Enkele weken geleden dronk ik een kop koffie met 'Jezus'. Voor je denkt dat ik gek ben: Jesus is eigenlijk een oude kennis uit de tijd dat ik aan de universiteit economie studeerde. Eigenlijk spreek je het uit als 'Ge-soes', want hij komt uit Spanje, maar een vriend met de naam 'Jesus' noem je 'Jezus', toch? Hij mailde met de vraag of ik nog eens wou afspreken en ik zei: "Ja, waarom niet? We kunnen een koffie gaan drinken in koffiebar 'Het Dagelijks Brood'." Dus dronk ik koffie met Jezus in 'Het Dagelijks Brood'. (Gelach) Je weet hoe zulke gesprekken gaan. Na wat smalltalk vroeg hij me: "Waar ben je mee bezig geweest, waar heb je aan gewerkt?" Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik bij deze eenvoudige vraag toch even in de weinige haren die ik nog heb, moest krabben. Na enkele minuten intense stilte zei ik: "Volgens mij kun je me het beste een ondernemende gelukseconoom noemen." Toen ik dat zei, begon hij te lachen, hij had iets van: "Wat? Wàt? Ben je een softie geworden?" Ik begrijp ergens wel waarom hij dat zei, want vroeger was ik deze kerel. (Gelach) Je kent hem wel: een beetje te geleerd, wat te weinig in contact met zijn emoties. Maar ik was duidelijk veranderd. Ik vertelde hem over mijn ontmoeting met een diplomaat uit Congo toen ik bij de Verenigde Naties werkte, die na een meeting op me afkwam en zei: "België, wat denk je hierover?" Ik stond perplex, want op dat moment besefte ik dat we allemaal naar hetzelfde zoeken. We zoeken allemaal naar een klein beetje geluk, onafhankelijk van onze cultuur, ons ras, onze leeftijd of onze religie. We willen ook graag de toestemming van anderen krijgen om anders te zijn. Ik vertelde Jezus over de pure vreugde die ik voelde toen ik mijn eerste bedrijf opstartte. Maar ik vertelde hem ook over de zorgen, toen allebei mijn ouders enkele maanden later overleden en ik als wees een start-up en hun bedrijf moest beheren. In feite vertelde ik hem verhalen over wat niet in het draaiboek staat, dingen die de universiteit ons niet leerde. Maar toen was ik nog steeds voor een deel deze kerel, ik wilde een nieuw draaiboek. Gedurende meer dan twee jaar dompelde ik mezelf onder in de wetenschap van gedragseconomie, positieve psychologie cognitieve wetenschappen en zelfs delen van de geneeskunde. Ik wou namelijk begrijpen hoe economie en geluk met elkaar verbonden zijn. Die reis bracht me hier vandaag. Ik coördineer een initiatief genaamd 'Happonomy' dat omschreven kan worden als een beweging van ondernemers, creatievelingen, wetenschappers en technologen die allen geloven dat geluk en economie elkaar niet uitsluiten. We organiseren lunches en workshops, we doen wetenschappelijk onderzoek en we praten erover, zoals ik vandaag doe. Ik ben er zeker van dat je een verhaal kunt vinden dat vertelt hoe moeilijk het is om geluk en economie duurzaam met elkaar te combineren. Ik kan je talloze verhalen vertellen. Laat me jullie het verhaal van Dan Price vertellen. Dan is een idealistische ondernemer en op een bepaald moment besloot hij om zijn werknemers een minimumloon van 70.000 dollar te geven, met als gevolg dat zijn eigen management hem in de steek liet en hij aangeklaagd werd door zijn broer, die ook deel uitmaakte van het bedrijf. Ik kan je het verhaal vertellen van Martin Shkreli, misschien ken je hem, hij is een beetje het stereotype gezicht van 'fout gelopen kapitalisme'. Wat hij deed was dit: hij verdeelde medicijnen en op het moment dat hij er de licentie voor had, vervijftigvoudigde hij de prijs, waarop hij zich moest verantwoorden bij het Congres van de Verenigde Staten. Dichter bij huis is er het verhaal van een kennis van me, die omwille van een erfeniskwestie zijn eigen broer en zus niet meer spreekt. Je kan in je omgeving vast wel een verhaal vinden dat aantoont hoe moeilijk het is om een goed evenwicht te vinden tussen economie en welzijn. Als we begrijpen wat er aan het gebeuren is, moeten we onszelf twee vragen stellen. De eerste vraag is niet erg sexy. Waarom hebben we eigenlijk een economie? Er zijn heel wat fancy talks die over economie gaan, toch? Maar in de kern is economie heel simpel: we hebben een systeem nodig waarbij we waarde uitwisselen. Ik heb iets wat jij wil, jij biedt me geld, ik vind geld waardevol dus we ruilen het, klaar. Als je je hart wat sneller voelde kloppen dan ben je of een econoom of je gaat best eens naar de dokter. (Gelach) Dus: waarde. Maar de hieruit voortvloeiende vraag is veel interessanter. Het is vermoedelijk de belangrijkste vraag die we onszelf stellen in ons hele leven. Wat vinden we waardevol? Zou ik dit vragen, zou je mogelijk zeggen: 'Ik vind geluk waardevol of succes.' Maar als ik dan zou vragen wat dit dan wil zeggen, heb je mogelijk geen concreet antwoord, omdat we er niet bewust over nadenken. Gelukkig hebben wetenschappers hierover nagedacht en -- om een lang verhaal kort te maken -- de puzzel bestaat uit 21 stukken. 