder een lichte pigmentatie heeft, blijkt 24 00:01:15,710 --> 00:01:17,900 de donkere te overheersen, of soms krijg je eigenlijk 25 00:01:17,900 --> 00:01:20,420 een mengeling, en dat zien we overal. 26 00:01:20,420 --> 00:01:23,410 Nu is het bestuderen van wat doorgegeven wordt en hoe het 27 00:01:23,410 --> 00:01:26,590 wordt doorgegeven is veel ouder dan het bestuderen van DNA, 28 00:01:26,590 --> 00:01:29,840 dat eigenlijk ontdekt werd, of belangrijk werd in het 29 00:01:29,840 --> 00:01:31,110 midden van de 20ste eeuw. 30 00:01:31,110 --> 00:01:32,820 Dit werd lang daarvoor al bestudeerd. 31 00:01:32,820 --> 00:01:36,750 En de vader van klassieke genetica en 32 00:01:36,750 --> 00:01:38,455 erfelijkheid is Gregor Mendel. 33 00:01:41,720 --> 00:01:45,650 Hij was eigenlijk monnik, en hij knoeide graag met planten 34 00:01:45,650 --> 00:01:48,795 en kruiste ze om te zien welke kenmerken overgingen en welke 35 00:01:48,795 --> 00:01:51,230 kenmerken niet doorgegeven werden om te begrijpen 36 00:01:51,230 --> 00:01:55,650 hoe kenmerken van één generatie op de andere overgaan. 37 00:01:55,650 --> 00:02:02,090 Dus als we dit doen, als we deze klassieke genetica bestuderen, 38 00:02:02,090 --> 00:02:05,230 ga ik heel wat vereenvoudigingen maken, 39 00:02:05,230 --> 00:02:08,080 want we weten dat de meeste niet kloppen voor de meeste 40 00:02:08,080 --> 00:02:11,140 van onze genen, maar het geeft ons wat inzicht hoe we kunnen 41 00:02:11,140 --> 00:02:16,340 voorspellen wat er kan gebeuren in komende generaties. 42 00:02:16,340 --> 00:02:21,270 Dus de eerste vereenvoudiging die ik ga maken is dat 43 00:02:21,270 --> 00:02:24,840 sommige kenmerken een soort van 'alles of niets' karakteristiek hebben. 44 00:02:24,840 --> 00:02:26,690 En we weten dat dat bij veel kenmerken niet zo is. 45 00:02:26,690 --> 00:02:28,690 Laat ons zeggen dat er in de wereld-- en dit is een 46 00:02:28,690 --> 00:02:35,220 schromelijke vereenvoudiging --voor kleur van ogen, 47 00:02:35,220 --> 00:02:38,520 veronderstel dat er twee allelen zijn. 48 00:02:38,520 --> 00:02:40,390 Je weet nog wel wat een allel was. 49 00:02:40,390 --> 00:02:44,030 Een allel is een bepaalde versie van een gen. 50 00:02:44,030 --> 00:02:48,400 Laat ons zeggen dat je blauwe ogen kan hebben 51 00:02:48,400 --> 00:02:52,460 of bruine ogen. 52 00:02:52,460 --> 00:02:55,220 Dat we in een universum leven waar iemand alleen deze 53 00:02:55,220 --> 00:02:58,320 twee versies van het gen voor kleur van ogen kan hebben. 54 00:02:58,320 --> 00:03:01,230 We weten dat oogkleur veel ingewikkelder is dan dat, dus 55 00:03:01,230 --> 00:03:02,970 dit is maar een vereenvoudiging. 56 00:03:02,970 --> 00:03:04,340 En ik doe er nog een bij. 57 00:03:04,340 --> 00:03:14,110 Laat ons zeggen dat, ik zeg maar wat, misschien voor grootte van tanden, dat is een 58 00:03:14,110 --> 00:03:17,590 eigenschap die je in geen enkel gewoon biologieleerboek zal vinden, 59 00:03:17,590 --> 00:03:23,470 en veronderstel dat er een kenmerk is voor grote tanden en 60 00:03:23,470 --> 00:03:28,330 er een ander allel is voor kleine tanden. 