1 00:00:00,650 --> 00:00:03,370 In de laatste video's leerden we dat de configuratie 2 00:00:03,370 --> 00:00:08,160 van elektronen in een atoom, niet een eenvoudige, klassieke 3 00:00:08,160 --> 00:00:10,540 Newtoniaanse baan omschrijft. 4 00:00:10,540 --> 00:00:12,183 Dat is het Bohr model van het elektron. 5 00:00:12,183 --> 00:00:14,320 Ik herhaal dit, omdat ik vind dat het 6 00:00:14,320 --> 00:00:14,900 belangrijk is. 7 00:00:14,900 --> 00:00:16,900 Als dat de nucleus is, een heel klein, 8 00:00:16,900 --> 00:00:20,570 klein, klein puntje ten opzichte van het hele volume van het atoom 9 00:00:21,600 --> 00:00:25,110 En in plaats van het elektron dat in een baan er omheen beweegt, 10 00:00:25,110 --> 00:00:29,310 als een planeet rond de zon. 11 00:00:29,310 --> 00:00:32,360 In plaats van een baan, kan het beter omschreven worden als 12 00:00:32,360 --> 00:00:36,680 orbitalen, dit zijn kans-dichtheids functies. 13 00:00:36,680 --> 00:00:41,670 Dus een orbitaal-- laten we zeggen dat dat de nucleus is-- 14 00:00:41,670 --> 00:00:44,990 beschrijft, als je elk punt in de ruimte rond de 15 00:00:44,990 --> 00:00:48,700 kern pakt, de kans dat je daar een elektron vindt. 16 00:00:48,700 --> 00:00:53,710 Dus eigenlijk vertelt het je, over het volume van de ruimte 17 00:00:53,710 --> 00:00:56,080 rond de kern, de kans dat je het elektron 18 00:00:56,080 --> 00:00:57,050 in dat volume vindt. 19 00:00:57,050 --> 00:00:59,850 En als je dus een aantal momentopnames van 20 00:00:59,850 --> 00:01:02,910 elektronen pakt-- laten we zeggen de 1s orbitaal. 21 00:01:02,910 --> 00:01:07,510 En zo ziet de 1s orbitaal eruit. 22 00:01:07,510 --> 00:01:10,440 Nauwelijks te zien, maar het is een bol rond de kern en dat 23 00:01:10,440 --> 00:01:12,850 is de laagste energietoestand van een elektron. 24 00:01:14,250 --> 00:01:15,590 Als je een aantal momentopnames neemt 25 00:01:17,480 --> 00:01:21,460 Laten we zeggen dat je momentopnames pakt van helium, 26 00:01:21,460 --> 00:01:22,800 die heeft 2 elektronen. 27 00:01:22,800 --> 00:01:25,860 Beide elektronen zitten in de 1s orbitaal. 28 00:01:25,860 --> 00:01:26,830 Zo ziet het eruit. 29 00:01:26,830 --> 00:01:29,140 Neem je een momentopname dan is het elektron misschien hier, 30 00:01:29,140 --> 00:01:31,170 maar het volgende is het misschien daar. 31 00:01:31,170 --> 00:01:32,520 Dan is het elektron hier. 32 00:01:32,520 --> 00:01:33,540 Dan is het daar. 33 00:01:33,540 --> 00:01:34,060 En daar. 34 00:01:34,060 --> 00:01:36,250 En met allemaal momentopnames zou je er een 35 00:01:36,250 --> 00:01:37,870 heleboel dicht bij elkaar hebben. 36 00:01:37,870 --> 00:01:42,150 En dan zitten ze steeds verder uit elkaar, 37 00:01:42,150 --> 00:01:45,160 naarmate je verder en verder naar de buitenkant gaat. 38 00:01:45,160 --> 00:01:48,498 Maar zoals je ziet is de kans groter om een elektron 39 00:01:48,498 --> 00:01:54,580 dicht bij de kern te vinden dan er verder vandaan. 40 00:01:54,580 --> 00:01:56,320 Maar soms kan je een elektron 41 00:01:56,320 --> 00:01:58,620 helemaal hier vinden, of hier. 42 00:01:58,620 --> 00:02:00,420 Dus het kan echt overal zijn 43 00:02:00,420 --> 00:02:03,690 maar als je meerdere waarnemingen doet 44 00:02:03,690 --> 00:02:05,070 dan zie je wat de kansfunctie beschrijft. 