WEBVTT 00:00:00.000 --> 00:00:00.000 . 00:00:00.000 --> 00:00:04.087 We weten dat als we water met rust laten zoals het is... 00:00:04.087 --> 00:00:08.000 dat het in evenwicht is met 00:00:08.000 --> 00:00:10.024 de zelfgeioniseerde versie van zichzelf. 00:00:10.024 --> 00:00:13.084 Dus een beetje van dit zal veranderen in waterstof ionen, 00:00:13.084 --> 00:00:16.000 en we weten dat het eigenlijk de vorm van een hydronium aanneemt. 00:00:16.000 --> 00:00:18.039 Dat deze zich aan een ander watermolecuul vastbindt. 00:00:18.039 --> 00:00:21.057 En het kan dus H3O zijn, maar we schrijven het gewoon 00:00:21.057 --> 00:00:23.064 als een waterstof ion. 00:00:23.064 --> 00:00:26.023 Dit is dus eigenlijk een vrij drijvend proton. 00:00:26.023 --> 00:00:29.087 Plus nog een hydroxide ion 00:00:29.087 --> 00:00:34.047 En we weten ook dat dit een evenwichtsstaat is bij 00:00:34.047 --> 00:00:36.085 25 graden Celsius. 00:00:36.085 --> 00:00:39.042 En onthoud, evenwichtconstantes en evenwichtsreacties 00:00:39.042 --> 00:00:42.003 zijn alleen afhankelijk van de temperatuur. 00:00:42.003 --> 00:00:43.078 Niets van iets anders. 00:00:43.078 --> 00:00:46.047 Voor een gegeven molecuul, natuurlijk. 00:00:46.047 --> 00:00:48.090 Dus het is 25 graden Celsius. 00:00:48.090 --> 00:00:51.064 En we weten ook dat, dit hebben we twee video's geleden ook al gedaan, 00:00:51.064 --> 00:00:54.040 de evenwichtsconstante gelijk is aan 00:00:54.040 --> 00:01:01.099 de concentratie van de producten gedeeld door de concentratie 00:01:01.099 --> 00:01:03.022 van de reactanten. 00:01:03.022 --> 00:01:05.027 Maar het reactant in dit geval is gewoon water. 00:01:05.027 --> 00:01:06.059 Dat is dus eigenlijk het oplosmiddel. 00:01:06.059 --> 00:01:09.065 En het reactant is dus overal. 00:01:09.065 --> 00:01:11.078 Dus als je terug gaat naar intuitie voorbeeld, 00:01:11.078 --> 00:01:13.087 de kans om het te vinden is gelijk aan 1. 00:01:13.087 --> 00:01:17.029 Dus het is gewoon altijd aanwezig, dus je rekent het niet mee. 00:01:17.029 --> 00:01:19.067 Dus je kan gewoon zeggen gedeeld door 1 en dit is 00:01:19.067 --> 00:01:23.065 gelijk aan de evenwichtsconstante van water. 00:01:23.065 --> 00:01:27.034 We hebben geleerd dat die gelijk is aan 10 tot de macht min 14. 00:01:27.034 --> 00:01:32.051 Omdat water vanuit zichzelf een waterstof concentratie heeft 00:01:32.051 --> 00:01:37.062 van 10 tot de macht min 7 en een hydroxide concentratie 00:01:37.062 --> 00:01:38.087 van 10 tot de macht min 7. 00:01:38.087 --> 00:01:41.098 Dus als je de log van alles neemt... 00:01:41.098 --> 00:01:46.028 Neem de pKw... 00:01:46.028 --> 00:01:47.021 Wat was dat? 00:01:47.021 --> 00:01:49.018 Als je de letter p voor zoiets zet, betekent het 00:01:49.018 --> 00:01:51.001 dat je de negatieve log van hetzelfde neemt. 