Ik ben klinisch psycholoog
en onderzoeker
en ik bestudeer drugs en menselijk gedrag.
Ik ben dus erg geïnteresseerd
in wie drugs neemt, welke drugs men neemt,
waarom ze het gebruiken
en wat de gevolgen zijn
voor de psychische gezondheid.
En zoals veel mensen de afgelopen jaren,
hebben mijn team en ik
ons gericht op cannabis.
We hebben enkele studies uitgevoerd
bij medicinale en recreatieve
cannabisgebruikers.
En één van de vragen
die mensen me vaak stellen
over het onderzoeken van recreatief
en therapeutisch cannabisgebruik,
is: "Hoe zie je het verschil?
Wat is het verschil tussen recreatief
en medicinaal gebruik?"
En ik vind dat een hele goede vraag
omdat het enkele belangrijke
kwesties naar voren brengt
over hoe smal de grens kan zijn
tussen welzijn, gezondheid en plezier.
Ik denk ook dat daar niet echt
een antwoord op te geven is.
Ik denk niet dat er ooit
objectieve criteria zullen zijn
waarmee we het verschil
kunnen aantonen
tussen medicinaal en recreatief gebruik.
Er zijn mensen met aandoeningen
die erg goed reageren
op medicijnen op basis van cannabis,
maar die cannabis ook vaak gebruiken
omdat het hen goed doet voelen.
Er zijn ook mensen die niet vinden
dat ze medische gebruiker zijn
maar die toch duidelijk een verbetering
van hun symptomen merken door cannabis.
Mensen met rugpijn roken een joint
voor ze gaan slapen
en ze merken dat ze beter slapen
omdat ze minder pijn hebben,
ook al voelen ze zich wat high.
Maar voor veel mensen is het duidelijk.
Ze hebben ernstige symptomen en ziektes
die ze effectief kunnen bestrijden
met cannabis en cannabismedicijnen,
maar ze houden niet van het gevoel;
het is een ongewenst neveneffect.
Voor velen is het tweeërlei:
ze behandelen duidelijke symptomen
met cannabismedicijnen
en misschien houden ze ook wel
van enkele andere aspecten.
Maar of het nu recreatief is
of therapeutisch of allebei,
we weten dat heel veel
volwassenen in Canada
ervoor kiezen om cannabis te gebruiken.
Ze wegen de kosten
en de voordelen tegen elkaar af
en ze maken een gegronde en rationele
keuze om cannabis te gebruiken.
Het gaat over de helft van de Canadezen
als je hun hele leven bekijkt,
en ongeveer twintig procent onder ons
afgelopen jaar nog.
Dus als zoveel volwassen Canadezen
deze rationele keuze maken,
wat is het probleem dan?
Waarom hebben wij zo'n complexe
en problematische relatie
met deze aloude plant?
Ik denk dat dàt de belangrijkste vraag is.
Hoe zijn we op dit punt gekomen?
En hoe gaan we er verder mee om?
Daarover wil ik het met jullie hebben.
Ik wil het hebben over
waar we staan wat betreft cannabis.
Als we over onze relatie
met de cannabisplant denken,
lijken we een erg kort geheugen te hebben.
Velen zullen beginnen
met enkele culturele
veranderingen in de jaren 60 -
hier hebben we Jerry Garcia.
Sommigen zullen zelfs
teruggaan naar de jaren 50
en de jazz-cultuur.
Maar als we écht
over de relatie willen denken
tussen mensen en cannabis,
moeten we veel verder teruggaan
in de tijd dan dat.
U ziet een pictografische voorstelling
van hennepplanten die te drogen hangen.
Het is zo'n 5.000 jaar oud
en komt van centraal-Azië.
Dit is waar we het eerste menselijk
gebruik van cannabis vermoeden,
enkele duizenden jaren geleden in Azië.
En of dat gebruik nu medicinaal,
of eerder spiritueel
of enkel voor het plezier was,
weten we volgens mij niet.
Het is een debat dat blijft duren.
