Hallo. Dit is mijn mobiele telefoon.
Een mobiele telefoon kan je leven veranderen
en geeft je individuele vrijheid.
Met een mobiele telefoon
kun je een misdaad tegen de menselijkheid in Syrië filmen.
Met een mobiele telefoon
kun je een bericht tweeten
en een protest in Egypte opstarten.
Met een mobiele telefoon
kun je een nummer opnemen,
naar SoundCloud uploaden en beroemd worden.
Dit alles is mogelijk met je mobiele telefoon.
Ik ben een kind van 1984
en woon in Berlijn.
Even terug naar toen, in die stad.
Hier kun je zien
hoe honderdduizenden mensen
opkwamen voor verandering.
Dit was najaar 1989.
Stel je voor dat al die mensen
die opkwamen voor verandering
een mobiele telefoon hadden.
Wie heeft hier een mobiele telefoon bij?
Steek hem omhoog.
Steek ze omhoog!
Een Android, Blackberry, wow.
Dat zijn er veel.
Vandaag heeft bijna iedereen een mobiele telefoon.
Maar vandaag ga ik het hebben over mijzelf
en mijn mobiele telefoon.
Hoe hij mijn leven veranderde.
Hierover wil ik het hebben.
Dit zijn 35.830 lijnen informatie.
Onbewerkte gegevens.
Waarom zijn deze gegevens er?
Omdat in de zomer van 2006
de EU-Commissie een richtlijn heeft ingediend.
Deze richtlijn heet
Richtlijn betreffende Bewaring van Gegevens.
Deze richtlijn zegt dat elk telefoonbedrijf in Europa,
elk internetservicebedrijf in heel Europa
een breed scala van informatie
over de gebruikers moet bijhouden.
Wie belt wie? Wie stuurt wie een e-mail?
Wie stuurt wie een sms-bericht?
Als je je mobiele telefoon gebruikt, waar je bent.
Al deze informatie wordt opgeslagen
voor minimum zes maanden en
en maximum twee jaar, door je telefoonmaatschappij
of je internetprovider.
Overal in Europa zegden mensen:
"Dit willen wij niet.
We willen niet
dat deze gegevens worden opgeslagen.
Wij willen zelfbeschikking in het digitale tijdperk.
We willen niet dat telefoon- en internetbedrijven
al deze informatie over ons moeten opslaan."
Het waren advocaten, journalisten, priesters.
Ze zeiden: "Dit willen wij niet."
Hier kan je zien dat tienduizenden mensen
in Berlijn de straat opgingen en zeiden:
"Vrijheid, geen angst."
Sommigen zegden zelfs
dat dit Stasi 2.0 zou worden.
De stasi was de geheime politie in Oost-Duitsland.
Ik vroeg me af of het ook echt werkt.
Kunnen ze al deze informatie over ons echt opslaan?
Telkens ik mijn mobiele telefoon gebruik?
Dus belde ik mijn telefoonbedrijf, Deutsche Telekom,
toen de grootste telefoonmaatschappij in Duitsland.
Ik vroeg hen: "Alstublieft,
stuur mij alle informatie op
die jullie over mij hebben opgeslagen.
Ik vroeg het twee keer,
maar kreeg geen echt antwoord. Alleen blabla.
Maar toen zei ik: "Ik wil deze informatie,
omdat het mijn leven is dat jullie bijhouden."
Ik besloot een rechtszaak tegen hen te beginnen,
want ik wilde deze informatie hebben.
Maar Deutsche Telekom wilde
deze informatie niet geven.
Uiteindelijk kwam het tot een schikking.
Ik zou de rechtszaak opgeven
en zij zouden mij alle informatie
waar ik om vroeg, toesturen.
Omdat intussen
het Duitse Constitutionele Hof bepaald had
dat de uitvoering van deze EU-richtlijn
volgens de Duitse wet ongrondwettig was.