00:01:51.001 --> 00:01:54.046 Dus de negatieve log van 10 tot de macht min 14: de log met grondtal tien 00:01:54.046 --> 00:01:57.004 van tien tot de macht min 14 is gelijk aan min 14. 00:01:57.004 --> 00:01:59.040 Dus de negatieve log is 14. 00:01:59.040 --> 00:02:07.076 Dus de pKw is 14 en dat is gelijk aan: als ik de negatieve log neem 00:02:07.076 --> 00:02:10.096 van deze rechterkant hier... 00:02:10.096 --> 00:02:12.052 Dit is dus de eigenschap van een logaritme. 00:02:12.052 --> 00:02:15.087 Dit is meer wiskunde dan scheikunde. 00:02:15.087 --> 00:02:23.065 Dus de log van H+ keer OH, de hydroxide concentratie. 00:02:23.065 --> 00:02:25.071 Dat is hetzelfde, gebruik gewoon de logaritmische eigenschappen. 00:02:25.071 --> 00:02:32.018 Dat is hetzelfde als de negatieve log van H+ plus 00:02:32.018 --> 00:02:40.015 de negatieve log van OH min. 00:02:40.015 --> 00:02:41.072 En wat is dit? 00:02:41.072 --> 00:02:48.053 Nou, dit is dus de pH, wat gelijk is aan 00:02:48.053 --> 00:02:49.090 de negatieve log. 00:02:49.090 --> 00:02:52.083 Dit is 10 tot de macht min 7, toch? 00:02:52.083 --> 00:02:54.025 10 tot de macht min 7. 00:02:54.025 --> 00:02:55.086 De log van dat is min 7. 00:02:55.086 --> 00:02:56.065 Je hebt nog de min ervoor staan. 00:02:56.065 --> 00:02:59.056 Dus de pH is gelijk aan min 7. 00:02:59.056 --> 00:03:01.036 En wat is dit? 00:03:01.036 --> 00:03:02.013 Deze hier? 00:03:02.013 --> 00:03:05.090 Dit is onze pOH. 00:03:05.090 --> 00:03:08.071 de negatieve log van de hydroxide concentratie. 00:03:08.071 --> 00:03:12.041 En natuurlijk, die was ook 10 tot de macht min 7. 00:03:12.041 --> 00:03:16.059 En dus is onze pOH gelijk aan de log daarvan, dat is min 7. 00:03:16.059 --> 00:03:17.058 En weer met een min ervoor. 00:03:17.058 --> 00:03:19.000 Dit is gelijk aan 7. 00:03:19.000 --> 00:03:24.005 Dus krijg je hier deze formule van de pKw, 00:03:24.005 --> 00:03:28.052 ofwel de negatieve log van de evenwichtsconstante van water, 00:03:28.052 --> 00:03:41.024 pKw is gelijk aan de pH van water plus de pOH van water. 00:03:41.024 --> 00:03:43.078 En dit, bij 25 graden Celsius, is het element 00:03:43.078 --> 00:03:45.055 wat constant zal blijven want nu gaan we beginnen 00:03:45.055 --> 00:03:47.072 dit door elkaar te gooien door zuur en base 00:03:47.072 --> 00:03:49.009 in het water te doen. 00:03:49.009 --> 00:03:55.062 Dit getal zal altijd 14 zijn bij 25 graden Celsius. 00:03:55.062 --> 00:03:57.081 Onthoud: zolang je de temperatuur constant houd 00:03:57.081 --> 00:04:01.022 en je niet teveel verandert aan het molecuul zelf, 00:04:01.022 --> 00:04:03.019 blijft je evenwichtsconstante altijd constant. 00:04:03.019 --> 00:04:04.093 Daarom wordt het een constante genoemd. 00:04:04.093 --> 00:04:08.071 Nu we dit gehad hebben, gaan we nu kijken 00:04:08.071 --> 00:04:13.096 wat er gebeurt als ik wat zuur erbij doe. Laten we zeggen dat ik 00:04:13.096 --> 00:04:15.021 zoutzuur heb. 00:04:15.021 --> 00:04:18.099 . 