45 00:02:05,070 --> 00:02:07,220 Het zegt dat er een veel lagere kans is 46 00:02:07,220 --> 00:02:11,400 om een elektron te vinden in deze kleine kubus 47 00:02:11,400 --> 00:02:14,930 dan in deze kleine kubus. 48 00:02:14,930 --> 00:02:17,610 Wanneer je dit soort diagrammen ziet met orbitalen, 49 00:02:19,110 --> 00:02:23,565 het wordt getekend als een schil, zoals een bol. 50 00:02:23,565 --> 00:02:25,510 Ik laat het er drie dimensionaal uit zien. 51 00:02:25,510 --> 00:02:28,455 Dit is dan de buitenkant, en de kern 52 00:02:28,455 --> 00:02:30,200 is ergens aan de binnenkant. 53 00:02:30,200 --> 00:02:32,830 Kan je je afvragen, Waar kan ik het elektron 54 00:02:32,830 --> 00:02:34,950 90% van de tijd vinden? 55 00:02:34,950 --> 00:02:36,950 En dan zeg je, OK, ik kan het elektron 56 00:02:36,950 --> 00:02:38,940 90% van de tijd vinden in deze cirkel, 57 00:02:38,940 --> 00:02:40,930 als ik een dwarsdoorsnede zou nemen. 58 00:02:40,930 --> 00:02:43,220 Maar soms kan het elektron zich daarbuiten bevinden. 59 00:02:44,000 --> 00:02:45,260 Want het is volledig een kansberekening. 60 00:02:45,260 --> 00:02:46,300 Dus het kan gebeuren, 61 00:02:46,300 --> 00:02:48,570 dat je het elektron helemaal hier kan vinden 62 00:02:48,570 --> 00:02:51,810 als dit de orbitaal is waar we het over hebben 63 00:02:51,810 --> 00:02:52,380 64 00:02:52,380 --> 00:02:54,660 In de laatste video zeiden we OK, 65 00:02:54,660 --> 00:03:02,260 de elektronen vullen de orbitalen 66 00:03:02,260 --> 00:03:06,050 van de laagste energie toestand naar de hoogste. 67 00:03:06,050 --> 00:03:08,050 Je kan je voorstellen 68 00:03:08,050 --> 00:03:10,720 dat als ik het als een soort Tetris speel 69 00:03:10,720 --> 00:03:13,780 dan stapel ik de blokjes met de laagste energie eerst. 70 00:03:13,780 --> 00:03:16,450 Op de grond plaats ik het blokje met de laagste energie. 71 00:03:17,950 --> 00:03:21,580 En dan kan ik het tweede blokje met een lage energie status hier plaatsen. 72 00:03:22,020 --> 00:03:27,780 Maar alleen als ik genoeg ruimte heb. 73 00:03:27,780 --> 00:03:29,690 Het derde blokje moet in de volgende energietoestand. 74 00:03:30,800 --> 00:03:33,280 In dit geval zou de energie beschreven kunnen worden 75 00:03:33,280 --> 00:03:33,930 als potentiële energie. 76 00:03:33,930 --> 00:03:36,650 Dit is een klassiek, Newtoniaans voorbeeld. 77 00:03:36,650 --> 00:03:39,460 Dat is hetzelfde idee met elektronen 78 00:03:39,460 --> 00:03:45,540 Als er eenmaal twee elektronen zijn in de 1s orbitaal 79 00:03:45,540 --> 00:03:50,240 -- Laten we zeggen de elektronenconfiguratie van helium 1s2 is-- 80 00:03:50,240 --> 00:03:52,980 het derde elektron kunnen we nergens meer laten, 81 00:03:52,980 --> 00:03:55,170 want er is ruimte voor maar twee elektronen. 82 00:03:55,170 --> 00:03:57,230 En zoals ik denk over deze twee elektronen 83 00:03:57,230 --> 00:03:58,970 ze stoten deze derde elektron af die ik toe wil voegen. 