Na het maken van een project, voer je de muziek in met de "Noteninvoer" balk. De eenvoudigste manier om te beginnen is door op een duur te klikken en vervolgens met de muisaanwijzer te klikken in de partituur om deze te plaatsen. Hiermee kom je in de "Noteninvoermodus". Als je deze wilt verlaten zodat je andere elementen kunt selecteren, dan kun je op de "Noteninvoer"-knop klikken of gewoon op Escape drukken. Je kunt nu noten in de partituur selecteren en ze bewerken, de duur wijzigen, voortekens toevoegen, de duur verlengen, of articulaties toevoegen, zoals accenten of staccato-tekens. Met de "Legatoboog"-knop kun je legato toevoegen aan de geselecteerde noten. Je kunt hiervoor ook de zeer handige sneltoets "S" gebruiken. Met de "Overbinding"-knop kun je twee noten aan elkaar koppelen. En je kunt hier tussen stemmen wisselen. Dan is er de "Antimetrisch figuur"-knop. Om deze te gebruiken, moet je een duur selecteren en vervolgens op de knop "Antimetrisch figuur" klikken en het gewenste type kiezen. Je kunt ook de duur selecteren en de sneltoets Ctrl+3 gebruiken in Windows (of Command+3 op een Mac). Het getal bepaalt de verdeling van het figuur. Met deze "Voeg toe"-knop heb je snel toegang tot meerdere elementen, zoals titels of liedteksten. Ten slotte kun je met deze "Instellingen"-knop de opties kiezen die je standaard in deze balk wilt weergeven. Je kunt bijvoorbeeld kiezen om de optie ​​voor de 3e en 4e stem weer te geven. Je kunt sneltoetsen gebruiken om snel een duur op te geven terwijl u schrijft. MuseScore gebruikt een systeem gekoppeld aan de cijfers van je toetsenbord. Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven. Je kunt toonhoogte als volgt bepalen: A, B, C, D, enzovoort. Als je de Shift-toets ingedrukt houdt terwijl je een nieuwe toonhoogte kiest, dan wordt deze op de bestaande noot gestapeld om een ​​akkoord te creëren. Je kunt op Omhoog en Omlaag drukken om de toonhoogte van een noot te wijzigen, en als je Ctrl of Command indrukt terwijl je dit doet, dan wijzigt het octaaf. Er zijn nog veel meer sneltoetsen die je kunt leren door ons online handboek te raadplegen of op ons forum te zoeken. Als je een bestaande sneltoets wilt wijzigen, dan doe je dat in voorkeuren, die je op een Mac kunt vinden door op dit menu-item "MuseScore" te klikken. Voor pc- of Linux-gebruikers vind je het in het "Bewerk" menu. De volgende belangrijkste interface in MuseScore is het palettenpaneel. Hier kun je elk type element vinden dat je aan de partituur wilt toevoegen. Als je bijvoorbeeld dynamiek wilt toevoegen, kun je dit het beste doen door de noot te selecteren waar je deze wilt plaatsen en klik vervolgens op de dynamiek om deze aan je partituur toe te voegen. Je kunt het ook rechtstreeks vanuit het palettenmenu naar de partituur slepen. Als je een bepaald palet in deze lijst niet nodig hebt, dan kun je deze selecteren en op de Backspace- of Delete-knop drukken om het te verbergen. Verborgen paletten zijn beschikbaar door op de knop "Voeg palet toe" te klikken. Als je op een "Voeg toe"-knop klikt, dan wordt het palet in de lijst weergegeven. De laatste interface die je nodig hebt is het "Eigenschappen" paneel. (die in eerdere versies van MuseScore het "Instellingenoverzicht" werd genoemd). Het "Eigenschappen" paneel geeft opties weer voor alles wat in de partituur staat. Als je bijvoorbeeld een noot selecteert, dan kun je het "Eigenschappen" paneel gebruiken om de nootkop te wijzigen of de waardestreep eigenschappen. Als je een cres/decr-teken selecteer, dan kun je een "cirkel op de punt" toevoegen. Als je een maat selecteert, is er een optie om deze te verwijderen of nieuwe maten toe te voegen. Je kunt de zichtbaarheid van elk element in je partituur wijzigen en je kunt de notatie ook snel wijzigen in "klein formaat". Als je meerdere elementen selecteert, worden de opties in het "Eigenschappen" paneel slim samengevoegd zodat je nog steeds toegang hebt tot iedere gewenste instelling. Afgezien daarvan heeft het "Eigenschappen" paneel tal van handige standaardopties als er niets is geselecteerd. Je kunt de zichtbaarheid wijzigen van elementen die niet worden afgedrukt, zoals kaders rond tekstvakken of onzichtbare elementen. Je kunt ook lege notenbalken verbergen of weergeven en je hebt ook toegang tot de pagina- en stijlinstellingen. Dit is een heel kort overzicht van de concepten voor het schrijven van muziek. Voor meer zelfstudies ga naar onze latere hoofdstukken op ons YouTube-kanaal, of blader door ons online handboek, dat in onderstaande beschrijving is gelinkt.