61 00:03:28,330 --> 00:03:30,850 En ik wil het onderscheid tussen een gen en een allel 62 00:03:30,850 --> 00:03:32,100 heel duidelijk maken. 63 00:03:35,230 --> 00:03:37,740 Ik had het over Gregor Mendel, and hij deed dit in de jaren 1850, 64 00:03:37,740 --> 00:03:41,890 lang voor we DNA kenden of zelfs wat 65 00:03:41,890 --> 00:03:48,590 chromosomen waren en hoe DNA doorgegeven wordt enz., maar 66 00:03:48,590 --> 00:03:53,060 laten we eens in de microbiologie ervan duiken om het verschil 67 00:03:53,060 --> 00:03:53,840 te begrijpen. 68 00:03:53,840 --> 00:03:56,170 Ik heb dus een chromosoom. 69 00:03:56,170 --> 00:03:59,710 Veronderstel dat op een bepaald chromosoom... Ik kies 70 00:03:59,710 --> 00:04:00,900 hier een chromosoom. 71 00:04:00,900 --> 00:04:02,930 Veronderstel dat dit een bepaald chromosoom is. 72 00:04:02,930 --> 00:04:04,590 Laat ons zeggen dat ik deze van mijn vader heb. 73 00:04:04,590 --> 00:04:09,130 En op dit chromossom is er hier een plaats-- 74 00:04:09,130 --> 00:04:11,550 we noemen dat de locus op dit chromosoom waar het 75 00:04:11,550 --> 00:04:15,330 gen voor kleur van ogen zich bevindt-- dat is de plaats van 76 00:04:15,330 --> 00:04:16,579 het gen voor de kleur van de ogen. 77 00:04:16,579 --> 00:04:19,279 Ik heb twee chromosomen, één van mijn vader en één 78 00:04:19,279 --> 00:04:22,010 van mijn moeder, dus veronderstel dat dit het chromosoom is 79 00:04:22,010 --> 00:04:23,260 van mijn moeder. 80 00:04:26,020 --> 00:04:27,800 We weten dat als ze gewoon in de cel zitten ze niet 81 00:04:27,800 --> 00:04:30,180 zo netjes op een rij zitten in het chromosoom, 82 00:04:30,180 --> 00:04:32,860 maar dit is alleen om het idee duidelijk te maken. 83 00:04:32,860 --> 00:04:35,690 Stel dat dit homologe chromosomen zijn, ze bepalen dus 84 00:04:35,690 --> 00:04:36,970 dezelfde genen. 85 00:04:36,970 --> 00:04:41,460 Dus op dit gen van mijn moeder op diezelfde plaats 86 00:04:41,460 --> 00:04:45,710 of locus, vind je ook het gen voor oogkleur. 87 00:04:45,710 --> 00:04:51,020 Nu kan ik dezelfde versie van het gen hebben, en ik 88 00:04:51,020 --> 00:04:52,760 zeg dat er maar twee versies van 89 00:04:52,760 --> 00:04:54,220 dit gen zijn in de wereld. 90 00:04:54,220 --> 00:04:56,690 Nu kan ik dezelfde versie van het gen hebben--ik ga 91 00:04:56,690 --> 00:04:58,510 dit verkort noteren. 92 00:04:58,510 --> 00:05:01,101 Ik schrijf een hoofdletter B-- Nee, ik doe 93 00:05:01,101 --> 00:05:02,010 het andersom. 94 00:05:02,010 --> 00:05:04,040 Ik ga een kleine b schrijven voor blauw en een 95 00:05:04,040 --> 00:05:07,420 grote B voor bruin. 96 00:05:07,420 --> 00:05:11,210 Het kan voorvallen dar dit een kleine b is en dit 97 00:05:11,210 --> 00:05:12,800 kan een grote B zijn. 98 00:05:12,800 --> 00:05:17,010 En dan kan ik schrijven dat mijn genotype... Ik heb het allel... 99 00:05:17,010 --> 00:05:20,320 Ik heb een grote B van mijn ma en ik heb een 100 00:05:20,320 --> 00:05:24,440 kleine b van mijn pa. 101 00:05:24,440 --> 00:05:29,120 Elk van deze gevallen, of manieren waarop het gen 102 00:05:29,120 --> 00:05:30,660 zich uit, is een allel. 