Ik groeide op in de late jaren 70 in landelijk China, tijdens de laatste jaren van het streven van mijn land naar absolute gelijkheid ten koste van de vrijheid. Iedereen had toen werk, maar iedereen had het moeilijk. In de vroege jaren 80 was mijn vader elektricien en mijn moeder werkte twee shifts in het plaatselijke hospitaal. Maar toch hadden we niet genoeg te eten en onze levensomstandigheden waren deplorabel. We waren zeer zeker gelijk -- gelijk arm dan. De staat bezat alles. Wij bezaten niets. Het verhaal dat ik jullie ga vertellen gaat over mijn strijd om tegenslag te overwinnen met mijn weerbaarheid, moed en pure vastberadenheid. Nee, grapje, dat ga ik jullie niet aandoen. (Gelach) Daarentegen ga ik jullie vertellen over een nieuwe vorm van collectieve armoede, een die velen van ons niet herkennen en die we dringend moeten gaan begrijpen. Jullie hebben wel gemerkt dat de voorbije twintig jaar het bezit is toegenomen. Weelde werd gecreëerd met een adembenemende snelheid. Als instrument bracht het bedrijven diepe inzichten in klanten, operationele efficiëntie en enorme inkomsten. Maar voor sommigen werd het ook een middel om democratische verkiezingen te kunnen manipuleren of om te waken voor winst of politieke doeleinden. En wat is deze miraculeuze verworvenheid? Jullie hebben het geraden: data. Zeven op de tien rijkste bedrijven ter wereld zijn tech-bedrijven die ofwel rechtstreeks winst maken uit data of hun macht halen uit de kern van de data. Meerdere onderzoeken tonen aan dat de grote meerderheid van zakelijke besluitnemers data als een essentieel bestanddeel van succes beschouwen. We hebben allemaal ondervonden hoe data het paradigma ingrijpend verschuiven aangaande onze persoonlijke, economische en politieke levens. Wie de data bezit, bezit de toekomst. Maar wie produceert de data? Ik veronderstel dat iedereen hier een smartphone heeft, meerdere media accounts en de voorbije week een paar keer gegoogeld heeft. We maken inderdaad allemaal data aan. Men schat dat tegen 2030, tien jaar na nu, er op de wereld ongeveer 125 miljard verbonden apparaten zullen bestaan. Dat zijn gemiddeld vijftien apparaten per persoon. We maken al elke dag data aan. We zullen exponentieel meer gaan aanmaken. Google, Facebook en Tencents gecombineerde inkomsten in 2018 bedroegen 236 miljard Amerikaanse dollars. Wie van jullie is betaald voor de data die jullie voor hen hebben aangemaakt? Niemand, toch? Data hebben een immense waarde, maar zijn in centraal beheer en bezit. Jullie zijn allemaal rondwandelende grondstoffen voor die grote databedrijven, maar jullie worden niet betaald. Daar komt bij dat ze jullie niet eens zien als onderdeel in dit verdienplaatje. Nogmaals, we zijn ongetwijfeld gelijk: we zijn net zo arm. Iemand anders bezit alles en wij bezitten niets. Klinkt bekend, toch? Wat moeten we dan doen? Er kunnen hints zitten in hoe mijn leven na die moeilijke start verliep. Mijn familie kreeg het beter in de jaren 80. Het systeem evolueerde en mensen mochten wat houden van wat ze creëerden. 'Mensen die in de oceaan duiken', 'xia hai' -- deze Chinese term beschrijft degenen die de staatsbedrijven verlieten om voor zichzelf te beginnen. Op privaat bezit van een zaak volgde privaat bezit van auto's, eigendom, voedsel, kleren en dingen. De economische machine begon te draaien en het leven van mensen begon te verbeteren. Voor het eerst was rijk worden eervol. Toen ik in de jaren 90 ging studeren in Chengdu, in West-China, konden vele jongeren zoals ikzelf voordeel halen uit het nieuwe systeem. Na mijn afstuderen stichtte ik met anderen mijn eerste zaak en verhuisde naar Shenzen, het splinternieuwe economische centrum, dat tevoren een vissersdorp was. In de afgelopen twintig jaar is Shenzen gegroeid ... tot een mondiaal kenniscentrum van vernieuwing. Privaat eigendom was een vrijheidsvorm die we daarvoor nog niet hadden. Het creëerde ongekende kansen voor onze generatie en motiveerde ons om