00:04:18.099 --> 00:04:21.025 Ik zal wat creatievere kleuren gebruiken. 00:04:21.025 --> 00:04:23.026 Dus ik heb wat zoutzuur. 00:04:23.026 --> 00:04:26.069 Dat is in een waterige oplossing. 00:04:26.069 --> 00:04:32.089 We weten dat het volledig uit elkaar valt, wat betekent dat wij 00:04:32.089 --> 00:04:39.039 alleen nog waterstof ionen hebben, welke natuurlijk 00:04:39.039 --> 00:04:42.073 in het echt zich bindt aan een ander watermolecuul 00:04:42.073 --> 00:04:44.075 en dan een hydronium wordt. 00:04:44.075 --> 00:04:51.056 Plus een chloride ion, een negatief ion. 00:04:51.056 --> 00:04:53.085 Hierzo 00:04:53.085 --> 00:05:09.007 En laten we zeggen dat ik dit doe met 1 molair, ofwel 00:05:09.007 --> 00:05:12.027 zoals men het schrijft als 1 met een hoofdletter M erbij, 00:05:12.027 --> 00:05:13.076 1M zoutzuur 00:05:13.076 --> 00:05:15.060 Dus wat doe ik nu precies? 00:05:15.060 --> 00:05:18.061 Ik neem 1 molair zoutzuur, wat letterlijk betekent 00:05:18.061 --> 00:05:26.098 dat ik 1 mol HCl per liter neem 00:05:26.098 --> 00:05:28.004 van onze gehele oplossing. 00:05:28.004 --> 00:05:29.016 Welke vooral bestaat uit water. 00:05:29.016 --> 00:05:30.075 Het is een waterige oplossing. 00:05:30.075 --> 00:05:33.000 Per liter water, toch? 00:05:33.000 --> 00:05:36.075 Dus wat wordt mijn concentratie van deze dingen 00:05:36.075 --> 00:05:37.037 die hier staan? 00:05:37.037 --> 00:05:39.012 Of in het bijzonder, wat wordt de concentratie 00:05:39.012 --> 00:05:41.047 van deze H? 00:05:41.047 --> 00:05:46.025 Nu, dit is compleet uiteengevallen, toch? 00:05:46.025 --> 00:05:49.033 Dus dit allemaal is geen evenwichtsreactie. 00:05:49.033 --> 00:05:49.093 Onthoud dat. 00:05:49.093 --> 00:05:52.023 Ik heb slechts een pijl naar rechts toe getekend. 00:05:52.023 --> 00:05:54.018 Er is niet eenzelfde pijl naar links toe. 00:05:54.018 --> 00:05:57.025 Dit is een sterk zoutzuur. 00:05:57.025 --> 00:06:01.050 Dus als je één molair van dit in een waterige oplossing doet, 00:06:01.050 --> 00:06:03.038 zul je hier niets van zien. 00:06:03.038 --> 00:06:04.064 Dit is het enige wat je zult zien. 00:06:04.064 --> 00:06:11.029 Dus hier heb je dan de waterstof concentratie 00:06:11.029 --> 00:06:16.008 in de waterige oplossing die gelijk is aan 1 molair. 00:06:16.008 --> 00:06:19.076 En er is ook 1 molair aan chloride anionen, 00:06:19.076 --> 00:06:22.054 maar dat is niet belangrijk. 00:06:22.054 --> 00:06:24.091 Als ik het nog neit gezegd heb: het zou leuk zijn om te berekenen 00:06:24.091 --> 00:06:27.032 wat de pH van deze oplossing is. 00:06:27.032 --> 00:06:29.082 Nu heb ik er zoutzuur in gegooid. 00:06:29.082 --> 00:06:32.005 De pH is dus gewoon de concentratie van waterstof. 00:06:32.005 --> 00:06:36.093 . 