Ik ben vereerd om hier te zijn,
en ik ben vereerd om over dit onderwerp te praten,
dat, denk ik, heel belangrijk is.
We hebben al veel gesproken over
het vreselijke effect van plastic
op de planeet en op andere soorten,
maar plastic raakt ook mensen,
vooral arme mensen.
Zowel bij de productie van plastic,
het gebruik van plastic als de verwijdering van plastic,
zijn de arme mensen degene die een schietschijf
op hun voorhoofd hebben.
Mensen waren erg verontwaardigd
over de BP-olieramp
om hele goede redenen.
Mensen dachten: "Mijn god.
Dit is verschrikkelijk, dit is olie. In het water.
Het gaat de biotopen
daar vernietigen.
Mensen zullen geraakt worden.
Het is verschrikkelijk
dat de olie de mensen in de Golf zal schaden."
Waar mensen niet aan denken
is: wat als de olie veilig aan land was gekomen?
Wat als de olie werkelijk terecht kwam waar ze bedoeld was?
Niet alleen zou ze in machines verbrand zijn
en bijgedragen hebben aan de aardopwarming,
maar er is een plek die "kankersteeg" wordt genoemd,
en die heet "kankersteeg"
omdat de petrochemische industrie
die olie omzet in plastic
en mensen doodt bij dat proces.
Het verkort het leven van de mensen die aan de Golf wonen.
Dus olie en petrochemische stoffen zijn niet alleen een probleem bij een olieramp,
maar zijn ook een probleem als die er niet is.
Wat wij meestal fout inschatten,
is dat arme mensen de prijs betalen
voor onze wegwerpproducten.
Een andere foute inschatting van ons is
dat arme mensen niet alleen lijden bij de productie.
Arme mensen lijden ook
waar het gebruikt wordt.
Wie van ons een bepaald inkomensniveau heeft,
kan keuzes maken.
De reden waarom je hard wilt werken en een baan wilt
en niet arm en blut wilt zijn,
is om keuzevrijheid te hebben, economische keuzes.
We hebben de kans om te kiezen
geen producten te gebruiken
die gevaarlijk, giftig plastic bevatten.
Andere mensen, die arm zijn, hebben die keuzes niet.
Dus mensen met weinig inkomen zijn vaak degenen
die de producten kopen
met gevaarlijke chemicaliën erin, die hun kinderen gebruiken.
Dat zijn de mensen die
een disproportionele hoeveelheid
van dit giftig plastic binnenkrijgen en gebruiken.
En sommigen zeggen: "Dan moeten ze gewoon een ander product kopen."
Het probleem van arm zijn is dat je die keuzes niet hebt.
Je moet vaak wel de goedkoopste producten kopen.
De goedkoopste producten zijn vaak het gevaarlijkst.
En alsof dat niet erg genoeg is,
alsof het niet alleen de productie van plastic was
die mensen kanker bezorgt op plaatsen als "kankersteeg" en hun levens bekort
en arme kinderen raakt in het stadium van gebruik,
zijn in het stadium van afval
wederom arme mensen
diegenen die de last dragen.
Vaak denken we dat we iets goeds doen.
Je zit op kantoor,
en je drinkt water uit een fles, of wat dan ook,
en je denkt bij jezelf: "Hé, ik ga dit weggooien.
Nee, ik zal netjes zijn.
Ik gooi het in de blauwe ton."
Je denkt: "Ik gooi de mijne in de blauwe ton."
En je wendt je tot je collega en zegt:
"Waarom gooi je die van jou
in de witte ton, jij domoor."
En daarmee strelen we ons geweten.
We voelen ons er zo goed bij.
Misschien vergeef ik het mezelf.
Jij niet misschien, maar ik voel me zo.
En zo beleven we dit moment van een moreel goed gevoel.
Maar als we dat flesje konden volgen
op zijn reis,
zouden we geschokt ontdekken dat die fles veel te vaak,
aan boord van een schip wordt geladen.
Ze gaat de hele oceaan over
tegen wat kosten.
En ze eindigt in een ontwikkelingsland -- vaak in China.
Ik denk dat we ons inbeelden dat iemand dat flesje pakt,
en zegt: "O flesje.
We zijn zo blij met je, flesje."
(Gelach)
"Je hebt zo goed dienst gedaan."
Hij krijgt dan een flesjesmassage,
en een flesjesmedaille.
En hoort dan: "Wat zou je nu willen doen?"
Het flesje zegt: "Ik weet het echt niet."
Maar dat is niet wat er in werkelijkheid gebeurt.
Die fles
eindigt in de vlammen.
