Ik wil mijn lezing vandaag beginnen met twee vaststellingen
over de menselijke soort.
De eerste lijkt vanzelfsprekend,
namelijk dat onze soort, Homo sapiens,
vreselijk slim is -
belachelijk slim als je wil -
alsof jullie allemaal dingen kunnen doen
waar geen andere soorten toe in staat zijn.
Dat blijkt
op allerlei manieren.
Daarnaast zijn we ook een zeer ijdele soort.
We wijzen daar ook graag op.
Elke wijze
van Shakespeare tot Stephen Colbert
laat ons weten dat we edel zijn
door de rede, onbeperkt in mogelijkheden
en ontzagwekkender dan wat dan ook op deze planeet
als het aankomt op het cerebrale.
Maar er is nog een tweede vaststelling over de menselijke soort
waar ik het even over wil hebben,
en dat is dat we
hoe buitengewoon slim we ook zijn
we ook ongelooflijk, ongelooflijk dom kunnen zijn
als het gaat om een aantal aspecten van onze besluitvorming.
Nu zie ik hier heel wat zenuwachtig gegrijns.
Maak je geen zorgen, ik ga niemand naar voren halen
om zijn fouten te etaleren.
Net in de laatste twee jaar zien we
ongekende voorbeelden van menselijke onmacht.
We hebben gezien hoe ons unieke instrumentarium
om grondstoffen aan ons milieu te onttrekken
ons op een verschrikkelijke manier in de steek heeft gelaten.
We hebben gezien hoe onze unieke financiële markten -
die verondersteld werden onfeilbaar te zijn -
voor onze ogen in elkaar stortten.
Maar geen van beide gènante voorbeelden
benadrukken het meest beschamende
over de fouten die mensen maken,
en dat is dat we graag denken dat de fouten die we maken
in feite alleen het resultaat zijn van een paar rotte appels
of een van paar stom toevallige, foute beslissingen.
Maar wat sociale wetenschappers leren
is dat de meesten van ons in bepaalde omstandigheden,
zeer specifieke fouten gaan maken.
Die fouten zijn voorspelbaar.
We maken ze steeds weer opnieuw.
En ze zijn in feite immuun voor hopen bewijsmateriaal.
Als we negatieve feedback krijgen,
hebben we nog steeds in dezelfde context,
de neiging om dezelfde fouten te maken.
Dat is voor mij, als onderzoeker
van de menselijke natuur echt onbegrijpelijk.
Waar ik het meest nieuwsgierig naar ben is
hoe een soort, die zo slim is als wij,
in staat is om dit soort beslissingsfouten
steeds weer opnieuw te maken?
Waarom kunnen wij als de slimsten dit niet uitvissen?
Waar komen die fouten eigenlijk vandaan?
En hier zie ik enkele mogelijkheden.
Een mogelijkheid is dat het niet echt onze schuld is.
Omdat we een slimme soort zijn,
zijn we in staat allerlei
super, super ingewikkelde omgevingen te creëren,
soms te ingewikkeld om ze nog werkelijk te begrijpen,
ook al hebben we ze zelf gecreëerd.
Wij creëren hypercomplexe financiële markten.
Wij creëren te ingewikkelde hypotheekvoorwaarden.
In situaties waar we niet mee kunnen omgaan,
is het logisch dat we
er soms een puinhoop van maken.
In dat geval zou er een simpele oplossing
zijn voor het probleem van menselijke fouten.
Wij hoeven alleen uit te zoeken
met welke technologieën we niet kunnen omgaan,
welke soorten situaties onbeheersbaar zijn -
ons daarvan ontdoen en de zaken beter ontwerpen,
om de edele soort te zijn
waarop wij ons laten voorstaan.
Maar er is nog een verontrustender mogelijkheid.
Misschien is het niet onze omgeving die in de knoop zit.
maar zijn we zelf slecht ontworpen.
Dat is een hint die ik heb gekregen
door te kijken naar wat sociale wetenschappers hebben geleerd over menselijke fouten.
En wat we zien is dat mensen de neiging hebben om dezelfde fouten
steeds weer opnieuw te begaan.
Het lijkt alsof we werden ontworpen
om bepaalde fouten te maken.
Dit is een mogelijkheid waar ik me een klein beetje meer zorgen over maak,
omdat, als wij in de knoop liggen,
het niet echt duidelijk is hoe we daar verder mee moeten omgaan.
