Ik ben afgestudeerd meteoroloog.
Ik heb een bachelordiploma,
een masterdiploma en een doctoraat,
dus ik ben geregistreerd meteoroloog.
En dat leidt gegarandeerd
altijd tot vier vragen.
Deze voorspelling heb ik altijd goed.
(Gelach)
En dat zijn de volgende vragen:
'Marshall, op welke zender vind ik je?'
(Gelach)
'Dr. Shepherd, wat voor weer
wordt het morgen?'
(Gelach)
En deze is ook prachtig:
'Mijn dochter gaat in september trouwen
en de trouwerij is buiten.
Gaat het regenen?'
(Gelach)
Die krijg ik, echt waar,
en ik weet het antwoord niet.
Ik heb de gegevens gewoon niet.
Maar deze krijg ik tegenwoordig ook vaak:
'Dr. Shepherd, gelooft U
in klimaatverandering?'
'Gelooft U in opwarming van de Aarde?'
Ik moet me iedere keer inhouden
als ik die vraag krijg.
Want het is een verkeerde vraag --
wetenschap is geen geloofssysteem.
Mijn zoontje van 10
gelooft in de tandenfee
en dat moet hij eens afleren
want het kost me teveel geld.
(Gelach)
Maar hij gelooft in de tandenfee.
Maar ga nu eens na.
Het gebouw van de
Bank of America in Atlanta.
Je hoort toch nooit iemand zeggen:
'Geloof jij dat als je een bal laat vallen
vanaf het dak van dat gebouw,
dat hij naar beneden gaat?'
Dat hoor je nooit,
want zwaartekracht is er gewoon.
Dus waarom horen we nooit de vraag
'Geloof je in zwaartekracht?',
maar horen we regelmatig de vraag
'Geloof je in opwarming van de Aarde?'
Kijk, dit zijn de feiten.
De American Association
for the Advancement of Science, AAAS,
een van de leidende organisaties
op het gebied van wetenschap,
stelde wetenschappers en publiek
vragen over verschillende onderwerpen.
Hier zijn er enkele:
genetisch gemodificeerde voeding,
onderzoek op dieren, menselijke evolutie.
Kijk naar wat de wetenschappers
hierover zeiden,
de mensen die deze onderwerpen
echt bestuderen, in het rood,
tegenover wat het publiek denkt.
Hoe is dit zo gekomen?
Hoe is dit zo gekomen?
De massa en wetenschappers
denken zo anders
over deze wetenschappelijk onderwerpen.
Ik zal nu wat dichter
bij mijn vakgebied komen,
klimaatverandering.
87% van de wetenschappers
geloven dat de mens bijdraagt
aan klimaatverandering.
Maar bij de massa is dat slechts 50%?
Hoe komt dat zo?
Dus je vraagt je af:
wat bepaalt hoe mensen
tegen wetenschap aankijken.
Het is een interessante vraag
en een waar ik veel over heb nagedacht.
Een van de dingen die bepaalt
hoe de massa wetenschap ziet,
zijn volgens mij geloofssystemen
en vooroordelen.
Geloofssystemen en vooroordelen.
Laten we daar eens naar kijken.
Ik wil drie elementen daarvan bekijken:
bevestigingsdrang, Dunning-Krugereffect
en cognitieve dissonantie.
Dikke, chique, academische termen,
zul je zeggen --
en dat zijn het ook --
maar als ik ze beschrijf,
zul je iets hebben van 'O!
Dat herken ik wel;
ik ken iemand die dat ook doet.'
Bevestigingsdrang.
Bewijs vinden voor iets wat we al geloven.
Nu zijn we daar soms
allemaal wel een beetje schuldig aan.
Kijk hier eens naar.
Ik zit op Twitter.
En als het sneeuwt,
krijg ik vaak deze tweet:
(Gelach)
'Hé, Dr. Shepherd, ik heb 50 cm
opwarming van de Aarde in mijn achtertuin.
Klimaatverandering?
Waar hebben jullie het over?'
Die tweet krijg ik dus echt vaak.
Het is een grappige tweet;
ik moet er ook om lachen.
Maar hij is o zo fundamenteel
wetenschappelijk onjuist.
Want hij illustreert
dat de persoon die tweet
het verschil tussen weer
en klimaat niet begrijpt.