00:06:36.093 --> 00:06:38.063 En we hebben de waterstofconcentratie al. 00:06:38.063 --> 00:06:42.019 Die is 1 molair ofwel 1 mol per liter oplossing. 00:06:42.019 --> 00:06:53.044 Dus de pH is dan gelijk aan de negatieve log 00:06:53.044 --> 00:06:54.076 van onze waterstof concentratie. 00:06:54.076 --> 00:06:56.089 Ook wel 1. 00:06:56.089 --> 00:06:59.014 10 tot de macht wat welk getal is gelijk aan 1? 00:06:59.014 --> 00:07:01.097 Nou, elk getal tot de macht 0 is gelijk aan 1, 00:07:01.097 --> 00:07:02.093 inclusief 10. 00:07:02.093 --> 00:07:05.098 Dus dit is gelijk aan minus 0, dat is gewoon 0. 00:07:05.098 --> 00:07:07.038 Dus je pH is nul. 00:07:07.038 --> 00:07:15.019 Dus als je 1 molair zoutzuur hebt, 00:07:15.019 --> 00:07:19.005 en je gooit het in een waterige oplossing. 00:07:19.005 --> 00:07:21.094 Wel, ik neem aan dat je zegt dat je het in een oplossing doet 00:07:21.094 --> 00:07:23.043 als ik jou zeg dat het 1 molair is. 00:07:23.043 --> 00:07:26.075 Dus als je een concentratie hebt van 1 mol per liter van je oplossing , 00:07:26.075 --> 00:07:31.019 waar water het oplosmiddel is, dan resulteert dat 00:07:31.019 --> 00:07:33.093 in een pH van 0. 00:07:33.093 --> 00:07:35.018 Een pH van 0. 00:07:35.018 --> 00:07:38.004 . 00:07:38.004 --> 00:07:43.075 Dus de pH van water zonder een zuur erin, 00:07:43.075 --> 00:07:44.067 dat was gelijk aan 7. 00:07:44.067 --> 00:07:49.037 En dat wordt beschouwd als pH neutraal. 00:07:49.037 --> 00:07:54.000 Nu weten we dat als je een waterige oplossing hebt 00:07:54.000 --> 00:07:59.001 met 1 molair zoutzuur, dan kunnen we zeggen, en ik zal het 00:07:59.001 --> 00:08:07.092 in rood schrijven, dat de pH van HCl in water gelijk is aan nul. 00:08:07.092 --> 00:08:11.043 Dus blijkbaar is de een lage pH gelijk aan meer zuur. 00:08:11.043 --> 00:08:14.061 En dit hebben we al gehad in vorige video's. 00:08:14.061 --> 00:08:18.041 Laten we nu dan berekenen wat de pOH van zoutzuur is. 00:08:18.041 --> 00:08:24.086 De pOH van zoutzuur in een waterige oplossing. 00:08:24.086 --> 00:08:28.049 Hier komt Le Chatelier's Principe weer terug, zie je? 00:08:28.049 --> 00:08:29.092 Als je terug gaat naar wat we eerder hebben gezegd. 00:08:29.092 --> 00:08:32.061 . 00:08:32.061 --> 00:08:34.037 Dit is gewoon puur water. 00:08:34.037 --> 00:08:37.054 Als we 1 molair zoutzuur hierin hebben gegooid, 00:08:37.054 --> 00:08:46.007 gooien we eigenlijk een enorme hoeveelheid waterstof protonen 00:08:46.007 --> 00:08:46.095 in de oplossing. 00:08:46.095 --> 00:08:50.026 We maken de concentratie hiervan dus flink hoger. 00:08:50.026 --> 00:08:52.090 En Le Chatelier's Principe zegt dan: dat betekent dat 00:08:52.090 --> 00:08:55.064 veel van dit gebruikt wordt en dat de reactie dan 00:08:55.064 --> 00:08:56.087 deze kant op zal gaan. 00:08:56.087 --> 00:08:59.015 De evenwichtreactie zal die richting op gaan. 00:08:59.015 --> 00:09:00.012 Maar onthoud: 00:09:00.012 --> 00:09:03.040 Water vanuit zichzelf had een concentratie van 10 tot de macht min 7. 