Ik ben een kunstenaar,
maar een beetje een bijzondere.
Ik schilder niet.
Ik kan niet tekenen.
Op de middelbare school
schreef mijn leraar Tecniek
op mijn rapport
dat ik een gevaar was.
Je wilt de foto's die ik maak
waarschijnlijk ook niet echt zien.
Maar er is één ding dat ik goed kan:
een computer programmeren.
Ik kan coderen.
En mensen zullen zeggen
dat 100 jaar geleden
mensen als ik niet bestonden,
dat het onmogelijk was,
dat kunst maken met data iets nieuws is,
een product van onze tijd,
iets waarvan het erg belangrijk is
om het te zien als iets dat erg 'nu' is.
En dat is waar.
Maar er is een kunstvorm
die al erg lang bestaat
die draait om het
gebruiken van informatie,
abstracte informatie,
om daar stukken mee te maken
met een emotionele weerklank.
Dat is muziek.
We maken al tienduizenden
jaren muziek, nietwaar?
En als je je bedenkt wat muziek is --
noten en akkoorden en sleutels
en harmonieën en melodieën --
het zijn algoritmes.
Het zijn systemen
die gemaakt zijn om zich
in de tijd te ontvouwen
om ons iets te laten voelen.
Muziek bracht me bij kunst.
Ik ben opgeleid als componist
en 15 jaar geleden
begon ik stukken te maken
die het snijpunt tussen beeld en geluid
zouden moeten belichten,
waarin ik beeld gebruikte
om een muzikale structuur bloot te leggen
of een geluid gebruikte
om iets interessants te laten zien
van iets dat meestal een illustratie is.
Wat je op het scherm ziet,
wordt letterlijk getekend
door de muzikale constructie
van de musici op het toneel
en het is geen toeval
dat het er als een plant uitziet,
want de onderliggende
algoritmische biologie van de plant
vormde ook de oorspronkelijke inspiratie
voor dit stuk muziek.
Als je eenmaal weet hoe je dit moet doen,
als je weet hoe je met media kan coderen,
kan je gave dingen doen.
Dit is een project dat ik
voor het Sundance Film Festival uitvoerde.
Het idee was simpel: je neemt elke winnaar
van de Academy Award Best Picture,
je versnelt het tot een minuut per film
en rijgt ze allemaal aan elkaar.
Zo kan ik je in 75 minuten
de geschiedenis van Hollywoodfilms tonen.
Wat het erg duidelijk laat zien
is de geschiedenis van montage
in Hollywoodfilms.
Links zie je Casablanca;
rechts zie je Chicago.
Je ziet dat Casablanca
veel makkelijker te bekijken is.
Dat komt omdat de gemiddelde lengte
van cinematografische shots in de jaren 40
26 seconden was,
terwijl het nu rond de zes seconden is.
Dit project werd geïnspireerd
door werk dat was gefiancieerd
door de Amerikaanse overheid
in het begin van 2000,
om naar videomateriaal te kijken
en er een specifieke acteur in te vinden.
Ik gaf deze code een nieuwe functie
om een systeem op te zetten
dat zich op een persoon zou richten
die je nooit hoeft te zoeken:
Britney Spears.
Ik downloadde 2.000 paparazzifoto's
van Britney Spears
en trainde mijn computer
haar gezicht te vinden,
niemand anders.
Ik kan elk materiaal van haar invoeren
en het centreert haar ogen in het frame;
het is een soort dubbel commentaar
op surveillance in onze maatschappij.
We zijn doodsbang dat we bekeken worden,
maar we zijn geobsedeerd
door beroemdheden.
Wat je nu ziet is een samenwerking
van mij en een kunstenaar
genaamd Lián Amaris.
Zij deed iets dat heel makkelijk
uit te leggen en te beschrijven is,
maar moeilijk is om te doen.
Ze nam 72 minuten activiteit --
zich klaarmaken voor een date,
voor een avond uit --
en spreidde dit uit over drie dagen
en voerde dit in slow motion op
op een verkeerseiland in New York.
Ik was daar ook, met een filmploeg.
We filmden alles
en draaiden het proces om,
zodat het weer 72 minuten in beslag nam,
waardoor het lijkt
alsof ze normaal beweegt
en de hele wereld langs haar heen vliegt.
Op een gegeven moment kreeg ik door
dat ik portretten aan het maken was.
Als je aan portretten denkt,
ben je geneigd aan deze dingen te denken.
De man links is Gilbert Stuart.
Hij is de eerste echte portretschilder
van de Verenigde Staten.
En rechts zie je zijn portret
van George Washington in 1796.
Dit is het zogenaamde Landsdowne-portret.
Als je naar dit schilderij kijkt,
zie je een hoop symbolisme, zie je?
We hebben een regenboog buiten.
We hebben een zwaard.
Een ganzenveer op het bureau.
Al deze dingen hebben tot doel
George Washington
tot vader van de natie uit te roepen.
