Veel mensen kwamen en vertelde Josafat
dat een groot leger naderde
om oorlog te voeren tegen hem.
Gealarmeerd door dit nieuws,
Riep Josafat uit
tot een vast voor allen in Juda.
Mensen kwamen
vanuit elke stad in Juda
om te vasten en samen te bidden.
We maakten deel uit van een grote groep,
en Josafat
vroeg God plechtig
om hulp.
Toen stond een man genaamd Jachaziël
op en zei:
dat Josafat
niet bang hoefde te zijn--
dat het niet zijn strijd was,
maar Gods strijd.
Het was vroeg
in de ochtend toen we vertrokken
door de woestijn van Tekoa.
We waren ernstig bezorgd
over een confrontatie met dit enorme leger,
maar men vertelde ons om vertrouwen te hebben.
We hadden ook gebeden.
Toen ons verkenningspeloton
over de heuvel verscheen,
zagen we alleen maar dode lichamen
overal om ons heen.
De vijand had zich blijkbaar
tegen zichzelf gekeerd.
De gebeden van Josafat
hadden hem de strijd gewonnen
zonder ook maar te hoeven vechten.