84 00:03:58,970 --> 00:04:02,580 Dus die moet naar de 2s orbitaal, 85 00:04:02,580 --> 00:04:06,090 En als ik de 2s orbitaal op deze leg, 86 00:04:06,090 --> 00:04:07,760 dan zou het er uit zien zoals dit, 87 00:04:07,760 --> 00:04:13,380 waar ik een hoge kans heb om elektronen te vinden in deze schil 88 00:04:13,380 --> 00:04:19,110 welke om de 1s orbitaal ligt. 89 00:04:19,110 --> 00:04:22,400 Dit zou lithium kunnen zijn. 90 00:04:23,300 --> 00:04:24,820 Ik heb één extra elektron 91 00:04:24,820 --> 00:04:27,960 Dit extra elektron zou zich kunnen bevinden 92 00:04:27,960 --> 00:04:29,460 waar ik het waarneem. 93 00:04:29,460 --> 00:04:31,240 Maar af en toe kan het hier verschijnen, 94 00:04:31,240 --> 00:04:33,310 Het kan hier verschijnen, of hier, 95 00:04:33,310 --> 00:04:34,360 maar de hoogste kans is daar. 96 00:04:34,360 --> 00:04:37,100 Dus waar zal het elektron 90% van de tijd zijn? 97 00:04:37,100 --> 00:04:39,730 Ongeveer hier in deze schil om het midden. 98 00:04:39,730 --> 00:04:41,140 En wanneer je je het in drie dimensies voorstelt, 99 00:04:41,140 --> 00:04:42,030 dan zal het hier bedekt worden. 100 00:04:42,030 --> 00:04:43,800 Dus dit is de schil. 101 00:04:43,800 --> 00:04:47,070 Dat is wat ik hier getekend heb. 102 00:04:47,070 --> 00:04:48,000 Hier is de 1s 103 00:04:48,000 --> 00:04:49,050 dat is deze rode schil. 104 00:04:49,050 --> 00:04:51,100 En dan de 2s. 105 00:04:51,100 --> 00:04:53,850 De tweede energie schil is deze blauwe schil. 106 00:04:53,850 --> 00:04:55,560 Je kan goed zien dat 107 00:04:55,560 --> 00:04:58,810 hoe hoger de energie orbitaal, des te hoger de energie schil. 108 00:04:58,810 --> 00:05:02,400 Helemaal tot de zevende energie schil, dat is dit rode gebied. 109 00:05:02,400 --> 00:05:04,800 Dan heb je het blauwe gebied, dan het rode, en het blauwe. 110 00:05:04,800 --> 00:05:06,530 Zo krijg je een idee bij de energie schillen. 111 00:05:07,710 --> 00:05:10,580 De s energie orbitalen omringen elkaar 112 00:05:12,180 --> 00:05:14,290 Maar je ziet ook dit spul. 113 00:05:14,290 --> 00:05:16,830 Het algemene principe is dat 114 00:05:16,830 --> 00:05:20,120 de elektronen de orbitalen opvullen 115 00:05:20,120 --> 00:05:21,790 van de laagste naar de hoogste energie orbitaal. 116 00:05:21,790 --> 00:05:25,400 Dus de eerste die opgevuld wordt is de 1s. 117 00:05:25,400 --> 00:05:26,620 Dit is de 1. 118 00:05:26,620 --> 00:05:27,330 Dit is de s. 119 00:05:27,330 --> 00:05:28,530 Dus dit is de 1s. 120 00:05:28,530 --> 00:05:30,460 Er passen twee elektronen in. 121 00:05:30,460 --> 00:05:32,900 De volgende die opgevuld wordt is 2s. 122 00:05:32,900 --> 00:05:35,160 Hier passen weer twee elektronen. 123 00:05:35,160 --> 00:05:37,230 Bij de volgende, hier wordt het interessant, 124 00:05:37,230 --> 00:05:40,030 vul je de 2p orbitaal. 125 00:05:42,950 --> 00:05:45,180 Dat is deze. 126 00:05:45,180 --> 00:05:47,220 2p orbitalen. 127 00:05:47,220 --> 00:05:51,260 De p orbitalen hebben iets van p sub z, p sub x, p sub y. 128 00:05:55,040 --> 00:05:55,620 Wat houdt dat in? 129 00:05:55,620 --> 00:05:57,840 Bekijk je de p-orbitalen, dan zie je een haltervorm. 