00:09:03.040 --> 00:09:10.086 Wij gooien er een miljoen bij, en ik bedoel 00:09:10.086 --> 00:09:13.022 één tien miljoende mol per liter. 00:09:13.022 --> 00:09:17.011 Nu gooien we het erbij. Wat was het ook alweer? 00:09:17.011 --> 00:09:17.075 10 tot de macht 7. 00:09:17.075 --> 00:09:22.035 We gooien dus 10 miljoen keer zoveel waterstof ionen 00:09:22.035 --> 00:09:23.048 in het water erbij. 00:09:23.048 --> 00:09:25.029 Dus al deze hydroxide zal gebruikt worden. 00:09:25.029 --> 00:09:26.037 Misschien gaat het daar naartoe. 00:09:26.037 --> 00:09:30.048 En dus wordt de concentratie hiervan enorm naar beneden gehaald 00:09:30.048 --> 00:09:32.061 omdat we zoveel zoutzuur erin doen. 00:09:32.061 --> 00:09:34.095 En de concentratie van dit gaat omhoog omdat het slechts 00:09:34.095 --> 00:09:37.001 zoveel van de hydroxide kan gebruiken. 00:09:37.001 --> 00:09:38.042 En er is niet veel daarvan. 00:09:38.042 --> 00:09:40.088 Er is slechts 10 tot de macht min 7 molair van dit. 00:09:40.088 --> 00:09:43.017 Dus dit wordt uiteindelijk 1 molair. 00:09:43.017 --> 00:09:46.011 En als dit 1 molair wordt? Omdat 10 tot de macht min 7 00:09:46.011 --> 00:09:48.041 kun je eigenlijk zien als dat 00:09:48.041 --> 00:09:50.059 alles wordt gebruikt met het spul hierzo. 00:09:50.059 --> 00:09:53.067 Wat wordt dan uiteindelijk de concentratie van OH? 00:09:53.067 --> 00:09:58.084 Nu, we weten al dat de pKw van water 14 is bij 25 graden, 00:09:58.084 --> 00:10:03.032 en de pKw van water is gelijk aan de pH 00:10:03.032 --> 00:10:05.025 van de oplossing plus jouw pOH. 00:10:05.025 --> 00:10:12.033 Dus, de pH van zoutzuur was nul, toch? 00:10:12.033 --> 00:10:14.027 We hebben 1 molair zoutzuur. 00:10:14.027 --> 00:10:19.059 Dan is de pOH van 1 molair zoutzuur gelijk aan 14. 00:10:19.059 --> 00:10:24.007 Dus hier is onze pOH gelijk aan 14. 00:10:24.007 --> 00:10:26.015 Laten we dit nog eens doen maar dan met een base en 00:10:26.015 --> 00:10:26.097 bereken wat de pH is. 00:10:26.097 --> 00:10:28.048 Een sterke base. 00:10:28.048 --> 00:10:30.063 En je zult zien dat het het tegenovergestelde is. 00:10:30.063 --> 00:10:35.070 Dus je hebt bijvoorbeeld kaliumhydroxide. 00:10:35.070 --> 00:10:37.050 Dat is een sterke base. 00:10:37.050 --> 00:10:43.062 Dus het valt volledig uit elkaar in water naar kalium kationen. 00:10:43.062 --> 00:10:46.022 Positief geladen ionen. 00:10:46.022 --> 00:10:50.012 Plus nog hydroxide anionen. 00:10:50.012 --> 00:10:51.041 Het valt volledig uit elkaar. 00:10:51.041 --> 00:10:53.064 Dus het zit in een waterige oplossing, ik zal 00:10:53.064 --> 00:10:54.089 het hier opschrijven. 00:10:54.089 --> 00:10:59.019 . 00:10:59.019 --> 00:11:02.046 Een waterige oplossing betekent gewoon dat het in water is, natuurlijk. 