0:00:00.429,0:00:01.929 Waar ik het in deze video over wil hebben 0:00:01.929,0:00:05.717 is het begrip elektronegativiteit. 0:00:05.717,0:00:13.071 Elektronegativiteit. 0:00:13.071,0:00:15.692 En het zeer verwante begrip 0:00:15.692,0:00:22.003 van elektronenaffiniteit. 0:00:22.003,0:00:24.405 Ze zijn zo verwant dat in het algemeen, 0:00:24.405,0:00:27.328 als iets een hoge elektronegativiteit heeft, 0:00:27.328,0:00:29.719 het ook een hoge elektronenaffiniteit heeft. 0:00:29.719,0:00:31.228 Maar wat houdt het in? 0:00:31.228,0:00:34.351 Elektronenaffiniteit is de mate waarin het atoom 0:00:34.351,0:00:37.705 elektronen aantrekt. Hoe graag houdt het van elektronen? 0:00:37.705,0:00:41.667 Wil het misschien meer elektronen? 0:00:41.667,0:00:45.283 Elektronegativiteit is iets specifieker. 0:00:45.283,0:00:49.085 Dat is, wanneer het atoom deel uitmaakt van een covalente binding, 0:00:49.085,0:00:53.333 als het elektronen deelt met een ander atoom, 0:00:53.333,0:00:55.891 hoe graag eist het 0:00:55.891,0:00:58.873 de elektronen op in de covalente binding? 0:00:58.873,0:01:01.844 Wat bedoel ik met elektronen opeisen? 0:01:01.844,0:01:03.820 Ik schrijf het hier op. 0:01:03.820,0:01:13.871 "Hoe erg eist het op" 0:01:13.871,0:01:15.815 En dit is natuurlijk een informele definitie, 0:01:15.815,0:01:18.803 opeisen, de elektronen voor zichzelf houden, 0:01:18.803,0:01:20.973 meer tijd bij hen doorbrengen 0:01:20.973,0:01:23.572 dan de andere partij in de covalente binding. 0:01:23.572,0:01:28.258 En dit is hoe erg ze houden van elektronen 0:01:28.258,0:01:32.732 of hoeveel affiniteit ze hebben naar elektronen. 0:01:32.732,0:01:39.674 Dus hoe graag ze elektronen willen. 0:01:39.674,0:01:41.043 Je kan zien dat dit erg 0:01:41.043,0:01:43.569 verwante begrippen zijn. 0:01:43.569,0:01:45.510 Dit is in de context van een covalente binding, 0:01:45.510,0:01:47.732 hoeveel elektronenaffiniteit is er? 0:01:47.732,0:01:50.104 Je moet je dit iets breder voorstellen, 0:01:50.104,0:01:54.052 maar deze twee begrippen gaan hand in hand samen. 0:01:54.052,0:01:55.883 En door alleen 0:01:55.883,0:01:58.075 elektronegativiteit te nemen, maakt het het iets tastbaarder. 0:01:58.075,0:01:59.833 Laten we één van de beroemdste 0:01:59.833,0:02:00.855 set van covalente bindingen nemen, 0:02:00.855,0:02:03.292 en dat is degene in een watermolecuul. 0:02:03.292,0:02:07.983 Water is zoals je weet H₂O. 0:02:07.983,0:02:11.166 Je hebt een zuurstof atoom, 0:02:11.166,0:02:13.934 en twee waterstof atomen. 0:02:13.934,0:02:17.074 Elk waterstofatoom heeft één valentie-elektron. 0:02:17.074,0:02:21.095 Zuurstof heeft in zijn buitenste schil, 0:02:21.095,0:02:25.596 één, twee, drie, vier, vijf, zes valentie-elektronen. 0:02:25.596,0:02:31.184 één, twee, drie, vier, vijf, zes valentie-elektronen. 0:02:31.184,0:02:33.106 Je kan je voorstellen dat waterstof gelukkig zou worden 0:02:33.106,0:02:35.398 als het kon doen alsof het nog een 0:02:35.398,0:02:37.788 elektron zou hebben. Dan heeft het in zijn elektronenconfiguratie 0:02:37.788,0:02:41.218 een stabiele, eerste schil dat maar twee elektronen nodig heeft. 0:02:41.218,0:02:42.621 De overige schillen vereisen acht elektronen. 0:02:42.621,0:02:45.214 Waterstof voelt zich dan net zo stabiel als helium 0:02:45.214,0:02:46.787 als het nog een andere elektron zou krijgen. 0:02:46.787,0:02:49.288 En zuurstof voelt zich net zo stabiel als neon 0:02:49.288,0:02:51.159 als het nog twee elektronen zou krijgen. 0:02:51.159,0:02:53.759 En dat is wat gebeurt als ze elkaars elektronen delen. 