130 00:05:58,630 --> 00:06:01,010 Het lijkt onnatuurlijk, maar in volgende video's 131 00:06:01,010 --> 00:06:04,600 laten we zien dat het hetzelfde is als staande golven. 132 00:06:04,600 --> 00:06:06,750 Als je het zo bekijkt, dan zijn er drie manieren 133 00:06:06,750 --> 00:06:08,040 waarop je de halters kan positioneren. 134 00:06:08,040 --> 00:06:10,120 Eén in de z richting, boven en beneden. 135 00:06:10,120 --> 00:06:12,280 Eén in de x richting, links en rechts. 136 00:06:12,280 --> 00:06:14,760 En één in de y richting, 137 00:06:14,760 --> 00:06:16,250 naar voren en naar achteren. 138 00:06:16,250 --> 00:06:19,660 Dus als je het zou tekenen-- 139 00:06:19,660 --> 00:06:21,410 stel je wil de p-orbitalen tekenen. 140 00:06:21,410 --> 00:06:22,800 Dan is dit wat je vervolgens moet opvullen. 141 00:06:22,800 --> 00:06:24,780 Op die manier vul je het op met een elektron hier, 142 00:06:24,780 --> 00:06:26,910 een ander elektron hier, en een ander elektron daar. 143 00:06:26,910 --> 00:06:29,036 Dan vul je het op met nog een elektron, 144 00:06:29,036 --> 00:06:30,190 we zullen 'spin' in de toekomst behandelen 145 00:06:30,190 --> 00:06:32,750 Maar daar, daar en daar. 146 00:06:32,750 --> 00:06:34,590 Dat wordt de regel van Hund genoemd. 147 00:06:34,590 --> 00:06:36,600 Misschien doen we nog wel een hele video over de regel van Hund, 148 00:06:36,600 --> 00:06:40,710 maar dat is nog niet relevant voor een eerste jaar scheikunde lezing. 149 00:06:40,710 --> 00:06:43,310 Het vult het in deze volgorde, en opnieuw 150 00:06:43,310 --> 00:06:47,010 wil ik dat je een gevoel krijgt bij hoe het eruit ziet. 151 00:06:47,010 --> 00:06:47,440 Kijk. 152 00:06:47,440 --> 00:06:50,240 Ik zou 'eruit zien' tussen quotes moeten plaatsen, 153 00:06:50,240 --> 00:06:52,470 want het is erg abstract. 154 00:06:52,470 --> 00:06:55,810 Maar ik wil dat je een beeld krijgt bij de p-orbitalen. 155 00:06:55,810 --> 00:06:57,810 -- laten we zeggen, we kijken naar de elektronen configuratie 156 00:06:57,810 --> 00:07:02,240 van bijvoorbeeld koolstof. 157 00:07:02,240 --> 00:07:05,890 In de elektronen configuratie van koolstof, 158 00:07:05,890 --> 00:07:10,360 gaan de eerste twee elektronen in 1s1 en 1s2. 159 00:07:10,360 --> 00:07:14,160 Daarna vult het -- 160 00:07:14,160 --> 00:07:17,660 Dus het vult het 1s2, de koolstof configuratie. 161 00:07:21,000 --> 00:07:24,680 Het vult 1s1, daarna 1s2. 162 00:07:24,680 --> 00:07:26,280 En dit is de configuratie voor helium. 163 00:07:26,280 --> 00:07:30,210 Dan gaan we door naar de tweede schil, 164 00:07:30,210 --> 00:07:30,930 dat is de tweede periode. 165 00:07:30,930 --> 00:07:32,270 Daarom wordt het ook het periodiek systeem genoemd. 166 00:07:32,270 --> 00:07:34,960 We gaan het later hebben over perioden en groepen. 167 00:07:34,960 --> 00:07:36,070 En dan ga je door 168 00:07:36,070 --> 00:07:38,690 Hier vullen we de 2s op. 169 00:07:38,690 --> 00:07:40,700 We zijn nu in de tweede periode. 170 00:07:40,700 --> 00:07:42,120 Dat is de tweede periode. 