ongelooflijk hard te werken en te studeren. Meer dan 850 miljoen mensen rezen daardoor uit de armoede op. Volgens de Wereldbank bedroeg de extreme armoede in China in 1981, in mijn kindertijd, 88%. In 2015 was dat 0,7%. Ik ben een product van dat succes en ik ben blij jullie te kunnen vertellen dat ik nu mijn eigen AI-bedrijf heb en een zeer werelds en dynamisch leven leid -- dat was totaal ondenkbaar toen ik nog een kind was in West-China. Natuurlijk ging deze welvaart ten koste van iets, namelijk van gelijkheid, milieu en vrijheid. Ik kom hier zeer zeker niet zeggen dat China het al helemaal heeft uitgeknobbeld. Helemaal niet. Noch dat data helemaal vergelijkbaar zijn met fysieke bezittingen. Dat zijn ze niet. Maar mijn levenservaring toonde me wat in het volle licht verborgen bleef. Vandaag is het publieke debat zo gefocust op het regelgevende en het private als het om eigendom van data gaat. Maar ik wil vragen: Wat als we eens op een heel andere manier naar eigendom van data kijken? Wat als data-eigendom in feite een persoonlijke, individuele en economische zaak zou zijn? Wat als we in de nieuwe digitale economie een stuk van wat we creëren mogen bezitten en we mensen de vrijheid geven om zelf over hun privédata te beslissen. Het legale begrip eigenaarschap betekent dat je je eigen data kan bezitten, gebruiken, cadeau geven, doorgeven, vernietigen of verhandelen of verkopen voor een door jou zelf bepaalde prijs. Wat als we dezelfde definitie nu eens aan iemands privédata toekennen, zodat we onze data kunnen gebruiken, vernietigen of verkopen voor door ons gekozen prijzen? Sommigen van jullie zullen zeggen: 'Ik zou mijn data nooit of te nimmer, voor welk geld dan ook, verkopen.' Maar laat me je vertellen dat dat precies is wat je nu doet, behalve dan dat je deze nu gratis weggeeft. Daarbij komt dat privacy zeer persoonlijk en genuanceerd is. Je zou het privilege kunnen hebben dat jij je privacy laat primeren op geld, maar voor miljoenen eigenaars van kleine zaken in China, die niet zo gemakkelijk aan bankleningen geraken, is het gebruiken van data om snel goedkeuring te krijgen van AI-gebruikende geldschieters een antwoord op dringendere behoeften. Wat voor jou privé is, is anders dan wat privé voor anderen is. Wat nu voor jou privé is, is wat anders dan wat privé was toen je nog studeerde. Dat hoop ik tenminste. (Gelach) We maken altijd, alhoewel vaak onbewust, dergelijke afwegingen, gebaseerd op persoonlijke overtuigingen en voorkeuren in het leven. Daarom zou data-eigendom onvolledig zijn als we er geen prijs aan kunnen hechten. Door individuen het recht te geven om een prijs te bepalen, verwerven we een instrument om onze persoonlijke en genuanceerde voorkeuren te tonen. Je zou er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om je data gratis weg te geven als een bijdrage aan een medisch onderzoek voor jou zeer betekenisvol zou zijn. Of als we de mogelijk hadden om aan onze gedragsgegevens een prijs toe te kennen van bijvoorbeeld $100.000. Ik denk dat geen politieke groep je stem zou kunnen beïnvloeden of manipuleren. Jij controleert. Jij beslist. Ik weet wel dat dit nogal onwaarschijnlijk klinkt, maar de trends wijzen al op een groeiend en erg krachtig individueel streven naar data-eigendom. Om te beginnen creëren start-ups al tools om ons wat controle terug te geven. De nieuwe browser Brave sterkt gebruikers met 'Brave Shields' -- zo noemen ze het echt -- door data-graaiende reclame en trackers agressief te blokkeren en te voorkomen dat data vanuit de browser weglekt. Andersom kunnen gebruikers terug onderhandelen en prijzen. Als gebruikers ervoor kiezen reclame toe te laten, dan beloont Brave hen met 'Basic Attention Tokens', waarmee ze inhoud achter betaalmuren kunnen kopen van uitgevers. Ik gebruik Brave nu al enkele maanden. Het heeft al meer dan 200.000 ads en trackers tegengehouden en me uren tijd uitgespaard. Nu interageren sommigen onder jullie meer met hun