We zouden gewoon het feit dat we makkelijk fouten maken kunnen accepteren
en proberen om de dingen daarnaar te ontwerpen.
Dat is de vraag waarop wij een antwoord wilden krijgen.
Hoe kunnen we het verschil zien tussen mogelijkheid 1 en mogelijkheid 2?
Wat we nodig hebben is een populatie
die slim is, veel besluiten kan nemen,
maar geen toegang heeft tot onze systemen,
die ons kunnen verwarren -
geen menselijke technologie, menselijke cultuur,
misschien zelfs niet de menselijke taal.
En daarom wendden we ons tot deze jongens hier.
Dit is een van de jongens waar ik mee werk. Het is een bruin kapucijnaapje.
Het zijn Nieuwe Wereld primaten,
wat betekent dat ze ongeveer 35 miljoen
jaar geleden van de menselijke tak zijn afgebroken.
Dat betekent dat jouw groot-, groot-, groot-, groot-, groot-, groot-, groot-,
met ongeveer vijf miljoen "groten" -
grootmoeder waarschijnlijk ook de groot-, groot-, groot-,
grootmoeder, met ongeveer vijf miljoen "groten",
was van Holly hier.
Dus weet, voor jouw comfort, deze jongen is een heel ver,
weliswaar evolutionair, familielid.
Het goede nieuws over Holly is echter dat
zij niet over dezelfde technologieën als wij beschikt.
Ze is een slim, perfect aangepast schepsel, ook een primaat,
maar mist alles waarvan we verwachten dat het ons verknoeit.
Dus is zij het perfecte onderzoeksobject.
Wat als we Holly in dezelfde context als mensen plaatsen?
Maakt ze dan dezelfde fouten?
En leert ze er niet van? En zo verder.
En dus dit is wat we besloten te doen.
Mijn studenten en ik zijn daar een paar jaar geleden zeer enthousiast over geraakt.
Wij zeiden, oke, laten we Holly eens wat problemen voorschotelen,
en kijken of ze de boel ook verknoeit.
Het eerste probleem is alleen waar te beginnen?
Want, weet je, het is wel knap voor ons, maar niet zo goed voor de mens.
Wij maken fouten in allerlei omstandigheden.
Waarmee moeten we nu eigenlijk beginnen?
En omdat we met dit werk begonnen rond de tijd van de financiële crisis,
rond de tijd dat de eerste inbeslagnames in het nieuws opdoken,
zeiden we, hhmm, misschien moeten we
toch maar van start gaan in het financiële domein.
Misschien dat we moeten kijken naar de economische beslissingen van apen
en proberen te zien of ze dezelfde domme dingen doen als wij.
Daar stuitten we op een tweede probleem -
wat methodologischer van aard -
en dat is dat, misschien weten jullie dat niet,
apen geen geld gebruiken. Ik weet het, je bent ze nog niet tegengekomen.
Daarom staan ze niet in de rij achter je
in de supermarkt - daar houden ze zich niet mee bezig.
Daar werden we dus met een probleempje geconfronteerd.
Hoe gaan we apen vragen hoe ze met geld omgaan
als ze het niet werkelijk gebruiken?
Nou, daar moesten we ons maar bij neerleggen
en de apen leren hoe met geld om te gaan.
Dat is nu net wat we deden.
Waar u hier naar kijkt is het eerste voorbeeld
van niet-menselijke valuta.
Niet erg creatief
hebben we het maar een token genoemd.
Met deze munteenheid hebben we in Yale onze apen geleerd
om mensen
te betalen voor voedsel.
Veel heeft het niet om het lijf.
Het is ook maar een stukje metaal.
Zoals je wel eens meebrengt van een reis.
Eenmaal thuis heb je er niks meer aan.
Eerst vonden de apen er ook niks aan
tot ze beseften wat ze ermee konden doen.
Toen we ze voor het eerst aan hen gaven,
pakten ze ze op om ze te bekijken.
Als een soort rare dingen.
Maar al zeer snel leerden de apen
dat zij deze tokens voor voedsel konden ruilen
met verschillende mensen in het lab.
Dat zie je hier een van onze apen, Mayday, doen.
Op A en B zie je ze er een beetje nieuwsgierig
naar kijken.
