Ik was drie of vier jaar oud.
Ik herinner me dat mijn moeder mij
en mijn twee oudere broers
een verhaal voorlas.
Ik herinner me hoe ik met mijn handen
de pagina van het boek voelde
om het plaatje te voelen
waar ze over praatten.
Mijn moeder zei: "Schat,
je weet dat je niet kunt zien
en het plaatje niet kunt voelen
en de tekst op de bladzijde
ook niet."
Ik dacht:
"Maar dat wil ik wel.
Ik hou van verhalen.
Ik wil lezen."
Wist ik veel
dat ik een technologische revolutie
zou gaan meemaken
die mijn droom zou laten uitkomen.
Ik werd 10 weken te vroeg geboren,
als gevolg waarvan ik blind werd.
Dat was 64 jaar geleden.
De ziekte heet 'retrolentale fibroplasie'.
Het komt in de ontwikkelde wereld
tegenwoordig weinig voor.
Wist ik veel, daar opgekruld
in mijn keurige couveuse in 1948,
dat ik op de juiste plaats
en op het juiste moment geboren was.
Dat ik in een land was geboren
waarin ik de technische revolutie
kon meemaken.
Er zijn 37 miljoen volledig blinde mensen
op onze planeet.
Degene die de technologische
veranderingen meemaken,
komen voornamelijk uit
Noord-Amerika, Europa,
Japan en andere ontwikkelde delen
van de wereld.
Computers veranderden
de levens van ons hier allemaal
en over de hele wereld,
maar ik denk dat ze het leven
van blinden
het meest veranderden.
En dus wil ik jullie vertellen over de interactie
tussen computergebaseerde
adaptieve technologie
en de vele vrijwilligers
die mij jarenlang hielpen
om de persoon te worden
die ik vandaag ben.
Het is een interactie tussen vrijwiliggers,
gepassioneerde uitvinders en technologie.
Veel blinde mensen
vertellen hetzelfde verhaal.
Ik wil dat vandaag een beetje toelichten.
Toen ik vijf was, ging ik
naar school en leerde ik braille.
Dat is een geniaal systeem op basis van 6 puntjes
die in papier zijn gedrukt.
Ik kan ze voelen met mijn vingers.
Ik denk dat ze mijn rapport
van de zesde klas hier achter me tonen.
Ik weet niet waar Julian Morrow het vandaan heeft.
(Gelach)
Ik was erg goed in lezen
maar godsdienst en muziek kon beter.
(Gelach)
Als je het operagebouw uitloopt,
vind je brailletekens in de liften.
Let er maar op.
Heb je het gezien?
Ik wel.
Ik kijk er altijd naar.
(Gelach)
Toen ik op school zat,
werden de boeken overgezet naar braille
door vrijwilligers
die een puntje per keer drukten,
zodat ik voldoende te lezen had.
Het werd voornamelijk
door vrouwen gedaan,
in Australië sinds het einde van de 19e eeuw.
Het was de enige manier
waarop ik kon lezen.
Toen ik op de middelbare school zat,
kreeg ik mijn eerste
echte Philips-bandrecorder.
De bandrecorder werd
mijn 'pre-computer-medium'
waarmee ik leerde.
Vrienden en familie konden mij voorlezen
en ik kon het zo vaak afluisteren als ik wilde.
Het bracht me in contact
met vrijwilligers en maatschappelijk werkers.
Toen ik bijvoorbeeld naar de universiteit ging,
de Queen's Universiteit in Canada,
waren de gevangenen uit
de Collins Bay-gevangenis bereid mij te helpen.
Ik gaf hen een bandrecorder
en zij spraken in.
Zoals een van hen tegen me zei:
"Ron, we gaan voorlopig even nergens heen."
(Gelach)
Maar sta hier even bij stil:
Deze mannen,
die niet dezelfde onderwijsmogelijkheden
hadden gehad als ik,
hielpen mij een postuniversitaire graad
in de rechten te verkrijgen.
Ik ging terug en werd academicus
aan de Monash-universiteit in Melbourne.
Gedurende die 25 jaar
draaide mijn leven zo ongeveer om bandrecorders.
In 1990 had ik op mijn kantoor
bijna 30 kilometer aan tape. (Gelach)
Studenten, familie en vrienden
spraken allemaal materiaal in.
Mevrouw Lois Doery,
die ik later mijn tweede moeder ging noemen,
las me duizenden uren voor op tape.
Een van de redenen voor deze talk vandaag
was dat ik hoopte dat Lois hier zou zijn
en ik haar aan jullie kon voorstellen
en publiekelijk bedanken.
Het is verdrietig dat
haar gezondheid het niet toelaat.