171 00:07:42,120 --> 00:07:43,400 Eén, twee. 172 00:07:43,400 --> 00:07:45,820 Ik laat het wat duidelijker zien. 173 00:07:45,820 --> 00:07:47,530 Dus dit vult deze twee. 174 00:07:47,530 --> 00:07:50,390 Dus 2s2. 175 00:07:50,390 --> 00:07:52,820 En dan vullen we de p-orbitalen op. 176 00:07:52,820 --> 00:07:56,830 Het vult eerst 1p en dan 2p. 177 00:07:56,830 --> 00:08:02,360 We zijn nog steeds in de tweede schil, dus 2s2, 2p2. 178 00:08:02,360 --> 00:08:04,420 De vraag is hoe het eruit zou zien 179 00:08:04,420 --> 00:08:07,030 als we deze orbitaal willen visualiseren, 180 00:08:07,030 --> 00:08:09,420 de p orbitalen. 181 00:08:09,420 --> 00:08:11,600 We hebben twee elektronen. 182 00:08:11,600 --> 00:08:15,090 Eén elektron gaat-- 183 00:08:15,090 --> 00:08:17,840 Ik teken de assen. 184 00:08:17,840 --> 00:08:20,410 185 00:08:20,410 --> 00:08:23,960 Ik teken een drie dimensionaal 186 00:08:23,960 --> 00:08:25,470 stelsel van assen. 187 00:08:28,440 --> 00:08:31,340 Als ik een aantal waarnemingen doe van 188 00:08:31,340 --> 00:08:34,770 één van de elektronen in de p-orbitaal, 189 00:08:34,770 --> 00:08:36,230 laten we zeggen in de pz dimensie, 190 00:08:36,230 --> 00:08:37,690 dan is het soms hier, 191 00:08:37,690 --> 00:08:39,759 en soms kan het hier zijn, en soms hier. 192 00:08:39,759 --> 00:08:47,070 En als je blijft waarnemen, 193 00:08:47,070 --> 00:08:52,000 dan krijg je iets wat lijkt op een bel vorm. 194 00:08:52,000 --> 00:08:54,160 Deze haltervorm. 195 00:08:54,160 --> 00:08:57,510 En voor een ander elektron dat bijvoorbeeld in de x richting ligt, 196 00:08:57,510 --> 00:09:00,500 maak je ook een aantal observaties. 197 00:09:00,500 --> 00:09:01,830 Laat ik dat een andere kleur doen. 198 00:09:03,640 --> 00:09:04,580 Dan ziet het er zo uit. 199 00:09:04,580 --> 00:09:06,590 Je maakt een aantal observaties, en dan zeg je, 200 00:09:06,590 --> 00:09:10,360 Hé, het is heel waarschijnlijk 201 00:09:10,360 --> 00:09:12,680 om het elektron in deze haltervorm te vinden. 202 00:09:12,680 --> 00:09:13,600 Maar je zou het ook daar kunnen vinden 203 00:09:13,600 --> 00:09:14,460 Of je kan het daar vinden. 204 00:09:14,460 --> 00:09:15,360 Of daar. 205 00:09:15,360 --> 00:09:17,990 Er is gewoon een veel hogere kans 206 00:09:17,990 --> 00:09:19,630 om het hier binnen te vinden dan daar. 207 00:09:19,630 --> 00:09:23,850 En dat is denk ik de beste manier hoe je het zou kunnen visualiseren. 208 00:09:23,850 --> 00:09:26,840 En wat we hier doen, 209 00:09:26,840 --> 00:09:27,980 wordt de elektronenconfiguratie genoemd. 210 00:09:27,980 --> 00:09:30,610 En de manier om dat te doen-- er zijn meerdere manieren 211 00:09:30,610 --> 00:09:34,210 die onderwezen worden, 212 00:09:34,210 --> 00:09:37,550 maar de manier zoals ik het graag doe, 213 00:09:37,550 --> 00:09:40,890 je neemt het periodiek systeem en zegt, deze groepen, 214 00:09:40,890 --> 00:09:43,840 en dan bedoel ik de kolommen, 215 00:09:43,840 --> 00:09:48,610 deze groepen vullen de s subschil, oftewel de s-orbitalen. 216 00:09:51,570 --> 00:09:53,750 Je kan hierboven s schrijven. 217 00:09:53,750 --> 00:09:59,630 En deze kolommen gaan over de p-orbitalen. 218 00:09:59,630 --> 00:10:02,020 Laat ik helium uitsluiten. 