En hier de wachtende hand van een menselijke experimentator,
en Mayday heeft snel door dat die mens dat wil hebben.
Geeft het af en krijgt dan wat te eten.
Niet alleen Mayday, al onze apen worden goed
in de handel van tokens met een menselijke verkoper.
Hier een korte video van hoe dit in zijn werk gaat.
Hier is Mayday. Ze gaat een token ruilen voor wat eten
en wacht gelukkig op haar eten.
Hier is Felix, denk ik. Hij is onze alpha mannetje, een grote kerel.
Maar ook hij wacht geduldig, krijgt zijn eten en vertrekt.
De apen worden daar echt goed in.
Verrassend goed in na een korte training.
Wij deden niet meer dan ze dit zelf te laten bedenken.
De vraag is: is dit zoiets als menselijk geld?
Is dit wel een markt,
of gaat het gewoon om een truc van een rare psycholoog
om apen iets te laten doen,
om er slim uit te zien zonder echt slim te zijn?
En dus we zeiden, nou ja, wat zouden apen spontaan doen
als dit echt hun munt zou zijn, indien zij het werkelijk als geld gebruikten?
Goed, je zou je kunnen voorstellen dat ze
ook allerlei slimme dingen zouden doen
die mensen ook doen wanneer ze beginnen met het uitwisselen van geld.
Misschien kon je ze interesse laten krijgen in de prijs,
of ze aandacht laten besteden aan hoeveel ze kopen -
of ze laten bijhouden wat ze aan apengeld uitgeven.
Doen de apen zoiets?
En zo is onze apenmarkt geboren.
De manier waarop die werkt is dat
onze apen normaal leven in een soort grote sociale dierentuin.
Wanneer ze zin krijgen in wat lekkers,
lieten we hen naar
een iets kleinere ruimte gaan, hun markt.
Bij het betreden van de markt -
eigenlijk een veel leukere markt dan onze menselijke markten
omdat ze bij de deur van de markt
een grote beurs vol tokens kregen
zodat ze de tokens
met een van deze twee jongens hier konden ruilen -
twee verschillende menselijke verkopers
van wie ze de spullen konden kopen.
De verkopers waren studenten van mijn lab.
Ze kleedden zich anders, ze waren verschillende mensen.
En na verloop van tijd deden ze in principe hetzelfde
zodat de apen konden leren,
wie wat verkocht tegen welke prijs - wie betrouwbaar was, wie niet, en zo verder.
En je kunt hier zien dat elk van de experimentatoren
een klein, geel etensbakje vasthoudt.
Dat is wat de aap krijgt voor één token.
Dus alles kost één token,
maar zoals je kunt zien, soms krijg je niet alijd hetzelfde voor één token,
soms meer druiven, soms minder.
Op deze video kan je dat zien.
Vanop de ooghoogte van een aap die wat kleiner is dan wij.
Hier is Honey.
Ze wacht een beetje ongeduldig op het opengaan van de markt.
Plots gaat de markt open. Hier is haar keuze: én druif of twee druiven.
U kunt zien dat Honey, als zeer goede markt-econoom,
naar de man gaat die meer geeft.
Ze zou onze financiële adviseurs een paar dingen kunnen leren.
Niet alleen Honey, maar grootste deel
van de apen gingen naar de jongens die meer aanboden.
Het merendeel van de apen ging naar de jongens met het beste voedsel.
Toen wij koopjes aanboden, zagen we dat de apen daar aandacht voor hadden.
Ze geven echt om hun de waarde van hun apengeld.
Des te verrassender was dat toen we samenwerkten met economen
om te kijken naar de apengegevens met behulp van economische instrumenten.
Ze komen overeen, niet alleen kwalitatief,
maar ook kwantitatief, met wat we
mensen zien doen op een echte markt.
Zozeer zelfs dat, indien je naar de apendata keek,
je kon niet zeggen of ze van een aap of van een mens kwamen.
Dus konden we zeggen
dat we,
althans voor de apen en ons,
een echte financiële munt hadden ingevoerd.
De vraag is nu: gaan de apen nu ook alles verpesten net zoals wij?
Nou, we zagen al vlug een paar voorvallen die daarop konden wijzen.
Wat we nooit hebben gezien bij de apen
was enig bewijs van sparen -
zoals wij dat doen..
Op de markt gekomen, gaven de apen hun hele budget uit
en gingen dan terug naar de anderen.