Dit is mijn portret van George Washington.
Het is een letterbord,
met woorden in plaats van letters.
En deze woorden zijn de 66 woorden
uit George Washington's
State of the Union toespraken
die hij vaker gebruikte
dan welke president ook.
'Gentlemen' heeft
zijn eigen symboliek en retoriek.
En het is van belang
dat hij dat woord het meest gebruikte.
Dit is het letterbord voor George W. Bush,
die president was toen ik dit maakte.
En hoe je daar komt,
in 43 makkelijke stappen
van 'gentlemen' tot 'terreur',
vertelt een hoop
over de Amerikaanse geschiedenis
en geeft je andere inzichten
dan wanneer je naar
een serie schilderijen kijkt.
Deze werken zijn een geschiedenisles
over de Verenigde Staten
langs de politieke retoriek
van diens leiders.
Ronald Reagan besteedde veel tijd
aan het praten over tekorten.
Bill Clinton sprak vaak
over de eeuw waarin
hij geen president meer zou zijn,
maar zijn vrouw misschien wel.
Lyndon Jonson was de eerste president
die zijn State of the Union-toespraak
live op televisie hield;
hij begon elke paragraaf
met het woord 'vanavond'.
En Richard Nixon,
of eigenlijk zijn schrijver,
een man genaamd William Safire,
dacht veel over de taal na
om er zeker van te zijn
dat zijn baas eerlijk overkwam.
Dit project is tentoongesteld
als een serie monolitische sculpturen.
Het is een serie van lichtkasten
die buiten staan.
Merk op dat ze op maat zijn,
dus als je er 6 meter af staat
en tussen de twee zwarte lijnen kan lezen,
heb je een normaal gezichtsvermogen.
(Gelach)
Dit is een portret.
En daar zijn er een hoop van.
Er zijn een hoop manieren
om dit met data te doen.
Ik zocht naar een manier
om te bedenken hoe ik
een meer democratisch portret kon maken,
iets dat meer over mijn land gaat
en over hoe het werkt.
Elke 10 jaar wordt er in Amerika
een volkstelling gehouden.
We tellen letterlijk mensen,
zien wie hier wonen,
wat voor banen we hebben,
welke taal we thuis spreken.
Dit is belangrijk -- erg belangrijk.
Maar het vertelt ons niet wie we zijn.
Het vertelt niets
over onze dromen en ambities.
Dus besloot ik in 2010
mijn eigen volkstelling te houden.
Ik begon naar een set gegevens te zoeken
met een hoop beschrijvingen
geschreven door gewone Amerikanen.
En het bleek
dat er zo'n set gegevens bestaat
die gewoon voor het oprapen ligt.
En dat is online dating.
Dus in 2010 sloot ik me aan
bij 21 online dating services,
als een homo- en heteroseksuele man,
als een homo- en heteroseksuele vrouw,
in elke postcode in Amerika
en downloadde zo'n 19 miljoen
dating-profielen van mensen --
dat is ongeveer 20 procent van de
volwassen populatie in Amerika.
Ik heb 'n obsessieve-compulsieve stoornis.
Dat wordt zometeen heel duidelijk. Let op.
(Gelach)
Ik sorteerde al deze data op postcode.
En keek naar woordanalyses.
Dit zijn enkele dating-profielen uit 2010
met het woord 'eenzaam' uitgelicht.
Als je hier topografisch naar kijkt
en bedenkt dat van donker naar licht
de frequentie van het woord weerspiegelt,
zie je dat Appalachia
een vrij eenzame plek is.
Je kunt ook zien
dat Nebraska niet zo gezellig is.
Dit is de kinky kaart en wat dit je toont,
is dat vrouwen in Alaska langs moeten gaan
bij de mannen in zuidelijk New Mexico
om zich te vermaken.
Ik heb dit op een vrij
gedetailleerd niveau,
dus ik kan je vertellen dat de mannen
op de oostelijke helft van Long Island
liever een klap op de billen krijgen
dan de mannen
op de westelijke helft van Long Island.
Dit is het belangrijkste feitje
dat je oppikt op deze conferentie.
Je gaat je dit feit
voor de komende 30 jaar herinneren.
(Gelach)
Als je dit naar een
cartografisch niveau brengt,
kan je kaarten maken en hetzelfde doen
als bij de letterborden.
Je kan de naam van elke stad
in de Verenigde Staten
vervangen door het woord
dat er meer gebruikt wordt dan elders.
Als je ooit met iemand uit Seattle
hebt gedate, klinkt dit bekend voor je.
Je hebt 'mooi'.
Je hebt 'gebroken hart'.
Je hebt 'optreden'. Je hebt 'sigaret'.
Ze spelen in een band en ze roken.
En recht daarboven zie je 'e-mail'.
Dat is Redmond, Washington,
waar het hoofdkwartier
van Microsoft zich bevindt.