219 00:10:02,020 --> 00:10:03,260 De p-orbitalen. 220 00:10:03,260 --> 00:10:04,210 221 00:10:04,210 --> 00:10:06,070 Ik laat helium weg uit het overzicht. 222 00:10:06,070 --> 00:10:07,670 Deze gaan over de p-orbitalen. 223 00:10:07,670 --> 00:10:10,010 En om het te begrijpen, 224 00:10:10,010 --> 00:10:12,970 moet je helium weghalen en hier weer terugplaatsen. 225 00:10:12,970 --> 00:10:13,230 226 00:10:13,230 --> 00:10:15,810 Het periodiek systeem is gewoon een manier om te ordenen. 227 00:10:15,810 --> 00:10:18,810 Maar om orbitalen te begrijpen, 228 00:10:18,810 --> 00:10:19,970 zou je helium moeten oppakken. 229 00:10:19,970 --> 00:10:21,490 Laat ik dat doen. 230 00:10:21,490 --> 00:10:23,690 De magie van computers. 231 00:10:23,690 --> 00:10:29,050 Ik knip het uit en plak het daar. 232 00:10:29,050 --> 00:10:29,490 233 00:10:29,490 --> 00:10:32,660 Nu zie je dat helium 1s en 2s gebruikt. 234 00:10:32,660 --> 00:10:36,140 Dus de configuratie van helium is-- 235 00:10:36,140 --> 00:10:38,290 Pardon, je krijgt 1s1 en 1s2. 236 00:10:38,290 --> 00:10:41,190 We bevinden ons in de eerste energie schil 237 00:10:41,190 --> 00:10:41,920 238 00:10:41,920 --> 00:10:50,910 De configuratie van waterstof is 1s1. 239 00:10:50,910 --> 00:10:57,030 En er is maar één elektron in de s subschil van de eerste energie schil. 240 00:10:58,172 --> 00:11:02,590 De configuratie van helium is 1s2. 241 00:11:02,590 --> 00:11:06,380 En daarna vul je de tweede energie schil. 242 00:11:06,380 --> 00:11:12,240 De configuratie van lithium is 1s2. 243 00:11:12,240 --> 00:11:13,570 Hier gaan de eerste twee elektronen. 244 00:11:13,570 --> 00:11:18,600 De derde gaat in 2s1. 245 00:11:18,600 --> 00:11:20,670 En dat is het patroon. 246 00:11:20,670 --> 00:11:25,810 Wanneer we doorgaan met stikstof kan je zeggen, 247 00:11:25,810 --> 00:11:29,600 OK, het heeft drie elektronen in de p-suborbitaal. 248 00:11:29,600 --> 00:11:31,490 Je zou zelfs van achter naar voren kunnen werken. 249 00:11:31,490 --> 00:11:36,250 We zijn in de tweede periode. 250 00:11:36,250 --> 00:11:37,500 Dus dit is 2p3. 251 00:11:39,800 --> 00:11:40,540 252 00:11:40,540 --> 00:11:45,200 Ik schrijf het op, 2p3. 253 00:11:45,200 --> 00:11:47,880 Dit is de positie van de laatste drie elektronen, in het p-orbitaal. 254 00:11:49,100 --> 00:11:54,110 Dan hebben we deze twee, die gaan in de 2s2 orbitaal. 255 00:11:57,860 --> 00:12:02,240 En de eerste twee, oftewel de elektronen in de laagste energie toestand, 256 00:12:02,240 --> 00:12:06,020 zijn 1s2. 257 00:12:06,020 --> 00:12:07,900 Dus dit is de elektronenconfiguratie van stikstof. 258 00:12:12,020 --> 00:12:15,380 En om zeker te zijn dat de configuratie klopt 259 00:12:15,380 --> 00:12:17,270 tel je het aantal elektronen. 260 00:12:17,270 --> 00:12:20,600 Dus twee plus twee is vier plus drie is zeven. 261 00:12:20,600 --> 00:12:22,630 We hebben het over neutrale atomen, 262 00:12:22,630 --> 00:12:25,240 dus het aantal elektronen en protonen moet gelijk zijn. 263 00:12:25,240 --> 00:12:27,540 Het atoom nummer is het aantal protonen. 