Wat we ook zagen is,
beschamend genoeg,
spontaan bewijs van diefstal.
De apen pikten de tokens bij elke gelegenheid -
van elkaar, vaak van ons -
dingen die we niet wilden uitlokken,
maar die we spontaan zagen gebeuren.
Dus zeiden we: dit ziet er slecht uit.
Zien we nu de apen
precies dezelfde domme dingen doen als mensen?
Een mogelijkheid was om
het aapfinanciële systeem te laten uitspelen,
en te kijken of ze na een paar jaar in de problemen zouden geraken.
Daarvoor waren we een beetje te ongeduldig dus wilden
we de zaken een beetje versnellen.
We begonnen met de apen
dezelfde soort problemen voor te schotelen
waarbij mensen de neiging hebben om in de fout te gaan
bij sommige economische uitdagingen,
of economische experimenten.
En omdat de beste manier om dat na te gaan
het zelf ondervinden is,
ga ik jullie nu aan een kort experiment onderwerpen
waarbij je je eigen financiële intuïtie in actie kan zien.
Stel dat ik nu
aan ieder van jullie
1000 dollar geef - 10 nieuwe honderd dollar biljetten.
Pak ze aan, steek ze in je portemonnee
en denk even na wat je ermee gaat doen.
Omdat het geld nu van jou is, kan je kopen wat je wil,
het weggeven, het sparen, enzovoort.
OK, maar je krijgt een kans op wat meer geld.
Of je kan wat riskeren, en in dat geval
gooi ik een zo'n apentoken op.
Kop en dan krijg je nog eens duizend dollar.
Bij munt krijg je niets.
Je hebt een kans om meer te krijgen, maar het is erg riskant.
Je andere optie is een je veiliger. Je krijgt zeker wat geld.
Ik geef je dan 500 dollar.
Je doet ermee wat je wil.
Wat zegt je intuïtie hier?
De meeste mensen kiezen voor de veilige optie.
De meeste mensen kiezen voor de zekere 1500 dollar.
Dit lijkt me een goede gok. Ik kies voor het zekere.
Wat niet zo irrationeel lijkt.
Mensen zijn een beetje risicomijdend. Dus wat?
Nou, de "dus wat?" komt wanneer je begint na te denken
over hetzelfde probleem
maar net een beetje anders opgezet.
Stel je voor dat ik ieder van u
2000 dollar zou geven - 20 mooie honderd dollarbiljetten.
Nu kan je twee keer zoveel dingen kopen als de eerste keer.
Denk na over hoe het aanvoelt in je portemonnee.
En stel nu dat ik je een andere keuze laat maken.
Maar deze keer is het een beetje lastiger.
Je moet beslissen hoe je geld gaat verliezen,
maar je gaat dezelfde keuze krijgen.
Je kan kiezen tussen een riskant verlies -
ik gooi een muntstuk op. Kop en je bent het hele bedrag kwijt.
Munt en je verliest niets, je mag alles houden -
of je kan op veilig spelen, wat betekent dat je me
500 dollar moet teruggeven.
En nu zie ik hier heel wat gefronste wenkbrauwen.
Dus misschien heb je dezelfde intuïtie
als onze proefpersonen,
en die in dit geval
niet op veilig te speelden.
De meesten neigen naar het riskante..
Dit is irrationeel omdat het in beide situaties
om dezelfde keuze gaat.
Het is of een 50/50 kans op 1000 of 2000
of 1500 dollar met zekerheid.
Maar menselijke intuïtie over hoeveel risico te nemen
hangt af van de uitgangssituatie.
Waardoor?
Nou, dit komt doordat we met ten minste
twee psychologische vooroordelen zijn behept.
Een daarvan is dat we niet goed zijn om te denken in absolute termen.
Je moet het echt uitcijferen.
Een optie is 1000 of 2000 dollar;
de andere 1500 dollar.
Daarentegen zijn we goed in het denken in relatieve termen
als je voor de keuze staat.
We denken : "Oh, ik ga meer krijgen," of "Oh, ik ga minder krijgen."
Dit is allemaal goed en wel, behalve dat
veranderingen in verschillende richtingen
daadwerkelijk onze keuzes beïnvloeden
over wat goed of niet goed is.
En dit leidt tot onze tweede neiging, die
economen 'afkeer van verlies' noemen.
