Soms word ik boos, en het kostte me vele jaren om dát alleen al te kunnen zeggen. In mijn werk trilt mijn lijf soms helemaal, zo boos ben ik. Maar ongeacht hoe terecht mijn woede ook was, mij is mijn hele leven lang geleerd dat mijn boosheid overdreven is, een onjuiste reactie, die me grof en onaantrekkelijk maakt. Voornamelijk als meisje heb ik geleerd dat boosheid een emotie is, die je maar beter helemaal niet moet uiten. Stel je mijn moeder eens voor. Toen ik 15 jaar was, kwam ik op een dag van school en zij stond op de lange veranda buiten voor de keuken met een grote stapel borden. Ik was compleet sprakeloos toen ze ermee begon te gooien als frisbees... (Gelach) in de hete, vochtige lucht. Toen ieder bord in duizend stukjes was gevallen op de heuvel onder ons, liep ze weer naar binnen en vroeg ze vrolijk: "Hoe was je dag?" (Gelach) Je ziet wel in hoe een kind een dergelijk incident zou bekijken en denken dat boosheid: stil, isolerend, destructief en zelfs beangstigend is. Met name wanneer deze boze persoon een meisje of een vrouw is. De vraag is waarom. Boosheid is een menselijke emotie, noch goed noch slecht. Het is feitelijk een signaalemotie. Het waarschuwt ons voor vernedering, dreiging, belediging en letsel. En toch, in zovele culturen, wordt boosheid geacht het morele eigendom te zijn van jongens en mannen. Er zijn natuurlijk verschillen. In de Verenigde Staten, bijvoorbeeld, wordt een boze zwarte man gezien als een crimineel, maar een boze blanke man is een waardevolle burger. Waar we echter ook zijn, die emotie is met name van mannen. En dus leren we kinderen om boosheid bij meisjes en vrouwen af te keuren, en worden we volwassenen die het bestraffen. Wat als we dat nu eens niet zouden doen? Wat als we boosheid niet scheiden van vrouwelijkheid? Want boosheid scheiden van vrouwelijkheid betekent dat we meisjes en vrouwen de emotie onthouden die hen het beste beschermt tegen onrecht. Wat als we in plaats daarvan deze emotionele vaardigheid zouden ontwikkelen voor jongens én meisjes? Het feit is dat we kinderen nog steeds sociaal gedrag aanleren op een binaire en verschillende wijze. Jongens worden gehouden aan absurde, rigide normen van mannelijkheid die horen geen vrouwelijke emoties als droefheid of angst te kennen, maar moeten agressie en woede omarmen als echte mannelijke eigenschappen. Daar staat tegenover dat we meisjes leren voorkomend te zijn en woede gaat daar niet mee samen. Net zoals ons is geleerd onze benen te kruisen en ons haar te doen, is ons verteld ons in te houden en onze trots in te slikken. Wat maar al te vaak gebeurt, en dat geldt voor ons allemaal, is dat vernedering onderdeel blijft van ons denkbeeld over vrouwelijkheid. Er zit een heel persoonlijk en politiek verhaal achter deze splitsing. In woede gaan we van verwende prinsessen en opstandige pubers, naar bewerkelijke vrouwen en krijsende, lelijke zeuren. We zijn er in alle smaken, kies maar uit. Ben jij een pittige hete Latina als je boos bent? Of een triest Aziatisch meisje? Een boze zwarte vrouw? Of een gekke witte? Je kan kiezen. Maar het resultaat is, dat wanneer we zeggen wat belangrijk is voor ons -- want dat is wat boosheid overbrengt -- mensen boos op ons worden omdat we boos zijn. Waar we ook zijn, thuis of op school of op werk of in de politieke arena, boosheid bevestigt mannelijkheid en het frustreert vrouwelijkheid. Dus mannen worden beloond voor dat gedrag, en vrouwen worden gestraft voor hetzelfde gedrag. Dit zet ons op een enorme achterstand, zeker als we onszelf en onze belangen moeten beschermen. Wanneer we te maken hebben met een bedreigende straatovervaller, een roofzuchtige collega, een seksist, racistische klasgenoot, schreeuwt ons brein: "Ben je nou helemaal gek geworden?" En onze monden zeggen: "Het spijt me, wat?" (Gelach) Toch? En het botst met elkaar want de boosheid raakt vermengd met spanning en de angst voor het risico op vergelding. Als je vrouwen vraagt waar ze het bangst voor zijn als reactie op hun boosheid, zeggen ze niet geweld. Zij zeggen spot. Denk er eens over wat dat wil zeggen. Heb je meerdere gemarginaliseerde identiteiten, dan is het niet alleen spot. Wanneer je jezelf beschermt, wanneer je je grenzen aangeeft, want daar kunnen ernstige consequenties aan verbonden zijn. Nu herhalen we deze patronen niet op een opzichtige en duidelijke wijze, maar door dagelijkse banaliteiten in het leven. Toen mijn dochter op de kleuterschool zat, ging ze iedere ochtend een prachtig kasteel bouwen van linten en blokken, en iedere ochtend kwam dezelfde jongen die het met veel plezier omschopte. Zijn ouders waren daar, maar ze grepen nooit in