103 00:05:30,660 --> 00:05:40,360 Dit zijn dus twee verschillende allelen-- ik schrijf het...-- 104 00:05:40,360 --> 00:05:42,880 of versies van hetzelfde gen. 105 00:05:42,880 --> 00:05:46,340 En als ik twee verschillende versies heb, zoals hier, 106 00:05:46,340 --> 00:05:50,140 één versie van mijn ma, één versie van mijn pa, 107 00:05:50,140 --> 00:05:53,480 wordt ik een heterozygote genoemd, of soms wordt het een 108 00:05:53,480 --> 00:05:54,730 heterozygeus genotype genoemd. 109 00:06:00,410 --> 00:06:05,000 En het genotype is de exacte versie van de allelen die ik heb. 110 00:06:05,000 --> 00:06:08,170 Veronderstel dat ik de kleine b heb. 111 00:06:08,170 --> 00:06:11,690 Ikhad het blauwe-ogen gen van beide ouders. 112 00:06:11,690 --> 00:06:16,040 Stel dat ik kleine b, kleine b zou zijn, dan 113 00:06:16,040 --> 00:06:18,600 zou ik twee identieke allelen hebben. 114 00:06:18,600 --> 00:06:21,840 Mijn beide ouders hebben me dezelfde versie van het gen gegeven. 115 00:06:21,840 --> 00:06:29,930 En in dit geval, dit genotype is homozygoot, of dit is een 116 00:06:29,930 --> 00:06:33,900 homozygoot genotype, of ik ben een homozygoot voor dit kenmerk. 117 00:06:36,400 --> 00:06:38,510 Je zou kunnen zeggen, Sal, allemaal goed en wel. 118 00:06:38,510 --> 00:06:43,400 Dit zijn de kenmerken die je hebt. Ik heb een bruin van 119 00:06:43,400 --> 00:06:47,550 mijn ma en een blauw van mijn pa. 120 00:06:47,550 --> 00:06:50,850 In dit geval heb ik een blauw van zowel mijn ma als mijn pa. 121 00:06:50,850 --> 00:06:54,590 Hoe weten we of mijn ogen bruin of blauw zullen zijn? 122 00:06:54,590 --> 00:06:56,900 En in werkelijkheid is het heel ingewikkeld. 123 00:06:56,900 --> 00:06:58,410 Het is een mengelmoes van dingen. 124 00:06:58,410 --> 00:07:02,830 Maar Mendel bestudeerde dingen die 125 00:07:02,830 --> 00:07:04,080 zogenaamde dominantie vertoonden. 126 00:07:09,260 --> 00:07:12,930 En dat is het idee dat één van deze kenmerken 127 00:07:12,930 --> 00:07:14,090 de andere overheerst. 128 00:07:14,090 --> 00:07:17,160 Dus in het begin dachten veel mensen dat oogkleur, 129 00:07:17,160 --> 00:07:20,490 en vooral blauwe ogen, altijd overheerst werden 130 00:07:20,490 --> 00:07:21,500 door de andere kenmerken. 131 00:07:21,500 --> 00:07:23,140 Dat nemen we hier aan, maar het is wel een 132 00:07:23,140 --> 00:07:24,510 schromelijke vereenvoudiging. 133 00:07:24,510 --> 00:07:34,200 Laten we zeggen dat bruine ogen dominant zijn 134 00:07:34,200 --> 00:07:36,130 en blauwe zijn recessief. 135 00:07:39,320 --> 00:07:42,960 Dat wou ik in het blauw doen. 136 00:07:42,960 --> 00:07:49,560 Blauwe ogen zijn recessief. 137 00:07:49,560 --> 00:07:52,330 Als dat het geval is, en dat is een... Zoals ik al 138 00:07:52,330 --> 00:07:55,730 herhaaldelijk zei, dit is een schromelijke vereenvoudiging. 139 00:07:55,730 --> 00:08:00,670 Maar als dat het geval is, als ik dan dit genotype 140 00:08:00,670 --> 00:08:05,540 zou erven, omdat bruine ogen dominant zijn... Vergeet niet, 141 00:08:05,540 --> 00:08:12,400 ik zei dat de grote B hier bruine ogen voorstelt en de kleine b 142 00:08:12,400 --> 00:08:16,670 is recessief. Bij mensen met dit genotype 143 00:08:16,670 --> 00:08:19,450 zal je altijd bruine ogen zien. 144 00:08:19,450 --> 00:08:20,880 Ik doe het hier even. 145 00:08:20,880 --> 00:08:21,710 Ik schrijf het hier. 146 00:08:21,710 --> 00:08:27,680 Dus genotype, en dan zal ik fenotype noteren. 