Het idee is dat we het echt haten om in het rood gaan.
We hebben er echt een hekel aan om wat geld te verliezen.
En dit betekent dat we soms onze keuzes
aanpassen om dit te voorkomen.
Wat je zag in dat laatste scenario is dat
mensen riskant gedrag gaan vertonen
omdat ze gaan voor de kleine kans om geen verlies te lijden.
Dat betekent dat wanneer we denken een risico te nemen -
of liever gezegd, aan een mogelijk verlies,
we meer geneigd zijn tot risico's,
wat eigenlijk echt verontrustend is.
Dit speelt de mens op allerlei manieren parten.
Dit verklaart waarom beleggers hun aandelen langer blijven aanhouden -
omdat ze ze in relatieve termen toetsen.
Daarom weigerden mensen op de woningmarkt hun huis te verkopen -
omdat ze niet willen verkopen met verlies.
De vraag die ons interesseerde was
of de apen op dezelfde basis zouden reageren.
Als we hetzelfde scenario opzetten op onze kleine apenmarkt,
zouden ze dan hetzelfde doen als mensen?
Dus gaven we de apen keuzes
tussen veilige verkopers - zij deden keer op keer hetzelfde -
of risico-verkopers -
die deden de dingen de helft van de tijd anders.
En dan gaven we hen de keuze voor bonussen -
zoals jullie deden in het eerste scenario -
zodat ze daadwerkelijk een kans meer hebben,
of gevallen waar ze verlies leden -
omdat ze dachten meer te krijgen dan wat ze in werkelijkheid kregen.
En dus is dit hoe het eruitziet.
We hebben de apen laten kennismaken met twee nieuwe verkopers.
De man links en rechts beginnen beiden met één druif,
dus het ziet er redelijk goed uit.
Maar ze gaan de apen bonussen geven.
De man aan de linkerkant is een veilige bonus.
Elke keer voegt hij er een druif bij, om de apen er twee te geven.
De man aan de rechterkant is een riskante bonus.
Soms krijgen de apen geen bonus - dat is dus een nulbonus.
Soms krijgen de apen er twee extra.
Een grote bonus, nu krijgen ze er drie.
Maar dat is dezelfde keuze waarmee jullie zojuist werden geconfronteerd.
Willen de apen op veilig spelen
en verdergaan met de man die bij elke proef hetzelfde gaat doen,
of willen ze wat riskeren
om een riskante, maar grote, bonus te krijgen
maar ook het risico lopen om geen bonus te krijgen?
Mensen speelden hier op veilig.
En het blijkt dat de apen dat ook doen.
Kwalitatief en kwantitatief
kiezen ze precies op dezelfde manier als mensen,
wanneer getest in dezelfde zaak.
Misschien houden apen gewoon niet van risico's.
Misschien moeten we eens kijken wat ze doen bij verlies.
En dus voerden we een tweede versie van dit experiment uit.
Nu voeren we twee verkopers op
die hen geen bonussen geven;
ze geven ze minder dan ze verwachten.
Dus beginnen ze met een grote hoeveelheid.
Dit zijn drie druiven; de aap is er helemaal klaar voor.
Maar nu leren ze dat deze verkopers minder gaan geven dan ze verwachten.
De kerel aan de linkerzijde betekent een zeker verlies.
Elke keer neemt hij een van deze weg
en geeft de apen er slechts twee.
De man aan de rechterkant is het risicovolle verlies.
Soms geeft hij geen verlies, wat de apen accepteren,
maar soms geeft hij in feite een groot verlies,
door er twee weg te nemen en de apen slechts één druif te geven.
En dus wat doen de apen nu?
Nogmaals, dezelfde keuze, ze kunnen op veilig spelen
door altijd voor twee druiven te gaan,
of ze kunnen het risico lopen en kans maken op één of op drie.
Het merkwaardige voor ons is dat, wanneer je apen deze keuze geeft,
zij hetzelfde irrationele gedrag als dat van mensen vertonen.
Ze nemen meer risico's
afhankelijk van hoe de onderzoekers begonnen.
Dit is te gek omdat het suggereert dat de apen ook
dingen in relatieve termen beoordelen
en ze verliezen anders dan winsten behandelen.
Dus wat betekent dit alles?
Nou, wat we zien is dat we in de eerste plaats
de apen een financiële valuta geven,
en ze doen er gelijkaardige dingen mee.