Maar wat we wél weten,
is dat dit een hele oude relatie is.
Sommigen schatten zelfs dat cannabis
de eerste verbouwde plant was.
Je zou kunnen stellen dat cannabis
en mensen samen opgegroeid zijn.
Cannabis werd ooit omschreven
als een meeloper.
Het is een plant die mensen
volgt waar we ook gaan
en waar we ook de aarde verstoren
om het te kweken.
Cannabis kan in het wild groeien,
maar het heeft geen problemen
met wat menselijke hulp.
En gedurende de meeste tijd
van onze millenia-lange relatie
konden we het best goed vinden samen.
Zelfs tot amper 100 jaar geleden.
Queen Victoria gebruikte cannabisextracten
voor therapeutische doeleinden.
Maar zoals bij veel relaties
zijn er ups en downs geweest.
En cannabis en de mens
vielen wat uiteen rond de jaren 30.
Op dat moment zie je voor het eerst
dat de term marihuana populair wordt.
Het was deze term die bedacht werd
door tegenstanders van cannabis
om de gekende cannabisplant
vreemd en eng te doen lijken.
Daarom hou ik niet van deze term.
Ik zou het leuk vinden
dat mijn achterkleinkinderen
de term niet eens zouden herkennen.
En als ze het toch kennen
zullen ermee lachen.
Ik ben er zeker van dat ze op
ons huidige tijdperk zullen terugkijken
als een vreemde, verwarrende
tijd vol misverstanden.
Sinds deze 'ruzie'
tussen cannabis en de mens,
hoe is het ons vergaan?
We zijn allebei uitgesproken soorten
met onze eigen biologische vereisten.
Dus wat heeft deze ruzie
tussen twee soorten betekend
voor de mens en voor de cannabisplant?
Men heeft vastgesteld
dat de psychoactieve hars van de plant,
het deel dat de meeste
medicinale eigenschappen heeft,
het deel dat mensen gebruiken
om high te worden,
dat dat ontwikkeld is om de zaden
te beschermen en koel te houden.
Ik ben er zeker van dat dit klopt.
Maar als ik bedenk hoeveel hulp
de cannabisplant van de mens kreeg,
kunnen we ons inbeelden
dat de hars verder ontwikkeld is
om ook nuttig te zijn
voor onze bedoelingen.
De schrijver Michael Pollan,
die een super TED Talk gaf
enkele jaren geleden,
moedigt ons aan om de dingen
door de ogen van de plant te zien,
om de dingen te bekijken
vanuit het perspectief van de plant.
Ik denk dat dit perspectief
heel erg kan helpen
als we proberen in te schatten
wat de impact van dit gevecht was
in de evolutie van de cannabisplant.
Ik denk dat als we vanuit
het perspectief van de plant kijken,
vooral hier in Brits-Colombia,
dat het erop lijkt dat de cannabisplant
het behoorlijk goed doet.
Het is geen inheemse plant,
maar het groeit hier
uitgebreid in de regio.
Bekijk het eens vanuit het perspectief
van een andere plantensoort,
een die wel inheems is in BC,
de ponderosaden.
Als ik een ponderosaden was
en ik had een ego
en een zelfbewustzijn,
dan zou ik wat geërgerd zijn
als ik naar de cannabisplant keek.
Er waren vroeger hele groepen
ponderosadennen
en nu zijn er grotten en kelders
vol met cannabis.
Het lijkt er dus op dat cannabis
zijn glorietijd heeft.
En niet alleen heeft cannabis
heel wat succes verkregen
de afgelopen decennia,
er zijn ook heel wat soorten.
Het aantal verschillende
en stevige cannabissoorten
is de lucht in geschoten
de laatste decennia.
Dus in de ongeveer 75 jaar dat de mens de
oorlog tegenover cannabis verklaard heeft,
is de plant groter, beter
en sterker dan ooit geworden.
Maar hoe ging het intussen met de mens,
sinds de start van deze strijd?
Wat heeft het voor ons betekend?