0:02:53.759,0:02:57.642 Deze elektron kan gedeeld worden samen met 0:02:57.642,0:02:59.206 dit elektron voor deze waterstof. 0:02:59.206,0:03:01.800 Zodat het voor waterstof net is alsof het 0:03:01.800,0:03:03.125 beide heeft en het wordt stabieler. 0:03:03.125,0:03:04.676 Het stabiliseert de buitenste schil. 0:03:04.676,0:03:06.301 en het stabiliseert het waterstof atoom. 0:03:06.301,0:03:08.027 Op dezelfde manier kan dat elektron 0:03:08.027,0:03:10.494 gedeeld worden met waterstof. 0:03:10.494,0:03:13.027 Het waterstof voelt zich meer als helium. 0:03:13.027,0:03:14.465 Dit zuurstof voelt zich als neon. 0:03:14.465,0:03:16.487 Voor wat hoort wat. 0:03:16.487,0:03:18.467 Het krijgt iets in ruil voor iets anders. 0:03:18.467,0:03:20.236 Het krijgt een elektron, 0:03:20.236,0:03:22.856 en het deelt een elektron met elk van deze waterstof. 0:03:22.856,0:03:26.646 Dit stabiliseert het zuurstof 0:03:26.646,0:03:30.261 gelijk aan neon. 0:03:30.261,0:03:32.447 Maar als je deze covalente bindingen bekijkt, 0:03:32.447,0:03:34.193 alleen in het geval waarin ze even 0:03:34.193,0:03:35.882 elektronegatief zijn heb je het geval 0:03:35.882,0:03:37.203 waarbij ze eerlijk samen delen. 0:03:37.203,0:03:38.482 Maar zelfs dan, maakt het uit wat er gebeurt 0:03:38.482,0:03:40.361 in de rest van het molecuul. 0:03:40.361,0:03:42.323 Maar in dit geval, 0:03:42.323,0:03:43.507 waarbij je zuurstof en waterstof hebt, 0:03:43.507,0:03:45.515 hebben ze niet dezelfde elektronegativiteit. 0:03:45.515,0:03:49.756 Zuurstof eist meer elektronen op dan waterstof. 0:03:49.756,0:03:51.416 En daarom gaan deze elektronen geen 0:03:51.416,0:03:52.617 gelijke tijd doorbrengen 0:03:52.617,0:03:54.639 Hier heb ik het zo getekend, 0:03:54.639,0:03:57.941 met deze valentie-elektronen als deze punten. 0:03:57.941,0:03:59.490 Maar zoals we weten, bevinden deze elektronen 0:03:59.490,0:04:03.575 zich in een wolk 0:04:03.575,0:04:06.665 om de kern. 0:04:06.665,0:04:09.507 Om de atomen dat de atomen maken. 0:04:09.507,0:04:11.971 Daarom, in dit type covalente binding, 0:04:11.971,0:04:15.459 brengen de twee elektronen die deze binding voorstellen 0:04:15.459,0:04:18.316 meer tijd door rond het zuurstof 0:04:18.316,0:04:20.829 dan dat ze doorbrengen om het waterstof. 0:04:20.829,0:04:23.564 En deze twee elektronen gaan meer tijd 0:04:23.564,0:04:25.144 doorbrengen om zuurstof, 0:04:25.144,0:04:27.425 dan dat ze doorbrengen om het waterstof. 0:04:27.425,0:04:30.360 Dat kunnen we weten omdat zuurstof elektronegatiever is, 0:04:30.360,0:04:31.773 maar daar hebben we het straks over. 0:04:31.773,0:04:34.656 Dit is een erg belangrijk concept in de scheikunde, 0:04:34.656,0:04:36.915 en zeker als je later organische chemie gaat bestuderen. 0:04:36.915,0:04:39.091 Want omdat we weten dat 0:04:39.091,0:04:40.407 zuurstof elektronegatiever is, 0:04:40.407,0:04:41.761 en de elektronen meer tijd doorbrengen 0:04:41.761,0:04:44.377 om zuurstof dan om waterstof, 0:04:44.377,0:04:47.135 creëert het een deels negatieve lading aan deze kant. 0:04:47.135,0:04:50.517 En een deels positieve lading aan deze kant. 0:04:50.517,0:04:55.712 En dat is waarom water zoveel van zijn eigenschappen heeft. 0:04:55.712,0:04:59.292 We gaan daar dieper op in in andere video's. 0:04:59.292,0:05:00.984 En als je je bezighoudt met organische chemie, 0:05:00.984,0:05:02.830 kan je een heleboel reacties die voorkomen 0:05:02.830,0:05:04.745 voorspellen, 0:05:04.745,0:05:06.525 of de meest waarschijnlijk te vormen moleculen 0:05:06.525,0:05:09.833 kunnen worden voorspelt gebaseerd op elektronegativiteit. 