Recycling van plastic betekent in veel ontwikkelingslanden
het verbranden ervan.
Bij het verbranden van plastic
komen ongelofelijk giftige chemicaliën vrij,
en dat doodt wederom mensen.
En dus heb je arme mensen
die deze producten maken
in petrochemische centra als "kankersteeg";
arme mensen die deze producten onevenredig veel kopen;
en dan nog arme mensen
die aan de achterkant bij het recyclen
korter leven.
Allemaal worden ze enorm geschaad
door onze
wegwerpverslaving.
Nu denk je natuurlijk -- want ik ken jullie --
je zegt: "Dat is zeker verschrikkelijk
voor die arme mensen.
Het is gewoon afschuwelijk,
die arme mensen.
Ik hoop dat iemand iets doet om ze te helpen."
Maar wat we niet begrijpen --
hier zijn we dan in Los Angeles.
We hebben ons best gedaan om de smog hier in
Los Angeles te verminderen.
Maar raad eens?
Omdat ze nu zoveel vuile productie in Azië hebben --
want de milieuwetten
beschermen niet de mensen in Azië --
zal bijna alle winst aan schone lucht
en giftige lucht
die we hier in Californië bereikt hebben,
tenietgedaan worden door de vuile lucht die uit Azië komt overwaaien.
Dus we worden allemaal geraakt. We hebben er allemaal last van.
Alleen worden arme mensen er eerder en zwaarder door geraakt.
Maar de vuile productie, het verbranden van gifstoffen,
het gebrek aan milieustandaarden in Azië,
zorgt voor zoveel luchtvervuiling
die de oceaan over komt en onze winst hier in Californië opheft.
We zijn terug waar we in de jaren '70 waren.
We leven op één planeet,
en we moeten deze problemen bij de wortel aanpakken.
Wel, de wortel van dit probleem is, mijns inziens,
het idee van wegwerpen zelf.
Want als je het verband begrijpt
tussen wat hoe wij bijdragen
aan het vergiftigen en vervuilen van de planeet
en wat we arme mensen aandoen,
kom je tot een verontrustend,
maar ook erg nuttig inzicht:
om de planeet bij het vuilnis te zetten
moet je ook mensen bij het vuilnis zetten.
Als je een wereld maakt waarin je geen mensen weggooit,
gooi je ook de planeet niet weg.
Dus nu zijn we op het moment gekomen
waarop het idee van sociale rechtvaardigheid en het idee
van ecologie samenkomen,
we kunnen nu eindelijk inzien
dat deze ideeën in werkelijkheid hetzelfde idee zijn.
En dat is het besef dat we niks weg hoeven te gooien.
We hebben geen wegwerpgrondstoffen.
We hebben geen wegwerpdiersoorten.
En we hebben ook geen wegwerpmensen.
We hebben geen wegwerpplaneet,
en geen wegwerpkinderen -- het is allemaal kostbaar.
En terwijl we allemaal tot dit basisbesef komen,
duiken er nieuwe kansen op om in actie te komen.
Biomimicry,
wat een
opkomende wetenschap is,
leidt tot een heel belangrijk besef van sociale rechtvaardigheid.
Voor wie hier nog nooit van gehoord heeft,
biomimicry betekent
respect hebben voor de wijsheid van alle soorten.
Democratie betekent overigens,
respect hebben voor de wijsheid van alle mensen -- daar kom ik zo op terug.
Maar biomimicry betekent respect hebben voor de wijsheid van alle soorten.
Wij blijken een nogal slimme soort te zijn.
Die grote cortex, of zoiets, we zijn nogal trots op onszelf.
Maar als we iets hards willen maken,
komen we aanzetten met: "Ik weet dat ik een harde stof ga maken.
Ik weet dat ik vacuüms ga maken en ovens,
en spul uit de grond zal trekken
en met hete, giftige en vervuilende dingen te maken krijg,
maar ik heb daarna toch dat harde voorwerp.
Ik ben zo slim."
En als je achterom kijkt, zie je overal om je heen verwoesting.
Maar raad eens? Jij bent zo slim,
maar je bent niet zo slim als een venusschelp.
Een venusschelp is hard.
Zonder vacuüms, zonder ovens,
zonder vergif, zonder vervuiling.
Andere soorten blijken
al heel lang geleden ontdekt te hebben
hoe ze veel van de dingen die wij nodig hebben, moeten maken
met biologische processen waar de natuur bekend mee is.
Dat inzicht van biomimicry,
onze wetenschappers die eindelijk doorhebben
dat we veel van andere soorten moeten leren --
ik bedoel niet: een muis
beplakken met rommel.