264 00:12:27,540 --> 00:12:28,580 Dus dit klopt. 265 00:12:28,580 --> 00:12:29,480 Zeven protonen. 266 00:12:29,480 --> 00:12:32,050 Tot nu toe hebben we te maken gehad met de s-en en de p's. 267 00:12:32,050 --> 00:12:33,926 Dat is te overzien. 268 00:12:33,926 --> 00:12:40,070 Als ik de configuratie van silicium wil weten 269 00:12:40,070 --> 00:12:42,130 wat zou dat zijn? 270 00:12:42,130 --> 00:12:43,970 We zitten in de derde periode. 271 00:12:43,970 --> 00:12:45,990 Eén, twee, drie. 272 00:12:45,990 --> 00:12:48,230 Dat is de derde rij. 273 00:12:48,230 --> 00:12:50,630 En dit is het p-blok. 274 00:12:50,630 --> 00:12:52,670 En dit is de tweede rij in het p-blok. 275 00:12:52,670 --> 00:12:55,830 Eén, twee, drie, vier, vijf, zes. 276 00:12:55,830 --> 00:12:56,060 277 00:12:56,060 --> 00:12:57,630 We zitten in de tweede rij van het p-blok, 278 00:12:57,630 --> 00:12:59,200 dus we beginnen met 3p2. 279 00:13:03,780 --> 00:13:05,130 En dan hebben we 3s2. 280 00:13:08,010 --> 00:13:11,630 En dan vullen we het hele p-blok. 281 00:13:11,630 --> 00:13:12,880 Dus dit is 2p6. 282 00:13:14,900 --> 00:13:17,340 En dan hier 2s2. 283 00:13:17,340 --> 00:13:19,740 En dit vult natuurlijk de hele eerste schil 284 00:13:19,740 --> 00:13:20,810 voordat het deze andere schillen kan vullen. 285 00:13:20,810 --> 00:13:22,390 1s2. 286 00:13:22,390 --> 00:13:27,130 Dus dit is de elektronenconfiguratie van silicium. 287 00:13:27,130 --> 00:13:29,510 En dan moeten we controleren of we 14 elektronen hebben. 288 00:13:29,510 --> 00:13:33,840 twee plus twee is vier, plus zes is tien. 289 00:13:33,840 --> 00:13:38,020 tien plus twee is twaalf plus twee is veertien. 290 00:13:38,020 --> 00:13:40,350 Silicium klopt dus ook. 291 00:13:40,350 --> 00:13:43,120 We lopen een beetje uit de tijd, 292 00:13:43,120 --> 00:13:45,380 in de volgende video gaan we beginnen 293 00:13:45,380 --> 00:13:48,080 met wat er gebeurt met deze elementen, oftewel het d-blok. 294 00:13:48,080 --> 00:13:50,120 En je kan al een beetje raden wat er gebeurt. 295 00:13:50,120 --> 00:13:54,900 We gaan deze d-orbitalen vullen 296 00:13:54,900 --> 00:13:56,730 die nog vreemdere vormen hebben. 297 00:13:56,730 --> 00:13:59,120 In het kort, hoe ik het zie, 298 00:13:59,120 --> 00:14:03,310 is dat als je verder en verder van de kern komt, 299 00:14:03,310 --> 00:14:05,880 is er meer ruimte tussen de lagere energie orbitalen 300 00:14:08,360 --> 00:14:10,440 om deze vreemdvormige orbitalen te vullen. 301 00:14:10,440 --> 00:14:13,770 Maar deze balanceren tussen-- 302 00:14:13,770 --> 00:14:15,560 Ik ga het later over staande golven hebben-- 303 00:14:15,560 --> 00:14:18,780 deze balanceren tussen dicht 304 00:14:18,780 --> 00:14:20,980 bij de kern en het proton proberen te komen 305 00:14:20,980 --> 00:14:22,135 met de positieve lading, 306 00:14:22,135 --> 00:14:23,290 elektronen worden daartoe aangetrokken, 307 00:14:23,290 --> 00:14:25,940 terwijl ze tegelijkertijd de andere elektronen willen ontwijken, 308 00:14:25,940 --> 00:14:27,780 of in ieder geval hun normale distributie. 309 00:14:27,780 --> 00:14:29,980 Tot de volgende video.