00:11:02.046 --> 00:11:05.094 En als we 1 molair gebruiken: onthoud dat 00:11:05.094 --> 00:11:07.008 de concentratie belangrijk is. 00:11:07.008 --> 00:11:07.095 Je kunt gewoon zeggen: 00:11:07.095 --> 00:11:09.032 zoutzuur had een pH van nul. 00:11:09.032 --> 00:11:09.041 Wacht... 00:11:09.041 --> 00:11:11.032 Je moet zeggen 1 molair zoutzuur 00:11:11.032 --> 00:11:13.070 had een pH van nul. 00:11:13.070 --> 00:11:15.004 En dat heb ik eigenlijk niet zo geschreven. 00:11:15.004 --> 00:11:15.065 Ik zal het nog even schrijven. 00:11:15.065 --> 00:11:16.090 1 molair. 00:11:16.090 --> 00:11:19.028 . 00:11:19.028 --> 00:11:22.037 En ik laat het aan jou om te bedenken wat de pH of de pOH 00:11:22.037 --> 00:11:24.030 van 2 molair zoutzuur is. 00:11:24.030 --> 00:11:26.095 Of van 10 molair zoutzuur. 00:11:26.095 --> 00:11:29.070 Bereken maar wat daar de pH's van zijn. 00:11:29.070 --> 00:11:36.009 Maar nu hebben we 1 molair van kaliumhydroxide. 00:11:36.009 --> 00:11:39.009 . 00:11:39.009 --> 00:11:41.016 We hebben 1 molair van dit. 00:11:41.016 --> 00:11:42.094 En het valt volledig uit elkaar 00:11:42.094 --> 00:11:43.061 als het in water terecht komt. 00:11:43.061 --> 00:11:47.061 Dus je hebt hier niets meer van over. 00:11:47.061 --> 00:11:50.048 Wat is de concentratie van OH? 00:11:50.048 --> 00:11:55.086 Jouw OH concentratie zal 1 molair worden. 00:11:55.086 --> 00:11:56.007 Toch? 00:11:56.007 --> 00:11:58.029 Als je 1 mol per liter van dit had, dan zal je 1 mol per liter 00:11:58.029 --> 00:11:58.084 van dit hebben. 00:11:58.084 --> 00:12:01.016 Want dit allemaal zal oplossen in het water. 00:12:01.016 --> 00:12:02.044 Dus wat is dan de pOH? 00:12:02.044 --> 00:12:05.035 . 00:12:05.035 --> 00:12:08.025 De pOH is gewoon de negatieve log van dit hier. 00:12:08.025 --> 00:12:10.045 De log van 1 is gelijk aan 0. 00:12:10.045 --> 00:12:12.070 De negatieve log van 0 is 0. 00:12:12.070 --> 00:12:19.012 En dan wordt je pH in dit geval? Nu, je kan zeggen: 00:12:19.012 --> 00:12:20.070 Oh, het was de waterstof concentratie. 00:12:20.070 --> 00:12:22.054 Je weet niet wat de waterstof concentratie is, 00:12:22.054 --> 00:12:24.032 maar je weet dat als je veel van dit erbij gooit, 00:12:24.032 --> 00:12:26.016 het veel van het waterstof zal gebruiken en veel van het waterstof 00:12:26.016 --> 00:12:27.011 zal dan verdwijnen. 00:12:27.011 --> 00:12:28.048 Maar hoe meet je dat dan? 00:12:28.048 --> 00:12:29.064 Maar dat weet je nog wel. 00:12:29.064 --> 00:12:32.029 Bij 25 graden Celsius... 00:12:32.029 --> 00:12:34.092 De evenwichtsconstante van water is gelijk aan 00:12:34.092 --> 00:12:37.013 de pH plus de pOH. 00:12:37.013 --> 00:12:38.062 Dat hebben we laten zien aan het begin van de video. 00:12:38.062 --> 00:12:43.025 Dus 14 is gelijk aan jouw pH plus 0. 00:12:43.025 --> 00:12:45.042 Dat was de pOH in dit geval. 