0:05:09.833,0:05:10.872 Helemaal wanneer je je verdiept 0:05:10.872,0:05:12.404 in oxidatie nummers en dat soort dingen. 0:05:12.404,0:05:15.436 Dan kan elektronegativiteit je een boel vertellen. 0:05:15.436,0:05:19.037 Nu we weten wat elektronegativiteit is, 0:05:19.037,0:05:21.435 laten we eens kijken wat er gebeurt, 0:05:21.435,0:05:24.062 als we door een periode 0:05:24.062,0:05:27.880 in het periodiek systeem heen gaan. 0:05:27.880,0:05:29.687 Zeg dat we beginnen in groep een, 0:05:29.687,0:05:35.177 en we gaan helemaal door 0:05:35.177,0:05:38.464 tot aan de halogenen. 0:05:38.464,0:05:42.700 Helemaal hier tot aan de gele kolom. 0:05:42.700,0:05:44.131 Wat denk je wat de trend gaat worden 0:05:44.131,0:05:47.848 voor de elektronegativiteit? 0:05:47.848,0:05:49.232 Nogmaals, een manier om dit voor te stellen 0:05:49.232,0:05:50.629 is om in extremen te denken. 0:05:50.629,0:05:53.965 Neem bijvoorbeeld natrium en chloor. 0:05:53.965,0:05:54.935 Ik zou graag willen dat je de video 0:05:54.935,0:05:56.930 pauzeert en er over nadenkt. 0:05:56.930,0:05:58.624 Ervan uitgaande dat je het gedaan hebt, 0:05:58.624,0:06:01.293 en op een bepaalde manier is het 0:06:01.293,0:06:03.537 hetzelfde idee als ionisatie energie. 0:06:03.537,0:06:06.451 Iets als natrium heeft een enkel elektron 0:06:06.451,0:06:07.785 in zijn buitenste schil. 0:06:07.785,0:06:09.855 Het is moeilijk om deze schil compleet te maken. 0:06:09.855,0:06:12.036 Om in een stabiele staat te komen is het veel eenvoudiger 0:06:12.036,0:06:15.706 om een elektron weg te geven. 0:06:15.706,0:06:18.688 Zodat het een stabiele configuratie kan krijgen zoals neon. 0:06:18.688,0:06:22.625 Het wil dus graag een elektron weg geven. 0:06:22.625,0:06:24.668 We hebben gezien in de vorige video, 0:06:24.668,0:06:26.783 dat dit de reden is waarom het een lage ionisatie energie heeft. 0:06:26.783,0:06:29.590 Het kost weinig energie in een gasvormige toestand, 0:06:29.590,0:06:32.196 om een elektron van natrium te verwijderen. 0:06:32.196,0:06:33.620 Maar chloor is het tegenovergestelde. 0:06:33.620,0:06:35.708 Het is één elektron verwijderd van een complete schil. 0:06:35.708,0:06:37.580 Het laatste wat het wil is een elektron weggeven. 0:06:37.580,0:06:40.682 Het wil er juist één verkrijgen. Heel, heel, heel graag. 0:06:40.682,0:06:42.937 Zodat het de configuratie van argon kan krijgen. 0:06:42.937,0:06:45.984 Met een complete derde schil. 0:06:45.984,0:06:49.118 De logica is dat natrium het niet erg vindt 0:06:49.118,0:06:50.578 om een elektron weg te geven. 0:06:50.578,0:06:52.880 Terwijl chloor heel graag een elektron wil hebben. 0:06:52.880,0:06:55.471 Dus chloor is meer geneigd om elektronen op te eisen. 0:06:55.471,0:06:59.727 Terwijl het onwaarschijnlijk is dat natrium elektronen op eist. 0:06:59.727,0:07:00.953 De trend die je ziet 0:07:00.953,0:07:02.505 als je van links naar rechts gaat, 0:07:02.505,0:07:04.815 met betrekking tot de elektronegativiteit, 0:07:04.815,0:07:07.089 je krijgt een hogere elektronegativiteit. 0:07:07.089,0:07:13.811 Meer elektronegativiteit als je 0:07:13.811,0:07:16.623 naar rechts gaat. 0:07:16.623,0:07:18.237 Wat denk je wat de trend is 0:07:18.237,0:07:22.403 als je naar beneden gaat in een groep? 0:07:22.403,0:07:25.774 Wat wordt de trend als je naar beneden gaat? 0:07:25.774,0:07:27.250 Ik geef een hint. 0:07:27.250,0:07:31.246 Denk aan de atoom radius. 