Paleontologie,
een wetenschap gemaakt
voor kleine kinderen,
gefocust op het opgraven van dinosurussen
door mensen in een 'Jurassic Park'-pak.
Schedels worden uit de grond gewipt
en ergens tentoongesteld.
Waarvoor het, behalve
voor clickbait, nog kan dienen,
is niet duidelijk.
Nee ...
Wacht.
Dat is geen paleontologie.
Paleontologie gaat
over de studie van het voorbije leven.
Alle voorbije leven.
Van voorouders tot vreemde vormen.
Het gaat over fundamentele vragen
zoals "Wie zijn wij?"
En "Hoe zijn we hier geraakt?" --
met de breedst mogelijke
definitie van 'wij':
het leven zelf.
Dinosaurussen, een soort vogels,
maken daar maar een klein deel van uit.
(Gelach)
Maar toch staan zij voor het voetlicht.
(Gelach)
Dit is een zeer treffende meme;
niet eens door mij gemaakt.
Simpelweg de waarheid.
De meeste paleontologen beschouwen
dinosaurussen als een instapdrug.
Maar je vindt zo veel
coolere dingen in het fossielenbestand
waar we nog zo weinig van weten.
We maken een korte, dinovrije rondrit
door de laatste vier miljard jaar.
(Gelach)
We beginnen met genetisch materiaal.
Virussen, in feite,
begonnen eiwitten te maken
waarbij ze hun omgeving
naar de vaantjes hielpen.
De aarde werd besmet met leven.
Sommige bacteriën leerden zonlicht eten,
maakten zuurstof,
haalden koolstof uit de lucht
en verknoeiden het ijzer-voedsel
van andere microben
door het om te zetten tot roest.
Dat ging miljarden jaren door.
Sommige bacteriën aten andere bacteriën
en verkregen zo hun vermogen
om met zuurstof energie te maken.
Dat werden de voorlopers
van dieren en planten.
Daardoor kwamen er echter klimaatschokken,
van heet naar koud en terug.
Zo werd de aarde een sneeuwbal,
overdekt met gletsjers.
De technische term voor deze periode
is 'Sneeuwbal-aarde'.
(Gelach)
Zeven-, achthonderd miljoen jaar geleden.
Microben gingen samenklitten
en vormden meercellig leven.
Zeshonderd miljoen jaar geleden
verschenen er geometrische kolonies
die microben uit het water zogen.
Die werden al vlug vervangen
door de voorouders van de moderne dieren.
De Cambrische explosie.
Verwanten van kreeften aten andere dieren.
Ze vingen ze met hun grijparmen.
Bepantserde wriemelende zeeduizendpoten
kropen over de zeebodem en erin,
en maakten nieuwe ecosystemen.
Onze dikkopachtige voorouders
schoten langs de oude kustlijnen
terwijl hun aalachtige verwanten
met knarsende keeltanden
rondzwommen boven de ijshoornvormige
koralen van de eerste riffen.
Ze ontweken autobusgrote zeemonsters
en hongerige zeeschorpioenen.
Plantenschimmels kwamen aan land.
Maar toen kwamen de gletsjers terug
en doodden bijna alles.
Maar massa-uitroeiingen bieden kansen.
Kaakloze vissen veroverden de oceanen,
uitgerust met punten, gaffels
en uiteindelijk vinnen.
Spinnen, schorpioenen, slakken
en wormen gingen aan land.
Ergens bij China ontwikkelde een vis kaken
en zijn afstammelingen
dreven kaakloze vissen,
zeeschorpioenen en vertakkend plankton
tot uitsterven.
Sommige vissen
met armbeenderen in hun vinnen
kregen vingers,
zeven tot acht per vin.
Aan land werden de planten bomen,
werden enorm groot
of verspreidden hun sporen slechts
éénmaal alvorens dood te gaan.
Maar de gletsjers kwamen terug.
Dat was massa-uitroeiing nummer twee.
Het was het tijdperk van rare vissen
en bepantserde zeelelies.
Haaien met vleugels.
Haaien met zaagbekken.
Haaien met tandjes op hun vinnen.
Haaien met vermorzelende tandplaten.
Beenvissen die leken
op moderne maanvissen en palingen,
voor het eerst.
Er kwamen moerassen
waar drie-meter-lange duizendpoten
en reuzelibellen leefden.