00:12:45.042 --> 00:12:49.017 Dus de pH is 14. 00:12:49.017 --> 00:12:52.072 Dus als je 1 molair hebt, in dit geval van kaliumhydroxide, 00:12:52.072 --> 00:12:55.082 1 molair van een sterke base, 00:12:55.082 --> 00:12:57.030 ik schrijf het even op. 00:12:57.030 --> 00:13:05.044 1 molair van een sterke base. 00:13:05.044 --> 00:13:08.021 Onthoud: sterk is een officiele term binnen de scheikunde. 00:13:08.021 --> 00:13:11.012 Dat betekent dat het volledig uit elkaar valt. 00:13:11.012 --> 00:13:17.098 Dus je hebt een pH van 14 en een pOH van 0. 00:13:17.098 --> 00:13:22.044 Als je 1 molair van een sterk zuur hebt... 00:13:22.044 --> 00:13:25.067 Als iemand zegt dat hij een iets heeft met een pH van 0 00:13:25.067 --> 00:13:31.051 dat hij misschien naar je wilt gooien, moet je dat afwijzen. 00:13:31.051 --> 00:13:34.063 Want het zal jouw kansen... 00:13:34.063 --> 00:13:37.025 In ieder geval... 00:13:37.025 --> 00:13:39.036 Dus laten we zeggen dat je 1 molair sterk zuur hebt. 00:13:39.036 --> 00:13:47.087 Dan is de pH nul en de pOH 14. 00:13:47.087 --> 00:13:50.042 Misschien zal ik je in de volgende video iets laten zien. 00:13:50.042 --> 00:13:52.058 Dit kan je misschien een indruk geven dat 00:13:52.058 --> 00:13:53.080 het een absolute schaal is. 00:13:53.080 --> 00:13:57.049 Dus 0 is zo zuur als je het krijgen kan en 14 is zo basisch als 00:13:57.049 --> 00:13:59.028 je het krijgen kan als je de pH krijgt, maar 00:13:59.028 --> 00:14:00.000 dat is niet het geval. 00:14:00.000 --> 00:14:01.062 Je kunt hier eigenlijk boven gaan of 00:14:01.062 --> 00:14:02.045 hier beneden gaan. 00:14:02.045 --> 00:14:07.021 Dit was het toen je 1 molair van sterk zuur had. 00:14:07.021 --> 00:14:10.024 En als je 2 molair van sterk zuur hebt, beter nog: als je 00:14:10.024 --> 00:14:11.061 als je 10 molair had. 00:14:11.061 --> 00:14:11.084 Toch? 00:14:11.084 --> 00:14:12.083 Dus we hebben een waterstofconcentratie 00:14:12.083 --> 00:14:19.090 van 10 molair. 00:14:19.090 --> 00:14:23.014 Dus als je 10 molair van een sterk zuur hebt, dat doe je 00:14:23.014 --> 00:14:24.008 in een waterige oplossing. 00:14:24.008 --> 00:14:27.009 Dat is het per definitie als ik zeg molair. 00:14:27.009 --> 00:14:28.075 Wat wordt dan jouw pH? 00:14:28.075 --> 00:14:33.001 De pH wordt dan de negatieve log van 10. 00:14:33.001 --> 00:14:34.041 De log, met grondtal 10, van 10 is gelijk aan 1. 00:14:34.041 --> 00:14:36.026 10 tot de macht tot de eerste macht is 1. 00:14:36.026 --> 00:14:37.083 Dus dit is gelijk aan min 1. 00:14:37.083 --> 00:14:40.076 Dus de pH is dan min 1, als je 10 molair had 00:14:40.076 --> 00:14:45.013 van zoutzuur of salpeterzuur of iets wat daar op lijkt. 00:14:45.013 --> 00:14:47.005 Dat was het in ieder geval voor deze video. 00:14:47.005 --> 00:14:49.007 Ik zie jullie bij de volgende video.