147 00:08:27,680 --> 00:08:31,030 Genotype is de werkelijke versies van het gen dat je hebt 148 00:08:31,030 --> 00:08:33,780 en dan zijn de fenotypes wat tot uitdrukking komt 149 00:08:33,780 --> 00:08:35,030 of wat je ziet. 150 00:08:39,690 --> 00:08:43,860 Dus als ik een bruine-ogen gen krijg van mijn pa -- en dat wil ik 151 00:08:43,860 --> 00:08:46,310 in een grote... Dat wil ik in het bruin doen. 152 00:08:46,310 --> 00:08:49,670 Ik doe het in het bruin zodat je niet in de war raakt. 153 00:08:49,670 --> 00:08:54,490 Dus als ik een bruine-ogen gen heb van mijn pa en 154 00:08:54,490 --> 00:09:05,130 een blauwe-ogen gen van mijn ma, omdat het bruine oog 155 00:09:05,130 --> 00:09:08,580 rescessief... Het bruine ogen allel is recessief. En ik zei net 156 00:09:08,580 --> 00:09:11,370 een bruine-ogen gen, maar ik had moeten zeggen 157 00:09:11,370 --> 00:09:13,870 de bruine-ogen versie van het gen, dat is het bruine allel, 158 00:09:13,870 --> 00:09:16,820 of de blauwe-ogen versie van het gen van mijn ma, 159 00:09:16,820 --> 00:09:18,890 dat is het blauwe allel. 160 00:09:18,890 --> 00:09:22,290 Aangezien het bruine allel dominant is -dat schreef ik 161 00:09:22,290 --> 00:09:25,410 hier al- zullen dat zich uiten in bruine ogen. 162 00:09:30,830 --> 00:09:34,450 Veronderstel nu dat ik het andersom had. 163 00:09:34,450 --> 00:09:39,850 Laat ons zeggen dat ik een blauwe-ogen allel van mijn vader heb en een 164 00:09:39,850 --> 00:09:41,750 bruine-ogen allel van mijn moeder. 165 00:09:41,750 --> 00:09:42,490 Op dezelfde manier. 166 00:09:42,490 --> 00:09:46,940 Het fenotype zal bruine ogen zijn. 167 00:09:46,940 --> 00:09:49,730 Wat als ik een bruine-ogen allel krijg van zowel 168 00:09:49,730 --> 00:09:52,470 mijn moeder als mijn vader? 169 00:09:52,470 --> 00:09:54,930 Eens kijken, ik neem steeds een andere tint bruin, maar 170 00:09:54,930 --> 00:09:55,960 ze horen hetzelfde te zijn. 171 00:09:55,960 --> 00:09:59,130 Veronderstel dat ik twee dominante bruine-ogen allelen krijg 172 00:09:59,130 --> 00:10:00,820 van mijn moeder en vader. 173 00:10:00,820 --> 00:10:01,770 Wat krijg je dan? 174 00:10:01,770 --> 00:10:02,640 Je raadt het al. 175 00:10:02,640 --> 00:10:08,280 Nog steeds bruine ogen. 176 00:10:08,280 --> 00:10:10,570 Er blijft nog één combinatie over, omdat er 177 00:10:10,570 --> 00:10:12,800 maar twee types allelen zijn die we in onze bevolking 178 00:10:12,800 --> 00:10:15,510 zien, alhoewel er voor de meeste genen meer 179 00:10:15,510 --> 00:10:16,710 dan twee types zijn. 180 00:10:16,710 --> 00:10:18,400 Bijvoorbeeld voor bloedgroepen. 181 00:10:18,400 --> 00:10:21,490 Er zijn vier bloedgroepen. 