Die verspreidden zich
over het supercontinent Pangea
en stierven, vormden steenkool,
waardoor er een 100 miljoen jaar
durende ijstijd kwam.
Uiteindelijk vestigden de gewervelden
zich blijvend op het land.
Er kwamen alligatorachtige amfibieën
en protozoogdieren met sabeltanden.
Maar toe barstten
over heel Siberië vulkanen uit,
bijna alles ging dood,
en dat was massa-uitroeiing nummer drie.
(Gelach)
Het leven stierf toen bijna uit.
Een enkel, eenzaam zoogdier
met slagtanden overleefde en gedijde,
maar werd algauw vervangen
door galopperende krokodillen.
Op zee: zeereptielen,
reusachtige vlotten gemaakt van
de levende verwanten van zee-egels
en bewapende inktvissen,
ammonieten van alle slag.
Maar toen begon Pangea uiteen te vallen,
vormde een lavazee
die later zou uitgroeien
tot de Atlantische Oceaan.
Giftige gassen werden
in de atmosfeer gestoten.
Massa-uitroeiing nummer vier.
(Gelach)
Eigenlijk waren er heel wat
meer dan deze vijf.
Dat waren de grote.
(Gelach)
Uiteindelijk ontstonden er
reusachtige vissen
en de moderne vissen bevolkten de koralen
die gigantisch waren geworden
doordat ze met hun ingevangen algen
zonlicht aten.
Krabben, stekelroggen en andere vissen
met vermorzelende tanden verschenen.
Ze kraakten schelpen,
wat leidde tot een wapenwedloop
tussen roofdieren en prooidieren.
Er was een explosie
van mariene biodiversiteit.
Zoogdieren klommen in bomen, vlogen
en deden hopen andere dingen
die nogal modern leken.
Ze aten de eerste bloemen
die door de eerste bijen bestoven werden.
Ecologische revoluties
vonden plaats te land en ter zee,
wat leidde tot de moderne wereld.
Behalve dan dat een asteroïde Mexico trof
wat dan weer vulkanen deed uitbarsten
aan de andere kant van de wereld in India
en alles ging bijna weer dood.
(Gelach)
Maar -- er is altijd een maar,
want wij zijn er nog --
de zoogdieren herrezen uit de as,
werden kleiner door de extreme hitte
en daarna almaar groter.
Op de Zuidpool vond je
palmbomen en slangen.
Vleesetende hertenhonden
zwierven langs oude rivieren,
terwijl hun verwanten
weer de zee opzochten
en de eerste otterachtige
walvissen werden.
Niet-hyena's en andere carnivoor-achtigen
werden verjaagd door
gigantische langgenekte neushoorns.
Alles begon er toen al
een beetje vertrouwd uit te zien,
maar nog niet echt.
Op de Zuidpool begon een ijstijd
en vormde zich de eerste permanente
ijskap in tweehonderd miljoen jaar.
Dat legde de rest van de wereld droog,
maar liet de opkomst van grassen,
knaagdieren en katten toe.
Ergens in Afrika
begon een aap over de savanne te wandelen.
Oh, er waren ook
reuzezalmen met sabeltanden,
moest ik toch even zeggen.
(Gelach)
We weten dus dat dit allemaal gebeurde
en nog veel meer.
Hoe?
Waarom?
Paleontologie is een bloeiende wetenschap
op het kruispunt van vele
andere velden en technologieën.
Er bestaan geen grotere data
dan het fossielenbestand
en we benutten elk beetje ervan.
We gebruiken CAT-scans,
we gebruiken isotopen,
we gebruiken genomen,
we gebruiken robots,
we gebruiken wiskundige simulaties
en allerlei soorten analyse.
We maximaliseren dit allemaal
om het verleden te begrijpen
en hoe de evolutie werkt.
We kunnen ook voorspellingen
voor de toekomst maken.
Wat zal er gebeuren
na de volgende massa-uitroeiing.
Wat voor rare dingen
zullen er dan opduiken?
Zullen de zoogdieren weer kleiner worden?
Zullen er nog zoogdieren zijn?
Alles bij elkaar
zijn we veel te weten gekomen
over de dinosaurussen.
Maar er is nog zoveel te leren
over de 99,9% van de dingen
die ooit hebben geleefd.
En dat is paleontologie.
Bedankt.
(Applaus en gejuich)