Ik wil jullie een vraag stellen. Er zijn hier Ierse gebarentolken. Voor wie zijn zij hier? Voor mij? Ja, ze zijn hier voor mij. Maar ze zijn hier vooral voor jullie allemaal, zodat jullie je thuis kunnen voelen bij mijn taal. De ISL-tolken, wat doen ze eigenlijk? Ik gebaar en zij vertalen het naar het Engels en doen een voice-over voor jullie. Ik zal jullie een verhaal vertellen. Ik ben doof geboren. De doktoren constateerden dat ik doof was toen ik zes maanden oud was. Mijn vader en moeder, kregen zij de steun die ze nodig hadden? Nee, die kregen ze niet. Kregen ze de informatie die er was over de dovengemeenschap en hun taal en hun cultuur en de mogelijkheden die ik in mijn toekomst had? Nee, die kregen ze niet. Mijn leven was vanaf dat moment gedoemd negatief te zijn. Ik ging eerst naar een kleuterschool voor horenden met andere kinderen. Ik herinner me dat ik een keer in de kring zat en twee leraren zaten vooraan. Alle kinderen waren een rijmpje aan het zingen. De kinderen zongen maar. Wat was ik aan het doen? Niets. Ik zat daar gewoon niets te doen. Ik voelde me verloren. De kinderen bleven zingen en stonden toen op als onderdeel van de handelingen van het liedje en ze vielen op de grond. Wat was ik aan het doen? Ik zat daar nog steeds en deed niets. Ik zat daar maar: verloren, geïsoleerd, buitengesloten. Ik gebaarde naar een jongetje dat op de grond zat: "Kom. Kom bij me zitten." Dat deed hij. Hij kwam naast me zitten. Dat liet juist zien hoe eenzaam ik me voelde toen ik daar alleen zat. Toen hij daar naast me zat voelde ik eigenlijk meer van hetzelfde. Later ging ik naar de lokale openbare school voor horende kinderen. Ik was daar ongeveer een jaar. Dat is echt niets geworden. Mijn ouders moesten de pijnlijke, moeilijke beslissing nemen om me naar Dublin te sturen, naar een kostschool voor dove kinderen. Ik herinner me mijn eerste dag daar. Ik liep een klaslokaal binnen. Er zat een groepje meisjes in een kring. Die meisjes zijn na al die jaren nog steeds mijn vriendinnen. Een van hen herinnert zich dat ze naar me zwaaide en dat ze gebaarde dat ik me bij hen moest aansluiten. Ze waren aan het kleuren. Ik ging er naartoe. Ze maakten ruimte voor me, duwden twee andere vriendjes uit de weg. Ik ging erbij zitten. Mijn vriendin gebaarde naar me wat ze aan het doen waren. Ze waren aan het kleuren. Vanaf dat moment herinner ik me niet dat ik Ierse gebarentaal heb geleerd. Ik weet niet hoe ik het leerde. Ik weet niet hoe ik het oppikte, hoe ik beïnvloed werd. Ik weet niet meer hoe het in de praktijk ging, maar ik weet dat het mijn taal was en de eerste vijf jaar en negen maanden van mijn leven was mij die taal onthouden. Ierse gebarentaal, wat is het? Het is een taal. Het is gelijk aan de taal die jij gebruikt. Het lijkt op gesproken talen -- Frans, Spaans, Duits, Engels, alle talen die er maar zijn. Elk land heeft zijn eigen gebarentaal. Ierse gebarentaal heeft zijn eigen structuur, grammatica, syntaxis, net als gesproken talen dat hebben. Ierse gebarentaal is de eerste oftewel voorkeurstaal van de dovengemeenschap. ISL is voor 80 procent gebaseerd op lichaamstaal en gezichtsuitdrukking. Het is een visuele taal. Ik weet niet of jullie weten dat ISL in dit land een erkende taal is, sinds december 2017 de derde taal van dit land. Ierse gebarentaal is voor iedereen. Het is de sleutel tot integratie. Ik wil dat jullie je iets voorstellen. Stel je voor dat hier in Ierland overal waar je ging, in elk deel van het leven, iedereen gebarentaal kende. Stel je voor dat je op straat tegen mensen aanloopt en gebaart, dat je naar de bank gaat en kunt gebaren, dat je in de winkels kunt gebaren, horenden en doven, dat alle mensen kunnen gebaren. Kan je je dat voorstellen? Stel je je eens voor dat het wereldwijd zo was -- in alle andere landen die gebarentaal kennen: dat we overal gebarentaal gebruikten -- dat iedereen kon communiceren in gebarentaal. Stel je dat eens voor. Ik zal je nog een verhaal vertellen. Dit gebeurde me zo'n drie weken geleden. Ik stond te wachten bij de tramhalte. Ik zag een vrouw naar me toekomen en ik zag aan haar lichaamstaal dat ze een beetje in de war was. Ze kwam naar me toe en sprak tegen me en ik probeerde met haar te communiceren, maar zoals je weet, kunnen dove mensen heel hard proberen te liplezen, maar 90 procent daarvan blijft giswerk. Ik probeerde via liplezen te begrijpen wat ze tegen me zei en ze zei iets als: "Is dit de ene of de andere halte?" Ze vroeg me duidelijk of ze bij de juiste halte stond. Ik pakte mijn telefoon. Ik dacht: oké, ik ga proberen deze dame te helpen. Dus typte ik een berichtje op mijn telefoon: 'Hoe kan ik je helpen?' en gaf haar mijn telefoon. Ze typte. Ik werd enthousiast. Ik dacht: fantastisch! Ze gaat eindelijk met me communiceren. Ze geeft me mijn telefoon terug, maar ze loopt weg om iemand anders aan te spreken en toen ik op mijn telefoon keek -- weet je wat ze had getypt? 