Lois, ik wil je bedanken,
hier vanaf dit podium.
(Applaus)
De eerste Apple-computer kwam mij in 1984 onder ogen.
Ik dacht:
"Dit ding heeft een glazen scherm,
daar heb ik niet veel aan."
Ik had het helemaal verkeerd.
In 1987, toen onze oudste zoon
Gerard werd geboren,
kreeg ik mijn eerste blindencomputer
en hij staat hier nu.
Zien jullie hem daar?
Je ziet dat hij geen, hoe heet het ook alweer,
geen scherm heeft.
(Gelach)
Het is een blindencomputer.
(Gelach)
Het is een 'Keynote Gold 84k'
en de 84k staat voor 84 kilobytes geheugen.
(Gelach)
Lach niet,
hij kostte me toentertijd 4.000 dollar. (Gelach)
Ik denk dat mijn horloge nu meer geheugen heeft.
Het is uitgevonden door
een gepassioneerde uitvinder, Russell Smith
uit Nieuw-Zeeland,
en hij hielp blinde mensen.
Helaas is hij in 2005 bij een vliegtuigongeluk
om het leven gekomen.
Maar de herinnering aan hem
leeft voort in mijn hart.
Het betekende dat ik voor de eerste keer
terug kon lezen wat ik invoerde.
Het had een spraaksynthesizer.
Ik schreef mijn eerste boek over arbeidsrecht
in 1979 op een typemachine,
direct vanuit mijn geheugen.
Hiermee kon ik teruglezen
wat ik had opgeschreven
en betrad ik de wereld van computers,
ook al had hij maar 84k aan geheugen.
In 1974 werkte de geweldige Ray Kurzweil,
een Amerikaanse uitvinder,
aan een machine die boeken kon scannen
en ze middels spraaksynthese voorlas.
Optische tekenherkenningsapparaten
werkten toentertijd
maar met één lettertype,
maar door CCD-flatbedscanners
en spraaksynthesizers te gebruiken,
maakte hij een machine
die elk lettertype kon lezen.
Zijn machine,
zo groot als een wasmachine,
kwam op 13 januari 1976 op de markt.
De eerste verkrijgbare Kurzweil zag ik
in maart 1989 en ik vond hem geweldig.
In september 1989,
toen mijn lectoraat op de Monash-universiteit
werd aangekondigd,
kreeg de rechtenfaculteit er één
die ik mocht gebruiken.
Voor het eerst in mijn leven
kon ik lezen wat ik wilde lezen
door een boek op de scanner te leggen.
Ik hoefde niet meer aardig tegen mensen te zijn!
(Gelach)
Ik werd niet langer gecensureerd.
Ik was toen bijvoorbeeld te verlegen,
en dat ben ik eigenlijk nog steeds,
om iemand te vragen
mij seksueel getint materiaal voor te lezen.
(Gelach)
Nu kan ik in het midden van de nacht
een boek pakken en...
(Gelach) (Applaus)
De Kurzweil-reader is gewoon
een programma op mijn laptop.
Zo klein is hij nu.
Nu kan ik de nieuwste romans scannen
en hoef ik niet meer te wachten
tot het audioboek in de bieb ligt.
Ik loop niet meer achter op mijn vrienden.
Veel mensen hielpen mij in mijn leven
en velen van hen heb ik nooit ontmoet.
De Amerikaanse uitvinder
Ted Henter is zo'n persoon.
Ted was motorcoureur.
In 1978 kreeg hij een auto-ongeluk
en verloor hij zijn gezichtsvermogen.
Dat is verschrikkelijk
als je wilt motorrijden.
Toen werd hij waterskiër
en hij werd kampioen bij het waterskiën voor mensen met een beperking.
Maar in 1989 ontwikkelde hij
samen met Bill Joyce
een programma dat tekst op
het scherm voorlas:
Tekst van het internet of van bestanden.
Het heet JAWS: 'Job Access With Speech'
(Toegang tot werk middels spraak)
en het klinkt zo.
(JAWS praat)
Langzaam, niet?
(Gelach)
Als ik zo lees, val ik in slaap.
Ik heb hem langzamer gezet voor jullie.
Ik heb ook een fragment met mijn leessnelheid meegenomen.
Kunnen we deze afspelen?
(JAWS praat)
(Gelach)
Als je essays van studenten nakijkt,
wil je er wel snel doorheen.
(Gelach) (Applaus)
Die technologie die mij in 1987 zo fascineerde,
staat nu op mijn iPhone
en ook op die van jou.
Ik vind lezen met behulp van machines
maar een eenzaam proces.
Ik groeide op met familie
en vrienden die mij voorlazen.