Zo bedoel ik het niet: misbruik maken van kleine soorten --
ik bedoel respect hebben voor hen, respect hebben voor wat ze bereikt hebben.
Dat heet biomimicry,
en dat opent de deur
naar productie zonder afval,
productie zonder verspilling --
zodat we echt kunnen genieten
van een hoge levenskwaliteit, een hoge levensstandaard
zonder de planeet weg te gooien.
Dat concept van biomimicry,
respect hebben voor de wijsheid van alle soorten,
gecombineerd met het concept
van democratie en sociale rechtvaardigheid,
respect hebben voor de wijsheid en de waarde van alle mensen,
zou ons een andere maatschappij opleveren.
We zouden een andere economie hebben.
We zouden een groene maatschappij hebben
waar Dr. King trots op zou zijn.
Dat zou het doel moeten zijn.
En om zover te komen, moeten we eerst erkennen
dat een wegwerpmentaliteit,
niet alleen de soorten
schaadt waar ik het over had,
maar zelfs onze eigen maatschappij beschadigt.
We zijn zo trots dat we hier in Californië wonen.
We hebben pas gestemd, en iedereen zegt:
"Niet in onze staat.
Ik weet niet wat die andere staten aan het doen waren."
(Gelach)
Gewoon zo trots.
En ja, ik ben ook trots.
Maar Californië,
hoewel we op sommige groene onderwerpen wereldleider zijn,
leiden we helaas ook de wereld
in sommige goelagdomeinen.
Californië heeft bijna het hoogste percentage gedetineerden
van alle 50 staten.
We hebben tegenwoordig een morele uitdaging.
Met passie redden we
wat dode materialen van de vuilnisbelt,
maar we ervaren soms minder passie
bij het redden van levende wezens, levende mensen.
En ik zeg je dat we in een land wonen --
vijf procent van de wereldbevolking,
25 procent van de broeikasgassen,
maar ook 25 procent van 's werelds gevangenen.
Eén op de vier mensen achter slot en grendel in de wereld
zit hier in de Verenigde Staten opgesloten.
Dus dat is consistent met het idee
dat we in een wegwerpmaatschappij geloven.
En toch,
wij zijn een beweging
met een bredere achterban,
die moet groeien,
die moet reiken voorbij onze natuurlijke comfortzone.
Eén van de uitdagingen voor het succes van deze beweging,
om van zaken als plastic af te raken en de economie om te vormen,
is dat mensen met enig achterdocht naar onze beweging kijken.
Ze stellen een vraag, die luidt:
"Hoe kunnen deze mensen zo gepassioneerd zijn?"
Een arm persoon met een laag inkomen, iemand in de "kankersteeg",
iemand in Watts,
iemand in Harlem, iemand in een indianenreservaat,
zou zichzelf terecht af kunnen vragen:
"Hoe kunnen deze mensen zo gepassioneerd zijn
over het zorgen
dat een plastic fles
een tweede leven krijgt,
of een aluminium blikje een tweede kans krijgt,
terwijl als mijn kind in de problemen komt,
hij geen tweede kans krijgt
als hij naar de gevangenis moet?"
Hoe kan deze beweging zo gepassioneerd zeggen
dat we geen wegwerpartikelen en geen dode materialen hebben om weg te gooien
en toch wegwerplevens
en wegwerpgemeenschappen als "kankersteeg" accepteren?
Nu hebben we dus de kans
om echt trots te zijn op deze beweging.
Als we ons op dit soort onderwerpen richten,
stimuleert het ons
om contact te zoeken met andere bewegingen
en zo meer te groeien in draagvlak.
En dan komen we eindelijk van dit gekke dilemma af waar we last van hadden.
De meesten van jullie zijn goede, teerhartige mensen.
Toen je vroeger jong was, maakte je je druk over de hele wereld,
maar op een gegeven moment
zei iemand dat je een bepaald onderwerp moest kiezen,
en je daar met al je liefde aan wijden.
Je kunt niet van de hele wereld houden --
je houdt je bezig met bomen,
of je houdt je bezig met immigratie.
Je moet je beperken en bij één onderwerp blijven.
Ze hebben je stevig duidelijk gemaakt:
"Ga je een boom knuffelen
of ga je een kind knuffelen? Kies maar.
"Ga je een boom knuffelen
of ga je een kind knuffelen? Kies maar.
Als je je gaat bezighouden met onderwerpen als plastic,
besef je dat er een groter verband is,
en gelukkig zijn de meesten van ons gezegend met twee armen.
We kunnen beiden knuffelen.
Hartelijk dank.
(Applaus)