Toen kreeg ik deze lelijke bruine envelop
met een cd erin.
Op die cd stond dit.
35.830 lijnen informatie.
Toen ik het bekeek,
vond ik het een groot bestand. Oké.
Maar na een tijdje realiseerde ik me:
"Dit is mijn leven.
Dit zijn zes maanden van mijn leven
in dit bestand."
Een beetje sceptisch vroeg ik me af:
"Wat doe ik ermee?"
Je kunt erop zien waar ik was,
waar ik 's nachts sliep,
wat ik deed.
Ik vond dat ik iets moest doen
met deze informatie.
Ik wilde ze openbaar maken.
Omdat ik de mensen wil laten zien
wat het bijhouden van gegevens inhoudt.
Samen met Zeit Online
en Open Data City deed ik dit.
Dit is een visualisatie
van zes maanden van mijn leven.
Je kunt inzoomen en uitzoomen,
je kunt snel terug- en vooruitspoelen.
Je ziet elke stap die ik zet.
Je kunt zelfs zien
hoe ik met de trein van Frankfurt
naar Keulen ga en hoe vaak ik intussen bel.
Dit kan allemaal met deze informatie.
Dat is een beetje eng.
Maar het gaat niet alleen over mij.
Het gaat om ons allemaal.
Eerst bel ik alleen maar naar mijn vrouw,
zij belt me terug
en we praten wat met elkaar.
Dan zijn er enkele vrienden die me opbellen
en zij ook naar elkaar.
Na een tijdje belt iedereen
met iedereen en krijg je dit
grote communicatienetwerk.
Je kunt zien hoe mensen met elkaar communiceren,
wanneer ze elkaar bellen, wanneer ze naar bed gaan.
Je kunt dit allemaal zien.
Je ziet de knooppunten, wie de leiders in de groep zijn.
Als je toegang tot deze informatie hebt,
kun je zien wat je samenleving doet.
Als je toegang tot deze informatie hebt,
kan je de maatschappij controleren.
Dit is een blauwdruk voor landen zoals China en Iran.
Dit is een blauwdruk
voor hoe je je maatschappij in de gaten houdt.
Je weet wie praat met wie,
wie wie een e-mail stuurt.
Dit is allemaal mogelijk
met dit soort informatie.
Deze informatie wordt in Europa
minimum zes maanden
en maximum twee jaar bewaard.
Zoals ik al zei in het begin:
stel dat alle mensen in de straten van Berlijn
in het najaar van 1989
een mobiele telefoon in hun zak hadden.
De Stasi zou geweten hebben
wie deelnam aan dit protest.
Als de Stasi de leiders erachter
zou hebben gekend
dan was dit nooit gebeurd.
De val van de Berlijnse muur
zou er misschien niet gekomen zijn.
Evenmin als de val van het IJzeren Gordijn.
Omdat vandaag staatsagentschappen en bedrijven
zo veel mogelijk informatie over ons willen opslaan.
Online en offline.
Ze willen ons leven volgen
en het voor altijd bijhouden.
Maar zelfbeschikking
en leven in het digitale tijdperk
zijn niet onverenigbaar.
Maar je moet vandaag vechten
voor je zelfbeschikking.
Je moet er elke dag voor vechten.
Vertel dus straks
je vrienden
dat privacy een waarde van de 21ste eeuw is.
Allerminst uit de tijd.
Wanneer je naar huis gaat,
vertel dan je vertegenwoordiger
dat als bedrijven
en overheidsinstellingen de mogelijkheid hebben
om bepaalde informatie op te slaan,
ze dat niet per se hoeven te doen.
Als je me niet gelooft,
vraag dan je telefoonmaatschappij eens
welke informatie ze over je opslaan.
Als je je mobiele telefoon gebruikt,
denk er dan aan
dat je in het digitale tijdperk moet vechten voor zelfbeschikking.
Bedankt.
(Applaus)