Ik mis de warmte, de ademhaling
en de nabijheid van de mensen
die me voorlazen.
Hou jij ervan om voorgelezen te worden?
In één van mijn meest dierbare herinneringen
las Mary mij en de kinderen voor
aan het strand vlakbij Manly Beach.
Dit was in 1999.
"Harry Potter en de Steen der Wijzen."
Dat is toch een geweldig boek?
Ik vind het nog steeds fijn
om te worden voorgelezen.
Ik zou de technologie niet afserveren,
want het heeft me
een mooi leven gebracht.
Audioboeken zijn natuurlijk al veel langer toegankelijk
dan al deze nieuwe technologieën.
De langspeelplaat werd immers
begin jaren 30 ontwikkeld.
Nu zetten we audioboeken op cd's
en gebruiken we het digitale toegangssysteem 'DAISY'.
Maar als ik met behulp van spraaksynthese lees,
vind ik het erg fijn om thuis
een pikante roman te lezen
met behulp van een echte stem.
Mensen met een beperking lopen echter nog steeds
tegen problemen aan.
We kunnen veel websites niet lezen met JAWS
en andere technologieën.
Websites zijn vaak heel visueel.
Er zijn veel soorten diagrammen
en knopjes niet voorzien van labels.
Daarom ontwikkelde het
'World Wide Web Consortium 3',
beter bekend als 'W3C',
internationale protocollen
voor het internet.
Wij willen dat alle internetgebruikers
of beheerders van websites
hun sites compatible maken,
zodat wij blinden niet benadeeld zijn
ten opzichte van mensen met zicht.
Onze wetten zorgden weer voor andere problemen.
Australië kent bijvoorbeeld,
net als een derde van alle andere landen,
uitzonderingen op auteursrechten
waar het braille- of audioboeken betreft.
Deze boeken mogen worden uitgebracht
in het land van vervaardiging,
maar mogen het land niet verlaten.
In Spanje hebben we bijvoorbeeld toegang
tot 100.000 Spaanstalige boeken.
In Argentinië tot 50.000.
In geen ander Latijns-Amerikaans land
zijn er meer dan een paar duizend.
Maar het is illegaal om boeken
te van Spanje naar Latijns-Amerika te vervoeren.
Er zijn honderdduizenden boeken beschikbaar
in de VS, Groot-Brittannië,
Canada en Australië,
maar deze mogen niet worden vervoerd
naar de 60 landen
waar Engels de eerste en tweede taal is.
Weet je nog dat ik het over Harry Potter had?
Omdat boeken de grens niet over mogen,
werden in alle Engelssprekende landen
verschillende versies ingesproken:
Groot-Brittannië, de VS, Canada, Australië
en Nieuw-Zeeland hebben stuk voor stuk
een andere uitgave van Harry Potter.
Daarom is er volgende maand in Marokko
een vergadering van alle landen.
Een groep landen pleit samen met
de Wereldvereniging voor Blinden
voor een grensoverschrijdend verdrag.
Als in één land een uitzondering
op het auteursrecht geldt
en in een ander land ook,
kunnen deze boeken onderling gedeeld worden.
Vooral in ontwikkelingslanden
krijgen blinden daardoor
toegang tot boeken en ontwikkeling.
Ik wil dat dat gebeurt.
(Applaus)
Ik heb een buitengewoon gezegend leven.
Ik ben getrouwd en heb kinderen.
Ik heb interessant werk.
Voorheen aan de rechtenfaculteit
van de universiteit in Sydney
waar ik decaan was.
Nu zit ik in het comité
van de Verenigde Naties
en vertegenwoordig
de rechten van gehandicapten in Genève.
Ik ben inderdaad een bevoorrecht mens.
Ik ben benieuwd naar wat
de toekomst ons gaat brengen.
De technologie zal zich verder ontwikkelen.
Ik kan me nog steeds herinneren
dat mijn moeder 60 jaar geleden zei:
"Vergeet niet, schat,
dat je de tekst nooit
met je vingers zal kunnen lezen."
Ik ben zo blij dat de interactie tussen
degenen die tekst omzetten naar braille,
vrijwillige lezers en gepassioneerde uitvinders
mijn droom en de droom van alle blinden
ter wereld heeft laten uitkomen.
Ik wil mijn onderzoeker
Hannah Martin bedanken.
Zij heeft de plaatjes aangeklikt,
en mijn vrouw professor Mary Crock,
die het licht van mijn leven is
en mij nu op komt halen.
Ik bedank haar ook.
Ik denk dat ik het nu moet afronden.
Het allerbeste en hartelijk bedankt!
(Applaus)
Oké. Oké.
(Applaus)