0:07:31.246,0:07:31.973 Pauzeer de video en bedenk 0:07:31.973,0:07:32.896 wat de trend is? 0:07:32.896,0:07:34.747 Gaan we meer of minder elektronegativiteit krijgen 0:07:34.747,0:07:36.871 als we naar beneden gaan? 0:07:36.871,0:07:39.267 Ik ga ervan uit dat je het geprobeerd hebt. 0:07:39.267,0:07:41.810 Zoals we weten van de video over atoom radii, 0:07:41.810,0:07:44.093 wordt ons atoom groter en groter, 0:07:44.093,0:07:46.191 als we meer en meer schillen toevoegen. 0:07:46.191,0:07:50.838 Cesium heeft één elektron in zijn buitenste schil, 0:07:50.838,0:07:52.150 in de zesde schil. 0:07:52.150,0:07:55.854 En lithium heeft één elektron. 0:07:55.854,0:07:57.620 Alles hier, alle elementen van groep een, 0:07:57.620,0:07:59.471 hebben één elektron in hun buitenste schil. 0:07:59.471,0:08:01.746 Maar dit 55ste elektron, 0:08:01.746,0:08:03.282 dat ene elektron in de buitenste schil van cesium, 0:08:03.282,0:08:05.810 is veel verder weg dan het buitenste elektron 0:08:05.810,0:08:08.334 van lithium of waterstof. 0:08:08.334,0:08:12.156 En dat is één van de redenen waarom 0:08:12.156,0:08:14.460 er meer storing is tussen dat elektron en de kern 0:08:14.460,0:08:16.792 door alle andere elektronen ertussen 0:08:16.792,0:08:18.403 en ook omdat het verder weg staat. 0:08:18.403,0:08:20.513 Het is dus makkelijk om het af te pakken. 0:08:20.513,0:08:24.780 Cesium zal dus heel makkelijk 0:08:24.780,0:08:27.698 elektronen afgeven. 0:08:27.698,0:08:30.752 Veel makkelijker dan waterstof. 0:08:30.752,0:08:33.159 Als je dus naar beneden gaat in een groep, 0:08:33.159,0:08:39.045 ervaar je minder en minder elektronegativiteit. 0:08:39.045,0:08:41.115 Gebaseerd hierop, 0:08:41.115,0:08:44.586 wat zal het meest elektronegatieve atoom zijn 0:08:44.586,0:08:46.016 van alle atomen? 0:08:46.016,0:08:47.467 Dat zullen degene zijn 0:08:47.467,0:08:50.447 die rechtsboven staan in het periodiek systeem. 0:08:50.447,0:08:52.478 Dat zijn deze helemaal hier. 0:08:52.478,0:08:54.634 Deze zullen het meest elektronegatief zijn. 0:08:54.634,0:08:56.837 Soms vergeten we de edelgassen 0:08:56.837,0:08:59.092 omdat ze helemaal niet reactief zijn, 0:08:59.092,0:09:01.133 ze vormen geeneens covalente binding, 0:09:01.133,0:09:02.597 omdat ze gelukkig zijn. 0:09:02.597,0:09:03.896 Terwijl deze sujetten hier, 0:09:03.896,0:09:06.119 soms covalente bindingen willen vormen, 0:09:06.119,0:09:09.855 en wanneer ze doen, eisen ze de elektronen op. 0:09:09.855,0:09:11.524 Wat zijn de minst electronegatieve elementen? 0:09:11.524,0:09:13.620 ook wel elektropositieve genoemd? 0:09:13.620,0:09:15.570 Dat zijn degene hier linksonder. 0:09:15.570,0:09:18.328 Deze hier hebben maar, 0:09:18.328,0:09:19.569 neem het geval van cesium, 0:09:19.569,0:09:21.835 ze hebben maar één elektron om weg te geven 0:09:21.835,0:09:25.333 en dat zou ze zo stabiel maken als xenon. 0:09:25.333,0:09:27.510 Of in het geval van deze elementen uit groep twee 0:09:27.510,0:09:28.525 zij zouden er twee moeten weggeven. 0:09:28.525,0:09:29.547 Maar het is eenvoudiger er twee weg te geven 0:09:29.547,0:09:31.813 dan er een heel stel te krijgen. 0:09:31.813,0:09:34.145 En het zijn grote, hele grote atomen. 0:09:34.145,0:09:35.925 Dus de buitenste elektronen worden 0:09:35.925,0:09:39.448 minder aangetrokken door de positieve kern. 0:09:39.448,0:09:40.718 De trend in het periodiek systeem is dus 0:09:40.718,0:09:42.562 als je van linksonder, 0:09:42.562,0:09:44.787 naar rechtsboven gaat, 0:09:44.787,0:09:48.787 dan word je meer en meer elektronegatief.