Ik denk dat het ons
duur is komen te staan.
Het heeft ons zeker heel wat gekost.
De meest recente schatting in de VS
suggereren dat de kosten
van het verbod op cannabis
meer dan 40 miljard dollar
per jaar bedragen,
opgebouwd uit 10 miljard dollar
voor wetshandhaving
en 30 miljard dollar
in verloren gelopen inkomsten.
En ik kan me voorstellen
dat het gelijkaardig is hier in Canada.
Maar de kosten zijn niet alleen
van economische aard,
er zijn enorme kosten wat betreft
menselijke ellende en leed.
Talloze families zijn uit elkaar gescheurd
door criminaliteit en door gevangenschap.
En velen onder hen komen uit de meest
kwetsbare leefgemeenschappen.
Daarenboven werd ons tot voor kort
de toegang ontzegd
tot een veilig en effectief medicijn.
Dus als we kijken
naar deze oneerlijke strijd,
lijkt het erop dat cannabis
ons mijlenver voor is
en dat de mens aan het kortste eind trekt.
En hoe erg ik de cannabisplant
ook respecteer en bewonder,
ik ben een psycholoog voor mensen,
niet voor planten.
Het is dus mijn job om de gezondheid en
het welzijn van de mens te ondersteunen.
En dus ben ik gedwongen
om een andere manier voor te stellen
zodat we misschien de weegschaal
in het voordeel van de mens
kunnen doen overhellen.
Hoe zou het zijn als we
vrede sloten met cannabis?
We lijken er toch erg dichtbij te zijn.
Daarom publiceerden
mijn team en ik een studie
over 600 gebruikers
van medicinale cannabis
over het hele land.
Het zijn mensen met heel wat
van de aandoeningen
die typisch zijn om cannabis voor
therapeutische redenen te gebruiken.
Het zijn mensen met ernstige aandoeningen
zoals kanker, AIDS, multiple sclerose,
artritis, chronische pijn.
En we ontdekten dat,
bovenop het behandelen van
sommige kenmerken van deze aandoeningen,
de mensen cannabis
om drie hoofdredenen gebruiken:
om te kunnen slapen,
om pijn te verlichten
en om angst te verminderen.
Dat zijn dingen waar velen onder ons
een behandeling voor zoeken.
Onze dokterskabinetten liggen
propvol farmaceutische producten
die ontwikkeld zijn om
deze symptomen aan te pakken.
Ons team is vooral geïnteresseerd in het
gezamenlijk verschijnen van angst en pijn.
We weten dat deze twee dingen
vaak samengaan -
dat angst en pijn elkaar versterken.
Dus deden we een follow-up studie
die zich focuste op mensen die cannabis
gebruiken om angst en pijn te behandelen.
En we ontdekten dat cannabis
het meest effect had
bij personen die angstig waren
en pijn hadden,
en heel hard hun best deden
om goed om te gaan met de pijn.
Cannabis was het minst effectief
bij mensen die vermijdings-
of zelfverwijtend gedrag vertoonden.
We ontdekten ook dat van de mensen
waarbij cannabis het meest effect had,
er 80 procent meldde
dat cannabis hen hielp
om actiever te zijn, ondanks de pijn.
En meer dan 85 procent zei dat cannabis
hen hielp om minder aan de pijn te denken.
En dat is heel aannemelijk
gezien wat we nu weten
over hoe cannabis in de hersenen werkt.
Enkele decennia geleden
hebben neurowetenschappers ontdekt
dat we ons eigen systeem hebben
in onze hersenen en ons lichaam
dat exact is afgestemd
om te werken met cannabis
en cannabisachtige stoffen.
Dat heet het endocannabinoïde systeem.
We vonden ook dat er een concentratie
aan activiteit was van dit systeem
in de amygdala.
Dat is het deel van de hersenen
dat zich concentreert op paniek,
angst en de emotionele inhoud van angst.
De activiteit van cannabis in de amygdala
geeft ons heel wat
interessante mogelijkheden.