browser dan met hun partners, dus ... (Gelach) zou je er tenminste eentje moeten vinden die je tijd niet verprutst en ook wat minder achterbaks is. (Gelach) Denk je dat Google onmisbaar is? Denk nog eens. Een zoekmachine is onmisbaar. Google heeft slechts het monopolie ... nu nog. De zoekmachine DuckDuckGo slaat je persoonlijke informatie niet op, achtervolgt je niet met reclame, noch houdt ze je zoekgeschiedenis bij. Daarentegen geeft ze alle bezoekers dezelfde resultaten in plaats van resultaten gebaseerd op hun zoekgeschiedenis. In Londen biedt het bedrijf digi.me een app voor je smartphone aan, welke je helpt om de door jou gegenereerde data te importeren en te consolideren vanuit Fitbit, Spotify, socialmedia-accounts ... Je kiest zelf waar je die data opslaat en digi.me helpt je om die data voor jou te laten werken door inzichten te verschaffen die vroeger alleen maar beschikbaar waren voor grote maatschappijen. Een nieuw initiatief in D.C. genaamd UBDI, Universal Basic Data Income, helpt mensen om geld te verdienen door aan de hand van data anonieme inzichten te delen, welke maatschappijen voor marktonderzoek kunnen gebruiken. Als een maatschappij een studie koopt, worden gebruikers betaald in cash en UBDI-punten -- volgens hun inschatting tot wel 1.000 Amerikaanse dollar per jaar UBDI zou een reëel pad kunnen zijn op weg naar een universeel basisinkomen in de AI-economie. Ook neemt het individueel bewustzijn over privacy en data-eigendom snel toe, nu iedereen zich bewust wordt van dit monster dat we in onze zakken hebben losgelaten. Ik ben moeder van twee jonge dochters, en geloof me, de voornaamste bron van zorg en angst voor een ouder, voor mij, is de verhouding die mijn kinderen met technologie hebben. Dit contract van drie pagina's hebben mijn man en ik hen laten tekenen voor ze hun eerste [smartphone] kregen. (Gelach) We willen hen helpen om digitale burgers worden, maar alleen als ze slimme en verantwoordelijke burgers worden. Ik help hen om ze te laten begrijpen welk soort data ze nooit zouden mogen delen. Als je me dus googelt, of liever -- sorry -- me DuckDuckGoot, vind je misschien wel een hoop over mij en mijn werk, maar je zult allicht geen informatie over mijn dochters vinden. Als ze ouder zijn en ze zich er dan willen laten zien, is dat hun keuze, niet de mijne, ondanks dat ik erop sta dat ze 's werelds mooiste, verstandigste en buitengewoonste kinderen zijn -- vanzelfsprekend. En ik ken veel mensen die hetzelfde vertellen en gelijkaardige beslissingen nemen. Dat geeft me hoop op een echt slimme, data-rijke toekomst. Maar ik wil de nadruk leggen op punt 6 van deze overeenkomst. Er staat: "ik zal nooit of nooit online informatie delen waarvoor ik beschaamd zou zijn, mocht oma Dawnie ze te zien krijgen." (Gelach) Probeer het. Het helpt echt. (Gelach) Doorheen de geschiedenis is er altijd een afwegen geweest tussen vrijheid en gelijkheid bij het streven naar welzijn. De wereld volgde steeds de cirkel van opstapeling van weelde naar herverdeling van weelde. Nu de spanning tussen zij die hebben en zij die niet hebben in zo vele landen oploopt, is het in ieders belang, ook dat van de grote data-bedrijven, om deze nieuwe vorm van ongelijkheid tegen te gaan. Natuurlijk is individueel bezit van data het perfecte noch het volledige antwoord op deze diep complexe vraag van wat een goede digitale maatschappij uitmaakt. Maar volgens McKinsey zal AI 13 biljoen Amerikaanse dollar aan economische opbrengst genereren in de komende tien jaar. Door personen gegenereerde data zullen zonder twijfel bijdragen aan deze enorme economische groei. Moeten we niet tenminste een economisch model overwegen dat de mensen macht geeft. Als privébezit meer dan 850 miljoen mensen uit de armoede heeft kunnen optillen, is het onze plicht, en dat zijn we schuldig aan de komende generaties, om een meer inclusieve AI-economie te creëren die zowel de mensen als de zaken helpt. Dank jullie. (Applaus)