21 dingen die kwaliteit aan ons leven geven. Ik ga ze uiteraard niet alle 21 bespreken. Het goede nieuws is dat je ze in vijf grote groepen kunt opdelen. De eerste is eenvoudig: je wil overleven. Dat hoop ik. De tweede is al wat interessanter. We willen ons op ons gemak voelen, ook al zijn we allemaal onzekere wezens. Nummer drie: we willen verbinding maken, we hechten waarde aan sociale relaties. We willen ook groeien. We willen het beste uit onszelf halen. En we willen last but not least ook bijdragen aan iets groters, we willen kunnen loslaten. Ik zou hier kunnen stoppen, want als je je afvraagt waarom mensen zich tegenwoordig achtergelaten voelen, gestresseerd zijn en zich steeds gefrustreerder voelen: we hebben een systeem ontwikkeld dat niet ondersteunt wat we willen. Ik wil dat je dit even laat bezinken. Een van de belangrijkste systemen om onze maatschappij en ons welzijn te regelen is ontworpen op een manier die niet levert wat jij en ik precies zoeken. Ik kom uit België, een gezonde dosis surrealisme ben ik dus wel gewoon -- wij hebben dan ook de Smurfen uitgevonden -- maar zelfs voor mij is dit gewoon absurd. Als we kijken naar de twee hoofdonderdelen van ons systeem -- werk en geld, dan wordt alles behoorlijk duidelijk. Laten we beginnen met werk. Als ik je zou vragen waarom je gaat werken dan is de kans groot dat je zegt: 'Om de rekeningen te betalen.' Dat klopt natuurlijk, want we hebben geld en werk aan elkaar gelinkt. Evenals de veiligheid die voortvloeit uit het geld. Maar er zijn nog drie redenen waarom we gaan werken. Ik noemde ze al, want ze zijn gelinkt aan onze zoektocht. We gaan ook werken om connecties te maken. We koffiekletsen graag met onze collega's over afleveringen van 'Game of Thrones' We gaan ook werken om te groeien. We willen een job die ons uitdaagt, waarbij we kunnen bijleren en ons talent kunnen inzetten. We gaan ook werken om los te laten, om bij te dragen aan iets groters: aan de missie van de organisatie. Het probleem met ons huidig systeem is dat we te veel de nadruk gelegd hebben op de individuele groei, de efficiëntie, de concurrentie. Maar we zijn het deel vergeten dat over veiligheid gaat. Ons huidige systeem wordt steeds minder capabel om ons de veiligheid te bieden waar we allemaal naar op zoek zijn. Tegelijkertijd hebben we de verbinding en het transcendente verloochend. De symptomen zijn overduidelijk te zien. Een recent onderzoek toonde aan dat 50% van de mensen tijdens hun leven een burn-out zal krijgen. Dat is dus ofwel jij, ofwel je buur. De afgelopen tien jaar is enkel en alleen al in de EU het aantal mensen dat werkt maar toch arm is en het aantal mensen dat lange tijd gewoon geen job kan vinden, hoewel ze echt wel goed gezocht hebben, gestegen met bijna een derde. We kunnen dus gerust zeggen dat de alarmsignalen er zijn. Over naar het volgende deel: geld. Geld is niet neutraal. Dit moest het hoogtepunt van mijn talk worden, want ik wou een briefje van 500 euro voor jullie ogen kapot scheuren -- ik heb het zelfs bij me, dit is het, een echt briefje -- om jullie te laten ervaren dat geld niet neutraal is, dat je zoiets zou denken als: 'Wat doet die kerel nu?' Maar het probleem is... Mijn vrouw is advocate en ze zei me gisteren dat dit illegaal is. Dus ga ik de eer om de eerste te zijn die een misdaad pleegt op het TEDx podium aan iemand anders overlaten. (Gelach) Maar wat ik dus wil meegeven, is dat geld niet neutraal is, het heeft een impact op ons geluk, onze motivatie en zelfs onze gezondheid. Dat komt omdat ons systeem gebaseerd is op schulden en schaarste. Het lijkt erop dat we niet genoeg geld hebben, toch? Voorbeelden die aantonen dat dit een impact heeft op onze biologie en psychologie, zijn er in overvloed. Ik geef jullie er enkele. De afgelopen tien jaar pleegden in Europa meer dan 10.000 mensen zelfmoord als gevolg van financiële problemen. Een studie uit South Carolina toont aan dat studenten met hoge studieschulden duidelijk slechter presteren dan degene die geen schulden hebben. Wat nog het meest indruk op me maakte, was de studie van onderzoekers van Stanford en Berkeley die aantoonde dat er bij amper twee jaar