voordat het gebeurde. Ze waren blij te voorzien in clichés achteraf: "Jongens zullen altijd jongens zijn." "Het is zo verleidelijk, hij kon het niet laten." Ik deed wat veel meisjes en vrouwen hebben geleerd te doen: op voorhand bewaarde ik de vrede en leerde mijn dochter hetzelfde te doen. Ze gebruikte haar woorden. Ze probeerde hem vriendelijk tegen te houden. Ze verplaatste van plek waar ze bouwde in de klas, maar geen effect. Dus ik en andere volwassenen construeerden gezamenlijk een typisch mannelijk recht. Hij kon ongeremd tekeergaan en zijn omgeving domineren, en zij hield haar behoeften voor zichzelf en werkt om zijn behoeften heen. We stelden ze beiden teleur door haar boosheid niet te erkennen en de oplossing te geven die ze verdiende. Nou is dit een kleine weergave van een veel groter probleem. Want cultureel, wereldwijd gezien, geven we de voorkeur aan deze uiting van mannelijkheid en het gezag en voorrecht dat daarmee samengaat, boven de rechten en behoeften en woorden van kinderen en vrouwen. Dus het zal waarschijnlijk geen verrassing zijn voor de mensen hier, dat vrouwen zeggen bozer te zijn, op een volhardendere manier en en met meer intensiteit dan mannen. Dat komt deels door het feit dat we gesocialiseerd zijn om te herkauwen, om het voor onszelf te houden en erin te wentelen. Maar wij moeten op zoek naar sociaal geaccepteerde manieren om de intensiteit van onze emoties die we voelen te uiten en het bewustzijn dat het ons brengt over onze kwetsbaarheid. Dus doen we verschillende dingen. Als mannen eens wisten hoe vaak vrouwen vervuld zijn van pure woede als we huilen, zouden ze stijl achteroverslaan. (Gelach) We gebruiken verzachtende taal. We zijn gefrustreerd. "Nee hoor, het is goed." (Gelach) We maken van onszelf een object en verliezen de vaardigheid om zelfs de psychologische veranderingen te herkennen die woede veroorzaakt. Voornamelijk worden we echter ziek. Boosheid wordt nu in verband gebracht met een heel scala aan ziektes die makkelijk terzijde worden geschoven als 'vrouwenkwaaltjes'. Meer chronische pijn, auto-immuunziekten, eetstoornissen, geestelijke stress, angst en zelfbeschadiging, depressie. Woede heeft invloed op ons immuunsysteem, ons cardiovasculair systeem. Sommige studies geven zelfs aan dat het de sterftecijfers beïnvloedt, met name voor zwarte vrouwen met kanker. Ik heb schoon genoeg van die vrouwen die er ook schoon genoeg van hebben. Onze boosheid brengt veel ongemak. En het conflict komt doordat het onze rol is om de vrede te bewaren. Er is woede die geaccepteerd wordt. Wij mogen boos zijn als we in de gebaande paden blijven en de status-quo bewaren. Als moeders of onderwijzers mogen we boos zijn, maar niet boos zijn over de hoge prijs van verzorgen. We kunnen boos zijn op onze moeders. Bijvoorbeeld als pubers -- de ouderlijke regels en beperkingen -- we verwijten niet het systeem we verwijten het hen. We kunnen boos zijn op andere vrouwen want wie houdt er niet van een meidengevecht. En we mogen boos zijn op mannen met een lagere status in een duidelijke hiërarchie die racisme of xenofobie ondersteunt. Maar we hebben een enorme potentie hierin. Omdat gevoelens de reikwijdte aangeven van óns gezag en mensen zich ongemakkelijk voelen door onze boosheid. We zouden dus mensen moeten leren zich gemakkelijk te voelen met hun ongemak als vrouwen nee zeggen zonder excuses te maken. We kunnen emoties bekijken in termen van competentie in plaats van gender. Mensen die hun woede doorleven en er vorm aangeven, zijn creatiever en optimistischer, ervaren meer intimiteit, zijn betere probleemoplossers en zijn in politiek opzicht effectiever. Wel, ik ben een vrouw die schrijft over vrouwen en gevoelens, dus weinig mannen met macht zullen, uit politieke overwegingen, serieus nemen wat ik zeg. Wij brengen beleid en woede in verband met de minachting en razernij die bijdragen aan de opkomst van macho-fascisme in de wereld. Maar als dát het gif is, kan het ook een tegengif zijn. Er bestaat een boosheid vanuit hoop die we iedere dag zien in de aanhoudende boosheid van vrouwen en gemarginaliseerde mensen. Ze staat in verband met compassie en empathie en liefde en we zouden die boosheid eveneens moeten erkennen. De kwestie is dat samenlevingen die de boosheid van vrouwen niet respecteren, vrouwen niet respecteren. Het echte gevaar van onze woede zit niet in het breken van banden... of borden. Het zit in het laten zien dat we onszelf serieus nemen en dat we van andere mensen ook verwachten dat ze ons serieus nemen. Als dat gebeurt, is de kans groot dat vrouwen kunnen glimlachen ... wanneer ze dat willen. (Applaus) Dank je. (Applaus)