Ik zeg vaak dat het weer je humeur is
en het klimaat is je persoonlijkheid.
Stel je voor:
het weer is je humeur
en het klimaat je persoonlijkheid.
Jouw humeur vandaag
vertelt me misschien
niets over je persoonlijkheid,
net zoals een koude dag
niets zegt over klimaatverandering,
net zo min als een warme dag, trouwens.
Dunning-Kruger.
Twee geleerden van Cornell
ontdekten het Dunning-Krugereffect.
Als je kijkt naar de
intercollegiaal getoetste paper,
vind je allerlei chique terminologie:
het is een ingebeeld
meerderwaardigheidscomplex,
dat we denken iets te weten.
Oftewel: mensen denken
meer te weten dan ze echt weten,
of ze onderschatten wat ze niet weten.
En dan heb je cognitieve dissonantie.
Cognitieve dissonantie is interessant.
Nou hadden we onlangs Groundhog Day.
Er is geen betere definitie
van cognitieve dissonantie
dan intelligente mensen die me vragen
of de voorspelling van
een knaagdier betrouwbaar is.
(Gelach)
Toch maak ik dat steeds weer mee.
(Gelach)
Maar ik hoor ook over de boerenalmanak.
We groeiden op met de boerenalmanak
en we zijn er vertrouwd mee.
Het probleem is
dat hij slecht voor 37% klopt,
volgens onderzoek
van Penn State University.
Maar we zitten in
een wetenschappelijk tijdperk
waarin we het weer
echt kunnen voorspellen.
En geloof het of niet, dat is aan jou,
maar we zijn 90% of meer correct
met onze weersvoorspelling.
Je hebt gewoon de neiging
die enkele misser te onthouden, echt.
(Gelach)
Dus bevestigingsdrang, Dunning-Kruger
en cognitieve dissonantie.
Dat zijn de dingen die ervoor zorgen
welke vooroordelen mensen hebben
en hoe ze wetenschap zien.
Maar dan heb je nog
alfabetisme en misinformatie
die ons ook beperken.
Tijdens het orkaanseizoen van 2017
moesten tv-zenders daadwerkelijk
journalisten inzetten
om onjuiste informatie
over het weerbericht te ontkrachten.
In die situatie zitten we nu.
Ik heb hier op sociale media
voortdurend mee te maken.
Iemand post een voorspelling,
een voorspelling voor orkaan Irma,
maar het probleem is:
die kwam niet van het Hurricane Center.
Maar mensen deelden massaal deze tweet.
Hij kwam helemaal niet
van het National Hurricane Center.
Ik werkte 12 jaar
van mijn carrière bij NASA
voor ik naar de Universiteit
van Georgia kwam
en ik ben er voorzitter van hun
Aardwetenschappen Adviescommittee,
ik was er vorige week.
En ik zag er hele interessante dingen.
Dit is een NASA-model met
wetenschappelijke data van de satelliet
dat het orkaanseizoen 2017 laat zien.
Zie je orkaan Harvey daar?
Kijk eens naar al dat stof
dat van Afrika komt.
En kijk eens naar die bosbranden
in het noordwesten van de VS en in Canada.
Daar komt orkaan Irma.
Dit vind ik fascinerend.
Toegegeven, ik ben een weergek.
Maar belangrijker is dat het illustreert
dat we de technologie hebben
om het weer- en klimaatsysteem
niet alleen te observeren,
maar het te voorspellen.
We begrijpen dit wetenschappelijk,
dus het maakt niet uit wat we denken
of hoe we dingen 'zien' --
waar ik het zojuist over had.
We weten dit.
Neem nou dit.
Dit is Houston, in Texas,
na orkaan Harvey.
Nu schrijf ik regelmatig
een stukje in het blad 'Forbes'
en een week voordat orkaan Harvey
aan land kwam, schreef ik daarin:
"Er gaat waarschijnlijk
1000 tot 1200 mm regen vallen."
Dat schreef ik een week
voordat het gebeurde.
Maar toch, als je mensen
in Houston spreekt,
dan zeggen ze: "We hadden geen idee
dat het zo erg zou worden."
Ik ben gewoon ...
(Zucht)
(Gelach)
Een week van tevoren.
Maar ...