Sommigen van deze kun je wel raden --
Los Angeles is 'acteren'
en San Francisco is 'homo'.
Sommige zijn schrijnender.
In Baton Rouge
spreken ze over mollig zijn;
stroomafwaarts in New Orleans
gaat het nog over de overstroming.
Mensen in de Amerikaanse hoofdstad
zeggen dat ze interessant zijn.
Mensen in Baltimore, Maryland,
zeggen dat ze bang zijn.
Dit is New Jersey.
Ik groeide ergens op
tussen 'vervelend' en 'cynisch'.
(Gelach) (Applaus)
En het woord van New York City is 'nu',
als in: "Nu werk ik als ober,
maar eigenlijk ben ik een acteur."
(Gelach)
Of: "Nu ben ik professor aan NYU,
maar eigenlijk ben ik een kunstenaar."
Als je omhoog gaat, zie je 'dinosaurus'.
Dat is Syracuse.
De beste plek om te eten in
Syracuse, New York,
is Hells Angels' barbecue keten
Dinosaur Barbecue.
Dat is de plek waar je iemand
meeneemt op een date.
Ik woon ergens tussen 'onvoorwaardelijk'
en 'midzomer', middenin Manhattan.
En dit is het verbeterde North Brooklyn,
dus je hebt 'DJ' en 'glamoreus'
en 'hipsters' en 'urban'.
Dat is dus misschien
een democratischer portret.
Het idee ontstond voor
een kaart met rode en blauwe staten
gebaseerd op wat we willen doen
op een vrijdagavond.
Dit is een zelfportret.
Dat is gebaseerd op mijn e-mail,
ongeveer 500.000 e-mails over 20 jaar.
Je kan dit zien
als een kwantitatieve selfie.
Wat ik doe, is het toepassen
van een natuurkundige vergelijking
gebaseerd op mijn persoonlijke gegevens.
Je moet je iedereen voorstellen
die ik ooit geschreven heb.
Het begon in het midden
en explodeerde met een grote knal.
En iedereen is verbonden met elkaar,
gebaseerd op hoe vaak
ze hebben gemaild,
met wie ze hebben gemaild.
En het maakt ook sentimentele analyses,
als ik zeg "ik hou van je"
hebben we een diepere band
en kom je dichter tot mijn
emailadressen in het midden
die als centrale sterren fungeren.
Alle namen zijn handgeschreven.
Soms doe je dit werk met real-time data
om een specifiek probleem
in een stad aan het licht te brengen.
Dit is een Walther PPK 9mm
semiautomatisch handwapen
dat werd gebruikt in de schietpartij
in de Franse wijk van New Orleans
zo'n twee jaar geleden op Valentijnsdag,
tijdens een parkeerruzie.
Dit zijn mijn sigaretten.
Dit is het huis
waar de schietpartij plaatsvond.
Dit project had wat constructie nodig.
Ik heb een fietsketting
om een as getakeld,
terwijl een computer het bestuurde.
De computer en het mechanisme
zijn verstopt in een doos.
Het geweer is op een stalen plaat gelast.
Er loopt een draad door naar de trekker
en de computer in de doos is online.
Het luistert naar de 911 gegevens
van de politie in New Orleans
en elke keer als er een schietpartij
wordt doorgegeven in New Orleans
(Geweerschot)
gaat het geweer af.
Er zit een losse flodder in,
dus er is geen kogel.
Er is veel licht, een harde knal
en het belangrijkste: er is een huls.
Er zijn zo'n vijf schietpartijen
per dag in New Orleans,
dus tijdens de vier maanden
dat dit werk er stond,
vulde de doos zich met kogels.
Jullie weten wat dit is --
het heet 'data-visualisatie'.
Als je het goed doet, is het verhelderend.
Als je het verkeerd doet,
is het verdovend.
Het reduceert mensen tot nummers.
Dus pas op.
Een laatste werk voor jullie.
Ik bracht vorige zomer door
als gastkunstenaar
op Times Square.
En Times Square in New York
is letterlijk het kruispunt van de wereld.
Iets dat weinig mensen doorhebben
is dat het de meest
ge-instagramde plek op de wereld is.
Ongeveer elke vijf seconden
neemt iemand een selfie
op Times Square.
Dat is 17.000 per dag
en ik heb ze allemaal.
(Gelach)
Dit zijn er enkele van,
met hun ogen gecentreerd.
Elke samenleving
zal het maximale uit technologie halen
om kunst te kunnen maken.
Kunstenaars zijn verantwoordelijk
voor het stellen van vragen
over wat die technologie betekent
en hoe het onze cultuur reflecteert.
Ik neem afscheid met dit:
we zijn meer dan nummers.
We zijn mensen
en we hebben dromen en ideeën.
Ons reduceren tot statistieken
is iets dat wordt gedaan
op ons risico.
Heel erg bedankt.
(Applaus)