We geven biljarden dollars per jaar uit
aan farmaceutische medicijnen
gemaakt om angst te behandelen.
Deze bestaande medicijnen zijn
problematisch om diverse redenen.
Ons team is dus heel erg geïnteresseerd
in hoe cannabis kan helpen bij angst
bij mensen die geen pijnklachten hebben.
We hebben net een studie afgerond,
geleid door mijn student Kim Crosby,
waarbij we keken naar angst,
het gebruik van cannabis
en het psychologisch welzijn van studenten
en we vonden iets heel verrassends,
iets wat indruist tegen wat je zou
verwachten om te zien
bij studies over het gebruik
van cannabis en mentaal welzijn.
De gebruikers in onze studie
die regelmatig gebruiken,
degene die cannabis twee keer per week
of vaker gebruikten,
waren minder angstig
dan de niet-gebruikers,
en ze waren minder gevoelig
voor angst dan ze ervoor waren.
Ze piekerden minder, en maakten zich
minder druk dat ze piekerden.
Dus als we vrede
kunnen sluiten met cannabis,
kan het ons misschien helpen
om vrede te vinden met onszelf,
toch wat sommige mensen betreft.
Ik denk dat het de moeite loont
om hier verder naar te kijken.
Als we cannabis leren zien
als een middel om onze mentale
gezondheid te helpen,
wat is het volgende dan?
Wel, de beste studies hierover
moeten nog gevoerd worden.
Studies die cannabis vergelijken
met andere populaire medicijnen
om angst te behandelen.
De reden waarom deze studies
nog niet uitgevoerd zijn,
komt vooral door de muren
die de overheden gebouwd hebben,
de laatste decennia,
als deel van de oorlog tegen drugs.
Gelukkig begint dit nu te veranderen.
Enkele weken geleden gaf het Amerikaans
Departement van Gezondheid en Welzijn
groen licht voor het eerste
klinisch onderzoek
over de behandeling met cannabis van PTSS,
één van de zwaarste en meest slopende
gevallen van angststoornissen.
Het zijn dus spannende tijden.
En als we cannabis hiervoor
kunnen gebruiken, wat is het volgende?
Ik denk dat er heel wat andere
plantaardige medicijnen zijn
waar we vrede mee kunnen sluiten
en die ons bij ons welzijn kunnen helpen.
Eén van de meest belovende is psilocybine,
ook gekend als magic mushrooms.
Een recente studie ontdekte
dat een paar behandelingen met psilocybine
hielp om angst en depressie
te verminderen
bij mensen die te maken krijgen
met een terminale ziekte.
Er is ook een studie bezig
die kijkt naar de werking van psilocybine
om OCD te behandelen.
Het zijn dus erg spannende tijden
voor degenen onder ons
die interesse hebben
in het psychotherapeutisch potentieel
van oude plantengeneeskunde
zoals cannabis, psilocybine, ayahuasca.
Er komen constant nieuwe studies uit
en men ontdekt steeds
sneller nieuwe dingen.
Wat dit in de brede zin
van het woord kan betekenen,
is dat in de komende jaren en decennia
we vermoedelijk toegang zullen hebben
tot dezelfde medicijnen
die onze voorouders gedurende
millennia succesvol gebruikten.
Het kan ook betekenen
dat we de mogelijkheid zullen hebben
om sommige gezondheidsproblemen
te behandelen met producten uit de tuin,
en ik denk dat dit
een heel krachtig iets zou zijn.
Het zou ons ook kunnen helpen
om de gigantische hoge milieukosten
te verminderen van de productie
en het weggooien
van tonnen farmaceutische producten
in onze grond en ons water.
En als laatste denk ik dat het betekent
dat het praatje over drugs
dat we met onze kinderen gaan hebben,
veel meer op feiten gebaseerd
en veel eerlijker zal zijn
dan het drugspraatje
dat velen onder ons als kind kregen.
Heel erg bedankt.
(Applaus) (Gejuich)