Ze doen een aantal van de slimme dingen die we doen,
maar ook sommige van de niet zo aardige dingen,
zoals stelen en zo verder.
Maar ook een deel van onze irrationele dingen.
Ze slaan systematisch de bal mis
net als wij.
De eerste les die we hieruit kunnen leren
is dat waar je in het begin misschien dacht
een kapucijnaapje als financiële adviseur in te huren -
want ze zijn leuker dan die ... je weet wel -
Doe het niet, ze zijn waarschijnlijk net zo dom
als de menselijke adviseur die je nu al hebt.
Dus, je weet wel, een beetje slecht - Sorry, sorry, sorry.
Een beetje slecht voor aap beleggers.
Maar natuurlijk, je weet wel, de reden waarom je lacht is ook slecht voor mensen.
Omdat we het antwoord op de vraag hebben gevonden.
We wilden weten waar dit soort fouten vandaan kwamen.
En we begonnen met de hoop dat we misschien
onze financiële instellingen een beetje konden bijsturen,
of onze technologieën konden verbeteren.
Maar we vonden dat deze neigingen misschien diep in ons zitten geworteld.
Zij kunnen te wijten zijn aan de aard
van onze evolutionaire geschiedenis.
Misschien zijn het niet alleen de mensen
aan de rechterkant van deze keten die dom zijn.
Misschien is die domheid er al van in het begin.
En dit, als we mogen geloven in de resultaten van de kapucijnaapjes
betekent dat deze domme strategieën
wel eens 35 miljoen jaar oud zouden kunnen zijn.
Dat betekent dat deze strategie
al heel, heel oud is.
Wat weten we over andere oude strategieën?
We weten dat ze zeer moeilijk te overwinnen zijn.
Denk aan onze evolutionaire voorliefde
voor zoetigheid, voor vette dingen zoals kaastaart.
Je kunt dat niet zomaar uitschakelen.
Niemand zegt bij het dessert: "Nee, nee, nee. Dat ziet er walgelijk uit voor mij."
Wij zitten anders in elkaar.
We zien dat als iets begerenswaardig.
Mijn gok is dat hetzelfde gaat waar zijn
wanneer het gaat over het nemen van
verschillende financiële beslissingen.
Wanneer u uw aandelen in het rood ziet duiken,
als je de prijs van je huis naar beneden ziet gaan,
dan kan je dat niet anders zien
dan in die oude evolutionaire termen.
Dit betekent dat de vooroordelen,
die ertoe leiden dat beleggers het slecht doen
of de inbeslagname crisis veroorzaken,
echt moeilijk te overwinnen zullen zijn.
Dus dat is het slechte nieuws. De vraag is: is er ook goed nieuws?
Ik wordt verondersteld om hier het goede nieuws te vertellen .
Nou, het goede nieuws, denk ik,
is waarmee ik de toespraak ben begonnen,
dat is dat mensen niet alleen slim zijn,
we zijn echt inspirerend slim zijn vergeleken met
de rest van het dierenrijk.
We zijn zo goed in het overkomen van onze biologische beperkingen -
weet je, ik vloog hier naartoe in een vliegtuig.
Ik hoefde niet met vleugels te flapperen.
Ik draag contactlenzen zodat ik jullie allemaal kan zien.
Ik hoef niet te vertrouwen op mijn eigen bijziendheid.
Wij hebben eigenlijk in al deze gevallen
onze biologische beperkingen overwonnen
met technologie en andere middelen, ogenschijnlijk gemakkelijk.
Maar we moeten erkennen dat we die beperkingen hebben.
En hier zit hem de kneep.
Het was Camus die ooit zei "De mens is de enige soort is
die weigert te zijn wat hij werkelijk is."
Maar de ironie is dat we
alleen in het erkennen van onze beperkingen
we ze echt kunnen overwinnen.
De hoop zit hierin dat jullie allemaal zullen nadenken over je beperkingen.
Niet noodzakelijkerwijs als onoverkomelijk,
maar om ze te herkennen, te accepteren
en dan gebruik te maken van onze vaardigheden om ze op te lossen.
Dat zou de enige manier kunnen zijn waarop we echt in staat zullen zijn
ons eigen menselijk potentieel te verwezenlijken
en de edele soort te worden die we allemaal hopen te zijn.
Dank u.
(Applaus)