'Het is goed.' Het is niet goed. Nee. Ik voelde me zo gekleineerd en vernederd. Ik voelde me alsof ze me als een tweederangs burger behandeld had. De enige keer dat ik als een gelijke behandeld ben, was toen ik naar Maynooth University ging. Ik studeerde daar drie jaar lang voor een diploma. Er werden steeds tolken beschikbaar gesteld. Ik werd door de studenten en docenten volledig betrokken bij de les. Ze herkenden me. Ze zagen me. Ik heb ook drie beroepsstages gedaan en alle collega's die me ontmoetten waardeerden me. Bij een bepaalde stage werkte ik als jeugdwerker aan een project. Ik kreeg gedurende die tijd tolken toegewezen. En tijdens die stage betekende dit dat ik me professioneel moest gedragen en mijn rol moest uitvoeren en dat kon ik doen via ISL omdat ik tolken bij me had. Ik kon connecties maken en relaties met mensen opbouwen via ISL. Dus toen me gevraagd werd vorig jaar mei om deel te nemen aan het programma 'London's Calling' opende dat echt mijn ogen. In het Verenigd Koninkrijk, vooral in Londen, bestaat er het 'Access to Work'-programma, dat wordt gesubsidieerd door de overheid, waar geld beschikbaar wordt gesteld zodat dove mensen daar hun beroep en hun werk kunnen uitoefenen, vooruitgang en promotie in hun werk kunnen boeken. Zij zijn dove professionals. Het is niet eerlijk dat Ierse dove mensen gedwongen naar het VK moeten verhuizen om hun droom te verwezenlijken via dat 'Access to Work'-programma, terwijl ze dat hier ook zouden kunnen doen als we hier zo'n programma hadden -- een goed programma. Kan je je Ierland voorstellen als we hier dat programma hadden? Dat zou betekenen dat we zichtbaar zouden zijn. We zouden jouw collega's zijn dankzij Ierse gebarentaal. Kan je je net zo goed een wereld voorstellen, ieder land, dat als ze dat model van het 'Access to Work-programma overnamen dit zou betekenen dat zoveel dove professionals overal gezien zouden worden en vooruitgang zouden kunnen boeken in hun werkleven? En wat zou dat betekenen? Dat jonge dove mensen die gemotiveerd zijn en dromen hebben van wat ze graag willen doen in de toekomst, dat ze de mogelijkheden hebben, dat ze die kunnen bereiken. Zoals ik dat niet kon. Integratie -- iedereen is daar verantwoordelijk voor. Integratie, daar is iedereen verantwoordelijk voor. Ik wil jullie uitnodigen om meer te leren over de dovengemeenschap. Ik heb een lange lijst met tips over wat je kan doen, maar ik heb er drie uitgekozen. Een daarvan gaat over hoe je kan communiceren met een doof persoon. Er zijn veel verschillende manieren. Je kan iets op een stuk papier schrijven, over en weer schrijven. Je kan je telefoon gebruiken, zoals ik deed bij de tramhalte, en dan iets op je telefoon typen. De technologie is er. Het is fantastisch. Gebruik het. Je kan proberen met een doof persoon te spreken, maar spreek alsjeblieft normaal en duidelijk. Gebruik gewoon normale mondbewegingen. De dovengemeenschap stoort zich aan een bepaald iets en dat doe ik ook, dat is als mensen zo praten: "Hallo ... Hoe ... gaat ... het ...?" Echt? Praat normaal en duidelijk. Dat is alles wat we willen. Je kan zorgen dat je zeker weet, gedurende het gesprek, dat je goed begrepen wordt. Wees zo flexibel en het probleem is opgelost. De tweede tip is: waarom ga je geen Ierse gebarentaal leren? Er zijn cursussen. Als je het leert en er vloeiend in wordt, dan ken je een tweede of derde of zelfs vierde taal. Dat zou gaaf zijn, toch? Dan kan je met me praten. Je kan mijn vriend zijn. Je kan hun vriend zijn. Ten derde: wanneer je dove mensen beschrijft, wat is dan de juiste terminologie? De meest acceptabele termen zijn 'doof' of 'slechthorend'. Zeg niet 'auditief beperkt' of 'problemen met het gehoor' of 'handicap van het gehoor' of 'doofstom'. Deze zijn niet acceptabel. Het is 'doof' of 'slechthorend'. Ik ga jullie er nogmaals aan herinneren. Iedereen is verantwoordelijk voor integratie. Ik ben Joanne Chester en ik ben niet alleen maar doof. Dank jullie wel. (Applaus)