182 00:10:21,490 --> 00:10:25,540 Maar stel dat ik er twee blauwe krijg, één blauw allel van 183 00:10:25,540 --> 00:10:30,400 elk van mijn ouders, één van mijn pa, één van mijn ma. 184 00:10:30,400 --> 00:10:33,080 Dan krijg je ineens... Dit is een recessief kenmerk, maar er is 185 00:10:33,080 --> 00:10:34,550 niets om het te domineren. 186 00:10:34,550 --> 00:10:39,130 Ineens zal het fenotype blauwe ogen zijn. 187 00:10:39,130 --> 00:10:42,380 En ik wil het niet nog eens herhalen, maar dit is niet per se hoe de 188 00:10:42,380 --> 00:10:45,130 allelen voor kleur van ogen werken, maar het is een goede vereenvoudiging 189 00:10:45,130 --> 00:10:48,370 om misschien te begrijpen hoe erfelijkheid werkt. 190 00:10:48,370 --> 00:10:52,040 Er zijn enkele kenmerken die op deze eenvoudige manier bestudeerd kunnen worden. 191 00:10:52,040 --> 00:10:54,920 Maar wat ik hier wou doen is je laten zien dat vele 192 00:10:54,920 --> 00:10:58,970 verschillende genotypes--dit zijn dus allemaal verschillende genotypes 193 00:10:58,970 --> 00:11:02,090 --allemaal hetzelfde fenotype vastlegden. 194 00:11:02,090 --> 00:11:05,000 Dus door alleen naar iemand's kleur van ogen te kijken, 195 00:11:05,000 --> 00:11:09,000 wist je niet precies of ze homozygoot dominant waren 196 00:11:09,000 --> 00:11:16,740 --dit zou homozygoot dominant zijn-- of 197 00:11:16,740 --> 00:11:19,080 of het heterozygoten waren. 198 00:11:19,080 --> 00:11:21,350 Dit hier is heterozygoot. 199 00:11:21,350 --> 00:11:23,650 Deze twee hier zijn heterozygoten. 200 00:11:27,990 --> 00:11:31,680 Die worden soms ook hybriden genoemd, maar het woord 201 00:11:31,680 --> 00:11:33,600 hybride is nogal overladen. 202 00:11:33,600 --> 00:11:36,800 Het wordt veel gebruikt, maar in deze context betekent het 203 00:11:36,800 --> 00:11:40,940 dat je verschillende versies van het allel hebt voor dat gen. 204 00:11:40,940 --> 00:11:43,740 Laten we eens bekijken wat er eigenlijk gebeurt 205 00:11:43,740 --> 00:11:48,155 toen mijn ma en pa zich voortplantten. 206 00:11:50,970 --> 00:11:53,100 Laten we enkele verschillende mogelijkheden uitproberen. 207 00:11:55,950 --> 00:11:57,630 Stel dat ze allebei hybride zijn. 208 00:11:57,630 --> 00:12:03,470 Mijn pa heeft het dominante allel voor bruine egen en ook 209 00:12:03,470 --> 00:12:08,020 het recessief allel voor blauwe ogen. 210 00:12:08,020 --> 00:12:11,560 Veronderstel dat mijn ma hetzelfde heeft, dus bruine-ogen dominant, 211 00:12:11,560 --> 00:12:14,780 en ze heeft ook het blauwe-ogen recessief allel. 212 00:12:22,760 --> 00:12:24,010 Ik zal ze benoemen. 213 00:12:26,200 --> 00:12:27,790 Dit maak ik de moeder. 214 00:12:27,790 --> 00:12:30,090 Zo wordt het gewoonlijk gedaan, geloof ik. 215 00:12:30,090 --> 00:12:34,730 En we zeggen dat dit hier, dit is de vader. 216 00:12:34,730 --> 00:12:37,910 Wat zijn de verschillende genotypes die hun kinderen 217 00:12:37,910 --> 00:12:38,490 kunnen hebben? 218 00:12:38,490 --> 00:12:40,630 Stel dat ze zich voortplanten. 219 00:12:40,630 --> 00:12:44,090 Hier teken ik een roostertje. 220 00:12:44,090 --> 00:12:45,660 Ik teken een rooster. 221 00:12:50,390 --> 00:12:55,990 We weten dus uit het bestuderen van meïose dat.. Kijk, mijn moeder heeft 222 00:12:55,990 --> 00:12:59,870 dit gen op... Ik teken de genen nog een keer. 223 00:12:59,870 --> 00:13:02,240 Daar heb je een homoloog paar, juist? 