We lachen er nu om,
maar je kunt er niet omheen
dat we allemaal moeite hebben
om iets te zien waar we
geen ervaring mee hebben.
Mensen in Houston zijn gewend aan regen;
er zijn vaak overstromingen.
Maar dit hebben ze nooit meegemaakt.
Houston krijgt gemiddeld
850 mm regen in een jaar.
Nu kregen ze 1200 mm in drie dagen.
Dat is een anomalie,
een bijzondere gebeurtenis.
Dus geloofssystemen, vooroordelen,
alfabetisme en onjuiste informatie.
Hoe stappen we buiten de kaders
die ons zicht belemmeren?
We hoeven niet eens naar Houston,
we kunnen dichtbij huis blijven.
(Gelach)
Herinner je je de 'sneeuwpocalyps'?
(Gelach)
Sneeuwmageddon?
Sneeuwzilla?
Hoe je het ook wilt noemen.
De hele vijf centimeter.
(Gelach)
Vijf centimeter sneeuw
sloot de hele stad Atlanta af.
(Gelach)
Maar in feite was er eerst
een waarschuwing voor een winterstorm,
wat vervolgens een winterweer-advies werd
en een hoop mensen zagen dat
als een mildere voorspelling:
"O, zo erg wordt het niet."
Maar wat men zag
als een mildere voorspelling
was feitelijk een urgenter alarm.
Hoe meer data we kregen,
des te erger zag het eruit.
Dat is een voorbeeld van hoe ons denken
ons uitzicht belemmert.
Dus de vraag wordt:
hoe vergroten we onze straal?
Hoeveel we begrijpen
is een afgeleide van hoe ver we kijken.
Hoe vergroten we de straal
van ons begrip van wetenschap?
Dit denk ik erover.
Je brengt je eigen vooroordelen in kaart.
Ik daag jullie allemaal uit dat te doen.
Breng je vooroordelen in kaart.
Waar komen ze vandaan?
Je opvoeding, je politieke
voorkeur, je geloof --
wat voedt jouw vooroordelen?
Evalueer dan je bronnen --
waar haal jij je
wetenschappelijke informatie?
Wat lees je, waarnaar luister je
om wetenschappelijk
geïnformeerd te blijven?
En ten slotte: het is belangrijk
om je mond open te doen.
Spreek over hoe je je vooroordelen
hebt geëvalueerd
en je bronnen hebt getoetst.
Luister nu met me mee
naar deze clip van 40 seconden
van een van de top tv-weermannen
in de VS, Greg Fishel,
uit Raleigh, bij Durham.
Hij wordt daar op handen gedragen.
Maar hij was klimaatscepticus.
Maar luister wat hij zegt
over je mond opendoen.
Greg Fishel: De fout die ik maakte,
en daar kwam ik pas later achter,
was dat ik alleen naar informatie zocht
die onderschreef wat ik al dacht,
en dat ik niet geïnteresseerd was
om andere geluiden te horen.
En dus werd ik op een dag wakker
met die gedachte in mijn hoofd:
Greg, maak jij je niet schuldig
aan bevestigingsdrang?
Ben je alleen op zoek naar informatie
die bevestigt wat je al denkt?
En als ik eerlijk was,
en dat probeerde ik,
moest ik toegeven dat dat zo was.
Dus hoe meer ik met wetenschappers sprak
en collegiaal getoetste literatuur las
en mezelf probeerde te gedragen
zoals me dat was geleerd
toen ik op Penn State student was,
hoe moeilijker het werd om te ontkennen
dat we op zijn minst enige invloed hadden.
Misschien was er nog twijfel over hoeveel,
maar 'niets' was in ieder geval
niet verantwoord om te zeggen
als wetenschapper of als mens.
JMS: Greg Fishel sprak daarmee
over het vergroten van de straal
van zijn begrip van de wetenschap.
En als we die straal vergroten,
gaat het niet over een betere toekomst,
dan gaat het om het beschermen
van het leven zoals we dat kennen.
Dus als we denken over het vergroten
van de straal van ons eigen begrip
van de wetenschap,
dan is het cruciaal
voor Athens en Atlanta,
voor de staat Georgia
en voor de wereld.
Vergroot dus je straal.
Dankjewel.
(Applaus)