oude peuters een negatieve impact op het geheugen was en dat hun taalontwikkeling belemmerd werd. Wat dit dus in feite aantoont, is dat ons huidige systeem ... hersenschade veroorzaakt. Je vraagt je nu misschien af: waar dit naartoe leidt? Het lijkt alsof we vastzitten, vast in een systeem waarin mensen steeds meer moeten werken om steeds minder te bereiken. En tegelijkertijd hebben we die grote zak vol schulden op onze rug. Het goede nieuws is dat onze generatie zal mogen kiezen of we economie en technologie ten gunste van ons welzijn gaan inzetten of dat we ons geluk gaan opofferen ten gunste van de economie. Er zijn talloze oplossingen mogelijk. Het behoeft geen revolutie. Ik wil je graag vier soorten oplossingen aanreiken. De eerste: we kunnen werk een andere plaats in ons leven toekennen. Ik wil hier graag een kort onderzoek doen. Hoeveel mensen hebben vandaag hun werk-e-mail bekeken? Het is zaterdag. Steek je hand maar op. Ik zie er al heel wat. En wie heeft zijn werk-e-mail gecheckt tijdens zijn laatste vakantie? Komaan, niet verlegen zijn. Het zijn er zelfs meer. Kun je je inbeelden dat een bedrijf je e-mails zou doorsturen en ze uit je inbox zou verwijderen wanneer je op vakantie bent? Je zou geen enkele reden meer hebben om ze te checken en als extraatje voor wanneer je terugkeert: er wachten geen e-mails op je. Dit kan onwaarschijnlijk klinken, maar dat is precies wat een bedrijf als Daimler momenteel doet. Het is dus in feite een e-mailbeleid met een softwarefeature. Oplossing nummer twee: we kunnen ons monetaire systeem upgraden. Het is duidelijk dat dit tijd gaat kosten, maar we kunnen dit schuldmonster verslaan. En dat kan vandaag starten als we de complementaire munteenheden die in onze steden opduiken, gebruiken. We kunnen een voorbeeld nemen aan Kroatië, een land dat tegen zijn zestigduizend armste bewoners zei: 'Je hoeft de nutsvoorzieningen niet meer betalen, je hoeft geen belasting meer te betalen.' Want de regering wist dat deze arme mensen dit toch niet konden betalen en dit creëerde problemen bij de betrokken organisaties. Of we kunnen buiten de kaders denken. Kan je je voorstellen dat een dokter tegen zijn patiënt zegt: 'Kijk, die lening hoef je niet meer af te betalen, want ik heb gemerkt dat je er overspannen door geraakt.' Kun je je een systeem voorstellen waarin dokters op medische gronden schuldenvermindering voorschrijven? Oplossing nummer drie: we kunnen onze beloningen gebruiken -- ik heb het over lonen, ik heb het over bonussen -- om al onze redenen om te gaan werken, gegarandeerd hersteld worden. Het kan zoiets simpels zijn als transparantie over wat we verdienen. Wanneer organisaties hier transparant over zijn, zo hebben studies bewezen, worden de verschillen tussen de lonen kleiner. Het is dus een soort sociale correctie. Als je een stap verder wil gaan, kun je het laagste loon aan het hoogste loon linken. Als de CEO opslag krijgt, krijgt de medewerker op instapniveau dat ook. Begrijp wel dat ik hier geenszins voor communisme pleit. Mensen willen geen gelijkheid, mensen willen redelijkere ongelijkheid. Als je je afvraagt wat redelijk is, verbaast het je dan dat een wetenschapper dit al bestudeerd heeft? Een interessant onderzoek van Dan Ariely toonde aan dat in Denemarken het een coëfficiënt twee is en in Taiwan is het een coëfficiënt 20. Dat betekent dus dat het cultureel bepaald is. Ik besef dat het merendeel van de oplossingen die ik aanreikte, vooral te maken hebben met werk en geld en met mensen die invloed op ons hebben, zoals HR-managers, CEO's, ondernemers en politici. Maar er is één oplossing waar iedereen mee aan de slag kan. Het is de belangrijkste oplossing, maar ook de moeilijkste. We kunnen ons perspectief tegenover werk, geld en geluk upgraden. Ik wil graag afscheid nemen van jullie met twee uitnodigingen. Als eerste wil ik jullie uitnodigen om goed na te denken over wat kleur aan jouw leven geeft. Bekijk hoe geld en werk dit beïnvloedt. En heb de moed om te kiezen voor datgene wat de kwaliteit van je leven verhoogt en niet uitsluitend de getallen op je bankrekening. Als laatste wil ik je vragen om van je te laten horen. Want enkel als je stem laat horen, kunnen we een systeem dat zo belangrijk als onze economie is, upgraden. Praat erover met je vrienden, familie, collega's, zelfs je baas. Want als we genoeg stemmen hebben, kunnen we het kapitalisme genezen. En op een dag zullen we wakker kunnen worden in een wereld die geluk op de eerste plaats zet. Dat is alles wat ik wou zeggen. (Applaus) (Gejuich)