224 00:13:02,240 --> 00:13:04,880 Dit hier is één chromosoom. 225 00:13:04,880 --> 00:13:07,070 En hier nog een ander chromosoom. 226 00:13:10,130 --> 00:13:16,760 --bij de locus voor kleur van ogen-- daar heb je het gen voor bruine ogen. 227 00:13:16,760 --> 00:13:19,470 En bij deze zit er op de locus voor oogkleur 228 00:13:19,470 --> 00:13:20,890 een blauwe-ogen gen. 229 00:13:28,310 --> 00:13:30,740 Dus hier heb je één chromossom en dit hier is het 230 00:13:30,740 --> 00:13:32,760 andere chromosoom. 231 00:13:40,370 --> 00:13:41,590 allel op dit gen. 232 00:13:47,580 --> 00:13:48,140 chromosoom. 233 00:13:48,140 --> 00:13:51,520 Maar bij de meïose komen ze naast elkaar tijdens de metafase. 234 00:13:51,520 --> 00:13:53,220 En we weten niet hoe ze uitlijnen. 235 00:13:53,220 --> 00:13:56,510 Mijn vader kan me bijvoorbeeld dit chromosoom geven of 236 00:13:56,510 --> 00:13:57,630 me dat chromosoom geven. 237 00:13:57,630 --> 00:13:59,790 Of mijn moeder zou me dit dit chromosoom kunnen geven of geeft me 238 00:13:59,790 --> 00:14:00,820 dat chromosoom. 239 00:14:00,820 --> 00:14:02,760 Ik kan dus eender welk van deze combinaties hebben. 240 00:14:02,760 --> 00:14:06,540 Als ik bijvoorbeeld dit chromosoom meekrijg van mijn ma en 241 00:14:06,540 --> 00:14:09,760 dit chromosoom van mijn pa, wat zal het genotype zijn 242 00:14:09,760 --> 00:14:11,000 voor kleur van ogen? 243 00:14:11,000 --> 00:14:16,770 Wel, we zullen hoofletter B en hoofdletter B hebben. 244 00:14:16,770 --> 00:14:21,510 Als ik dit chromosoom van mijn moeder krijg en dit chromosoom 245 00:14:21,510 --> 00:14:22,620 van mijn pa, wat geeft dat dan? 246 00:14:30,790 --> 00:14:32,790 Dat is dus een andere mogelijkheid. 247 00:14:42,490 --> 00:14:44,380 allel van mijn vader. 248 00:14:47,350 --> 00:14:51,260 van mijn pa en dit chromosoom van mijn ma, dus 249 00:14:51,260 --> 00:14:53,520 dit is de situatie. 250 00:14:53,520 --> 00:14:55,700 Wat zullen nu de fenotypes zijn? 251 00:15:03,080 --> 00:15:06,250 bruin zijn, maar deze zal blauw zijn. 252 00:15:06,250 --> 00:15:07,860 Dat heb ik je al laten zien. 253 00:15:09,980 --> 00:15:11,090 heb twee mensen. 254 00:15:13,980 --> 00:15:16,610 kleur van ogen, en kleur van ogen heeft deze 255 00:15:35,670 --> 00:15:37,170 Wat is de waarschijnlijkheid? 256 00:15:37,170 --> 00:15:40,720 Wel, beide scenario's zijn even waarschijnlijk, juist? 257 00:15:40,720 --> 00:15:42,400 Er zijn vier gelijke scenario's. 258 00:15:44,130 --> 00:15:45,950 Vier gelijke scenarios. 259 00:15:45,950 --> 00:15:48,110 En hoeveel van deze scenario's draaien uit 260 00:15:48,110 --> 00:15:49,780 op bruine ogen? 261 00:15:49,780 --> 00:15:52,110 Wel, dat is één, twee, drie. 262 00:16:07,280 --> 00:16:15,840 mogelijkheden, dus blauwe ogen is maar 25%. 263 00:16:15,840 --> 00:16:19,400 Wat is nu de kans dat ze een heterozygoot 264 00:16:19,400 --> 00:16:20,390 voortbrengen? 265 00:16:29,300 --> 00:16:31,050 We bekijken het genotype. 266 00:16:39,380 --> 00:16:41,170 En deze ook.